Beleidsregel Individuele Inkomenstoeslag gemeente Maasgouw 2023

Geldend van 20-05-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Beleidsregel Individuele Inkomenstoeslag gemeente Maasgouw 2023

Beleidsregel Individuele Inkomenstoeslag gemeente Maasgouw 2023

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en arbeidsongeschikte werkloze werknemers en Wet inkomensvoorziening oudere en arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Maasgouw 2023.

  • 2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      WIA: de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

    • b.

      WSF: Wet Studiefinanciering 2000;

    • c.

      WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • d.

      WSNP: Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • e.

      IIT: Individuele Inkomenstoeslag.

Artikel 2 Geen uitzicht op inkomensverbetering

Geen uitzicht op inkomensverbetering heeft:

  • a.

    de belanghebbende die op de aanvraagdatum volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, als bedoeld in artikel 4 Wet WIA;

  • b.

    de belanghebbende waarbij voor minimaal zes maanden vanaf aanvraagdatum is vastgesteld dat vrijwilligerswerk, dan wel daarmee gelijkgestelde onbetaalde, niet-reguliere arbeid het maximaal haalbare is;

  • c.

    de belanghebbende die niet valt onder één van de categorieën genoemd onder a en b, maar waarvan het college op grond van de eigen bevindingen tot het oordeel komt dat er vanwege andere factoren geen uitzicht op inkomensverbetering is.

Artikel 3 Uitzicht op inkomensverbetering

  • 1. Bij de beoordeling van het uitzicht op inkomensverbetering wordt maatwerk geleverd op basis van individuele situatie en de persoonlijke omstandigheden van belanghebbende.

  • 2. Bij het bepalen van het uitzicht op inkomensverbetering worden in ieder geval de volgende factoren in overweging genomen:

    • a.

      de belanghebbende volgt op de aanvraagdatum uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs en/of ontvangt studiefinanciering op grond van de WSF of volgt een opleiding als bedoeld in de WTOS;

    • b.

      de belanghebbende kan binnen een termijn van zes maanden na de aanvraagdatum een inkomen krijgen dat hoger is dan de inkomensgrens voor de IIT;

    • c.

      de belanghebbende die op de aanvraagdatum een inkomen heeft dat hoger is dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm maar vanwege het doorlopen van een minnelijke schuldregeling dan wel het wettelijke schuldsaneringstraject op bijstandsniveau leeft;

    • d.

      de belanghebbende heeft gedurende de referteperiode een maatregel opgelegd gekregen wegens een schending van een re-integratie- of arbeidsverplichting, als bedoeld in de wet, de IOAW of de IOAZ dan wel een maatregel opgelegd heeft gekregen door het UWV of SVB. Een waarschuwing wordt hier niet als maatregel beschouwd;

    • e.

      de belanghebbende heeft gedurende de referteperiode verwijtbaar nagelaten om overige factoren die het uitzicht op inkomensverbetering belemmeren, op te lossen, anders dan genoemd onder a t/m d.

Artikel 4 Inwerkingtreding en intrekking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na publicatie en werken terug tot en met 1 januari 2023. Vanaf die datum wordt de Beleidsregel Individuele inkomenstoeslag gemeente Maasgouw 2019 ingetrokken.

Artikel 5 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Individuele Inkomenstoeslag gemeente Maasgouw 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Maasgouw op 09-05-2023.

Burgemeester en wethouders van Maasgouw,

De secretaris,

C.M. Keersmaekers

De burgemeester,

S.H.M. Strous

Toelichting beleidsregel Individuele Inkomenstoeslag gemeente Maasgouw 2023

Deze beleidsregel betreft de nadere invulling van de Verordening Individuele Inkomenstoeslag Gemeente Maasgouw 2023 en artikel 36 van de Participatiewet.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begrippen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2 Geen uitzicht op inkomensverbetering

Sub a en b:

Er is geen uitzicht op inkomensverbetering wanneer op de aanvraagdatum belanghebbende volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, als bedoeld in artikel 4 Wet WIA.

Ook wordt er geen uitzicht op inkomensverbetering verwacht wanneer belanghebbende voldoet aan de re-integratie- en arbeidsverplichtingen door het verrichten van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, mantelzorg of een vorm van dagbesteding en hiervan is vastgesteld dat dit voor hem het maximaal haalbare is. Dit voor een minimale duur van zes maanden vanaf de aanvraagdatum.

