Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang regio Almelo

Geldend van 12-05-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang regio Almelo

De colleges van de gemeenten Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden en Almelo,

Overwegende dat,

• De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) bepalingen bevat op grond waarvan ingezetenen van Nederland in aanmerking komen voor maatwerkvoorzieningen, waaronder beschermd wonen en maatschappelijke opvang, te verstrekken door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente tot welke zij zich wenden;

• De taak beschermd wonen gedecentraliseerd wordt, waarbij de verantwoordelijkheid neergelegd wordt bij de individuele gemeenten;

• Er per 2023 een nieuw objectief verdeelmodel ingevoerd wordt. Dit objectieve verdeelmodel leidt tot een financiële verschuiving, waarbij de individuele gemeenten de rijksvergoedingen rechtstreeks gaan ontvangen voor nieuwe cliënten (Definitie nieuwe cliënt: Een nieuwe cliënt is een inwoner die (a) het afgelopen jaar (365 dagen teruggerekend vanaf de datum dat de cliënt zich meldt geen aanvraag heeft gedaan en geen gebruik heeft gemaakt van een (b) BW-voorziening in de regio waar hij/zij zich meldt (bron: Doordecentralisatie Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen, Expertiseteam MO-BW-BG 2019)) beschermd wonen;

• Medio 2020 gemeenten in VNG-verband met elkaar een Norm voor Opdrachtgeverschap beschermd wonen en maatschappelijke opvang hebben afgesproken waarmee zij zich verplichten om regionaal en bovenregionaal samen te werken om een voldoende gevarieerd en compleet/dekkend zorglandschap te ontwikkelen en te behouden;

• De Norm van Opdrachtgeverschap voorschrijft dat er nadere afspraken gemaakt dienen te worden over de toekomstige regionale samenwerking, met inbegrip van inspanningen en verplichtingen van de centrumgemeente en de regiogemeenten over de toekomstige financiële samenwerking en de bekostiging van (boven)regionale voorzieningen;

• De gemeenten in de regio Almelo wensen samen te werken voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering van de Wmo 2015 ten aanzien van beschermd wonen en maatschappelijke opvang;

• De gemeenten in de regio Almelo nadere afspraken wensen te maken over inspanningen en verplichtingen van de gemeenten jegens elkaar en in relatie tot de gemeente Almelo die als centrumgemeente blijft fungeren, ook na de decentralisatie;

• De colleges van de gemeenten in de regio Almelo in 2020 een Regioplan Beschermd wonen en maatschappelijke opvang 2020 t/m 2023 hebben vastgesteld dat richting geeft aan de verdere invulling en transformatie van beschermd wonen en maatschappelijke opvang in de regio Almelo;

Gelet op:

• de verkregen toestemming van de gemeenteraden van de regiogemeenten op grond van artikel 1, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

• het gestelde over mandatering van bevoegdheden in artikel 8, lid 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

• de Norm voor opdrachtgeverschap beschermd wonen en maatschappelijke opvang zoals vastgesteld tijdens de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Gemeenten op 25-9-2020.

Besluiten vast te stellen de

Centrumgemeenteregeling Samenwerking Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang regio Almelo,

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. Accounthouder: ambtelijk aanspreekpunt van de regiogemeenten met betrekking tot de samenwerking;

b. Beschermd wonen: volgens de definitie in de Wmo 2015, aangevuld met vormen van onplanbare 24-uurs zorg voor mensen met psychische en/of psychisch sociale problemen die in een zelfstandige (huur)woning of (huur)woning van een zorgaanbieder wonen;

c. Centrumgemeente: gemeente Almelo;

d. College: college van burgemeester en wethouders;

e. Dienstverleningsovereenkomst: de overeenkomst tussen de centrumgemeente en de regiogemeenten, waarin afspraken zijn vastgelegd over de te leveren diensten en producten;

f. Maatschappelijke opvang: onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;

g. Raad: gemeenteraad van een regiogemeente;

h. Regeling: de centrumgemeenteregeling samenwerking beschermd wonen en maatschappelijke opvang regio Almelo;

