Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tholen houdende regels omtrent de raadscommissies (Verordening op de raadscommissies gemeente Tholen 2023)

Geldend van 03-05-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tholen houdende regels omtrent de raadscommissies (Verordening op de raadscommissies gemeente Tholen 2023)

De raad van de gemeente Tholen;

gelezen het voorstel van de fractievoorzitters d.d. 8 februari 2023;

gelet op artikel 16 en 82 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Bestuurszaken d.d. 13 april 2023;

b e s l u i t :

de Verordening op de raadscommissies gemeente Tholen 2023 als volgt vast te stellen:

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tholen houdende regels omtrent de raadscommissies (Verordening op de raadscommissies gemeente Tholen 2023)

Hoofdstuk 1 – Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • wet: Gemeentewet.

Hoofdstuk 2 – Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2. Instelling raadscommissies

De raad stelt de volgende raadcommissies in:

  • a.

    de commissie Bestuurszaken;

  • b.

    de commissie Samenleving;

  • c.

    de commissie Ruimte.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie:

  • a.

    brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

  • b.

    kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

  • c.

    voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen, bedoeld onder a.

Artikel 4. Samenstelling; benoeming

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit ten minste één en maximaal twee commissieleden per fractie. Fracties die met vier of meer leden in de gemeenteraad vertegenwoordigd zijn, kunnen twee leden per commissie aanwijzen.

  • 2. Als lid van de commissie Bestuurszaken wordt door de fracties in elk geval de fractievoorzitter aangewezen.

  • 3. De commissieleden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 4. Zowel raadsleden als niet-raadsleden kunnen lid zijn. De artikelen 10 tot en met 15 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op de commissieleden die geen raadslid zijn. De leden dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen voor de gemeenteraad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie. Uitzondering is dat vanaf één jaar voor de verkiezingen tot aan de verkiezingen ook andere inwoners door een fractie als burgercommissielid van de commissie Ruimte en Samenleving kunnen worden aangewezen die niet op de kandidatenlijst van een fractie stonden. Dit is maximaal één persoon per fractie per raadsperiode. Van de aanwijzing van een burgercommissielid dat niet op een kieslijst heeft gestaan wordt aan de voorzitter van de commissie en de griffier tenminste één week voor de eerste vergadering waaraan de desbetreffende persoon zal deelnemen mededeling gedaan.

  • 5. De raad benoemt op voordracht van de fracties ten minste één plaatsvervangend lid per fractie, dat bij afwezigheid van een commissielid zitting heeft in de betreffende raadscommissie.

  • 6. Elke fractie kan een (per vergadering wisselend) extra lid aanwijzen. Als hiervan gebruik wordt gemaakt, moet één van de leden raadslid zijn.

  • 7. Een commissielid, zijnde een niet-raadslid, wordt door de voorzitter van de commissie opgeroepen om in de eerste vergadering in nieuwe samenstelling de eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • a. Een burgercommissielid dat niet op de kandidatenlijst van een fractie stond bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen wordt voor zijn eerste optreden als commissielid door de burgemeester opgeroepen om de eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 8. Een niet-beëdigd burgercommissielid wordt in een vergadering altijd vergezeld door een raadslid of beëdigd commissielid.

  • 9. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd commissielid, zijnde een niet-raadslid, op in de eerste vergadering waaraan het commissielid deelneemt de eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 5. Commissievoorzitter

  • 1. De commissievoorzitters worden door de raad uit zijn midden benoemd in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling.

  • 2. De commissievoorzitter is geen lid van de commissie.

  • 3. Een fractie bestaand uit één raadslid zonder beëdigde burgercommissieleden kan geen voorzitter leveren voor de commissie Ruimte en Samenleving.

  • 4. Een fractie bestaand uit één raadslid kan geen voorzitter leveren voor de commissie Bestuurszaken.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Het lidmaatschap van een commissielid eindigt als niet meer wordt voldaan aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. De raad kan de commissievoorzitter ontslaan.

  • 5. Een commissielid en -voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Het lidmaatschap van commissieleden, benoemd op voordracht van een fractie die niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt van rechtswege.

Artikel 7. De commissiegriffier

  • 1. De griffier van de raad wijst ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar aan als commissiegriffier.

  • 2. Een commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen.

  • 3. Bij verhindering of afwezigheid wordt de commissiegriffier vervangen door een door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 4. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 3 – Vergaderingen

Paragraaf 1 – Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 8. Openbaarheid

  • 1. De vergaderingen van de raadscommissies worden in het openbaar gehouden.

  • 2. De deuren worden gesloten wanneer ten minste een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 3. De commissie beslist of er achter gesloten deuren wordt vergaderd.

Artikel 9. Oproep en agenda

  • 1. De commissiegriffier zendt ten minste 10 dagen voor een vergadering de commissieleden een agenda-uitnodiging via e-mail.

  • 2. Het presidium stelt de agenda van de vergadering voorlopig vast. De voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken wordt middels het digitale raadsinformatiesysteem aan de commissieleden beschikbaar gesteld en openbaar gemaakt.

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor de aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden beschikbaar gesteld en openbaar gemaakt.

  • 4. Informatie van de commissie of aan de commissie verstrekte informatie waaromtrent op grond van hoofdstuk Va van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het tweede en derde lid onder berusting van de griffier.

