Regeling vervallen per 01-01-2024

Preventie- en handhavingsplan alcohol gemeente Waalwijk 2020-2023

Geldend van 18-05-2023 t/m 31-12-2023

Intitulé

Preventie- en handhavingsplan alcohol gemeente Waalwijk 2020-2023

1. Inleiding

1.1 Gezonde leefstijl

Gemeente Waalwijk vindt het belangrijk dat haar inwoners zoveel mogelijk kansen krijgen om zich te ontwikkelen tot gezonde en gelukkige mensen. Wij willen gezond leven zoveel mogelijk stimuleren. Onze strategische visie Waalwijk 2015 ‘Samen werken aan de toekomst’ geeft een belangrijke plaats aan de gezonde Waalwijker. Via Go Waalwijk werken we ook aan een integrale benadering van die gezonde Waalwijker.

Alcoholgebruik, en vooral problematisch alcoholgebruik, draagt niet bij aan die gezonde Waalwijker. Terwijl het gebruik van alcohol breed geaccepteerd is, zijn de risico’s ervan groot. Onderzoek van de GGD Hart voor Brabant (hierna: GGD) in onze gemeente toont aan dat nog steeds veel inwoners van gemeente Waalwijk, en met name ook de jongeren, alcohol drinken. Jongeren zijn in de groei en alcoholgebruik beïnvloedt de fysieke en mentale ontwikkeling negatief. De hersenen van kinderen zijn nog in ontwikkeling. Het drinken van alcohol op jonge leeftijd is daarom voor hen extra schadelijk. Alcohol kan de ontwikkeling van sommige delen van de hersenen verstoren en dat kan leiden tot blijvende gedragsveranderingen. Naast de directe effecten die alcohol op het lichaam heeft, heeft het ook invloed op latere leeftijd. De kans op alcoholverslaving wordt groter als iemand vroeger begint met drinken. Uit onderzoeken blijk dat jongeren, die voor hun 13e beginnen met drinken, een kans van 40% hebben om later verslaafd te raken aan alcohol.

Er is nog steeds een grote groep jongeren die start met drinken voor hun 18e, hoewel de leeftijdsgrens al in 2014 verhoogd is van 16 naar 18 jaar. Het wijzigen van een norm kost natuurlijk tijd. De cijfers laten zien dat we op de goede weg zijn, maar we zullen ons moeten blijven inzetten. Hoe wij dit willen doen, laten we zien in dit plan.

Drugsgebruik is hoe dan ook schadelijk. Het is het beste en veiligst als jongeren helemaal niet gebruiken. Drugsgebruik in het uitgaansleven is een risicovol fenomeen, in het bijzonder voor kwetsbare jongeren. De realiteit leert dat het niet geheel is te voorkomen dat jongeren in bepaalde uitgaansgroepen pillen slikken. We willen de risico’s daarbij zoveel mogelijk beperken. Hoe wij dit willen doen, laten we zien in dit Preventie- en handhavingsplan alcohol en drugs 2020-2023

1.2 Wettelijk kader

Er zijn twee wetten die het kader vormen voor dit plan: de Drank- en Horecawet (DHW) en de Wet publieke gezondheid (Wpg). De DHW legt iedere gemeente de verplichting op een preventie- en handhavingsplan voor alcohol op te stellen.

In 2018 heeft de Rijksoverheid een Nationaal Preventieakkoord afgesloten waarin afspraken staan over de aanpak van roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik.

Via de VNG hebben ook de gemeenten zich aan de doelstellingen van dit Nationaal Preventieakkoord gecommitteerd.

Teveel alcohol drinken is slecht voor de gezondheid. Voor jongeren is alcohol extra schadelijk omdat het de ontwikkeling van hun hersenen verstoort. Alcohol is daarom ook gevaarlijk voor ongeboren kinderen. Uitgangspunt is dat in 2040 geen alcohol meer wordt genuttigd door jongeren en zwangere vrouwen.

Om de uitgangspunten uit het Nationaal Preventieakkoord ook in een wettelijk jasje te gieten wordt de Drank- en Horecawet aangepast: in 2020 wordt de Alcoholwet van kracht (naar verwachting).

Hierin zal onder andere meer regulering zijn omtrent online verkoop van alcohol. Ook het stunten met prijzen wordt verder aan banden gelegd. Er komt een aanpassing op het besluit eisen inrichtingen DHW (vervalt met uitzondering van de eis voor het scheiden van de slijtlokaliteit met andere bedrijfsactiviteiten). Er worden zaken geregeld over minderjarige testkopers en stagiaires. Tenslotte zal wederverstrekking van alcohol (aan een minderjarige) strafbaar worden.

Ook is er een wijziging van de DHW in de maak ten aanzien van de mogelijkheid tot het inzetten van mengformules (horeca bij detailhandel).

De Wpg richt zich op de gezondheid van de hele samenleving en op risicogroepen in het bijzonder. De publieke gezondheid richt zich op de preventie van ziektelast. Een groot deel van de ziektelast in Nederland is te beperken met een andere leefstijl. Het Rijk stelt dat de belangrijkste (vermijdbare) gezondheidsbedreigingen voor een gezonde leefstijl overmatig alcoholgebruik, overgewicht en roken zijn. Een van de speerpunten van het gezondheidsbeleid in Waalwijk is dan ook het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren . Waar het gezondheidsbeleid zich richt op een preventieve aanpak, richt de uitvoering van de DHW zich tevens op handhaving. De verschillende aanpakken resulteren in een integrale benadering van dit gezondheidsthema.

1.3 Evaluatie preventie- en handhavingsplan 2016-2019

In 2019 is een evaluatie uitgevoerd naar de resultaten van het vorige preventie- en handhavingsplan. Die evaluatie (in Bijlage 1 opgenomen) sloot af met een aantal aanbevelingen, wat neerkomt op het volgende:

  • -

    Houd de focus op de omgeving van de jonge drinker;

  • -

    blijf investeren in een Gezonde Sportomgeving;

  • -

    creëer bewustwording van schadelijke gevolgen onder jongeren én volwassenen;

  • -

    werk in de handhaving branchegericht op basis van signalen;

  • -

    maak een koppeling met preventie van drugsgebruik;

  • -

    neem de wijzigingen van de nieuwe Alcoholwet mee.

Bovenstaande uitgangspunten vormen de basis voor het nieuwe plan dat nu voor u ligt. Wij lichten achtereenvolgens onze ambities, doelstellingen en voorgenomen acties toe. Vervolgens schetsen wij met welke financiële middelen we deze acties gaan uitvoeren en hoe wij de resultaten van onze doelstellingen zullen monitoren en uiteindelijk evalueren.

2. Ambities

2.1 Cijfers

Alvorens we in gaan op onze ambities, lichten we toe wat de cijfers over de huidige situatie en de trend in de afgelopen jaren laten zien. In het landelijke HBSC-onderzoek onder scholieren in het basis- en voortgezet onderwijs zijn leerlingen bevraagd over hun alcoholgebruik. In het voortgezet onderwijs komt drankgebruik uiteraard aanzienlijk vaker voor dan in het basisonderwijs. Daar zegt 45% van de 12- tot en met 16-jarigen ooit gedronken te hebben, waarbij 25% in de afgelopen maand gedronken heeft. 16% zegt ooit dronken geweest te zijn. Drankgebruik stijgt met de leeftijd. Zo zegt ruim 20% van de 12-jarigen ooit gedronken te hebben. Dit stijgt tot 71% onder de 16-jarigen.

De cijfers in Waalwijk liggen iets onder dit landelijke gemiddelde. In totaal gaf in 2011 meer dan de helft (54,3 %) van de jongeren tussen de 12 en 18 aan wel eens alcohol te hebben gedronken. In 2016 hadden veel minder jongeren in die leeftijdsklasse (namelijk 42%) ooit alcohol gedronken: een flinke daling dus. In 2015 gaf 16% van de tweedeklassers aan alcohol te drinken. In het schooljaar 2017-2018 betrof dit nagenoeg hetzelfde percentage, namelijk 17%.

In onderstaande grafiek is te zien dat het aantal jongeren dat recent alcohol heeft gedronken de afgelopen jaren is afgenomen.[1] Dit is een goede ontwikkeling die zich de komende jaren hopelijk door gaat zetten.

[1] Alle cijfers die in de grafieken en tabellen vermeld worden, betreffen percentages.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

2.2 Doelgroep

Eerder vermeldden we al dat alcoholgebruik op jonge leeftijd grote invloed heeft op het gebruik en eventuele problemen op latere leeftijd. De doelgroep van dit Preventie- en handhavingsplan betreft daarom voornamelijk jongeren tot 18 jaar. Dit is ook de leeftijdsgrens voor het drinken van alcohol. Daarnaast bleek uit de evaluatie dat het alcoholgebruik en de houding van ouders van grote invloed is op het gedrag van hun kinderen. De tweede doelgroep van dit plan is daarom ouders.