i. Regio Almelo: de regio die de gemeenten Almelo, Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden omvat;

j. Regiogemeenten: de gemeenten Almelo, Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden;

k. Regionaal budget beschermd wonen: tot de start van het objectief verdeelmodel het totaal aan rijksbudget voor beschermd wonen dat de centrumgemeente ontvangt. Vanaf de start van het objectief verdeelmodel het totaal aan rijksbudget voor beschermd wonen dat de regiogemeenten gezamenlijk ontvangen;

l. Regionaal budget maatschappelijke opvang: het totaal aan rijksbudget voor maatschappelijke opvang dat de centrumgemeente ontvangt;

m. Stuurgroep centrumgemeentetaken: het overleg van de portefeuillehouders zorg van de regiogemeenten;

n. Verdeelmodel: in de circulaire voor het gemeentefonds gepubliceerde verdeling van de rijksmiddelen per regio en/of per gemeente voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang;

o. Wmo 2015: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015: wet van 9 juli 2014 houdende regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang.

Artikel 2. Doel, taken, bevoegdheden en reikwijdte van de regeling

1. De regeling heeft tot doel om de regionale samenwerking tussen de centrumgemeente en de regiogemeenten en tussen de regiogemeenten onderling op het gebied van beschermd wonen en maatschappelijke opvang te beschrijven en vast te leggen. Dit ten behoeve van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het bieden van continuïteit en kwaliteit van voorzieningen voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang alsmede de in- en uitstroom bij deze voorzieningen.

2. De organisatie van de centrumgemeente voert namens de regiogemeenten de taken uit en oefent de bevoegdheden uit die noodzakelijk zijn om de in lid 1 beschreven gezamenlijke verantwoordelijkheid namens de regiogemeenten waar te maken voor zover de hiermee verband houdende en ten laste van de overige regiogemeenten komende kosten vallen binnen de daartoe van rijkswege beschikbaar gestelde budgetten.

3. De beleidsbepalende bevoegdheden blijven berusten bij de afzonderlijke raden en colleges van de regiogemeenten, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft. De intentie van de regiogemeenten is om het beleid voor en in aansluiting op beschermd wonen en maatschappelijke opvang op elkaar af te stemmen.

4. Ter uitwerking van lid 2 maken de regiogemeenten binnen de kaders van deze regeling nadere afspraken over de te verrichten taken en uit te oefenen bevoegdheden. Deze afspraken worden opgenomen in een dienstverleningsovereenkomst.

5. Voor de uitvoering van de bevoegdheden verlenen de colleges respectievelijk de burgemeesters mandaat dan wel volmacht aan het college respectievelijk de burgemeester van de centrumgemeente. Dit met het recht om ondermandaat binnen de eigen organisatie te verlenen. De gemandateerde bevoegdheden zijn opgenomen in de dienstverleningsovereenkomst.

Artikel 3. Beleidsvisie en centrale beleidsuitgangspunten

1. De regiogemeenten ontwikkelen regionaal beleid in de vorm van een Regioplan waarin de visie, ambitie en inspanningen van de lokale gemeenten en de gezamenlijke gemeenten op het terrein van beschermd wonen en maatschappelijke opvang beschreven worden. Hierin beschrijven de colleges van de gemeenten hoe zij de transformatie willen versnellen/stimuleren zodat inwoners zo lang mogelijk en zo goed mogelijk thuis kunnen wonen dan wel zo kort als mogelijk in een vorm van beschermd wonen of maatschappelijke opvang hoeven te verblijven. De regiogemeenten zien dat als gezamenlijke opgave waaraan zij ook na de decentralisatie samen vorm blijven geven.

2. Op grond van artikel 1.2.1 van de Wmo 2015 zijn voorzieningen voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang landelijk toegankelijk. De centrumgemeenten maken hierover op landelijk niveau nadere afspraken met elkaar. Regiogemeenten hebben zich eveneens gecommitteerd aan de afspraken over landelijke toegankelijkheid. De meest recente afspraken zijn te vinden op www.vng.nl.

Artikel 4. Personeel

De medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de taken op het gebied van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang zijn in dienst van en zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college van de centrumgemeente.

