Bibob-beleidsregel gemeente Noordoostpolder

Geldend van 01-06-2023 t/m 29-02-2024

Intitulé

Bibob-beleidsregel gemeente Noordoostpolder

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op:

  • de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: de wet);

  • artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • de artikelen 3, 27, 30a en 31 Alcoholwet;

  • de artikelen 30b en 30h Wet op de Kansspelen;

  • - artikel 2.1, eerste lid onder aanhef en onder a. (bouw), artikel 2.1, eerste lid onder aanhef en onder b. (aanlegvergunning), artikel 2.1, eerste lid onder aanhef en onder e.(milieu), juncto artikel 2:20 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo);

    - artikel 2.1, eerste lid onder aanhef en onder i. (fysieke leefomgeving), juncto artikel 2:20 Wabo en het Besluit omgevingsrecht, voor zover bestuursorganen van de gemeente Noordoostpolder bevoegd zijn tot toepassing van de daarin opgenomen voorschriften;

  • hoofdstuk 2, afdeling 3 (evenementen), hoofdstuk 2, afdeling 4 (exploitatie openbare inrichtingen), hoofdstuk 2, afdeling 7 (toezicht speelautomaten / speelautomatenhal), artikel 3:4 (seksinrichtingen) en hoofdstuk 5, afdeling 4 (standplaatsen) Algemene plaatselijke verordening gemeente Noordoostpolder (Apv);

  • het Inkoopbeleid van de gemeente Noordoostpolder;

  • de Algemene subsidieverordening Noordoostpolder (Asv);

overwegende, dat de wet hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming over het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

besluiten vast te stellen de volgende:

Beleidsregel voor de toepassing van de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur gemeente Noordoostpolder

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. De definities in artikel 1, eerste lid juncto vierde lid van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel.

  • 2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvraag: de aanvraag om een beschikking, de inschrijving waarmee wordt deelgenomen aan een aanbestedingsproces dan wel de aanbieding van de betrokkene tot het sluiten van een overeenkomst betreffende een overheidsopdracht of een vastgoedtransactie;

    • b.

      bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders alsmede degenen aan wie zij een mandaat hebben verleend tot het nemen van beschikkingen of het beslissen over het aangaan van overeenkomsten betreffende overheidsopdrachten en vastgoedtransacties;

    • c.

      Bibob-onderzoek: een eigen onderzoek uitgevoerd krachtens de wet;

    • d.

      Bibob-formulier: het vragenformulier dat is gebaseerd op de ministeriële Regeling Bibob formulieren;

    • e.

      indicatorenlijst: de lijst bedoeld in bijlage 1 met indicatoren welke aanleiding kunnen zijn tot het toepassen van de wet;

    • f.

      RIEC: Regionaal Informatie en Expertise Centrum.

Artikel 2 Doel

  • 1. De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders beogen met de toepassing van de wet te voorkomen dat zij criminele activiteiten faciliteren waardoor de veiligheid, de leefbaarheid of de rechtsorde worden aangetast.

  • 2. Deze beleidsregel heeft tot doel duidelijkheid te verschaffen over de wijze waarop de bevoegde bestuursorganen de hen op basis van de wet toekomende bevoegdheid toepassen.

Artikel 3 Toepassingsbereik bij nieuwe of gewijzigde beschikkingen

  • 1. Uitvoering van een Bibob-onderzoek vindt in beginsel plaats bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:

    • a.

      artikel 3 Alcoholwet (Alcoholvergunning);

      paracommerciële horeca-inrichtingen als bedoeld in artikel 4 Alcoholwet waarvan de horeca in eigen beheer is en niet is verpacht, vallen in beginsel niet onder toepassing van dit artikel;

    • b.

      artikel 30b en 30h Wet op de kansspelen (aanwezigheidsvergunning speelautomaten respectievelijk vergunning tot het exploiteren van speelautomaten);

    • c.

      artikel 2:28 (exploitatie openbare inrichting) en 3:4 (seksinrichting) en hoofdstuk 2, afdeling 10 (toezicht op speelautomaten / speelautomatenhal) Apv;

  • 2. Uitvoering van een Bibob-onderzoek kan bij onderstaande aanvragen voor een beschikking plaatsvinden en als zij vallen onder een daartoe aangewezen branche of gebied of vallen onder de indicatorenlijst:

    • a.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid aanhef en onder a Wabo (bouwen van een bouwwerk).

    • b.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder aanhef en onder b. (aanlegvergunning) Wabo;

    • c.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wabo (het oprichten, veranderen of in werking hebben van een vergunningsplichtige milieu-inrichting), voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet Milieubeheer. De toepassing blijft beperkt tot de inrichtingen die behoren tot de risicocategorie afval en vuurwerk.