2.3 Aanpak

In ons vorige plan hanteerden we al een integrale benadering die is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en aangeraden wordt door het RIVM Centrum voor Gezond Leven, het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP en het Trimbos-instituut. Deze benadering gaat uit van drie pijlers waarop succesvol alcoholbeleid moet zijn gebaseerd: regelgeving (grenzen stellen), handhaving (grenzen bewaken) en educatie (publiek draagvlak). Deze pijlers gebruiken wij als basis voor de acties die we de komende jaren gaan inzetten.

Zonder onze partners kunnen we de aanpak en de ambities van dit plan niet uitvoeren. Daarom zijn zij de komende jaren weer van groot belang en voeren we regelmatig overleg met ze over de uitvoering van de acties en relevante signalen. Het gaat hier onder meer om de GGD, het onderwijs, jongerenwerk, de politie, Halt en Novadic-Kentron. Zij werken alle vanuit hun eigen verantwoordelijkheid mee aan de onderstaande ambities en doelstellingen.

2.4 Ambities

De ambities van het vorige preventie- en handhavingsplan zijn nog steeds actueel:

  • -

    De negatieve gevolgen van alcoholgebruik op de gezondheid vermijden en beperken;

  • -

    Het voorkomen en beperken van schade en overlast door jongeren als gevolg van alcoholverstrekking en -gebruik.

Daarnaast voegen wij voor de komende jaren de volgende ambitie toe:

  • -

    Het bewustzijn van de schadelijke gevolgen van drugsgebruik onder jongeren vergroten.

2.5 Doelstellingen

Om deze ambities de komende jaren waar te maken hebben we zowel vanuit preventief oogpunt als vanuit handhavingsperspectief diverse meetbare doelstellingen opgesteld die we in de komende periode willen behalen.

  • -

    Het percentage ouders dat alcoholgebruik afraadt laten toenemen. In 2016 gaf 28% van de respondenten aan dat hun ouders alcohol drinken afraadden.

  • -

    Het percentage jongeren dat recent dronken of aangeschoten is geweest verminderen. In 2016 gaf 18% van de jongeren aan dat ze in de afgelopen vier weken dronken of aangeschoten waren geweest. Van de tweedeklassers betrof dit 7% in schooljaar 2017-2018.

  • -

    Het percentage jongeren dat recent vijf of meer glazen alcohol per keer heeft gedronken verminderen. In 2016 gaf 24% van de jongeren aan in de afgelopen vier weken vijf of meer glazen tijdens één gelegenheid te hebben gedronken. Bij 7% van de tweedeklassers was dit het geval in schooljaar 2017-2018.

  • -

    Het percentage jongeren dat drugs gebruikt verminderen. In 2016 had 13% van de ondervraagde jongeren wel eens drugs gebruikt.

  • -

    Het percentage jongeren dat via vrienden of anderen aan alcohol komt verminderen. Dit betrof in 2016 10%.

  • -

    Het percentage jongeren dat zelf alcohol koopt of kan kopen verminderen. Dit betrof in 2016 8%.

3. Preventie

Aan bovenstaande doelstellingen werken we de komende jaren middels onderstaande acties. De preventieactiviteiten zijn gericht op de doelgroepen die zich begeven in de omgeving van jongeren. Dit zijn alcoholverstrekkers, ouders en onderwijs. Drinkgedrag wordt voor een groot deel ook bepaald door de omgeving van de jongeren, zoals de ouders, het onderwijs, het sociale netwerk, maar ook door omstandigheden zoals de geldende maatschappelijke norm, de prijs van alcohol, de beschikbaarheid van alcohol, verkoopregels e.d. Wij beperken ons als gemeente in dit plan tot die factoren, waarop wij (indirect) invloed kunnen uitoefenen.

Alleen voorlichting is onvoldoende om (overmatig) drugsgebruik terug te dringen. Voorlichting heeft vaak pas effect in combinatie met andere interventies, zoals toezicht en maatregelen om de beschikbaarheid van drugs te beperken. Voorlichting en educatie zijn wel geschikt om de risico's van drugsgebruik over te brengen op de verschillende doelgroepen, om vaardigheden aan te reiken voor gedragsverandering en uit te leggen waarom bepaalde wetten en normen zijn vastgelegd. Voor een effectieve inzet op het gebied van preventie van drugsgebruik bij jongeren is het noodzakelijk dat ‘de omgeving’ in staat is drugsgebruik te herkennen. Als een probleem in een vroeg stadium wordt ontdekt en er goede ondersteuning wordt geboden, is de kans op herstel het grootst en kan ernstiger schade worden voorkomen. Hoe eerder er hulp wordt geboden, hoe groter het effect en hoe lager de kosten. Een goede verbinding tussen preventie en zorg is daarbij essentieel.

3.1 Alcoholverstrekkers

Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld, die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de bepalingen in de DHW. Dat kunnen zijn: horecaondernemers, paracommerciële organisaties, supermarkten en slijterijen. Van deze partijen (en vrijwilligers) wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol naleven evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap.

De komende jaren richten we ons voornamelijk op paracommerciële organisaties, zoals sportverenigingen. Dit zijn organisaties waarbij horeca niet de kerntaak is en die zich daar dan ook niet in gespecialiseerd hebben. Voor bijvoorbeeld een voetbalvereniging kan het dan lastig zijn om de wet en regelgeving in praktijk goed na te leven. Terwijl sport en alcohol eigenlijk helemaal geen goede combinatie is. Wij willen deze organisaties ondersteunen bij een goed alcoholbeleid. Dit doen wij de komende jaren met ondersteuning van de GGD; ook wijzen we de verenigingen op ondersteuning die ze via NOC*NSF kunnen krijgen. Ook leggen we de verbinding met ons sportbeleid en gezondheidsbeleid, waarin ruimte is voor een ‘Gezonde sportkantine’.

3.2 Ouders

Ouders onderschatten systematisch hoeveel hun kinderen drinken en denken veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door leeftijdsgenoten en andere rolmodellen, terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders, die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol, al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren van wie de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Een goede relatie tussen ouder en kind is wel van groot belang. Psychische problematiek of middelengebruik van de ouders zijn risicofactoren. Deze leerlingen kunnen bijvoorbeeld worden doorverwezen naar speciale KOPP/KVO-groepen (trainingsgroepen voor Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problematiek/ Kinderen met Verslaafde Ouders).

Via diverse relevante kanalen (GGD, Novadic-Kentron, team WijZ, lokale media, ouderavonden op scholen en sportverenigingen) worden ouders voorgelicht over een adequate opvoedstijl en worden zij gewezen op ondersteunende websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl. De komende jaren zullen wij die voorlichting uitbreiden en verdiepen, in samenwerking met de GGD, Novadic-Kentron en het jongerenwerk. Daarbij zullen we bijvoorbeeld ook aandacht besteden aan het herkennen van de problematiek rondom drugsgebruik omdat het vaak gecombineerd gedrag is.

In de loop van 2020 zal hiervoor een integraal werkplan alcohol- en drugspreventie onder jongeren worden opgesteld.

3.3 Onderwijs

De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Ook als het gaat om alcoholgebruik en drugsgebruik leren jongeren op school wat wel en niet verstandig is. Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig, zo niet onmogelijk. Daarom is het uitgaanspunt dat de scholen aandacht besteden aan het thema alcohol en drugs door middel van de integrale ‘Gezonde school’ aanpak. Een thema hiervan (‘Roken, alcohol- en drugspreventie) is erop gericht de jongeren te informeren over de risico's van alcohol- en drugsgebruik. Met name de informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet, is hierbij bruikbaar. Dat geldt niet alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders. Scholen worden daarom aangemoedigd om activiteiten voor ouders rond dit thema te organiseren. Ze kunnen ook zelf aan de slag, via bijvoorbeeld ‘Gezonde school en genotmiddelen’.

Er zijn diverse organisaties die zich richten op het onderwijs of voorlichting over alcohol en drugs organiseren. De komende jaren werken wij, evenals voorheen, voornamelijk samen met de GGD en Novadic-Kentron. De GGD werkt met de ‘Gezonde school’ aanpak. Zowel de GGD als Novadic-Kentron vliegen wij de komende jaren ook in voor specifieke acties. Wanneer er andere expertise nodig is vanwege actuele problematiek, dan bekijken we wat de beste aanpak is. De komende jaren zullen wij in overleg met het onderwijs bekijken hoe zij hun beleid nog beter kunnen inrichten om alcohol- en drugsgebruik te voorkomen. Daarnaast verwachten we extra aandacht te besteden aan de onderwerpen lachgas en voorkomen van drugsgebruik en -dealen.

