Regeling vervallen per 10-04-2024

Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Maashorst 2023

Geldend van 12-05-2023 t/m 09-04-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Maashorst 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maashorst;

overwegende dat kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en 6 weken door peuteropvang en Voorschoolse Educatie een goede start kunnen maken en eventuele achterstanden kunnen worden tegengegaan;

gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Maashorst 2022.

BESLUIT

vast te stellen:

de Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Maashorst 2023.

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1.1. Begripsomschrijvingen

  • Aanbieder/houder: de houder als bedoeld in artikel 1 van de Wet Kinderopvang, die een kindercentrum exploiteert;

  • ASV: Algemene Subsidieverordening gemeente Maashorst 2022;

  • College: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Maashorst

  • Fiscaal uurtarief: maximaal uurtarief dat de Belastingdienst hanteert voor de vergoeding van de kosten voor kinderopvang (peuteropvang).

  • Gemeentelijk peutertarief: Is het tarief per uur voor de peuteropvang in de gemeente Maashorst. Het peutertarief dekt de kosten voor: het voldoen aan alle wettelijke eisen, de uitvoering van activiteiten, materialen, coördinatie en managementuren, taakuren voor signalering en oudergesprekken, scholing en professionalisering, de personele inzet en huisvesting;

  • Inkomensverklaring: de Verklaring Geregistreerd Inkomen (voorheen IB-60 formulier), een officiële verklaring van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar;

  • Kinderopvangtoeslag (KOT): een tegemoetkoming van het Rijk die wordt uitgekeerd aan werkende of studerende ouder(s) van wie de kinderen naar de kinderopvang gaan;

  • KOP tarief: tarief dat de gemeente bovenop het fiscaal tarief compenseert;

  • Landelijk register: in het landelijk register kinderopvang staan de geregistreerde kinderopvangvoorzieningen opgenomen, zoals bedoeld in artikel 1.47 b Wet kinderopvang;

  • Minima: Ouder(s) uit de gemeente Maashorst met een laag inkomen (minder dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm);

  • Ouderbijdrage: inkomensafhankelijke financiële bijdrage die de ouder(s)/verzorger(s) aan de aanbieder moeten betalen voor de deelname van hun peuter aan peuteropvang en peuteropvang met Voorschoolse Educatie;

  • Ouder(s): ouder(s), voogd(en) of verzorger(s) van de peuter.

  • Overdrachtsformulier: het formulier dat gebruikt wordt door de peuteropvang om informatie, die is opgenomen in het kindvolgsysteem, over te dragen aan de basisschool;

  • Peuter

    • -

      Peuter: Kind in de leeftijd tussen 2 en 4 jaar en 6 weken oud die ingeschreven staat in de gemeente Maashorst.

    • -

      Niet-geïndiceerde peuter: kind in de leeftijd tussen 2 en 4 jaar en 6 weken oud, uit de gemeente Maashorst, zonder indicatie voor Voorschoolse Educatie die gebruik maakt van peuteropvang van maximaal 8 uur per week, 40 weken;

    • -

      Geïndiceerde peuter: kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en 6 weken oud, uit de gemeente Maashorst, met een risico op (taal)achterstand, waarvoor de GGD een indicatie voor Voorschoolse Educatie heeft afgegeven en die daardoor in aanmerking komt voor Voorschoolse Educatie van maximaal 16 uur per week, 40 weken;

  • Peutermonitor: dashboard waarop gecertificeerde voorschoolse voorzieningen de voor subsidieverstrekking benodigde peutergegevens invoeren.

  • Peuteropvang: opvang voor peuters in de gemeente Maashorst, gericht op de ontwikkeling van kinderen, met korte dagdelen (4 uur), horizontale groepen en 40 weken aanbod. De peuteropvang dient geregistreerd te staan in het Landelijk Register Kinderopvang.

  • Voorschoolse Educatie (VE): is een programma voor peuters waarin op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van peuters op het gebied van rekenen, taal en motoriek en op het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • Voorschoolse Educatie tarief (VE-tarief): Het subsidie uurtarief dat de gemeente hanteert bij het berekenen van de subsidie per geïndiceerde peuter;

  • Verzamelinkomen: door de Belastingdienst gehanteerde term voor het jaarinkomen uit box1, box2 en box3 verminderd met de aftrekposten. Het betreft hier het jaarinkomen van het hele gezin;

  • VNG-adviestabel: een door VNG jaarlijks uitgegeven tabel om voor de gesubsidieerde peuteropvang een inkomensafhankelijke ouderbijdrage vast te stellen;

  • Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE): een afkorting voor, voor- en vroegschoolse educatie als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang.

