Beleidsregel overhangend en belemmerend groen gemeente Het Hogeland 2023

Geldend van 17-05-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel overhangend en belemmerend groen gemeente Het Hogeland 2023

Besluit van de gemeente Het Hogeland, tot vaststelling van het beleid overhangend en belemmerend groen gemeente Het Hogeland 2023, voor de uitvoering van artikel 2:15 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Het Hogeland.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland

overwegende:

dat het volgens artikel 2:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Het Hogeland verboden is beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat er op andere wijze voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat;

dat het voor een goede en effectieve handhaving van dit verbod gewenst is om (handhavings)beleid vast te stellen;

gelet op:

artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

artikel 125 Gemeentewet;

artikel 2:15 APV;

besluit: de beleidsregel overhangend en belemmerend groen gemeente Het Hogeland 2023 vast te stellen.

1. Inleiding

Overhangend groen vanuit een tuin, particulier terrein of in de openbare ruimte kan voor (verkeers)onveilige situaties zorgen. Door regelmatig (terug)snoeien blijven stoepen, straten, inritten en bochten toegankelijk.

In 2020 is door een groot aantal inwoners van onze gemeente de enquête ‘Groenbeleid’ ingevuld. Uit deze enquête komt naar voren hoe belangrijk inwoners het vinden dat de openbare ruimte goed toegankelijk is en een verzorgde uitstraling heeft.

Het is wenselijk om middels dit beleid nadere criteria en handvaten te formuleren ten aanzien van de handhaving op artikel 2:15 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Het Hogeland.

Dit beleid geeft ons als gemeente meer handvatten om overhangend groen in de openbare ruimte tegen te gaan en zo zorg te dragen voor een toegankelijke en verzorgde openbare ruimte.

Deze notitie geeft het nieuwe beleid inzake overhangend groen weer. De meldingen over hinderlijke beplanting c.q. overhangend groen moeten worden onderverdeeld in openbaar en particulier groen. Onder openbaar groen wordt verstaan het groen dat in eigendom en in beheer is bij gemeente Het Hogeland. Meldingen/ klachten over het openbaar groen worden afgehandeld door de gemeente. Deze meldingen blijven verder in het kader van deze beleidsnotitie buiten beschouwing. Deze notitie is van toepassing op particulier hinderlijk overhangend groen. Wanneer sprake is van hinderlijke beplanting in de openbare ruimte, veroorzaakt door beplanting/wortels van de gemeente, dan zal de gemeente hier als eigenaar actie op ondernemen.

2. Juridisch kader

De basis voor het optreden tegen hinderlijke beplanting c.q. overhangend groen is gelegen in de “Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Het Hogeland (verder aangeduid als APV).

Dit artikel geeft aan dat het verboden is om met beplanting het uitzicht voor verkeer te belemmeren of gevaar of hinder te veroorzaken. Hierbij is ook van belang dat privé groen in beginsel tot op de erfgrens moet zijn gesnoeid. In beginsel omdat wanneer er voldoende ruimte is voor verkeer het groen niet tot op de erfgrens hoeft te worden gesnoeid als dit bijvoorbeeld tot gevolg heeft dat het groen onherstelbaar wordt beschadigd. Ook de gemeente dient haar eigen groen waar mogelijk zoveel terug te snoeien. Dit betekent dus ook dat gemeentegroen geen hinder of gevaar mag opleveren op de door haar aangebrachte voorzieningen zoals straatverlichting, straatbordjes en verkeersborden. Op grond van dit artikel kan de gemeente rechthebbenden dus verzoeken om overhangend groen te snoeien en kan indien nodig bestuursrechtelijk (of privaatrechtelijk) optreden. Om goed en effectief op dit verbod te kunnen handhaven dienen een aantal noodzakelijke regels in beleid te worden vastgelegd. Hieronder wordt een voorstel gedaan om in ieder geval genoemde richtlijnen op te nemen in beleid.

Artikel 5:44 lid 1 Burgerlijk Wetboek

Bomen, planten en struiken op openbaar gebied kunnen met hun takken over perceelgrenzen hangen. Hierdoor kan overlast of hinder ontstaan. Op grond van artikel 5:44 lid 1 BW heeft een perceeleigenaar in beginsel het recht om over zijn perceel hangende takken van aangrenzende beplanting te verwijderen. Hier is een aantal voorwaarden aan verbonden:

  • De perceeleigenaar dient de eigenaar van het perceel te sommeren de overhang zelf te snoeien. Hier moet een redelijke termijn voor worden gegeven. Na afloop van de termijn mag de perceeleigenaar zelf de overhangende takken snoeien.