Artikel 5. Dienstverleningsovereenkomst

1. De werkzaamheden die de centrumgemeente Almelo uitvoert zijn nader omschreven en vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de regiogemeenten die partijen gezamenlijk overeenkomen. Deze DVO is gelijkluidend voor alle regiogemeenten.

2. De DVO wordt jaarlijks voor 1 december geëvalueerd en zo nodig geactualiseerd.

Artikel 6. Communicatie en afstemming

1. De regiogemeenten hechten waarde aan een zorgvuldige communicatie over de samenwerking gedurende de werking van deze gemeenschappelijke regeling. Daartoe dienen de volgende afstemmingmomenten:

a. De portefeuillehouders zorg komen minimaal twee keer per jaar in overleg bijeen in een stuurgroep centrumgemeentetaken. Dit overleg zal worden voorbereid door de centrumgemeente in afstemming met de accounthouders van de regiogemeenten.

Op de agenda van de stuurgroep centrumgemeentetaken staan in ieder geval de volgende onderwerpen:

- de algemene gang van zaken rond de samenwerking;

- het jaarplan inclusief begroting;

- de jaarrapportage;

- de DVO

b. Minimaal vier keer per jaar overleg tussen alle accounthouders.

2. De regiogemeenten wijzen een medewerker binnen hun organisatie aan als accounthouder voor de samenwerking (zie hiervoor ook artikel 1.a). De accounthouder van de gemeente Almelo is het vaste aanspreekpunt voor de accounthouders van de regiogemeenten om inhoudelijke vragen of ontwikkelingen te bespreken. De regiogemeenten wijzen tevens een vervanger aan.

Artikel 7. Bekostiging van beschermd wonen en maatschappelijke opvang en doordecentralisatie beschermd wonen

1. Op grond van de Wmo 2015 ontvangen alle gemeenten financiële middelen via het gemeentefonds waarmee zij preventieve, signalerende en ondersteunende taken ten behoeve van hun inwoners dienen te organiseren om een beroep op beschermd wonen of maatschappelijke opvang te voorkomen of de periode dat inwoners hierop aangewezen zijn zo kort mogelijk te houden.

2. De centrumgemeente Almelo ontvangt daarnaast financiële middelen van het Rijk waarmee de voorzieningen voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang in de regio Almelo bekostigd worden. Deze centrumgemeentemiddelen worden voor beschermd wonen afgebouwd vanaf de geplande start van de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel op 1-1-2023. Voor maatschappelijke opvang blijft het centrumgemeentebudget voorlopig in stand.

3. Tot de start van de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel beschermd wonen beheert de centrumgemeente de centrumgemeentemiddelen die zij rechtstreeks van het Rijk ontvangt voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang volgens de afspraken in artikel 8 van deze regeling.

4. Vanaf de start van de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel beschermd wonen (naar verwachting 1-1-2023) wordt het regionale budget voor beschermd wonen gevormd door het samenvoegen van de middelen beschermd wonen die de regiogemeenten van het Rijk ontvangen. Voor maatschappelijke opvang verandert er op dat moment nog niets ten opzichte van de situatie beschreven in het vorige lid.

Artikel 8. Financiële afspraken over de regionale budgetten beschermd wonen en maatschappelijke opvang

1. De centrumgemeente zet de regionale budgetten beschermd wonen en maatschappelijke opvang in voor de taken zoals beschreven in de DVO behorende bij deze regeling. Hierbij zijn de beleidsafspraken in het Regioplan Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang Regio Almelo het uitgangspunt. Hierbij zet de centrumgemeente maximaal 5% van de rijksbijdrage in voor uitvoeringskosten zoals ambtelijke capaciteit. Mocht deze 5% door specifieke omstandigheden worden overschreden dan meldt centrumgemeente Almelo dit aan de regiogemeenten en vindt hierover nader overleg plaats.

2. De regiogemeenten hebben de intentie om de financiële uitgaven voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang door de centrumgemeente in totaal niet boven de hoogte van de jaarlijkse regionale budgetten voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang uit te laten komen.