Artikel 1.2. Doel van de regeling

Het doel van deze regeling is dat peuters gebruik kunnen maken van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van peuteropvang en Voorschoolse Educatie in de gemeente Maashorst. Waarbij ouder(s) worden gestimuleerd hun kind te laten deelnemen aan een voorschoolse voorziening, zodat er gelijke en optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en 6 weken in de gemeente zijn

Hoofdstuk 2. Vijf soorten tegemoetkomingen

Deze subsidieregeling kent vijf soorten tegemoetkomingen, die worden in de volgende paragrafen nader toegelicht.

  • 1.

    Tegemoetkoming peuteropvang voor peuters waarvan de ouder(s) géén recht hebben op kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst (paragraaf 2).

  • 2.

    Tegemoetkoming peuteropvang voor peuters waarvan de ouder(s) recht hebben op kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst (paragraaf 3).

  • 3.

    Tegemoetkoming Voorschoolse Educatie voor peuters waarvan de ouder(s) géén recht hebben op Kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst (paragraaf 4).

  • 4.

    Tegemoetkoming Voorschoolse Educatie voor peuters waarvan de ouder(s) recht hebben op Kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst (paragraaf 5).

  • 5.

    Tegemoetkoming peuteropvang en Voorschoolse Educatie voor peuters waarvan de ouder(s) een inkomen lager dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm hebben (paragraaf 6).

Paragraaf 2. Tegemoetkoming peuteropvang voor peuters waarvan de ouder(s) géén recht hebben op kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst.

Artikel 2.1. Doelgroep

  • 1. De tegemoetkoming is voor peuters die geen gebruik maken van een andere groepsgerichte voorschoolse voorziening, zoals kinderdagverblijf;

  • 2. De tegemoetkoming is voor peuters waarvan de ouder(s) met één of meer peuter(s), zonder recht op kinderopvangtoeslag, aangetoond bij de peuteropvang door middel van een inkomensverklaring (voorheen IB60 formulier) op te vragen bij de Belastingdienst;

  • 3. De tegemoetkoming is bedoeld voor deelnemende peuters in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar en 6 weken uit de gemeente Maashorst aan peuteropvang;

Artikel 2.2. De bekostiging

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming is het verschil tussen het gemeentelijke peutertarief en de netto ouderbijdrage en wordt rechtstreeks door de gemeente aan de peuteropvang beschikbaar gesteld;

  • 2. Bij de berekening van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage wordt gebruik gemaakt van de voor dat jaar geldende ‘VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang’;

  • 3. De ouderbijdrage wordt geïnd door de houder van peuteropvang;

  • 4. De tegemoetkoming is per peuter, per afgenomen uur peuteropvang;

  • 5. De tegemoetkoming omvat maximaal 8 uur per week peuteropvang verdeeld over 2 dagdelen gedurende 40 weken per jaar;

  • 6. Het gemeentelijk peutertarief dekt de kosten voor: het voldoen aan alle wettelijke eisen, de uitvoering van activiteiten, materialen, coördinatie en managementuren, taakuren voor signalering en oudergesprekken, scholing en professionalisering, de personele inzet en huisvesting.

  • 7. Het landelijk fiscaal tarief wordt jaarlijks gebruikt voor het vaststellen van het gemeentelijk peutertarief.

Paragraaf 3.2. Tegemoetkoming peuteropvang voor peuters waarvan de ouder(s) recht hebben op kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst

Artikel 3.1. Doelgroep

  • 1. De tegemoetkoming is voor peuters die geen gebruik maken van een andere groepsgerichte voorschoolse voorziening, zoals kinderdagverblijf;

  • 2. De tegemoetkoming is voor peuters waarvan de ouder(s) recht hebben op kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst;

  • 3. De tegemoetkoming wordt uitsluitend verstrekt voor deelnemende peuters in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar en 6 weken uit de gemeente Maashorst aan peuteropvang;

Artikel 3.2. De bekostiging

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming is het verschil tussen het gemeentelijk peutertarief en het fiscaal uurtarief voor peuteropvang en wordt rechtstreeks door de gemeente aan de peuteropvang beschikbaar gesteld;