    • d.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wabo (activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving), voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van de Wabo is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de wet kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

    • e.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2:25 van de Apv (evenementenvergunning). De toepassing van een Bibob-onderzoek wordt daarbij beperkt tot de bij afzonderlijk besluit van de burgemeester aangewezen evenementenvergunningen.

    • f.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 5:18 Apv (standplaats).

  • 3. Uitvoering van een Bibob-onderzoek vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking in beginsel plaats als er sprake is van ambtelijke informatie of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC of is opgenomen in de indicatorenlijst, die een aanleiding vormen om te vermoeden dat de beschikking zal worden gebruikt als bedoeld in artikel 3 van de wet:

    • a.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 30a Alcoholwet (leidinggevende);

    • b.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 3 Alcoholwet (horecabedrijf en slijtersbedrijf) in het geval het een horecabedrijf betreft als bedoeld in artikel 4 (paracommercieel rechtspersoon) Alcoholwet.

Artikel 4 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen

Het bestuursorgaan kan de wet toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:

  • a.

    de verstrekte beschikking betrekking heeft op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het bestuursorgaan na de verstrekking van de beschikking, is aangewezen als risicogebied;

  • b.

    de verstrekte beschikking onderdeel uitmaakt van een branche of onderdeel in deze branche, die op basis van een door het bestuursorgaan genomen besluit na de verstrekking van de beschikking is aangewezen voor een Bibob-onderzoek (zie bijlage 1 behorende bij deze beleidsregel);

  • c.

    bekend wordt, dat tegen betrokkene, leidinggevende van betrokkene, zeggenschaphebbende over betrokkene, vermogensverschaffer van betrokkene, eventuele onderaannemer van betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-onderzoek een mate van gevaar, zoals is bedoeld in artikel 3 van de wet, is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, verzoekt het bestuursorgaan het RIEC om coördinatie in een Bibob-onderzoek;

  • d.

    sprake is van het wijzigen van de tenaamstelling bij een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.25 Wabo.

Artikel 5 Toepassingsbereik bij subsidies

Het bestuursorgaan kan de wet toepassen met betrekking tot een aanvraag voor een subsidie of het vaststellen van een subsidie of de intrekking van een reeds verleende of vastgestelde subsidie.

Artikel 6 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

  • 1. De rechtspersoon met een overheidstaak kan de wet toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties, waarbij de gemeente partij of de beoogde partij is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de rechtspersoon met een overheidstaak de wederpartij er van in kennis stellen dat een Bibob-onderzoek deel kan uitmaken van de procedure.

  • 2. In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.

  • 3. Indien de Bibob-procedure niet is afgerond voor het sluiten van de overeenkomst, wordt hieromtrent een ontbindende voorwaarde opgenomen.

Artikel 7 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten

De rechtspersoon met een overheidstaak kan het Bibob-onderzoek ten aanzien van een gegadigde of onderaannemer in de zin van de wet, uitvoeren bij elke overheidsopdracht.

Artikel 8 Toepassingsbereik algemeen

  • 1. Naast de in de artikelen 3 tot en met 7, genoemde gevallen, kan het bestuursorgaan tot een Bibob-onderzoek overgaan als er aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet, bijvoorbeeld op grond van :

    • a.

      op grond van de indicatorenlijst;

    • b.

      vanuit eigen informatie;

    • c.

      de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven;

    • d.

      vanuit informatie verkregen van het Landelijk Bureau Bibob (hierna: Bureau);

    • e.

      vanuit informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC;

    • f.

      vanuit het Openbaar Ministerie verkregen informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet;

    • g.

      vanuit het Bureau verkregen informatie als bedoeld in artikel 11 van de wet.

  • 2. Naast de in het eerste lid genoemde gevallen kan een Bibob-onderzoek plaatsvinden als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen vijf jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Bureau.

Artikel 9 Eigen onderzoek

  • 1. In de in deze beleidslijn bepaalde gevallen, zal betrokkene, naast de gebruikelijke/vereiste documenten ten behoeve van de aanvraag, de Bibob-vragenformulieren dienen in te vullen en in te leveren bij het bestuursorgaan

    De Bibob-vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 7a van de wet genoemde vragen en daarnaast aanvullende vragen die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen om het eigen onderzoek te verrichten.

  • 2. Alvorens het eigen onderzoek wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de primair van toepassing zijnde wet- en regelgeving, zoals de Algemene wet bestuursrecht en overige met de aanvraag samenhangende regelgeving.