3. Bij substantiële afwijkingen van de in het Regioplan beschreven werkwijze consulteert de centrumgemeente de regiogemeenten, voorafgaand aan besluitvorming door de centrumgemeente.

4. De centrumgemeente geeft de regiogemeenten periodiek (minimaal jaarlijks) inzage in de besteding van het budget van beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Bij een dreigend tekort informeert de centrumgemeente de regiogemeenten zo snel mogelijk en treden de regiogemeenten in overleg over hoe dit tekort op te lossen dan wel te beperken.

5. Als er na het realiseren van de prestaties en het verrekenen van de uitvoeringskosten na afloop van een kalenderjaar nog een bedrag binnen één of beide regionale budgetten resteert dan wordt door de centrumgemeente:

a. voor egalisatie de bestemmingsreserve beschermd wonen en maatschappelijke opvang opgehoogd tot een bedrag ter hoogte van een maximum percentage van de totale rijksbijdragen beschermd wonen en maatschappelijke opvang van de 6 regiogemeenten over het afgesloten kalenderjaar;

b. een bedrag ter hoogte van een maximum percentage van de rijksbijdragen beschermd wonen en maatschappelijke opvang van de 6 regiogemeenten over het afgesloten kalenderjaar in het volgende kalenderjaar ingezet voor innovatie, met als doel het bekostigingsproces te verbeteren, de kwaliteit van zorg en het toezicht hierop aan te scherpen, het aanbod beter aan te laten sluiten bij de behoeften van cliënten en de doorstroom van cliënten naar lichtere vormen van zorg te bevorderen.

De maximumpercentages genoemd onder a. en b. worden op voorstel van de stuurgroep centrumgemeentetaken vastgesteld door de colleges van de regiogemeenten. Als er na toepassing van stap a. en b. nog een bedrag over is, dan wordt dit op basis van een door de stuurgroep centrumgemeentetaken nader te bepalen verdeelsleutel verdeeld over de 6 regiogemeenten.

6. Als er na het realiseren van de prestaties en het verrekenen van de uitvoeringskosten na afloop van een kalenderjaar een financieel tekort is, dan wordt dit tekort door de regiogemeenten gezamenlijk gedragen. Hierbij wordt de verdeling van kosten berekend door toepassing van dezelfde verdeelsleutel als benoemd in lid 5.

Artikel 9. Informatie en verantwoording

1. Indien een of meer leden van de colleges of de raden van een deelnemende gemeente schriftelijk inlichtingen vraagt/vragen, waarvan het belang niet in strijd is met het openbaar belang, dan geeft het college van de centrumgemeente deze inlichtingen binnen zes weken aan het betreffende bestuursorgaan.

2. De centrumgemeente stelt jaarlijks een jaarplan op inclusief een begroting met daarin de verwachte lasten en baten voor het komende kalenderjaar.

3. Bij het opstellen van het jaarplan wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de lokale cyclus van planning & control. In de DVO worden hier nadere afspraken over gemaakt.

4. De financiële verantwoording door de centrumgemeente naar de regiogemeenten vindt plaats door middel van een jaarlijkse (management)verantwoording. De nadere uitwerking hiervan is geregeld in de DVO.

5. De centrumgemeente draagt namens de regiogemeenten zorg voor informatie- en verantwoordingsplichten jegens derden.

Artikel 10. Archief

1. Het college van de centrumgemeente is belast met de zorg voor en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden.

2. Elke deelnemende gemeente draagt het beheer van de archiefbescheiden op aan de gemeente Almelo, onverminderd de verantwoordelijkheid van de colleges van de regiogemeenten als zorgdrager op basis van de Archiefwet 1995.

3. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen bescheiden wijst het college van de centrumgemeente een Bewaarplaats, als bedoeld in de Archiefwet 1995, aan.

4. Elke regiogemeente draagt er zorg voor dat de Archiefverordening en andere van toepassing zijnde regelgeving het beheer van de archiefbescheiden door de gemeente Almelo mogelijk maakt.