4. Handhaving

Regelgeving

Het doel van de DHW is gezondheidsschade door alcohol bij jongeren voorkomen en verstoring van de openbare orde door alcoholmisbruik onder jongeren terug te dringen. Sinds 2014 is de leeftijdsgrens voor het kopen en in het openbaar meenemen van alcohol 18 jaar. Het is niet realistisch om te verwachten dat hier continu op gecontroleerd kan worden. Om zo effectief en efficiënt mogelijk te handhaven op dit thema, kiezen wij voor de komende vier jaar voor onderstaande aanpak.

De aanpak die de gemeente Waalwijk in de komende vier jaar hanteert is de volgende:

  • -

    Meldinggericht

    De gemeente ontvangt soms meldingen, bijvoorbeeld afkomstig van ouders, en dit vormt altijd een reden om onderzoek te doen naar dergelijke meldingen.

  • -

    Branchegericht

    • -

      Paracommercieel

    • -

      Supermarkten

    • -

      Slijterijen

    • -

      Horeca

De ervaring in de afgelopen vier jaar heeft ons doen inzien dat de meeste aandacht dient te gaan naar bovenstaande branches aangezien daar het meest ‘in de fout’ wordt gegaan.

  • -

    Evenementen

    Op evenementen komt veel jeugd en daarom vinden we het belangrijk om daar de handhaving uit te voeren.

Strategie

Handhaving alcohol:

In de komende vier jaar leggen we de nadruk op de volgende onderdelen van de DHW:

  • -

    Leeftijdsgrenzen

    • -

      Handhaving van het schenken van alcoholhoudende drank aan jongeren onder 18

    • -

      Handhaving van het consumeren van alcoholhoudende drank door jongeren onder 18 jaar

  • -

    Exploitatie zonder geldige vergunning (slijterijvergunning en drank- en horecavergunning)

  • -

    Leidinggevende aanwezig

De aanpak die we hierbij hanteren is de volgende:

In de komende vier jaar levert een overtreding altijd een sanctie op. Er wordt geen waarschuwing meer gegeven aangezien in de voorgaande jaren voldoende aandacht is besteed aan voorlichting. Het uitgangspunt dat er aan minderjarigen geen alcohol verstrekt mag worden, wordt bekend verondersteld voor iedereen.

Handhaving is altijd maatwerk binnen de bestaande sancties uit de DHW en daadwerkelijke sanctionering hangt samen met de omstandigheden.

De wijze van controle:

Tijdens alle controles wordt gebruik gemaakt van scholieren van de opleiding Handhaver Toezicht en Veiligheid en/of Politie. Deze scholieren zijn 16 of 17 jaar oud. In de praktijk werkt het als volgt. De scholier tracht drank te kopen in opdracht van de gemeente. Een drank- en horecatoezichthouder, tevens buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) –in burger- observeert de aankooppoging. Wordt alcoholhoudende drank aan de scholier verstrekt dan is er sprake van een overtreding.

De alcoholhoudende drank wordt op een later tijdstip vernietigd.

Over de inzet van minderjarige testkopers wordt verschillend gedacht. Wij zijn van oordeel dat dit toelaatbaar is. Dit is in lijn met de landelijke kaders. In het nieuwe wetsvoorstel wordt de inzet van testkopers namelijk expliciet benoemd als handhavingsmogelijkheid. Zou er al sprake zijn van een overtreding door de scholier omdat de scholier de alcoholhoudende drank bij zich heeft op een voor publiek toegankelijke plaats (bijvoorbeeld in een horecagelegenheid of net buiten een supermarkt/slijterij), dan is er naar ons oordeel sprake van een buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond. De norm dat jongeren geen alcohol in bezit mogen hebben op publiek toegankelijke plaatsen wordt immers beter nageleefd wanneer de handhaving plaats vindt met behulp van minderjarige scholieren dan wanneer dit niet is toegestaan. Door de inzet van minderjarige scholieren kan er worden gecontroleerd of de verkoper de leeftijd daadwerkelijk goed uitrekent. De praktijk leert dat er geregeld “voor de vorm” om een legitimatiebewijs wordt gevraagd of dat de leeftijd niet goed wordt vastgesteld. Bovendien voorkomt het de discussie over wanneer iemand onmiskenbaar de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Dit komt het doel van de DHW, te weten: preventie van gezondheidsrisico’s en maatschappelijke problemen die voortvloeien uit het gebruik van alcohol alsook voorkomen van misbruik, ten goede.

Sancties

De sancties die de gemeente Waalwijk hanteert zijn:

  • -

    Bestuurlijke boete

    Na constatering van een overtreding krijgt de overtreder een boete in de vorm van een geldbedrag opgelegd. Deze bedragen zijn wettelijk bepaald;

  • -

    Intrekking vergunning

    In extreme gevallen, bijvoorbeeld bij herhaaldelijke overtredingen of wanneer de leidinggevende niet meer aan de gestelde eisen voldoet, wordt de drank- en horeca vergunning ingetrokken. Dit betekent dat de betreffende organisatie geen alcohol meer mag schenken.

De gemeente Waalwijk bekijkt iedere overtreding op zich omdat de ene casus waarin overtreden wordt niet per se de andere is. Alcohol verstrekken aan een minderjarige levert altijd een bestuurlijke boete op. Een overtreding kan echter ook een herstellende sanctie vereisen, bijvoorbeeld in geval er een administratieve overtreding geconstateerd wordt.

In geval van herstellende sancties zijn dit de mogelijkheden:

  • -

    Last Onder Dwangsom (LOD)

    Een Last Onder Dwangsom kan worden opgelegd als iemand zich niet aan de regels houdt. In de Last Onder Dwangsom wordt gesteld binnen welke termijn de overtreding hersteld dient te zijn. Indien deze termijn wordt overschreden dient de opgelegde dwangsom te worden betaald.

    Een Last Onder Dwangsom is gericht op het beëindigen van een bepaalde overtreding en de rechtmatige situatie te herstellen.

  • -

    Last Onder Bestuursdwang (LOB)

    De gemeente kan een Last Onder Bestuursdwang opleggen in situaties waarbij iemand zich niet aan de regels houdt. De gemeente geeft dan zelf opdracht tot de benodigde aanpassing waardoor wel voldaan wordt aan de gestelde regels. De kosten die de gemeente daartoe maakt worden doorberekend aan degene die de regels overtreden heeft

5. Financiën

In de afgelopen vier jaar is de uitvoering van de DHW budgettair neutraal verlopen. De inzet van de GGD verliep via de inwonersbijdrage die gemeente Waalwijk jaarlijks aan deze Gemeenschappelijke Regeling levert. De inzet van Novadic-Kentron verliep via de subsidie die het college van gemeente Waalwijk jaarlijks beschikbaar stelt in het kader van collectieve preventieve verslavingszorg. Benodigde personele capaciteit (inzet toezichthouders) werd ingezet vanuit de reguliere formatie. Voorgesteld wordt om dit ook in de periode 2020-2023 op deze manier door te zetten. Voor extra projecten die opgezet worden op basis van dit Preventie- en handhavingsplan kan eventueel te zijner tijd aanvullende financiering worden geregeld.

6. Evaluatie en monitoring

Voor de monitoring van de resultaten maken we gebruik van de onderzoeksgegevens van de GGD. De Jongerenmonitor (leeftijd 12 – 18 jaar) en Jeugdmonitor (leeftijd 0 – 11 jaar) worden elke vier jaar herhaald. Het betreft een vragenlijst die aan diverse jeugdigen en jongeren wordt opgestuurd. In 2016 (Jongeren) en 2017 (Jeugd) zijn de meest recente monitors uitgevoerd; in 2020 en 2021 volgen nieuwe versies. De VO2-vragenlijsten worden jaarlijks afgenomen bij alle tweedeklassers van de middelbare scholen.[2] Doorgaans leiden die vragenlijsten tot een samenvattend overzicht van alle resultaten van de scholen. In schooljaar 2018-2019 is dit overzicht niet gemaakt, omdat de GGD gedeeltelijk is overgestapt naar een andere methodiek en er dus geen overkoepelende informatie beschikbaar was.

Voor wat betreft de monitoring van de resultaten op het gebied van drugsgebruik maken we als kanttekening dat cijfers hierover dikwijls een vertekend beeld laten zien. De aanname is vaak dat jongeren in de beantwoording van vragen over drugsgebruik niet geheel naar waarheid antwoorden.

In 2023 evalueren we de resultaten van dit Preventie- en handhavingsplan. Hierbij betrekken we zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens. De voortgang van de acties monitoren wij de komende jaren regelmatig en wij stellen bij waar nodig.

