Regeling vervallen per 01-07-2023

Beleidsregels tijdelijke individuele bijzondere bijstand voor energiekosten gemeente Harlingen

Geldend van 29-04-2023 t/m 30-06-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Beleidsregels tijdelijke individuele bijzondere bijstand voor energiekosten gemeente Harlingen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen;

gelet op:

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 35 van de Participatiewet;

overwegende dat:

  • -

    niet alle huishoudens recht hebben op de energietoeslag of dat de energietoeslag en aanvullende maatregelen niet in alle gevallen toereikend zijn om de sterk gestegen energielasten te compenseren;

  • -

    het college het daarom wenselijk vindt om huishoudens die, als gevolg van sterk gestegen energielasten, de energierekening niet kunnen betalen te ondersteunen;

  • -

    het daarom wenselijk is tijdelijke beleidsregels vast te stellen;

b e s l u i t :

vast te stellen de Beleidsregels tijdelijke individuele bijzondere bijstand voor energiekosten gemeente Harlingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels gebruikt worden en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      wet:Participatiewet;

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen;

    • c.

      Dienst: Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân;

    • d.

      huishouden: de alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezin, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, b, of c, van de wet;

    • e.

      aanvrager: de persoon en diens eventuele partner, die een verzoek doet om bijzondere bijstand;

    • f.

      bijstandsnorm: de van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de wet;

    • g.

      inkomen: inkomen zoals bedoeld in artikel 32 en 33 van de wet;

    • h.

      vermogen: vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de wet;

    • i.

      draagkracht: middelen waar de aanvrager over beschikt of redelijkerwijs kan beschikken om de kosten te voldoen;

    • j.

      voorliggende voorziening: een passende en toereikende voorziening waarop de aanvrager een beroep kan doen of aanspraak kan maken voor de bekostiging van specifieke uitgaven;

    • k.

      NIBUD: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting.

Artikel 2 Doelgroep

Tot de doelgroep die in aanmerking komt voor bijzondere bijstand behoren huishoudens die, als gevolg van sterk gestegen energielasten, de energierekening niet kunnen betalen.

Artikel 3 Algemene voorwaarden

  • 1. Bij huishoudens met een inkomen tot 150% van de bijstandsnorm is er geen draagkracht in het inkomen.

  • 2. Bij huishoudens met een inkomen hoger dan 150% van de bijstandsnorm, wordt bij de hoogte van de uiteindelijke vergoeding rekening gehouden met het ‘meer-inkomen’. Dit ‘meer-inkomen’ is het inkomen boven de grens van 150% en wordt volledig gezien als draagkracht.

  • 3. Als het vermogen (direct beschikbare geldmiddelen) hoger is dan € 4000 voor een alleenstaande en € 8000 voor een alleenstaande ouder of echtpaar, wordt het meerdere van dit vermogen gezien als draagkracht.

  • 4. De tegemoetkoming kan worden verstrekt over een periode gelegen tussen 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2023.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag bijzondere bijstand kan worden ingediend tot en met 30 juni 2023.

  • 2. De aanvraag bijzondere bijstand wordt ingediend met een door het college ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

  • 3. De aanvrager dient bij zijn aanvraag in ieder geval de volgende bescheiden te overleggen:

    • a.

      afschriften van contract(en) die met de energieleverancier(s) zijn gesloten;

    • b.

      bewijsstukken van inkomen en vermogen.

    • c.

      Het college kan indien hij dit voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk vindt aanvullende gegevens vragen.

Artikel 5 Hoogte van de vergoeding

  • 1. De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt het verschil tussen de feitelijke kosten (het sterk gestegen tarief wat het huishouden betaalt) en de NIBUD-norm voor gas en elektra.

  • 2. Andere vergoedingen die verstrekt zijn of worden verstrekt voor hetzelfde doel, worden in mindering gebracht op de vergoeding. Dit betreft in ieder geval de energietoeslag, de energiecompensatie over november en december 2022, het prijsplafond en het Tijdelijk Noodfonds Energie (www.noodfondsenergie.nl).

  • 3. Andere vergoedingen worden gezien als voorliggende voorzieningen.

  • 4. Als de feitelijke kosten het gevolg zijn van een bovengemiddeld verbruik wat niet noodzakelijk wordt geacht, kan de bijzondere bijstand lager worden vastgesteld.

Artikel 6 Aanvullende verplichting

Aan de verlening van de bijzondere bijstand kan de voorwaarde worden verbonden dat met een energiecoach van de gemeente wordt bekeken welke maatregelen het huishouden kan treffen om de energielasten te verminderen.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor bijzondere bijstand kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor bijzondere bijstand, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 8 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2022.

  • 2. Deze beleidsregels vervallen op 1 juli 2023.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels tijdelijke individuele bijzondere bijstand voor energiekosten gemeente Harlingen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen op 28 februari 2023

C.M. Sjerps, burgemeester

S.C. van Gent, secretaris