    Het daarop aansluitende eigen onderzoek bestaat uit een tweetal stappen:

    Stap 1

    Het onderzoek behelst in ieder geval de controle en analyse van:

    • a.

      de door de betrokkene aangereikte informatie/documenten bij de Bibob-vragenformulier(en) (inclusief bijlagen) en de door hem/haar daarbij aangeleverde documenten;

    • b.

      eventuele extra, op verzoek van het bestuursorgaan, door betrokkene overlegde documenten of informatie;

    • c.

      open, half-open en gesloten bronnen onderzoek (zie bijlage 2 behorende bij deze beleidsregel).

    Stap 2

    Aanvullend op de controle en analyse van de (extra) verstrekte informatie als hiervoor genoemd, kan een advies bij het Bureau worden gevraagd.

Artikel 10 Intrekking oude beleidsregel Bibob gemeente Noordoostpolder

De Beleidsregel Bibob gemeente Noordoostpolder, zoals die is vastgesteld op 29 juni 2021 en laatstelijk gewijzigd vastgesteld op 22 november 2022, wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding.

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 juni 2023.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Bibob-beleidsregel gemeente Noordoostpolder.

Ondertekening

Vastgesteld in de collegevergadering van 9 mei 2023.

Het college van burgemeester en wethouder van Noordoostpolder,

de secretaris,

de burgemeester,

Vastgesteld door de burgemeester van Noordoostpolder op 9 mei 2023,

Bijlage 1 Indicatorenlijst behorende bij de beleidsregel Bibob gemeente Noordoostpolder

Indicatoren die aanleiding kunnen vormen tot het toepassen van de wet. Deze indicatorenlijst is niet limitatief, ook andere gronden of nieuwe ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn tot het instellen van een Bibob-onderzoek.

1. Bedrijfsstructuur

Inrichting / organisatie

  • a.

    onduidelijke, ondoorzichtige, a-typische of gecompliceerde organisatiestructuur in relatie tot de aard en omvang van de onderneming;

  • b.

    gebruik stichtingsvorm bij commerciële onderneming;

  • c.

    veel wisselingen in rechtsvorm, functionarissen, aandeelhouders;

  • d.

    het ontbreken van reglementen of statuten;

  • e.

    betrekkingen met extremistische organisaties;

  • f.

    betrokkenheid van buitenlandse ondernemingen en rechtspersonen (zoals Ltd’s, trust’s, etc.);

  • g.

    niet duidelijk wie uiteindelijk verantwoordelijk is of de uiteindelijke zeggenschap heeft of wie de uiteindelijke begunstigde is;

  • h.

    de onderneming biedt infrastructuren aan het illegale circuit, als een dekmantel voor allerlei activiteiten zoals illegaal gokken, illegale prostitutie, mensenhandel/-smokkel, drugshandel, heling, verduistering, wapenhandel, speelautomaten;

  • i.

    melding van schietpartijen, vechtpartijen, harddrugs, illegale prostitutie, illegale personen, drugsdealers;

  • j.

    a-typische of oneigenlijke activiteiten vinden plaats in en rond de inrichting;

  • k.

    heropening van het pand na langere periode van sluiting, eventueel als gevolg van een bestuursrechtelijke herstelsanctie;

  • l.

    functiewijziging van het pand of de inrichting;

  • m.

    ongebruikelijke locatie om de exploitatie van het in de aanvraag vermelde bedrijfstype te starten;

  • n.

    onduidelijk ondernemingsplan;

  • o.

    bedrijf heeft contact met bekende ‘foute bedrijven’;

  • p.

    leidinggevende / beheerder is waarschijnlijk niet de- of niet alleen de in de aanvraag vermelde leidinggevende, waaronder mede begrepen katvanger of stroman;

  • q.

    betrokkene is geen officiële leidinggevende / beheerder;

  • r.

    wijziging in exploitant kort na eerdere vergunningverlening;

  • s.

    betrokkene / exploitant is vaak niet aanwezig;

  • t.

    gedwongen overname van inrichting, bijv. door afpersing of wurgcontract;

  • u.

    geen recent uittreksel uit handelsregister Kamer van koophandel.