  • 2. De tegemoetkoming wordt verstrekt per kind per afgenomen uur peuteropvang;

  • 3. De tegemoetkoming omvat maximaal 8 uur per week peuteropvang verdeeld over 2 dagdelen gedurende 40 weken per jaar;

  • 4. Het gemeentelijk peutertarief dekt de kosten voor het voldoen aan alle wettelijke eisen, de uitvoering van activiteiten, materialen, coördinatie en managementuren, taakuren voor signalering en oudergesprekken, scholing en professionalisering, de personele inzet en huisvesting;

  • 5. Het landelijk fiscaal tarief wordt jaarlijks gebruikt voor het vaststellen van het gemeentelijk peutertarief.

    Tabel 1: subsidie peuteropvang

    Peuters in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar en 6 weken in de gemeente Maashorst.

    Uurtarief tot en met 8 uur per week (niveau 2023) met een maximum van 320 uur per jaar

    Ouder(s) hebben geen recht op kinderopvangtoeslag

    € 10,13 per uur minus ouderbijdrage (VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang)

    Ouder(s) hebben wel recht op kinderopvangtoeslag

    € 10,13 per uur minus fiscaal uurtarief € 9,12 = € 1,01

Paragraaf 4. Tegemoetkoming Voorschoolse Educatie voor peuters waarvan de ouder(s) géén recht hebben op Kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst.

Artikel 4.1. Doelgroep

  • 1. De tegemoetkoming is voor een geïndiceerde peuter waarvan de ouder(s) zonder recht op kinderopvangtoeslag, aangetoond bij de peuteropvang door middel van een inkomensverklaring (voorheen IB-60 formulier) op te vragen bij de belastingdienst;

  • 2. De tegemoetkoming is voor deelnemende peuters in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar en 6 weken uit de gemeente Maashorst met een VE-indicatie afgegeven door de GGD Hart voor Brabant;

  • 3. De tegemoetkoming is voor peuters die deelnemen aan peuteropvang waarbij gewerkt wordt met een Voorschools Educatie programma;

Artikel 4.2. De bekostiging

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming voor de 1ste 8 uur is het verschil tussen het gemeentelijk bepaalde VE-tarief en de netto ouderbijdrage en wordt rechtstreeks door de gemeente aan de peuteropvang beschikbaar gesteld;

  • 2. De hoogte van de tegemoetkoming voor de 2de 8 uur is het VE-tarief en wordt rechtstreeks door de gemeente aan de peuteropvang beschikbaar gesteld;

  • 3. Bij de 1ste 8 uur per week voor Voorschoolse Educatie wordt voor de berekening van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage gebruik gemaakt van de voor dat jaar geldende ‘VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang’;

  • 4. Bij de berekening over de 2de 8 uur per week voor Voorschoolse Educatie wordt geen ouderbijdrage geïnd;

  • 5. De tegemoetkoming is per peuter, per afgenomen uur peuteropvang met Voorschoolse Educatie;

  • 6. De tegemoetkoming omvat maximaal 16 uur per week peuteropvang met Voorschoolse Educatief aanbod verdeeld over minimaal 4 dagdelen per week gedurende 40 weken per jaar.

  • 7. Het VE-peutertarief dekt de kosten voor: het voldoen aan alle wettelijke eisen, de uitvoering van activiteiten, materialen, coördinatie en managementuren, taakuren voor signalering en oudergesprekken, scholing en professionalisering, de personele inzet en huisvesting;

  • 8. Het landelijk fiscaal tarief wordt jaarlijks gebruikt voor het vaststellen van het gemeentelijk VE-peutertarief.

Paragraaf 5: Tegemoetkoming Voorschoolse Educatie voor peuters waarvan de ouder(s) recht hebben op Kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst.

Artikel 5.1. Doelgroep

  • 1. De tegemoetkoming is voor geïndiceerde peuters waarvan ouder(s) gebruik kunnen maken van de kinderopvangtoeslag vanuit de Belastingdienst;

  • 2. De tegemoetkoming is voor deelnemende van peuters in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar en 6 weken uit de gemeente Maashorst met een Voorschoolse Educatie indicatie afgegeven door de GGD Hart voor Brabant;

  • 3. De tegemoetkoming is voor peuters die deelnemen aan peuteropvang waarbij gewerkt wordt met een Voorschools Educatie programma.