[2] Bijna alle gegevens en onderzoeken van de GGD zijn te raadplegen via www.brabantscan.nl. De onderzoeken worden afgenomen in alle 25 gemeenten van GGD Hart voor Brabant (GGD HvB). Binnen de GGD HvB wordt nader onderscheid gemaakt in subregio’s: Waalwijk behoort tot regio Midden-Brabant, samen met gemeente Tilburg, Heusden, Dongen, Loon op Zand, Hilvarenbeek, Goirle, Oisterwijk en Gilze en Rijen. In deze evaluatie wordt daarom zowel gesproken over regio Hart voor Brabant en regio Midden-Brabant.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 april 2020.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK

Namens deze,

De griffier, De voorzitter,

G.H. Kocken, Drs. A.M.P. Kleijngeld

Bijlage 1 Evaluatie Preventie- en handhavingsplan Alcohol 2016-2019

Inhoudsopgave

Inhoud. 2

1. Inleiding. 3

2. Ambities 4

3. Preventie. 8

4. Handhaving. 9

5. Financiën. 11

6. Evaluatie en monitoring. 11

Bijlage 1: Evaluatie Preventie- en handhavingsplan Alcohol 2016-2019. 12

1.Inleiding 12

2.Bevindingen nulmeting en tussenevaluatie 13

3.Evaluatie preventie en handhaving 13

4.Conclusie 21

Bijlage 1: Samenvatting nulmeting alcohol- en drugsgebruik jongeren in Waalwijk (2016) 24

 

  • 1.

    Inleiding 

Op 4 februari 2016 stelde de raad het Preventie- en handhavingsplan alcohol 2016-2019 vast. Dit plan was grotendeels een voortzetting van het plan dat in 2014 en 2015 van kracht was en samen met gemeente Heusden was opgesteld. Het plan bevatte de ambities, beoogde resultaten en uit te voeren activiteiten. Flankerend aan de uitvoering van het beleid is eind 2016 een nulmeting uitgevoerd naar het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren in de gemeente Waalwijk. Om de voortgang te monitoren was het voornemen om eind 2017 een tussenevaluatie uit te voeren. Omdat er nog weinig tijd was verstreken sinds de nulmeting, leek het minder opportuun om in 2017 al naar de effecten van het beleid te kijken. Wel hebben in 2017 tussentijdse evaluatiegesprekken plaatsgevonden met betrokken stakeholders, om te zien of de voorgenomen acties en de beoogde samenwerking van de grond kwamen en indrukken te delen. Nu is het einde van de tijdspanne van het plan in zicht. Daarom is de tijd rijp voor een evaluatie.

In deze notitie evalueren we de inhoud en realisatie van de ambities en doelen uit beide nota’s en de vraag in hoeverre de maatregelen aan deze ambities en doelen hebben bijgedragen. Deze informatie dient als input voor de volgende beleidsperiode. Op basis van de Drank- en Horecawet (DHW) zijn we verplicht elke vier jaar een nieuw preventie- en handhavingsplan op te stellen.

  • 2.

    Bevindingen nulmeting en tussenevaluatie

2.1 Nulmeting

Zoals vermeld is er een nulmeting uitgevoerd. Deze nulmeting liet een aantal interessante resultaten zien. De conclusie was dat de omgeving een grote invloed heeft op het alcoholgebruik van Waalwijkse jongeren. In Bijlage 1 is een samenvatting opgenomen van de nulmeting. De nulmeting was voor een groot deel gebaseerd op gegevens uit de Jongerenmonitor van de GGD, die in 2016 werd uitgevoerd. De GGD voert deze onderzoeken eens in de vier jaar uit; het volgende onderzoek wordt in 2020 afgenomen. Het is de bedoeling de nulmeting in 2020 te herhalen om te achterhalen of er verschuivingen of veranderingen zichtbaar zijn.

2.2 Tussenevaluatie

Halverwege de looptijd van het plan zou er een tussenevaluatie uitgevoerd worden. Deze is vormgegeven middels enkele gesprekken over de voortgang. De acties in het kader van alcoholpreventie en -handhaving in gemeente Waalwijk worden door diverse partijen uitgevoerd, enkele belangrijke partners zijn: de gemeente, de politie, Novadic Kentron, Tavenu, Halt en de GGD. Ook de tussentijdse evaluatiegesprekken vonden plaats met deze stakeholders. Enkele punten die hieruit naar voren kwamen, worden hieronder genoemd.

  • -

    Jongeren die drinken hebben daarvoor vaak (expliciet of impliciet) toestemming van hun ouders. Ook lijkt het voor veel jongeren gemakkelijk te zijn om aan alcohol te komen. Tegelijkertijd geven veel jongeren aan dat ze zich wel bewust zijn van de risico's van alcohol op jonge leeftijd.

  • -

    Een doeltreffende aanpak zou zich dus ook zou moeten richten op de omgeving van de jongere. Acties van de betrokken partners richten zich daarom onder andere op het benaderen van ouders.

  • -

    Niet alle ouders van minderjarige drinkers zijn goed bereikbaar. Ouders die wel bereikt worden zijn vaak al goed op de hoogte van de risico's van alcoholgebruik.

  • -

    Voorlichting kan wel tot inzicht leiden, maar niet automatisch ook tot gedragsverandering. Dit benadrukt de relevantie van een brede inzet, waar behalve voorlichting ook vroege preventie bij jonge ouders en jonge kinderen, het beperken van de beschikbaarheid van alcohol, en handhaving bij alcoholverstrekkers deel van uit maken.

  • -

    Er is gesproken over een andere manier van samenwerken tussen partners onderling. Zij kwamen tot dan toe in het kader van het Preventie- en Handhavingsplan alcohol bijeen in een lokale werkgroep, waar de verdere ontwikkeling van de samenwerking ook op de agenda stond.

  • -

    De inzet van scholieren bij controles is in de voortgangsgesprekken geen bijzonder aandachtspunt geweest. Wel is juridisch onderzocht wat hierin de mogelijkheden waren. Geconcludeerd is dat de inzet van scholieren is toegestaan en het houden van de adequate controle vergemakkelijkt.

  • 3.

    Evaluatie preventie en handhaving

De acties in het PenH-plan waren verdeeld over vier pijlers: (1) beleid en regelgeving, (2) educatie en draagvlak, (3) toezicht en handhaving en (4) vroegsignalering. In deze evaluatie maken we onderscheid tussen de handhavingsacties en acties vanuit preventief perspectief. Het gehele plan was gericht op het bereiken van de volgende concrete doelen:

  • -

    het verder afsluiten van convenanten met de horecaverstrekkers, waarin zij zich verbinden om maatregelen te nemen, die voorkomen dat aan jongeren onder de 18 jaar alcohol wordt verstrekt;

  • -

    blijvend contact met de bestaande convenanthouders over de naleving hiervan;

  • -

    ophalen van kwalitatieve informatie bij de convenanthouders d.m.v. interviews;

  • -

    uitstellen van de leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol drinken;

  • -

    terugdringen van de hoeveelheid alcohol die wordt gebruikt door jongeren tot 18 jaar;

  • -

    beïnvloeden van ouders dat zij een belangrijke taak hebben in de opvoeding om jongeren zich bewust te laten zijn van de negatieve effecten van alcoholgebruik op jonge leeftijd.

In het PenH-plan werden ook te behalen resultaten benoemd. We zullen in het volgende vooral ingaan op de vraag of de gewenste resultaten zijn behaald. In de conclusie worden de concrete doelen nog kort aangehaald.

3.1 Preventie

De beoogde resultaten van het plan waren:

  • 1.

    De leeftijd, waarop jongeren hun eerste glas alcohol drinken, is in de gemeente gestegen;

  • 2.

    Het percentage jongeren, dat recent alcohol heeft gedronken (in de afgelopen 4 weken), is gedaald;

  • 3.

    Het percentage ouders dat alcoholgebruik onder de 18 jaar afraden of verbieden, is toegenomen;

  • 4.

    Het percentage jongeren, dat recent dronken of aangeschoten is geweest (in de afgelopen 4 weken), is gedaald;

  • 5.

    Het percentage binge-drinkers (5 of meer glazen alcohol per gelegenheid) is gedaald.