2. De financiering

Inrichting

  • a.

    onduidelijke financiering inrichting pand;

  • b.

    weigerachtige houding bij verstrekken boekhouding;

  • c.

    boekhouding aanvankelijk niet op orde;

  • d.

    onduidelijke of ongebruikelijke of contante of anderszins verdachte financiering;

  • e.

    moeilijk of onverklaarbaar eigen of vreemd vermogen;

  • f.

    ongebruikelijke of onnodig complexe financieringsstructuur, zoals financiering uit buitenland (door buitenlandse (rechts-)persoon) of anderszins afwijkend van de gangbare wijze van financiering;

  • g.

    uitkering;

  • h.

    voortzetten verliesgevende onderneming of financiering hiervan door een derde;

  • i.

    slechte of verliesgevende exploitatie van de vorige of andere onderneming;

  • j.

    ongebruikelijke of onduidelijke financiering van de exploitatie;

  • k.

    schijnbaar kleine klandizie en toch hoge omzetten;

  • l.

    betrokkenheid bij onregelmatigheden bij een (eerder) faillissement;

  • m.

    geen bedrijfsplan;

  • n.

    huurder is bonafide maar huurt van een persoon met twijfelachtige integriteit;

  • o.

    zeer hoge waarborgsom vereist of geen waarborgsom terwijl dit in de betreffende markt gelet op kredietrisico of de hoogte van de verplichtingen, gebruikelijk is;

  • p.

    extreem hoge / lage huur, ongebruikelijke betaalperiode, ongebruikelijke betalingswijze huurpenningen (bijvoorbeeld contant of in natura);

  • q.

    ongebruikelijke hoge of lage goodwill of overnamesom;

  • r.

    betrokkene heeft veel panden in bezit, of veel panden in korte tijd in bezit verworven;

  • s.

    onduidelijke of ongebruikelijke financiering van de panden.

3. Omstandigheden in de persoon van de betrokkene

Persoon betrokkene / exploitant:

  • a.

    problemen met identificatie, alleen origineel is rechtsgeldig;

  • b.

    exploitant / beheerder zelden aanwezig in de inrichting;

  • c.

    minder voor de hand liggende personen vragen vergunning aan;

  • d.

    minder voor de hand liggende aanvraag voor deze betrokkene;

  • e.

    betrokkene heeft geen ervaring in de branche, kwalificaties/vakkennis;

  • f.

    antecedenten in relatie tot de openbare orde, zoals heling, drugs, wapens of geweld;

  • g.

    betrokkene wordt vergezeld door een lijfwacht, privéchauffeur of gecontroleerd door een branchevreemde adviseur/jurist of door een andere derde die een leidende rol lijkt te hebben;

  • h.

    betrokkene maakt gebruik van een niet integere derde als adviseur

  • i.

    betrokkene of financier of leidinggevende of verhuurder of zakenpartner of vorige vergunninghouder of locatie is bekend uit het criminele circuit of er zijn aanwijzingen van (betrokkenheid bij) criminaliteit;

  • j.

    aan betrokkene is al vaker een vergunning geweigerd;

  • k.

    betrokkene is eigenaar of is werkzaam in een risicocategorie/aandachtsgebied;

  • l.

    weigerachtige houding of problemen om Bibob-formulier in te vullen of Bibob-formulier onvolledig ingevuld;

  • m.

    formulieren onvolledig ingevuld;

  • n.

    "verdacht" of tot recent onbekend woonadres, alleen postbus als correspondentieadres, gevangenis en veel mensen op één adres;

  • o.

    betrokkene is een buitenlandse rechtspersoon.

4. Algemeen geldende-en beleidsindicatoren

Inrichting ligt in:

  • a.

    een kwetsbare wijk, opeenstapeling van probleeminrichtingen;

  • b.

    een vastgesteld geografisch aandachtsgebied;

  • c.

    een vastgesteld aandachtsgebied, waaronder begrepen branche.

Er is sprake van:

  • a.

    bedreiging behandelend ambtenaar;

  • b.

    valsheid in geschrifte bij aanvraag;

  • c.

    fraude, zoals valse diploma's, id-papieren of huurcontracten;

  • d.

    mishandeling, bedreiging van ambtenaar;

  • e.

    steekpenningen, omkoping van ambtenaar.

Mogelijk samengestelde indicatoren voor een Bibob -aanvraag:

  • a.

    uitkering en geen bankgarantie voor de investering;

  • b.

    uitkering en geen bedrijfsplan;

  • c.

    onduidelijke financiering en extreem hoge of lage huur;

  • d.

    slechte beheersing Nederlandse taal en identificatieproblemen;

  • e.

    geen bedrijfsplan en a-typische aanvraag.