Artikel 5.2. De bekostiging

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming voor de 1ste 8 uur is het verschil tussen het gemeentelijk VE-tarief en het fiscaal uurtarief dat het Rijk hanteert voor peuteropvang en wordt rechtstreeks door de gemeente aan de peuteropvang beschikbaar gesteld;

  • 2. De hoogte van de tegemoetkoming voor de 2de 8 uur is maximaal het gemeentelijk VE-tarief en wordt rechtstreeks door de gemeente aan de peuteropvang beschikbaar gesteld;

  • 3. De tegemoetkoming omvat maximaal 16 uur per week peuteropvang met Voorschoolse Educatie verdeeld over minimaal 4 dagdelen per week gedurende 40 weken per jaar;

  • 4. Het VE-peutertarief dekt de kosten voor: het voldoen aan alle wettelijke eisen, de uitvoering van activiteiten, materialen, coördinatie en managementuren, taakuren voor signalering en oudergesprekken, scholing en professionalisering, de personele inzet en huisvesting;

  • 5. Het landelijk fiscaal tarief wordt jaarlijks gebruikt voor het vaststellen van het gemeentelijk VE-peutertarief.

    Tabel 2: Subsidie peuteropvang voor peuters met een indicatie voor Voorschoolse Educatie

    Peuters in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar en 6 weken in de gemeente Maashorst.

    VE-tarief 1ste 8 uur per week (niveau 2023)

    VE-tarief2de 8 uur per week (niveau 2023)

    Ouder(s) hebben geen recht op kinderopvangtoeslag

    € 12,06 gemeentelijk Voorschools Educatie uurtarief minus ouderbijdrage (VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang)

    € 12,06 per uur

    Ouder(s) hebben wel recht op kinderopvangtoeslag

    € 12,06 gemeentelijk VE-tarief minus fiscaal uurtarief €9,12 = €2,94

    € 12,06 per uur

Paragraaf 6. Tegemoetkoming peuteropvang en Voorschoolse Educatie voor peuters waarvan de ouder(s) een inkomen lager dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm hebben

Artikel 6.1. Peuteropvang voor minima.

  • 1. De ouderbijdrage peuteropvang wordt voor maximaal 2 dagdelen per week vergoed;

  • 2. De ouderbijdrage (die resteert na aftrek van kinderopvangtoeslag belastingdienst en gemeentelijke subsidie aan peuteropvang) wordt uitbetaald na inlevering van facturen.

    Tabel 3: subsidie peuteropvang minima

    Peuters in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar en 6 weken.

    Uurtarief tot en met 8 uur per week (niveau 2023) met een maximum van 320 uur per jaar

    Uitbetaald aan

    Ouder(s) hebben geen recht op kinderopvangtoeslag

    € 10,13 per uur

    Peuteropvang

    Ouder(s) hebben wel recht op kinderopvangtoeslag

    € 10,13 per uur minus fiscaal uurtarief

    Plus

    Fiscaal tarief (2023: € 9,12) minus ontvangen kinderopvangtoeslag

    Peuteropvang

    Ouder(s)

Artikel 6.2. Peuteropvang met VE voor minima.

  • 1. De ouderbijdrage peuteropvang met VE wordt voor maximaal 4 dagdelen per week vergoed;

  • 2. De ouderbijdrage (die resteert na aftrek van kinderopvangtoeslag belastingdienst of gemeentelijke subsidie aan peuteropvang) wordt uitbetaald na inlevering van facturen.

    Tabel 4 subsidie peuteropvang Minima

    Peuters in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar en 6 weken.

    VE-tarief (niveau 2023)

    Uitbetaald aan

    Ouder(s) hebben geen recht op kinderopvangtoeslag

    € 12,06 gemeentelijk Voorschools Educatie uurtarief voor max. 4 dagdelen per week.

    Peuteropvang

    Ouder(s) hebben wel recht op kinderopvangtoeslag

    1ste 8 uur:

    € 12,06 minus € 9,12 = €2,94

    Plus: Gemeentelijk tarief

    € 12,06 minus ontvangen kinderopvangtoeslag belastingdienst

    2de 8 uur: € 12,06

    Peuteropvang

    Ouder(s)

    Peuteropvang

Hoofdstuk 3. Uitzondering voor peuters ouder dan 4 jaar en 6 weken.

Een tegemoetkoming voor peuters ouder dan 4 jaar en 6 weken is mogelijk indien:

  • 1.