Bij het opstellen van het preventie- en handhavingsplan zijn de epidemiologische gegevens gebruikt die de GGD Hart voor Brabant regelmatig verzamelt. Toen zijn de cijfers uit de Jongerenmonitor van 2011, de cijfers uit de Jeugdmonitor van 2013 en de gegevens uit de VO2-vragenlijsten uit 2015 gebruikt. De Jongerenmonitor (leeftijd 12 – 18 jaar) en Jeugdmonitor (leeftijd 0 – 11 jaar) worden elke vier jaar herhaald. Het betreft een vragenlijst die aan diverse jeugdigen en jongeren wordt opgestuurd. In 2016 (Jongeren) en 2017 (Jeugd) zijn de recentste monitors uitgevoerd; in 2020 en 2021 volgen nieuwe versies. De VO2-vragenlijsten worden jaarlijks afgenomen bij alle tweedeklassers van de middelbare scholen.[3] Hieronder worden de cijfers uit 2011 en 2015 vergeleken met de cijfers uit 2016 en schooljaar 2017-2018. Met de gewijzigde DHW werd overigens op 1 januari 2014 de leeftijdsgrens voor het drinken van alcohol verhoogd van 16 naar 18 jaar. Dit heeft uiteraard, samen met de landelijke, regionale en lokale preventieve acties, invloed gehad op de cijfers.

In totaal gaf in 2011 meer dan de helft (54,3 %) van de jongeren tussen de 12 en 18 aan wel eens alcohol te hebben gedronken. In 2016 hadden veel minder jongeren in die leeftijdsklasse (namelijk 42%) ooit alcohol gedronken: een flinke daling dus. In 2015 gaf 16% van de tweedeklassers aan alcohol te drinken. In het schooljaar 2017-2018 betrof dit nagenoeg hetzelfde percentage, namelijk 17%. Dit zijn veel minder jongeren dan uit het landelijke Nederlandse Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) onderzoek naar voren komt. In 2017 gaf namelijk 45,6% van de 13- tot 15-jarigen aan ooit te hebben gedronken.

Over het algemeen is er dus al sprake van een flinke daling van het aantal jongeren dat wel eens alcohol drinkt.

1. Leeftijd eerste glas alcohol

De meeste jongeren drinken tussen de 14 en 15 jaar hun eerste glas alcohol. In 2011 was dit percentage 29%, in 2016 daalde dit percentage en had 23% van de jongeren het eerste glas gedronken tussen de 14 en 15 jaar. Er waren in 2016 minder jongeren die voor hun 16e al hun eerste glas alcohol hadden gedronken.

De leeftijd waarop het eerste glas werd gedronken is dus gestegen.

[3] Bijna alle gegevens en onderzoeken van de GGD zijn te raadplegen via www.brabantscan.nl. De onderzoeken worden afgenomen in alle 25 gemeenten van GGD Hart voor Brabant (GGD HvB). Binnen de GGD HvB wordt nader onderscheid gemaakt in subregio’s: Waalwijk behoort tot regio Midden-Brabant, samen met gemeente Tilburg, Heusden, Dongen, Loon op Zand, Hilvarenbeek, Goirle, Oisterwijk en Gilze en Rijen. In deze evaluatie wordt daarom zowel gesproken over regio Hart voor Brabant en regio Midden-Brabant.

2. Recent alcohol gedronken

In 2011 had nog 39% van de jongeren tot en met 17 jaar uit Waalwijk recent (in de afgelopen maand) alcohol gedronken, in 2016 was dit afgenomen tot 30%. Voor de gehele regio Midden-Brabant zien de cijfers er als volgt uit:

afbeelding binnen de regeling

Voor de landelijke cijfers wordt alleen de leeftijdsgroep 12 tot en met 16 jaar bekeken. Ook bij die gegevens is een sterke daling te zien in de afgelopen jaren. Het aantal jongeren dat in de afgelopen maand alcohol had gedronken ging van 56,2% in 2003 naar 25% in 2017.

Het aantal jongeren dat recent alcohol heeft gedronken is dus gedaald.

3. Ouders

In zowel 2011 (48%) als in 2016 (53%) gaf ongeveer de helft van de jongeren aan dat hun ouders het goed vonden dat ze alcohol dronken. Het aantal ouders dat alcohol afraadt of verbiedt is wel toegenomen: van 22% naar 33%. Ook zijn er steeds minder ouders die er niets van zeggen: slechts 8% van de jongeren geeft in 2016 aan dat hun ouders er niets van zeggen, terwijl dit in 2011 bij 17% van de ouders het geval was.

Dit zeggen de jongeren zelf, maar hoe kijken ouders er zelf tegenaan? Als hun kind 8 jaar of ouder is, worden ouders in de Jeugdmonitor gevraagd wat ze van alcoholgebruik vinden. De gegevens uit die monitor laten zien dat veel ouders inderdaad niet afwijzend staan tegenover een glas alcohol. In 2013 vond 38% van de ouders 16-17 jaar en 60% van de ouders 18 jaar of ouder goede leeftijden voor het eerste glas alcohol. In 2017 vonden daarentegen meer ouders (49%) 16-17 jaar en minder ouders (46%) 18 jaar of ouder een goede leeftijd. Dit is een opvallende ontwikkeling, omdat de verwachting vanwege de wettelijke verhoging van de leeftijdsgrens juist zou zijn dat ouders een hogere leeftijd voor het eerste glas alcohol aanraden. Deze ontwikkeling is, in mindere mate, ook in de rest van regio Hart voor Brabant te zien. Belangrijk om hierbij in ogenschouw te nemen is dat het om één glas alcohol gaat. Bijna alle ouders (in 2013 94% en 2017 93%) vinden regelmatig zelfstandig alcoholgebruik pas verantwoord vanaf 18 jaar. Ze blijken er zelf ook graag de controle over te houden en daarom heeft de meerderheid (in 2013 58% en in 2017 68%) liever dat hun kind thuis drinkt dan ergens anders.

We zien dus dat het aantal ouders dat alcohol afraadt of verbiedt is toegenomen, maar dat de leeftijd waarop ouders een eerste glas alcohol acceptabel vinden juist is gedaald. Dit heeft wellicht te maken met het gevoel van controle dat ouders graag hebben over het alcoholgebruik van hun kinderen.

4. Recent dronken of aangeschoten

Zowel in de Jongerenmonitor als in de vragenlijsten bij de tweedeklassers is gevraagd naar recent dronkenschap. Bij de bredere leeftijdsgroep (van 12 tot en met 18 jaar) was zowel in 2011 als in 2016 18% van de respondenten recent dronken of aangeschoten. Van de tweedeklassers was in 2015 4% in de afgelopen 4 weken dronken. In schooljaar 2017-2018 was dit percentage iets opgelopen tot 7%. Deze cijfers zijn in de hele regio Hart voor Brabant vergelijkbaar.

Hieruit blijkt dat het percentage jongeren dat recent dronken of aangeschoten is geweest niet is gedaald.

5. Binge drinking

Bij binge drinking gaat het om het drinken van 5 of meer glazen per keer. Dit kan ernstige gevolgen hebben, bijvoorbeeld een alcoholvergiftiging. Het zenuwstelsel raakt dan verdoofd, waardoor bewusteloosheid kan optreden: het welbekende ‘comazuipen’. Bij een meisje van 50 kilo dat 6 glazen drinkt kan dit al een gevolg zijn. Het aantal jongeren dat in de afgelopen vier weken bij één gelegenheid 5 glazen of meer gedronken heeft is tussen 2011 en 2016 gelukkig gedaald van 32% naar 24%. Bij de tweedeklassers is het aantal jongeren dat wel eens 5 glazen of meer per keer heeft gedronken binge drinkers helaas iets toegenomen, van 5% tot 7%.

Over het algemeen is het aantal binge drinkers gedaald, maar bij de tweedeklassers is in de afgelopen jaren een lichte stijging te zien.

Werkgroep

Er zijn de afgelopen jaren diverse preventieactiviteiten uitgevoerd. Sinds 2014 was er een werkgroep alcohol in gemeente Waalwijk. De werkgroep bestond uit de gemeente, Novadic Kentron, GGD, Halt, jongerenwerk, politie en handhavers van de gemeente. Leerplichtambtenaren en de Schakelfunctionaris van het voortgezet onderwijs sloten op afroep aan. Het doel van deze werkgroep was het signaleren van trends, bespreken van risicovolle evenementen (80 van Langstraat, carnaval, et.) en acties afstemmen. Het resultaat was dat er op alle terreinen waar jongeren zich bevinden aandacht is voor het thema alcohol (het onderwijs, bij evenementen, thuis bij ouders, etc.). De werkgroep heeft preventieactiviteiten gericht op alcoholverstrekkers, ouders en onderwijs georganiseerd, en daarnaast bijgedragen aan de volgende acties:

  • -

    In 2015 is de training “signaleren, screening en kortdurende interventie van risicovol alcoholgebruik bij jongeren” gegeven in Waalwijk. In 2018 zijn voorbereidingen getroffen om deze training te herhalen voor professionals vanuit voorgezet onderwijs, jongerenwerk, politie, Jeugdgezondheidszorg, sportverenigingen en HALT. Deze trainingen zijn nog niet georganiseerd. Er wordt bekeken of vroegsignalering van drugsgebruik ook in de training kan worden opgenomen.