Sub c:

Dit artikel bevat een niet-limitatieve opsomming. Het is niet mogelijk om alle doelgroepen te benoemen die geen uitzicht op inkomensverbetering hebben. De beoordeling of een belanghebbende uitzicht op inkomensverbetering heeft vindt plaats op basis van de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende.

Artikel 3 Uitzicht op inkomensverbetering

Zoals aangegeven dient er bij de beoordeling van de IIT een individuele toets plaats te vinden. Dit lid benadrukt de urgentie van maatwerk bij de beoordeling. Er dient rekening te worden gehouden met de individuele situatie en de persoonlijke omstandigheden.

Lid 2:

In dit lid worden factoren benoemd die bij de beoordeling van het uitzicht op inkomensverbetering meegewogen kunnen worden. Nagenoemde factoren kunnen wijzen op een uitzicht op inkomensverbetering maar dat hoeft zeker niet altijd het geval te zijn. Er is altijd sprake van maatwerk waarbij de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden doorslaggevend zijn.

Lid 2 sub a:

Bij de groep studenten kan er vanuit worden gegaan dat zij een goed arbeidsmarktperspectief hebben. Belanghebbende die tijdens de referteperiode door ziekte de studie/opleiding moest staken en daardoor geen uitzicht meer heeft op inkomensverbetering, kan wel in aanmerking komen voor de IIT.

Lid 2, sub b:

Als redelijkerwijs aannemelijk is dat belanghebbende binnen zes maanden na de aanvraagdatum een inkomen kan krijgen dat hoger is dan de geldende inkomensgrens voor de IIT, bestaat er uitzicht op inkomensverbetering. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als op het moment van de aanvraag al vaststaat dat belanghebbende een baan heeft waarvan de ingangsdatum binnen een termijn van zes maanden ligt of als belanghebbende op de aanvraagdatum inkomsten uit arbeid ontvangt onder de inkomensgrens voor IIT en bewust kiest voor een deeltijdbaan, maar wel potentieel heeft om zijn inkomen te verbeteren.

Lid 2, sub c:

Belanghebbende die in een minnelijke schuldregeling (MSNP) of de WSNP zitten, leven gedurende dit traject van een inkomen op of beneden bijstandsniveau (wekelijks leefgeld). Het feitelijk inkomen ligt vaak hoger en het meerdere van het (gezamenlijk) inkomen wordt aangewend voor de aflossing van schulden.

Voorwaarden verbonden aan een schuldregeling houdt onder meer in dat personen alles in het werk moeten stellen om een hoger inkomen te verwerven. Het feit dat op deze personen een schuldenregeling van toepassing is, maakt niet dat zij geen uitzicht op inkomensverbetering hebben.

Lid 2, sub d:

De IIT is niet bedoeld om de verlaging van de uitkering, die aan belanghebbende is opgelegd in de vorm van een maatregel, te compenseren. Deze maatregel is immers opgelegd omdat de gemeente, het UWV of de SVB een dergelijke gedraging niet accepteert en het gedrag tevens in de weg staat tot inkomensverbetering.

Het college zal in het individuele geval moeten beoordelen of belanghebbende inspanningen heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen, dit is in beginsel niet het geval als belanghebbende in de referteperiode één van de re-integratie- of arbeidsverplichtingen heeft geschonden. In het bijzonder geldt dit voor de zwaardere overtredingen waarbij verondersteld kan worden dat door het verzuim het zicht op inkomensverbetering aanzienlijk is verminderd. Dit is het geval als een persoon niet of onvoldoende naar vermogen heeft getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen, te behouden of te aanvaarden zonder dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, die aanleiding hebben gegeven om af te zien van een verlaging van de uitkering.

Lid 2, sub e:

Het college is bevoegd ook in andere situaties de IIT niet toe te kennen. Het gaat hierbij om situaties waarbij mensen in onvoldoende mate getracht hebben om tot inkomensverbetering te komen, dan wel verwijtbaar hebben nagelaten om belemmeringen die in de weg staan tot inkomensverbetering weg te nemen of aan te pakken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het door eigen toedoen vroegtijdig beëindigen van een schuldhulpverleningstraject, maar ook andere situaties zijn denkbaar.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.