    Er een schriftelijke aanvraag is gedaan middels het aanvraagformulier bij de gemeente en dient te bestaan uit:

    • a)

      Naam en achternaam

    • b)

      Geboortedatum

    • c)

      Startdatum peuteropvang of VE

    • d)

      Locatie peuteropvang of VE

    • e)

      Reden van verlenging

    • f)

      Periode van aanvraag verlenging

  • 2.

    De peuter geboren is in december en het tot aan de kerstvakantie in de groep blijft;

  • 3.

    De peuter geboren is in de maanden mei, juni of juli en tot met de zomervakantie in de groep blijft.

Hoofdstuk 4. Ouderbijdrage

  • 1.

    De hoogte van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage wordt door de peuteropvang bepaald op basis van het verzamelinkomen van het voorgaande kalenderjaar volgens VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang. Ten behoeve van de vaststelling van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vragen de ouder(s) een inkomensverklaring (IB60 formulier) aan bij de Belastingdienst en leveren deze in bij de aanbieder zodat deze kan vaststellen dat de ouder(s) geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

    • a)

      Indien ouder(s) door wijzigingen in de inkomens- of gezinssituatie in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag dient de ouder dit per omgaande te melden bij de aanbieder. De aanbieder past hierop het contract aan en verwerkt de wijziging in de halfjaargegevens en verantwoording aan de gemeente.

    • b)

      Wanneer een verlaging van het inkomen zodanig is dat ouder(s) in een lagere inkomenscategorie valt, kan de ouder een aanvraag tot herziening van de ouderbijdrage indienen bij de aanbieder. Hierbij dient de ouder de meest recente loongegevens, uitkeringsbeschikking of meest recente inkomensverklaring (IB60 formulier) aan te leveren.

Hoofdstuk 5. Voorwaarden

Een tegemoetkoming wordt uitsluitend verstrekt indien:

  • a.

    De peuter ingeschreven staat in de gemeente Maashorst;

  • b.

    De peuter in de leeftijd is van 2 tot 4 jaar en 6 weken;

  • c.

    De peuteropvang wordt in separate groepen aangeboden naast bijvoorbeeld kinderdagopvang;

  • d.

    De peuters die gebruik maken van de peuteropvang en/of het voorschools aanbod in de peutermonitor worden geregistreerd door de opvangorganisatie. De opvangorganisatie dient per kwartaal de gegevens in de peutermonitor te verantwoorden;

  • e.

    De opvangorganisatie uitvoering geeft aan peuteropvang en Voorschoolse Educatie conform de wettelijke kwaliteitseisen die daarvoor gelden.

Hoofdstuk 6. Aanvraag en vaststelling subsidie

  • 1.

    Op deze subsidieregeling is de ‘Algemene Subsidieverordening gemeente Maashorst 2022’ van toepassing. Dit betekent dat de aanvraag – en vaststellingsprocedure conform deze verordening worden uitgevoerd;

  • 2.

    Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door de aanbieder van een peuteropvang die is gevestigd in de gemeente Maashorst en is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang als gecertificeerde opvang;

  • 3.

    De subsidie wordt jaarlijks vóór 1 september voorafgaand aan het subsidiejaar aangevraagd met gebruikmaking van het aanvraagformulier peuteropvang en VE.

  • 4.

    De subsidie aanvraag gebeurt op basis van daadwerkelijke aantallen peuters en daadwerkelijk afgenomen uren op basis van de vastgestelde subsidie van het voorafgaande jaar.

  • 5.

    Indien het een nieuwe aanbieder betreft levert deze een onderbouwde inschatting van de deel te nemen peuters en af te nemen aantal uren. Tussentijds gedurende het kalenderjaar instromen als aanbieder is niet mogelijk;

  • 6.

    De subsidie voor het jaar 2023 dient voor 1 juli 2023 te worden aangevraagd, dit in afwijking van artikel 7 lid 1 van de ASV;

  • 7.

    De voorlopige subsidie wordt per kwartaal op basis van voorschotten uitbetaald;

  • 8.

    De vaststelling en verantwoording vinden na afloop van het kalenderjaar en voor juli van het lopende jaar plaats. Hiertoe levert de aanbieder de gegevens vanuit de Peutermonitor aan. Dit betreft:

    • a)

      Aantal peuters dat daadwerkelijk naar de peuteropvang is geweest (per locatie en in het totaal);

    • b)

      Aantal peuters per categorie (met/zonder VE, met/zonder KOT en minima)

    • c)

      Aantal uren peuteropvang dat is afgenomen (met /zonder VE, met/zonder KOT en minima);

    • d)

      Opbrengst ouderbijdragen (met/zonder VE, met/zonder KOT en minima);

    • e)

      Aantal kinderen ouder dan 4 jaar en 6 weken;

  • 9.