Risicocategorieën/aandachtsgebieden:

  • a.

    inrichtingen waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet:

    • i.

      logies worden verstrekt, waaronder begrepen hotels, kamerverhuurbedrijven, pensions, of;

    • ii.

      dranken worden geschonken, waaronder begrepen horecabedrijven, of

    • iii.

      rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt;

  • b.

    slijtersbedrijven als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet;

  • c.

    voor het publiek toegankelijke, besloten ruimten waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen worden verricht, seksuele diensten worden aangeboden of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden, zoals prostitutiebedrijven, darkrooms, seksbioscopen, sekswinkels, erotische massagesalons;

  • d.

    een natuurlijke persoon, een groep van natuurlijke personen of een rechtspersoon die bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen verricht of seksuele diensten aanbiedt in een andere ruimte dan de bedrijfsruimte, zoals escortbedrijven;

  • e.

    inrichtingen die in het maatschappelijk verkeer worden aangeduid als coffeeshops, smartshops, headshops of growshops ongeacht of e.e.a. voor directe consumptie ter plaatse of consumptie elders wordt verstrekt;

  • f.

    inrichtingen die zijn bestemd om het publiek de gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onderdeel b van de Wet op de kansspelen, waaronder begrepen speelautomatenhallen en gamecenters;

  • g.

    afvalbewerkings- en verwerkingsbedrijven;

  • h.

    wisselkantoren;

  • i.

    kap-, massage- en nagelsalons;

  • j.

    cadeauwinkels;

  • k.

    belwinkels;

  • l.

    internetcafés;

  • m.

    niet-geregistreerde uitzendbureaus;

  • n.

    transportondernemingen;

  • o.

    autohandel, waaronder begrepen verkoop en verhuur;

  • p.

    autospuiterijen en autoherstelbedrijven/inrichtingen;

  • q.

    jachthavens;

  • r.

    transformatie kantoorpanden;

  • s.

    autodemontagebedrijven;

  • t.

    sloopbedrijven;

  • u.

    fitnessbedrijven en sportscholen;

  • v.

    vechtsportgala’s

  • w.

    zonnestudio’s, beauty-, wellness- en saunabedrijven;

  • x.

    im- en exportbedrijven;

  • y.

    vastgoedbedrijven;

  • z.

    zonne- en windparken c.a.;

  • aa.

    energiebedrijven;

  • bb.

    zand- grind en kleiwinning;

  • cc.

    mestverwerking;

  • dd.

    bedrijfsverzamelgebouwen;

  • ee.

    oud ijzerhandel;

  • ff.

    bedrijven werkzaam in het Sociaal Domein, zoals zorgaanbieders, aanbieders hulmiddelen, zorgboerderijen, zorgbureau’s;

  • gg.

    huisvesting ander woongebruik van een woning

  • hh.

    asbestverwijdering;

  • ii.

    paardensport en hieraan gerelateerde bedrijven;

  • jj.

    kunst- en antiekhandel;

  • kk.

    inrichtingen waar vuurwerk wordt opgeslagen, of anderszins actief zijn in de vuurwerkbranche;

  • ll.

    inrichtingen die actief zijn in bodemsanering en grondverzet;

  • mm.

    vrijplaatsen, waaronder mede begrepen locaties waar of groepen waartegen een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij aanwijzingen bestaan voor het aanwezig zijn van strafbare gedragingen waaronder fraude, fiscale fraude en waarbij gesproken kan worden van handhavingsknelpunten. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaal-culturele hindernis;

  • nn.

    categorieën die een sterke relatie hebben met bovenstaande categorieën, zoals wonen boven een sportschool;

  • oo.

    bij afzonderlijk besluit aangewezen branches of sectoren.

Bijlage 2 behorende bij de beleidsregel Bibob gemeente Noordoostpolder

Met onderzoek in open, half-open en gesloten bronnen, wordt onder meer onderzoek in de volgende bronnen bedoeld:

  • a.

    internet en internet fora;

  • b.

    nieuwsgroepen;

  • c.

    kranten en tijdschriften;

  • d.

    telefoongids / gouden gids;

  • e.

    bestemmingsplannen;

  • f.

    informatie zoals deze binnen de gemeente aanwezig is;

  • g.

    publiekelijk beschikbare databanken;

  • h.

    de aard van de gegevens uit formele aanvraagformulieren;

  • i.

    registers Kamer van Koophandel;

  • j.

    handhavingsdocumenten;

  • k.

    centraal insolventieregister;

  • l.

    belastingdienst;

  • m.

    Geoplaza (gemeentelijk geografisch systeem);

  • n.

    Kadaster;

  • o.

    Hypotheekregister;

  • p.

    justitiële informatie en informatie afkomstig van de politie;

  • q.

    Bibob-register;

  • r.

    informatie afkomstig van andere rechtspersonen met een overheidstaak en andere bestuursorganen.