Uitvoeringsregeling subsidie versterking en verduurzaming van regionale Techniek- en Technologiecampussen Noord-Holland 2023

1. Subsidie wordt verstrekt aan de aanjagende organisatie.

2. Bij de uitvoering van de activiteiten zijn ten minste twee onderwijsinstellingen voor middelbaar en hoger beroepsonderwijs, één bedrijf en één overheidsinstantie betrokken.

3. Voor zover de rechtspersoon een eigen ondernemingsdoel heeft, geldt voor subsidiabele activiteiten vanwege staatssteunregels een extra verplichting als opgenomen in artikel 13, eerste lid, onder d.

1. De subsidiabele activiteit wordt voor ten minste 20% gefinancierd door het bedrijfsleven.

2. Bij de berekening van de financiering door het bedrijfsleven kunnen personeelskosten worden opgevoerd tot een maximum uurtarief van € 80,- bruto.

1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen de periode van 16 mei 2023 vanaf 9:00 uur tot en met 27 september 2023 voor 17:00 uur.

2. Een aanvraag die buiten de in het eerste lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de hoogste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

4. Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

1. Subsidie wordt verstrekt voor:

• a.

  de kosten die direct samenhangen met de uitvoering van de activiteit;

• b.

  het opstellen van een controleverklaring over de getrouwheid van het financiële verslag over de subsidiabele activiteiten door een accountant.

2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van huisvesting en inrichting.

1. De subsidie bedraagt voor de activiteiten genoemd onder artikel 3 maximaal 30 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 200.000;

2. Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

3. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

4. Bij subsidies van minder dan € 10.000,- wordt volstaan met subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening.

1. Aan de aanjagende organisatie, als genoemd in bijlage 2 die een aanvraag indient bij de nationale regeling “Opschaling duurzame Publiek-Private Samenwerking in het Beroepsonderwijs” van de Rijksdienst voor het Ondernemen, kan voor de dekking van de hogere begroting eenmalig maximaal € 50.000,- subsidie extra worden verstrekt.

2. Om in aanmerking te komen voor de subsidie als genoemd in het eerste lid gebruikt de aanjagende organisatie de via deze uitvoeringsregeling verleende subsidie als financiële inbreng op de begroting van de activiteit waarvoor de aanvraag bij de Rijksdienst voor het Ondernemen wordt aangevraagd.

3. De subsidie wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat de subsidieontvanger voor of bij het verzoek om vaststelling aantoont dat de Rijksdienst voor het Ondernemen een subsidie heeft verstrekt.

1. Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

• a.

  de subsidieontvanger is bereid om de plannen en de resultaten te presenteren in de Leer- en Adviescommissie;

• b.

  de subsidieontvanger is bereid om jaarlijks op een openbare bijeenkomst en via een publicatie de activiteiten te presenteren en publiceren;

• c.

  de opgedane kennis en knowhow en de netwerkbijeenkomsten zijn voor een ieder toegankelijk;

• d.

  voor zover de rechtspersoon een eigen ondernemingsdoel heeft en er zowel economische als niet-economische activiteiten worden verricht, wordt voor de financiering, kosten en inkomsten van elk soort activiteit een gescheiden boekhouding gevoerd, op basis van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen beginselen van kostprijsadministratie.

2. In de beschikking tot subsidieverlening wordt een termijn gesteld om de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit af te ronden, van bij voorkeur twee maar uiterlijk drie jaar na subsidieverlening.

1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

2. Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

2. Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2024.

3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie versterking en verduurzaming van regionale techniek- en technologiecampussen Noord-Holland 2023.