    Het college kan de gegevens bedoeld in het vorige lid bij de ontvanger opvragen of de administratie van de aanbieder steekproefsgewijs controleren op juiste naleving van de voorwaarden in deze subsidieregeling;

  • 10.

    Indien bij vaststelling blijkt dat er sprake is van minder of meer afgenomen VE- of reguliere peuteruren dan wordt het te weinig of te veel aan verleende subsidie dan wel teruggevorderd of toegekend.

Hoofdstuk 7. Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 9 van de ASV kan het college weigeren een subsidie te verlenen of een subsidie in te trekken, indien door de toezichthouder van de GGD één of meer overtredingen zijn geconstateerd van de belangrijkste voorwaarden uit het ‘Besluit Basisvoorwaarden kwaliteit en voorschoolse educatie’.

Tevens kan het college weigeren een subsidie te verlenen of een subsidie in te trekken, indien niet wordt voldaan aan één of meerdere onderdelen van de aanvullende verplichtingen en kwaliteitseisen uit hoofdstuk 8.

Hoofdstuk 8. Aanvullende verplichtingen en kwaliteitseisen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 11 van de ASV en de wettelijke eisen voor peuteropvang en Voorschoolse Educatie zijn de volgende aanvullende verplichtingen van toepassing:

  • a)

    De aanbieder zorgt in het geval van geïndiceerde peuter voor een ‘warme’ overdracht naar de basisschool en met betrekking tot reguliere peuters voor een overdracht;

  • b)

    De aanbieder maakt voor iedere peuter die naar de basisschool gaat, gebruik van een overdrachtsformulier;

  • c)

    De aanbieder stimuleert maximale deelname (16 uur per week) aan Voorschoolse Educatie;

  • d)

    De aanbieder zorgt dat de groepen op de Voorschoolse Educatie-locaties zo veel mogelijk zijn samengesteld uit reguliere én geïndiceerde peuters;

  • e)

    De aanbieder geeft aantoonbaar invulling aan het stimuleren van ouderbetrokkenheid en geeft ouder(s) handvatten en materialen mee om thuis delen van het Voorschoolse Educatie-programma voort te kunnen zetten;

  • f)

    De aanbieder voert regelmatig en aanvullend op de reguliere momenten, oudergesprekken met ouder(s) om ouderbetrokkenheid te stimuleren;

  • g)

    De aanbieder is actief deelnemer aan door de gemeente geïnitieerde overleggen;

  • h)

    De aanbieder werkt actief samen met partners in de gemeente zoals onderwijs, welzijn, etc.;

  • i)

    De aanbieder werkt actief aan het signaleren van ontwikkelingsproblematiek en betrekt zo nodig de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau en andere preventie partners om ondersteuning te bieden aan de peuters die het nodig hebben;

  • j)

    De aanbieder geeft informatie en advies aan ouders over taal en ondersteunende activiteiten;

  • k)

    De aanbieder zorgt dat de (nog op te stellen) resultaatafspraken Voorschoolse Educatie worden nagevolgd.

  • l)

    De aanbieder heeft haar administratie van de peuteropvang transparant gescheiden van de administratie van kinderdagopvang of andere opvangsoorten die zij ook biedt.

  • m)

    De aanbieder informeert de ouder(s) indien er wijzigingen zijn in wet- en regelgeving.

  • n)

    De aanbieder wijst ouder(s) op de mogelijkheden voor het aanvragen van kinderopvangtoeslag.

Hoofdstuk 9. Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of aanbieder leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Hoofdstuk 10. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2023.

    Reeds ingediende subsidieaanvragen worden getoetst aan de nieuwe subsidieregeling.

  • 2.

    De Subsidieregeling peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie Uden 2020 wordt ingetrokken.

Hoofdstuk 11. Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Maashorst 2023’.

Ondertekening

Maashorst, 2 mei 2023

Burgemeester en wethouders van de gemeente Maashorst,

de secretaris,

J.A.G.M. van Aaken

de burgemeester,

M.J.D. Donders-de Leest (wnd.)