  • Het snoeirecht gaat niet zover dat een boom hierdoor ernstige schade mag oplopen. Als het snoeien ontsiering van de boom tot gevolg heeft of hierdoor schade ontstaat is een omgevingsvergunning voor kappen nodig.

  • Om extra werkdruk te voorkomen kan de gemeente verwijzen naar de mogelijkheden van het Burgerlijk Wetboek als er sprake is van hinder/overlast van overhangend groen op particuliere percelen. Ook de gemeente kan hier als eigenaar van grond mee te maken krijgen. Dit betekent dus ook dat eigenrichting kan worden toegepast op overhangend groen afkomstig van grond waarvan de gemeente eigenaar is.

3. Gemeentelijke richtlijnen

Om te controleren wanneer overhangend groen een gevaar is voor de bruikbaarheid van de openbare ruimte, worden de volgende richtlijnen gehanteerd:

  • Boven rijwegen en parkeervakken dient de vrije doorrijhoogte minimaal 4 meter te zijn.

  • Bij een stoep moet groen in beginsel worden teruggesnoeid tot de erfgrens. Er dient sprake te zijn van een vrije ruimte (doorgang) voor gebruikers.

  • De vrije hoogte boven voetpaden en fietspaden bedraagt minimaal 2.50 meter.

  • Armaturen van lichtmasten, ook als die zich bevinden op meer dan 2.50 meter hoogte en verkeersborden, moeten rondom vrij zijn van beplanting.

3.1 Grenzen aan de groei

Op grond van artikel 5:42 BW bedraagt de afstand van de grenslijn van een erf voor bomen twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor heesters en heggen een halve meter. Na enige jaren groei kan het voorkomen dat er sprake is van grensoverschrijding, dit kan overlast veroorzaken. Hieronder wordt aangegeven aan de hand van welke criteria wordt beoordeeld of, en zo ja tot hoever, het groen moet worden gesnoeid.

1 Stoepen

Als hoofdregel geldt dat bij stoepen moet worden teruggesnoeid tot de erfgrens. Er moet sprake zijn van een vrije doorgang voor gebruikers. Hierop kunnen uitzonderingen worden gemaakt, waarbij bijvoorbeeld rekening wordt gehouden met de (verkeers)veiligheid, gezondheid, beheer(kosten), maatschappelijk belang en schade. Hoe de afweging uiteindelijk wordt gemaakt is aan het bevoegd gezag.

2 Hoge bomen

Takken die hoger dan 2.50 meter boven de stoep hangen laten we ongemoeid. Lagere takken en planten moeten worden gesnoeid tot aan de erfgrens. Hierbij worden dezelfde criteria gehanteerd als bij punt 1. Dit betekent dat sprake moet zijn van vrije een doorgang. Boven de rijweg moet tenminste 4 meter doorrijhoogte worden aangehouden.

3 Belemmerend groen

Het is voor hulpdiensten, maar ook voor verkeersdeelnemers die de weg zoeken, van groot belang dat de straatnaambordjes zichtbaar zijn. Ook is het van belang dat verkeersborden duidelijk zichtbaar zijn. Als richtlijn stellen wij voor om:

  • Groen dat het zicht op een straatnaambord belemmert moet worden gesnoeid;

  • Groen dat het zicht op verkeersborden belemmert moet worden gesnoeid;

  • Het groen wat het uitschijnen van straatverlichting belemmert, moet worden gesnoeid.

4 Boomwortels

Boomwortels kunnen hinder en overlast veroorzaken, denk hierbij aan verhardingsopdruk, schade aan kabels en leidingen, schade aan funderingen en gevels, schade aan erfafscheidingen, wortels in riolering.

In onderstaande situaties neemt de gemeente Het Hogeland bepaalde maatregelen:

  • a. Boomwortels in tuinen: bij doorschietende (gemeentelijke) wortels op particulier terrein geldt het wortelkaprecht (artikel 5:44 Burgerlijk Wetboek) . De perceeleigenaar mag zelf tijdig ingrijpen als (gemeentelijke) boomwortels zijn perceel ingroeien. Uiteraard onder de voorwaarde dat de boom daardoor niet onherstelbaar beschadigd of onveilig wordt. De gemeente handelt als volgt bij overlastklachten:

  • 1. De inwoner dient aan te tonen dat sprake is van ernstige overlast, door wortels vrij te graven op eigen terrein;

  • 2. In overleg met de boomdeskundige van de gemeente wordt besloten welke wortels door de inwoner mogen worden verwijderd en op welke wijze dat verantwoord kan gebeuren.