Artikel 11. Behandeling van bezwaren en klachten

1. De centrumgemeente draagt zorg voor de behandeling van bezwaar- en beroepschriften inzake deze regeling, met inachtneming van de werkwijze van de regiogemeenten. Voor de behandeling van bezwaarschriften geldt dat hierbij de adviescommissie in de zin van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht van de desbetreffende regiogemeente adviseert.

2. Het beslissen op bezwaarschriften blijft voorbehouden aan de regiogemeenten.

3. Klachten over gedragingen van medewerkers over de uitvoering worden behandeld overeenkomstig de klachtenregeling van de centrumgemeente.

Artikel 12. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

1. Toetreding tot de regeling door derden behoeft de goedkeuring van de colleges van de 6 regiogemeenten.

2. Een regiogemeente kan uittreden uit de regeling.

3. Voor uittreding uit de regeling wordt een opzegtermijn van tenminste één jaar in acht genomen.

4. Uittreding vindt plaats aan het einde van het kalenderjaar.

5. Een regiogemeente die uit de regeling wenst te treden maakt, na verkregen toestemming van de gemeenteraad, zijn voornemen tot uittreding bij aangetekend schrijven kenbaar aan de centrumgemeente en de overige regiogemeenten.

6. De financiële en personele gevolgen van uittreding, waaronder mede moet worden begrepen de daardoor ontstane wachtgeldverplichtingen, komen voor rekening van de uittredende regiogemeente.

7. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen van uittreding als bedoeld in het vorige lid, wordt voorafgaande aan die uittreding door de regiogemeenten gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van deze deskundige is voor de regiogemeenten bindend. De kosten voor het inschakelen van de deskundige zijn voor rekening van de uittredende regiogemeente.

8. Deze regeling kan worden gewijzigd, dan wel worden opgeheven na een daartoe strekkend gelijkluidend besluit van de raden en de colleges van de regiogemeenten, ieder voor zover het hun eigen verantwoordelijkheid betreft.

9. Een besluit tot opheffing van de regeling gaat vergezeld van een liquidatieplan vast te stellen door de raden van de regiogemeenten. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de regiogemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing, in de gevolgen voor het personeel en in de gevolgen van het door de regiogemeenten wederom zelfstandig uitvoeren van de regelgeving als vermeld in artikel 2 van deze regeling, alsmede in de gevolgen voor het archief.

10. Het college van de centrumgemeente is belast met de voorbereiding en uitvoering van de liquidatie.

Artikel 13. Evaluatie

1. De werking van deze regeling wordt iedere twee jaar geëvalueerd.

2. De evaluatie wordt in samenwerking met de accounthouders door de centrumgemeente voorbereid.

Artikel 14. Geschillen

1. Op geschillen tussen de regiogemeenten onderling omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van deze regeling is artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen van toepassing.

2. Een verzoek op grond van artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen vindt niet plaats dan nadat de regiogemeenten zich tot het uiterste hebben ingespannen het geschil in onderling overleg op te lossen.

3. Mocht een voor regiogemeenten bevredigende oplossing niet binnen drie maanden na aanvang van het in het tweede lid bedoelde overleg zijn gevonden, dan wordt voorafgaande aan het nemen van een besluit omtrent het geschil, het geschil ter advisering voorgelegd aan een door de betreffende regiogemeenten samengestelde geschillencommissie. Deze commissie bestaat uit evenveel personen als het aantal bij het geschil betrokken regiogemeenten plus één. Hierbij wijst elk van de betrokken regiogemeenten een commissielid aan en wijzen zij gezamenlijk het laatste commissielid aan.

4. Het advies van de commissie is bindend.

Artikel 15. Slotbepalingen

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en heeft een looptijd van 4 jaar.

2. Het college van de gemeente Almelo draagt zorg voor bekendmaking van de regeling in de Staatscourant en toezending aan Gedeputeerde Staten.

3. Deze regeling kan worden aangehaald als “Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang regio Almelo 2022-2026”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door:

Het college van Almelo op

Het college van Hellendoorn op

Het college van Rijssen-Holten op

Het college van Tubbergen op

Het college van Twenterand op

Het college van Wierden op