  • -

    In 2016 heeft de GGD samen met de werkgroep in opdracht van de gemeente Waalwijk een nulmeting van het alcoholgebruik en drugsgebruik uitgevoerd. Dit bestond uit extra lokale metingen die tevens ingingen op de beleving van jongeren ten aanzien van het thema alcohol. Gegevens zijn verzameld door bestaande data uit te breiden met kwalitatieve data door interviews af te nemen bij jongeren op straat en door het houden van focusgroepen op de middelbare scholen. De conclusie was dat vooral de omgeving een grote invloed heeft op het alcoholgebruik van Waalwijkse jongeren. Concrete aanbevelingen waren om interventies in te zetten die zich richten op het beperken van de beschikbaarheid van alcohol, beïnvloeden van ouders en het verstevigen van de sociale norm. De aanbevelingen blijven relevant.

  • -

    De werkgroep heeft actief campagnes uitgezet rondom carnaval (‘Prins carnaval weet van NIX’), ‘NIX zonder ID’, NIX18 en IKPAS, door middel van artikelen in Weekblad Waalwijk en Weekblad Langstraat, posters, social media en PR-materialen.

Eind 2018 is de werkgroep opgeheven en opgegaan in een breder overleg over jeugd en jongeren in Waalwijk.

Alcoholverstrekkers

Eén van de geplande acties was dat de werkgroepleden alcoholverstrekkers actief gingen benaderen om kwalitatieve informatie op te halen over het alcoholgebruik en het convenant alcohol. Over dit convenant wordt in het handhavingsgedeelte meer verteld.

In 2017 is er voor de sportverenigingen een Sportcafé over de Gezonde Sportkantine georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst hebben de aanwezige sportverenigingen tips ontvangen over het verbeteren van hun alcoholbeleid. Naar aanleiding van de controles bij de sportverenigingen in 2018 en 2019 en het regionale nalevingsonderzoek is in 2019 ook het aanbod gedaan aan sportverenigingen om samen het alcoholbeleid te bekijken en eventueel te versterken. Ook stond het thema alcohol weer op de agenda van het Sportcafé in 2019.

Ouders

Via diverse relevante kanalen (GGD, verslavingszorginstelling, team WijZ, lokale media, ouderavonden op scholen en in sportverenigingen) zijn ouders voorgelicht over een adequate opvoedstijl en worden zij gewezen op ondersteunende websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl. In de week van de opvoeding in oktober 2016 heeft de werkgroep de gemeentebrede ouderavond ‘Beleef de uitgaanswereld van uw puber’ georganiseerd, een interactieve bijeenkomst over opvoeden, alcohol, drugs en veilig uitgaan. Aan deze avond namen 35 ouders deel. De vervolgbijeenkomst ‘Homeparty’ die hierop volgde is door ruim 30 ouders bezocht. In 2017 zijn 2 Puberbrein bijeenkomsten voor ouders van de VO-scholen georganiseerd, waarbij 120 ouders bereikt zijn, en een Puberbrein bijeenkomst voor Turkse ouders van de moskee, deze is bezocht door 20 ouders. Voor ouders van het basisonderwijs heeft de GGD samen met Stichting Halt in 2017 de ouderavond Groepsinvloed & Alcohol ontwikkeld. De GGD en Halt hebben deze ouderavond onder de aandacht gebracht van de basisscholen, in 2017 heeft één basisschool hier gebruik van gemaakt. De gemeentebrede ouderavond die in 2018 georganiseerd zou worden is helaas geannuleerd wegens te weinig aanmeldingen. Over een vervolg op deze ouderavonden wordt tijdens de ontwikkeling van het nieuwe preventie- en handhavingsplan alcohol gebrainstormd.

Onderwijs

Scholen worden aangemoedigd om activiteiten voor ouders rond het thema alcohol te organiseren. De GGD is een belangrijke partner om het onderwijs hierbij te faciliteren. In het kader van de Gezonde Schoolaanpak stelt de GGD jaarlijks een Screeningsprofiel voor alle VO-scholen op, waarin ook het alcoholgebruik van de tweedeklasleerlingen is opgenomen. Dit screeningsprofiel wordt jaarlijks door de Gezonde Schooladviseur besproken met de zorgcoördinatoren en/of directeuren. Tijdens dit gesprek worden er per school afspraken gemaakt over hoe de school invulling wilde geven aan het Gezonde Schoolthema ‘Alcohol, Roken en Drugs’ via de pijlers regelgeving en beleid, educatie, signalering, en ouders. Het resultaat hiervan is dat de VO-scholen het thema alcohol goed op hun netvlies hebben staan, en hier structureel aandacht aan besteden. De meeste scholen hebben hun alcoholbeleid aangescherpt en een alcoholverbod op school en alcoholvrije feesten ingevoerd.

In 2016, 2017 en 2018 heeft de GGD in totaal ruim 25 gastlessen over alcohol uitgevoerd op de VO-scholen, inclusief het Praktijkonderwijs, waarmee ruim 500 leerlingen zijn bereikt. MET Praktijkonderwijs heeft de lessen over alcohol sinds 2017 structureel opgenomen in een jaarlijks terugkerend Gezondheidsproject. Het Dr. Mollercollege geeft zelf jaarlijks lessen over alcohol in het vierde leerjaar. Twee scholen hebben meegedaan met de Zomer vol Verleidingen, een interactieve voorlichting met theater over alcohol en seksualiteit. Hiermee zijn ongeveer 120 leerlingen bereikt.

De meeste scholen besteden zelf ook structureel aandacht aan het thema alcohol op ouderavonden. De Walewyc Mavo deed dat eerder pas bij ouders vanaf leerjaar drie, sinds 2017 hebben zij dat vervroegd naar ouders van de 1e- en 2e-klassen. Verder heeft een aantal scholen het hiervoor ontwikkelde filmpje op de introductieouderavond voor brugklassers laten zien en tekst over alcohol in de nieuwsbrieven geplaatst. Ook hebben de VO-scholen meegewerkt aan de werving voor de jaarlijkse gemeentebrede ouderavonden over alcohol en voor de webinar Alcohol, een digitale ouderavond over alcohol (2018). Aan deze webinar hebben 950 ouders (regionaal) deelgenomen.

SG De Overlaat heeft in schooljaar 2017/2018 gebruik gemaakt van het landelijke Ondersteuningsaanbod Gezonde school voor het thema Alcohol, waardoor zij nu actief aan het thema werken en het doel hebben om het Gezonde school Vignet Alcohol, Roken, Drugs te behalen.

In 2019 bekijken we als gemeente hoe de samenwerking met het onderwijs op onder andere het thema alcohol en drugs nader vormgegeven kan worden. Er zijn mogelijkheden om projecten per school te starten.

Regionale werkgroep alcohol

Voor de regionale afstemming en samenwerking is een regionale werkgroep alcohol opgezet, met ambtelijke afvaardigingen vanuit alle gemeenten in Midden-Brabant. De inzet was in de breedte gericht op de omgeving van de jongeren: school, sportverenigingen, ouders, horeca en evenementen. De acties waren in de afgelopen jaren gericht op:

  • -

    Samenwerking Elisabeth Tweestedenziekenhuis opzetten en de ketenaanpak van alcoholintoxicaties versterken.

  • -

    Bewustwording onder jongeren vergroten via een website (JouwGGD) en digitaal contact.

  • -

    De ontwikkeling van lesprogramma’s voor het onderwijs in samenwerking met GGD, Halt, Novadic Kentron, het Trimbos instituut, Politie, Jongerenwerk en Helder Theater.

  • -

    Een regionaal nalevingsonderzoek naar het alcoholgebruik onder jongeren bij sportverenigingen. Hieruit bleek dat de naleving van de drank en horecawet door de sportverenigingen gemiddeld 18% was. Er zijn in totaal 57 sportkantines bezocht in de regio.

  • -

    De ontwikkeling van een webinar alcohol en jeugd specifiek gericht op ouders.

3.2 Handhaving

Op het terrein van handhaving werden de volgende resultaten beoogd:

  • 1.

    De alcoholverstrekkers conformeren zich aan het te sluiten convenant;

  • 2.

    De risico- en aandachtlocaties zijn in beeld gebracht;

  • 3.

    Er wordt toezicht gehouden op het naleven van de afspraken, die in het convenant zijn opgenomen.

Hieronder wordt toegelicht hoe we hebben geprobeerd deze resultaten te behalen.

Om bovenstaande resultaten te behalen waren we van plan de volgende acties uit te voeren:

  • 1.

    Afspraken uitvoeren vanuit het convenant tussen gemeenten en alcoholverstrekkers;

  • 2.

    Convenanten afsluiten met partijen die dit nog niet hebben gedaan;

  • 3.

    Toezien op de naleving van het convenant;

  • 4.

    Risico- en aandachtlocaties in beeld brengen;

  • 5.