  • 3. De inwoner kan herhaling van het probleem voorkomen door in het vervolg periodiek doorschietende wortels weg te nemen. De gemeente doet geen investeringen ten behoeve van preventie.

  • b. Boomwortels in riolering: rioolbuizen waarin scheuren zitten of waarvan naden niet geheel sluiten of poreus zijn, zijn potentiële voedingsbronnen voor boomwortels. Wortelgroei in rioolbuizen leidt in ernstige gevallen tot rioolverstoppingen of zelfs tot overstromingen binnenshuis. De gemeente heeft geen ‘betaalplicht’ bij schade, maar wel een ‘doeplicht’ om te helpen de situatie op te lossen. De gemeente handelt als volgt:

  • 1. Bij verstopping op gemeentelijk terrein lost de gemeente het probleem op eigen kosten op;

  • 2. Bij verstopping op particulier terrein is de perceeleigenaar verantwoordelijk voor een oplossing. Het is de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar om te zorgen voor een goed sluitend riool en het tijdig verwijderen van wortels. De inwoner moet zelf de reparatie aan het riool uit (laten) voeren en de kosten daarvan dragen. Als het nodig is om daarvoor de openbare verharding open te breken, ondersteunt de gemeente daarbij.

  • 3. Schade aan bouwwerken: boomwortels kunnen doorgroeien tot, tegen of onder particuliere bouwwerken. Zodra de dikte van die wortels gaat toenemen, kunnen scheuren in muren ontstaan. Daarnaast kunnen takken schuren tegen gevels, daken of ramen, waardoor schade ontstaat. In het geval dat (gemeentelijke) boomwortels tegen een bouwwerk aangroeien dient een eigenaar gebruik te maken van zijn wortelkaprecht. Indien het geen oplossing is om wortels te kappen (omdat de boom dan instabiel wordt), kan de gemeente overwegen de boom te kappen.

  • 4. Het schuren van takken tegen de gevel dient gemeld te worden, waarna actie wordt ondernomen door deze takken te verwijderen. Reguliere snoeironden moeten echter voorkomen dat takken gaan schuren tegen bouwwerken.

  • 5. Als er sprake is van verhardingsopdruk door wortels past de gemeente maatwerk toe, hoe de situatie het beste kan worden opgelost.

5 Uitzonderingen

Niet iedere wijk / buurt / straat is royaal opgezet qua stoep, toch dient er sprake te zijn van een vrije doorgang voor gebruikers. Als hierover onduidelijkheid bestaat beoordeelt een toezichthouder ter plaatse of én welke maatregelen genomen moeten worden om vrije doorgang te bewerkstelligen.

4. Handhavingskader

Bij handhaving moeten enerzijds de regels strikt zijn ten behoeve van de duidelijkheid, anderzijds moet een redelijke afweging worden gemaakt tussen de ingreep en het resultaat.

In dit beleid wordt het kader waarlangs de naleving van de regels inzake de hinderlijke beplanting wordt afgedwongen omschreven. Het kader richt zich op verschillende overtredingen variërend van belemmering van vrij uitzicht, tot het opleveren van direct gevaar of hinder voor het wegverkeer c.q. weggebruikers.

Als de APV van toepassing is omdat er bijvoorbeeld sprake is van hinder of gevaarzetting dan zal de gemeente bestuursrechtelijk handhaven. Als er geen sprake is van hinder of gevaarzetting dan kan ook via het privaatrecht (burenrecht) worden opgetreden.

Bestuurlijke handhaving

Wanneer in het voortraject geen gehoor wordt gegeven door de eigenaar aan de oproep van de gemeente om de beplanting/het groen te verwijderen en de overtreding dus niet binnen de gestelde termijn is beëindigd, kan worden overgegaan tot bestuurlijke handhaving.

Bij de uitvoering van de bestuurlijke handhaving kan worden gekozen voor het toepassen van bestuursdwang of het opleggen van een last onder dwangsom.

Dwangsom

Een dwangsom is een geldboete die de gemeente de overtreder in het vooruitzicht stelt als de overtreding niet binnen een bepaalde termijn (dag/week/gebeurtenis etc.) wordt beëindigd. De bedoeling is om de overtreder er zo toe te dwingen om de overtreding ongedaan te maken. Wordt de overtreding niet binnen de gestelde begunstigingstermijn beëindigd, dan wordt de opgelegde dwangsom geïnd.