  • 5. De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 10. Openbare kennisgeving

  • 1. Commissievergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in het gemeentelijk informatieblad en door plaatsing op de website van de gemeente.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 14.

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

Paragraaf 2 – Orde der vergadering

Artikel 11. Presentielijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst, die aan het einde van elke vergadering door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening wordt vastgesteld.

Artikel 12. Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

  • 2. Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip dat ten minste 24 uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

Artikel 13. Advies; geen stemmingen

  • 1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

  • 2. In het advies worden opgenomen de standpunten van alle fracties.

  • 3. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 14. Spreekrecht burgers

A.

Algemeen spreekrecht:

  • 1.

    Burgers kunnen in een vergadering gedurende maximaal 30 minuten het woord voeren over niet-geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Per onderwerp bedraagt de spreektijd voor een burger maximaal 5 minuten. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 3.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wenst te voeren.

  • 4.

    De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding, tenzij afwijking van die volgorde in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    Het woord kan niet worden gevoerd over:

    • a.

      de agendapunten: “Opening”, “Vaststellen actie- en besluitenlijst vorige vergadering”, “Wat verder ter tafel komt” en “Sluiting”;

    • b.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • c.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • d.

      een aangelegenheid waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

B.

Spreekrecht over geagendeerde onderwerpen:

  • 6.

    Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren over onderwerpen die geagendeerd zijn. Het derde, vierde en vijfde lid van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 7.

    De inspreker voert gedurende maximaal 5 minuten het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers aan de vergadering.

Artikel 15. Verslag en besluitenlijst

  • 1. Een commissiegriffier draagt zorg voor verslagen en besluitenlijsten van vergaderingen.

  • 2. Uit een besluitenlijst blijkt in ieder geval:

    • a.

      de namen van de commissievoorzitter, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke commissieleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de sprekers;

    • e.

      een samenvatting van het advies aan de raad met vermelding van de namen van de commissieleden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring en met aantekening van de namen van de commissieleden die zich niet hebben uitgelaten;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van artikel 20 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3. Een conceptbesluitenlijst wordt gelijktijdig met de verzending aan de commissieleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de vergadering waarop deze betrekking heeft.

  • 4. Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 5. Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de commissievoorzitter en commissiegriffier.

  • 6. De besluitenlijst wordt openbaar gemaakt door plaatsing op de website van de gemeente.

  • 7. De vergadering wordt gelivestreamd op de website van de gemeente.

Artikel 16. Ingekomen stukken

  • 1. Bij de raadscommissie ingekomen stukken worden op de voorlopige agenda geplaatst.

  • 2. Na de vaststelling van de besluitenlijst stelt de raadscommissie de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Artikel 17. Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel keer een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 18. Handhaving orde en schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden. In de eerste spreektermijn als bedoeld in artikel 17 van deze verordening zijn geen interrupties toegestaan.

  • 2. De commissievoorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 3. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

  • 4. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 5. Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk.

Artikel 19. Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de raadscommissie besluiten over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op verzoek van een lid van de raadscommissie of op voorstel van de voorzitter kan de raadscommissie besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen, teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 20. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Hoofdstuk 4 – Rechten van leden

Artikel 21. Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Artikel 22. Schriftelijke vragen

  • 1. Commissieleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffie.

  • 2. Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een korte toelichting worden voorzien. De toelichting is in principe niet bedoeld om voorafgaand aan het feitenonderzoek uitvoerig meningen en suggesties te geven. De vorm van de vraagstelling kan nooit een voorwaarde zijn voor de beantwoording.

  • 3. De griffie brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige commissieleden en het college of de burgemeester.

  • 4. Schriftelijke beantwoording gebeurt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn ingediend.

  • 5. Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door de griffie aan de commissieleden toegezonden.

  • 6. De schriftelijke beantwoording wordt geagendeerd voor de eerstvolgende commissievergadering.

Artikel 23. Vragenuur

  • 1. Aan het begin van elke vergadering is er een vragenuur, tenzij bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend.

  • 2. Commissieleden die tijdens het vragenuur vragen willen stellen, melden deze vragen ten minste 10 uur voor aanvang van de vergadering bij de voorzitter.

  • 3. De voorzitter bepaalt de volgorde waarin vragen tijdens het vragenuur aan de orde worden gesteld, alsmede de spreektijd voor de vragensteller, de overige commissieleden, het college en de burgemeester.

  • 4. Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven. Na de beantwoording krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 5. De voorzitter kan aan andere commissieleden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 6. Tijdens het vragenuur worden geen interrupties toegelaten.

Hoofdstuk 5 – Besloten vergadering

Artikel 24. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 25. Verslag en besluitenlijst besloten vergaderingen

  • 1. Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar berusten bij de commissiegriffier.

  • 2. Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op het verslag en de besluitenlijst.

  • 3. De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 26. Opheffen geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 – Toehoorders en pers

Artikel 27. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 28. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 7 – Slotbepalingen

Artikel 29. Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 30. Intrekking oude verordening

De Verordening op de raadscommissies gemeente Tholen, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 november 2021, inclusief wijzigingen, wordt ingetrokken.

Artikel 31. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking daarvan en heeft terugwerkende kracht tot 1 april 2023.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op de raadscommissies gemeente Tholen 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 20 april 2023.

w.g. M.L.P. Sijbers, voorzitter

w.g. L. Vermeij, griffier