    Toezicht op risico - en aandachtlocaties en handhaven/ sanctioneren overeenkomstig de handhavingsstrategie (niet deelnemende partijen en partijen die zich niet aan het convenant houden vormen de aandachtlocaties);

  • 6.

    Monitoring van de gewenste effecten.

Convenant

In het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2016-2019 is evenals in haar voorganger geconcludeerd dat naleving van alcoholregelgeving een probleem vormt en een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van alcoholverstrekkers en de gemeente. De nadruk zou moeten liggen op het maken van afspraken. Door ondertekening van een convenant zouden drankverstrekkende partijen en de gemeente zich actief gezamenlijk inzetten om te komen tot een veilige en verantwoorde verstrekking van alcohol, een brede naleving van de wettelijk voorschriften en een adequate inzet op misstanden en onwenselijk situaties. Samenwerking zou zijn gericht op signalering en informatiedeling, preventieve inzet en toezicht en handhaving. Eind 2014 zijn er 50 convenanten ondertekend door zowel reguliere horeca, slijterijen en supermarkten als paracommerciële instellingen. Bij de start van het convenant is een bijeenkomst georganiseerd voor alcoholverstrekkers. Daar is toen ook aandacht besteed aan de nieuwe regels uit de drank- en horecawet en de handhavingsplannen van de gemeente.

In de periode 2016-2019 was het de bedoeling om meer drankverstrekkende partijen het convenant te laten ondertekenen. Dit is niet gebeurd, omdat de focus van de gemeente meer lag op het inhoudelijke gesprek dan op de ondertekening van convenanten. Aan de afspraken in het convenant zou verder invulling worden gegeven middels de reguliere contacten tussen de drankverstrekkende partijen en de overige stakeholders. Deze reguliere contacten zijn vooral verlopen op basis van signalen uit de samenleving. Op basis daarvan werden bezoeken gebracht aan diverse ondernemers en verenigingen. Zo zijn bijvoorbeeld begin 2019 de sportverenigingen bezocht naar aanleiding van signalen over schenken van alcohol aan minderjarigen. Dit is besproken en er is verteld dat de verenigingen binnenkort een bezoek van een handhaver en een scholier mochten verwachten.

Regionaal nalevingsonderzoek

In 2018 zijn Waalwijkse sportverenigingen (6) en horecagelegenheden (8) bezocht door een testaankoper in het kader van een regionaal nalevingsonderzoek. Hieruit bleek dat in Waalwijk 14% van de alcoholverstrekkers zich aan de leeftijdsgrens uit de DHW hield: één sportvereniging en één horecagelegenheid voldeden aan de nalevingsregels (geen alcohol schenken aan minderjarigen). De resultaten waren in de hele regio Midden-Brabant vergelijkbaar. Van de in totaal 131 aankooppogingen zijn de regels bij 26 aankooppogingen (20%) door een 17-jarige nageleefd en bij 105 aankooppogingen (80%) niet correct nageleefd. Iedere gemeente heeft naar aanleiding van dit onderzoek op haar eigen manier actie ondernomen.

Handhavingsacties gemeente

Voor de handhaving ging de gemeente de afgelopen jaren uit van de algemene visie van gemeente Waalwijk:

  • -

    Inwoners staan zoveel mogelijk in hun eigen kracht en er wordt uitgegaan van hun eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheden;

  • -

    Jongeren en hun ouders worden waar nodig ondersteund;

  • -

    Met betrokken partijen worden afspraken gemaakt over de beleidsuitvoering, zoveel mogelijk op basis van wederzijds vertrouwen;

Daarnaast erkennen we dat het niet mogelijk is om alles en iedereen te controleren. In ons plan gaven wij aan een prioriteringsstrategie te gebruiken waarin we onderscheid maken tussen aandachtslocaties en risicolocaties, op basis van getekende convenanten. In de praktijk hebben we die strategie niet gehanteerd; het tekenen van een convenant betekende niet per se dat een alcoholverstrekker zich aan de regels hield en andersom bleek een horecaondernemer de regels niet te schenden als hij geen convenant had getekend. Wij hebben de handhavingsacties uitgezet op basis van signalen uit de maatschappij (bijvoorbeeld signalen van de politie en telefoontjes van ouders). We gingen de afgelopen jaren branchegericht te werk.

Tussen 2016 en april 2019 hebben wij 22 boeterapporten opgemaakt voor overtredingen van de DHW.

2019

Sportkantines

Locaties gecontroleerd

Locaties beboet

Waspik

2

0

Sprang-Capelle

4

3

Waalwijk

8

3

2018

Supermarkten en slijterijen

Locaties gecontroleerd

Locaties beboet

Waspik

3

2

Sprang-Capelle

2

0

Waalwijk

12

6

2017

Horeca

Locaties gecontroleerd

Locaties beboet

Waalwijk

10

3

Waspik

1

1

Sportkantine

Locaties gecontroleerd

Locaties beboet

Waalwijk

1

1

2016

Sportkantines

Locaties gecontroleerd

Locaties beboet

Sprang-Capelle

1

1

Horeca

Locaties gecontroleerd

Locaties beboet

Waalwijk

1

2

Grote evenementen zoals de 80 van de Langstraat zijn jaarlijks gecontroleerd (met stagiaires) maar daar werden niet altijd boeterapporten bij opgemaakt.

Controle door scholieren

Tijdens alle controles wordt gebruik gemaakt van scholieren van de opleiding Handhaver Toezicht en Veiligheid Politie. Deze scholieren zijn 16 of 17 jaar oud. In de praktijk werkt het als volgt. De scholier tracht drank te kopen in opdracht van de gemeente. Een drank- en horecatoezichthouder, tevens buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) –in burger- observeert de aankooppoging. Wordt alcoholhoudende drank aan de scholier verstrekt dan overhandigt de scholier deze alcoholhoudende drank direct na aankoop buiten de inrichting aan een herkenbare BOA. De alcoholhoudende drank wordt door deze BOA op een later tijdstip weggegooid. De herkenbare BOA zegt vervolgens de boete aan.

Over de inzet van minderjarige testkopers wordt divers gedacht. Wij zijn van oordeel dat dit toelaatbaar is. Zou er al sprake zijn van een overtreding door de scholier omdat de scholier de alcoholhoudende drank bij zich heeft op een voor publiek toegankelijke plaats (bijvoorbeeld in een horecagelegenheid of net buiten een supermarkt/slijterij), dan is er naar ons oordeel sprake van een buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond. De norm dat jongeren geen alcohol in bezit mogen hebben op publiek toegankelijke plaatsen wordt immers beter nageleefd wanneer de handhaving plaats vindt met behulp van minderjarige scholieren dan wanneer dit niet is toegestaan. Door de inzet van minderjarige scholieren kan er worden gecontroleerd of de verkoper de leeftijd daadwerkelijk goed uitrekent. De praktijk leert dat er geregeld “voor de vorm” om een legitimatiebewijs wordt gevraagd of dat de leeftijd niet goed wordt vastgesteld. Bovendien voorkomt het de discussie over wanneer iemand onmiskenbaar de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Dit komt het doel van de DHW, te weten: preventie van gezondheidsrisico’s en maatschappelijke problemen die voortvloeien uit het gebruik van alcohol alsook voorkomen van misbruik, ten goede.

Tot slot is in het voorstel tot wijziging van de DHW (de nieuwe Alcoholwet) opgenomen dat het gebruik van minderjarige testkopers wettelijk wordt toegestaan.

Overig

Aanvullende regels vanuit Drank- en Horecawat

De DHW geeft meer mogelijkheden om aanvullende regels rondom alcoholverstrekking op te stellen. Zoals in het plan aangegeven, is hier de afgelopen jaren terughoudend mee omgegaan. We zien geen momenteel geen reden om aanvullende regels op te stellen.

Regels paracommercie

De gemeente Waalwijk heeft, zoals de DHW voorschrijft, regels over paracommercie opgesteld en opgenomen in de APV. De regels over paracommercie zijn door de gemeenteraad op 17 december 2018 vastgesteld. In de regels zijn schenktijden opgenomen voor paracommerciële instellingen zoals sportverenigingen en buurthuizen. Ook is een verbod opgenomen om tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard alcohol tegen betaling te verstrekken.

Evenementenbeleid

Het beleid om bij evenementen afspraken te maken over alcoholgebruik is in de afgelopen jaren gecontinueerd.

Handhavingsstrategie

In het preventie- en handhavingsplan was ook een sanctietabel opgenomen die standaard sancties voorschreef. In de afgelopen jaren hebben we gemerkt dat die sanctietabel soms lastig is om mee te werken. De tabel schreef niet altijd de juiste sancties voor de situatie voor. Zo werd er bijvoorbeeld in een bepaalde situatie op basis van de tabel het sanctiemiddel “last onder bestuursdwang” geadviseerd, terwijl het sanctiemiddel “bestuurlijke boete” in die situatie meer passend was. De prioritering uit de tabel van de te controleren locaties is ook niet altijd praktisch. Voor het nieuwe plan gaan we daarom de tabel kritisch bekijken.