Bestuursdwang

Bij het toepassen van bestuursdwang zal de gemeente eigenhandig de beplanting terugsnoeien/verwijderen. De overtreder wordt schriftelijk aangeschreven waarbij kenbaar wordt gemaakt dat, na het verstrijken van een termijn waarbinnen de overtreder zelf de gevaarlijke/hinderlijke situatie kan opheffen, de gemeente zal overgaan tot het treffen van maatregelen om de situatie op te heffen. Als bestuursdwang wordt toegepast, worden de kosten daarvan op de overtreder verhaald. In het besluit wordt vermeld dat de begunstigingstermijn is verstreken. Let hierbij wel op dat de eigenaar/gebruiker alsnog een bezwaar kan indienen tegen het besluit. De gemeente moet hierbij een afweging maken of de bezwaartermijn kan en moet worden afgewacht of dat er sprake is van gevaarzetting zodat direct ten aanzien van het overhangend groen moet worden gehandeld. Het indienen van bezwaar heeft geen opschortende werking.

Spoedeisende bestuursdwang

Naast normale bestuursdwang, kan de gemeente spoedeisende bestuursdwang (wel een voorafgaand besluit, geen begunstigingstermijn) of zeer spoedeisende bestuursdwang toepassen (pas achteraf een besluit). Deze bevoegdheden worden ingezet als er geen tijd is om de overtreder zelf nog de kans te geven om de overtreding te beëindigen. Bij toepassing van zeer spoedeisende bestuursdwang is de situatie zo spoedeisend dat een besluit niet kan worden afgewacht. Het moet hierbij gaan om situaties waarbij vanwege de gevaren voor mens, dier of milieu direct moet worden ingegrepen.

Veelal kiezen gemeenten ervoor om bestuursdwang toe te passen en het overhangend groen zelf te verwijderen. Dit is de meest effectieve en snelle procedure. Als bestuursdwang wordt toegepast worden de kosten op de overtreder verhaald. Dit wordt ook in het besluit vastgelegd. De gemaakte kosten kunnen vervolgens is een apart besluit worden teruggehaald bij de overtreder (kostenverhaalbeschikking).

5. Proces handhaving (werkproces)

Wanneer wordt geconstateerd dat er sprake is van een overtreding (en het betreft gemeentelijke grond/eigendom) dan moeten een aantal stappen worden doorlopen ten aanzien van handhaving.

De eigenaar/gebruiker van een perceel waar sprake is van hinderlijk overhangend groen, zal in eerste instantie door middel van een gesprek of een korte brief van een toezichthouder verzocht worden om het betreffende groen binnen twee weken terug te snoeien. Hierbij wordt gekeken wie de overtreder is, deze moet het in zijn macht hebben om de overtreding te beëindigen. Bij een afzonderlijke eigenaar en huurder, wordt in beginsel de gebruiker van het perceel waarop de beplanting zich bevindt aangeschreven. Deze heeft het direct in zijn macht de beplanting te snoeien of te verwijderen. Dit verzoek kan worden aangemerkt als een waarschuwing. Dit onderdeel is belegt bij de toezichthouder groen.

Na de termijn van twee weken vindt vervolgens een nacontrole plaats. Als uit de nacontrole blijkt dat de snoeiwerkzaamheden nog niet hebben plaatsgevonden, stelt de toezichthouder vervolgens een vooraankondiging tot opleggen van een last onder bestuursdwang op. De eigenaar/gebruiker van het bewuste perceel krijgt nog de gelegenheid om het opleggen van de last onder bestuursdwang te voorkomen door alsnog binnen twee weken de snoeiwerkzaamheden uit te voeren. De eigenaar/gebruiker krijgt ook de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Wanneer vervolgens uit de nacontrole blijkt dat de snoeiwerkzaamheden opnieuw niet zijn uitgevoerd, zal de eigenaar/gebruiker door de toezichthouder met een last onder bestuursdwang worden aangeschreven. De in de last op te nemen begunstigingstermijn zal ook twee weken bedragen. Wanneer de termijn van twee weken voorbij is, kan bestuursdwang worden toegepast. Als daadwerkelijk bestuursdwang wordt toegepast, zullen de kosten daarvan op de overtreder verhaald worden.

6. Vaststelling en inwerkingtreding

De Beleidsregel “Overhangend en belemmerend groen gemeente Het Hogeland” wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en treedt in werking op de dag na publicatie.

7. Communicatie

Na de inwerkingtreding van deze beleidsregel, zullen de inwoners van de gemeente Het Hogeland hierover via gemeentenieuws en de gemeentelijke website worden geïnformeerd.

Aldus vastgesteld door het College van burgmeester en wethouders gemeente Het Hogeland, in de vergadering van 18 april 2023

Ondertekening