  • 4.

    Conclusie

Zijn de doelstellingen en resultaten behaald? De algemene doelstellingen van het plan waren:

  • -

    afname alcoholgebruik en de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik door personen onder de 18 jaar;

  • -

    afname van dronkenschap (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein).

Sinds 2011 is er een grote daling te zien in het alcoholgebruik van jongeren. Deze daling is in heel Nederland zichtbaar. Overigens zien we wel dat het aantal ondervraagde tweedeklassers in schooljaar 2017-2018 (17%) dat aangeeft wel eens alcohol te drinken heel licht gestegen is. Dit percentage ligt nog ruim onder het landelijke gemiddelde. Verder is het aantal jongeren dat recent 5 glazen of meer heeft gedronken ook gedaald. Het aantal jongeren dat recent dronken of aangeschoten was is in onze gemeente niet gedaald, maar ook niet fors gestegen. De doelstellingen zijn dus grotendeels gehaald. Maar het blijft belangrijk om de komende jaren in te zetten op minder alcoholgebruik en meer bewustwording over de schadelijke gevolgen.

De algemene doelstellingen waren vervolgens onderverdeeld in zes concrete doelen, waarbij hieronder wordt toegelicht of deze zijn behaald.

  • 1.

    Het verder afsluiten van convenanten met de horecaverstrekkers. Na de eerste periode waarin het convenant werd opgesteld en ondertekend zijn er geen convenanten meer bijgekomen. We hebben ervoor gekozen om meer in te zetten op reguliere onderlinge contacten en de convenanten niet leidend te laten zijn. Het afsluiten van een convenant bleek in de praktijk niet doorslaggevend te zijn voor de mate waarin een horecagelegenheid zich inzet voor naleving van de regelgeving.

  • 2.

    Blijvend contact met de bestaande convenanthouders over de naleving hiervan. Er is contact geweest met alle alcoholverstrekkers in Waalwijk, ongeacht of zij ondertekenaar waren van het convenant. Met hen is gesproken over signalen en het schenken van alcohol aan minderjarigen. Er is bijvoorbeeld aandacht besteed aan landelijke campagnes en maatregelen om alcoholgebruik tegen te gaan. Vooral rondom diverse evenementen in de gemeente zijn deze contacten intensiever geweest. Ook vanuit preventief oogpunt is er bijvoorbeeld met de sportverenigingen contact geweest over alcoholbeleid van de vereniging.

  • 3.

    Ophalen van kwalitatieve informatie bij de convenanthouders d.m.v. interviews. Er zijn geen aparte interviews afgenomen bij convenanthouders. Met diverse alcoholverstrekkers is contact geweest over hun ervaringen met de Drank- en Horecawet. Zij gaven bijvoorbeeld aan dat het niet altijd gemakkelijk is om de leeftijden goed in te schatten en dat jongeren vaak wel op een andere manier aan alcohol komen.

  • 4.

    Uitstellen van de leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol drinken. Deze doelstelling is behaald, zoals eerder in deze evaluatie is toegelicht. Met diverse preventieve acties zijn jongeren bereikt. Uit onderzoek blijkt dat zij zich ook bewust zijn van de regels. De meerderheid van de jongeren vindt de leeftijd van 18 jaar een goede grens voor het drinken van alcohol. Een gedeelte gaat echter toch drinken, vooral vanwege de gezelligheid. Dit wordt ze ook gemakkelijk gemaakt doordat het drinken van een glas alcohol van veel ouders mag. Daarom is het ook belangrijk om hier op in te blijven zetten.

  • 5.

    Terugdringen van de hoeveelheid alcohol die wordt gebruikt door jongeren tot 18 jaar. Het aantal binge drinkers in onze gemeente is over het algemeen gedaald. We hebben met diverse campagnes en interventies de aandacht proberen te vestigen op de schadelijke effecten van overmatig alcoholgebruik. Hier wordt bijvoorbeeld tijdens de gastlessen in het onderwijs aandacht aan besteed. We raden wel aan om vooral aandacht te blijven besteden aan bewustwording onder jongeren over de schadelijke effecten van alcoholgebruik.

  • 6.

    Beïnvloeden van ouders dat zij een belangrijke taak hebben in de opvoeding om jongeren zich bewust te laten zijn van de negatieve effecten van alcoholgebruik op jonge leeftijd. Zoals hierboven al aangegeven, gaven veel jongeren in 2016 aan dat ze toestemming van hun ouders hebben. Daarom is er in de afgelopen jaren telkens ingezet op het bereiken van ouders via onder andere ouderavonden, maar ook via landelijke campagnes als IKPAS. Of de ouders ook daadwerkelijk beïnvloed zijn en zich ervan bewust zijn wat hun voorbeeldgedrag voor effect heeft op hun kinderen is in 2019 niet gemeten. Wij stellen voor om dit te meten bij het vervolg op de nulmeting, nadat de cijfers van de jongerenmonitor eind 2020 ook bekend zijn.

Op basis van de gegevens uit deze evaluatie en de andere ontwikkelingen uit de afgelopen jaren stellen we momenteel een nieuw preventie- en handhavingsplan op. Hieronder staan enkele aanbevelingen voor dit nieuwe plan.

  • -

    Ondanks dat het alcoholgebruik van jongeren in de afgelopen jaren sterk is afgenomen, drinken er nog veel jongeren onder de 18 jaar in onze gemeente alcohol. Het advies is daarom om de huidige aanpak voort te zetten, en daarbij de focus te houden op de omgeving van de jonge drinker en hiermee aan te sluiten bij de ambities van het Nationaal Preventieakkoord.

  • -

    Hoewel veel verenigingen op de goede weg zijn, blijft het voor jongeren te gemakkelijk om bij sportverenigingen aan alcohol te komen. Het advies is daarom om te blijven investeren in een Gezonde Sportomgeving, waarin sportverenigingen een expliciet alcoholbeleid voeren en waarin geen alcohol wordt geschonken aan jongeren onder de 18 jaar of tijdens jeugdwedstrijden.

  • -

    Ook ouders blijven een belangrijke doelgroep, aangezien zij een (vaak onbewuste) grote invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen. Het advies is om in te zetten op bewustwording van schadelijke gevolgen van eigen alcoholgebruik, opvoedvaardigheden en het verstevigen van de sociale norm dat het normaal is om je minderjarige kind geen alcohol te geven.

  • -

    We moeten ook niet vergeten dat het belangrijk is de jongere zelf te betrekken. Zij zijn degenen die met dat biertje of mixdrankje dat ze drinken een grote aanslag plegen op hun gezondheid. Daarom is het belangrijk om ook in te zetten op bewustwording onder jongeren, bijvoorbeeld door er op school voldoende aandacht aan te besteden.

  • -

    De handhavingsstrategie die de afgelopen jaren in praktijk is gebruikt, branchegericht werken op basis van signalen, beviel goed. Het is aan te bevelen dat pad te vervolgen.

  • -

    In het vorige plan werd veel verwezen naar het convenant. In praktijk is dit niet vaak gebruikt. Voor de volgende nota is het goed om te heroverwegen wat de beste structuur is voor overleg en afspraken met de alcoholverstrekkers in gemeente Waalwijk. De overlegtafel jeugd is een goede plaats voor trends en signalen, maar mist inbreng van horeca. In de komende jaren is het aan te bevelen om goed te kijken naar de beste manier van samenwerking met alle verschillende partijen.

  • -

    In de afgelopen jaren is gebleken dat zorgen over alcoholgebruik vaak in één adem genoemd worden met zorgen over een toename van drugsgebruik. Hoewel het preventie- en handhavingsplan gebaseerd is op de Drank- en Horecawet, en daarmee alleen over alcoholgebruik gaat, is het aan te bevelen het mogelijke verband met drugsgebruik en de koppeling met drugspreventiebeleid in het nieuwe preventie- en handhavingsplan duidelijk aan te geven.

  • -

    Er ligt momenteel een nieuwe concept-Alcoholwet voor aan het parlement, die naar verwachting in 2021 in werking treedt. Er worden enkele wijzigingen verwacht die wellicht ook meegenomen kunnen worden in het nieuwe preventie- en handhavingsplan. Gezien de inhoud ervan blijven we minderjarige testkopers ook inzetten.

 

Bijlage 1: Samenvatting nulmeting alcohol- en drugsgebruik jongeren in Waalwijk (2016)

afbeelding binnen de regeling

http://www.brabantscan.nl

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling