Algemene subsidieverordening Oss 2023

Geldend van 01-05-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Algemene subsidieverordening Oss 2023

De raad van de gemeente Oss;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van

gezien het advies van de adviescommissie Sociaal Bestuurlijk van ;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op het aangenomen amendement;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Algemene subsidieverordening Oss 2023

Artikel 1 Reikwijdte verordening

Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen.

Artikel 2 Subsidieregelingen

Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroep voor subsidie in aanmerking komt, hoe het subsidiebedrag wordt berekend en hoe het subsidiebedrag wordt uitbetaald.

Artikel 3 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. De raad stelt de beschikbare budgetten vast in het kader van de begrotingsbehandeling.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen bij subsidieregeling het subsidieplafond vast binnen het beschikbare budget en stellen de wijze van verdeling van de betrokken subsidie vast.

  • 3. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.

  • 2. Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten die met de activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen. In het bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente Oss of haar ingezetenen en op de door de gemeente Oss vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • c.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      als het een subsidie betreft die aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag;

    • e.

      als sprake is van een vrijwilligersorganisatie kunnen verklaringen omtrent gedrag worden gevraagd van bestuursleden en uitvoerenden van de organisatie.

  • 3. Een rechtspersoon die voor de eerste maal structurele subsidie aanvraagt, voegt aan de aanvraag toe een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, en indien beschikbaar het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar, een opgaaf van de zittende bestuursleden alsmede een uittreksel uit het handelsregister waaruit blijkt welke personen de rechtspersoon kunnen vertegenwoordigen.

  • 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 5 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt uiterlijk 1 november ingediend voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft. Aanvragen die na die datum zijn ingediend nemen we in behandeling als dit geen gevolgen heeft voor andere subsidieontvangers in de regeling.

  • 2. Andere aanvragen om subsidie worden ingediend voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 6 Beslissen

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5, eerste lid, uiterlijk 1 maart van het jaar volgend op het jaar waarin de volledige aanvraag is ingediend.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 5, tweede lid, uiterlijk acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 3. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 4. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 5. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

  • 6. Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

  • 7. Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen.

Artikel 7 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen burgemeester en wethouders de subsidie weigeren:

    • a.

      als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente Oss of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente Oss of haar ingezetenen;

    • b.

      de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen waardevolle aanvulling vormen op het bestaande aanbod van activiteiten in Oss;

    • c.

      als redenen bestaan om aan te nemen dat de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, goede zeden en/of het algemeen belang of de openbare orde;

    • d.

      als redenen bestaan om aan te nemen dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd een overwegend partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming ten doel hebben;

    • e.

      als redenen bestaan om aan te nemen dat de aanvrager ook zonder de gevraagde subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan of heeft kunnen beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    • f.

      als redenen bestaan om aan te nemen dat de aanvrager met uitvoering van de activiteiten beoogt winst te maken;

    • g.

      als redenen bestaan om aan te nemen dat de financiële middelen van de aanvrager, met inbegrip van de subsidie, onvoldoende zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren;

    • h.

      als redenen bestaan om aan te nemen dat aan de aanvrager voor de aangevraagde subsidie reeds door enig bestuursorgaan een subsidie is verstrekt;

    • i.

      als redenen bestaan om aan te nemen dat de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen ten behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft of zal verkrijgen;

    • j.

      als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

    • k.

      als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

    • l.

      voor zover bepaalde groepen van deelname aan de activiteiten worden uitgesloten en daarmee naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet een nuttig doel wordt gediend, zodat sprake is van ontoelaatbare discriminatie;

    • m.

      in bij subsidieregeling nader te bepalen gevallen.

  • 2. Burgemeester en wethouders trekken een subsidie in en vorderen een subsidie met rente terug als na de verlening blijkt dat de subsidiëring een steunmaatregel vormt die in strijd is met artikel 107 of 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen een toegekende subsidie geheel, dan wel gedeeltelijk intrekken, en terugvorderen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de volgens deze verordening of daarbij behorende subsidieregelingen gestelde voorschriften en gegeven aanwijzingen.

Artikel 8 Indexering

  • 1. Het accrespercentage voor budgetsubsidies bestaat voor 80% uit een loonvolgend deel en 20% uit een prijsvolgend deel, tenzij burgemeester en wethouders anders beslissen. Het accrespercentage op de loonontwikkeling is het percentage van de structurele loonstijging van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar uit de CAO voor de betreffende sector. De peildatum is 1 juli van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar. Structurele wijzigingen die na de peildatum worden vastgesteld tellen mee voor het accrespercentage van het jaar daaropvolgend. Het percentage van de prijsontwikkeling is het percentage dat de gemeente hanteert voor de aanpassing van haar eigen budgetten aan de prijsontwikkeling.

  • 2. Voor de overige subsidies geldt het percentage dat de gemeente hanteert voor de aanpassing van haar eigen budgetten aan de prijsontwikkeling.

Artikel 9 Betaling en bevoorschotting

  • 1. Tenzij de subsidieregeling of de beschikking tot subsidieverlening anders vermeldt, worden verleende subsidies bevoorschot voor 100% van het verleende bedrag dan wel van het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

  • 2. De bevoorschotting, en bij subsidies die direct worden vastgesteld, de betaling, vindt plaats in ten hoogste vier gelijke termijnen aan het begin van elk kwartaal. De wijze van bevoorschotting dan wel van de betaling is vermeld in de subsidieregeling of in de beschikking.

Artikel 10 Verantwoording

Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 11 Algemene verplichtingen van subsidieontvangers

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig, of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig, of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat direct schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

  • 2. Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders direct schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot surséance van betaling, faillissement of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig, of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 12 Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1. Bij subsidies hoger dan € 50.000,- verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.

  • 2. Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvangers ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

  • 4. Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan burgemeester en wethouders een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis voordoet als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

Artikel 13 Egalisatiereserve

  • 1. Bij verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger van een per kalenderjaar verstrekte subsidie een egalisatiereserve vormt als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. De ontvanger van een andere subsidie dan bedoeld in het eerste lid kan burgemeester en wethouders verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. In dat geval is artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Direct vaststelling subsidie tot en met € 5.000,-

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de volgende subsidies direct vaststellen zonder eerdere verlening:

    • a.

      subsidies gebaseerd op een door burgemeester en wethouders vastgestelde subsidieregeling;

    • b.

      subsidies op naam voor vrijwilligersorganisaties, als bedoeld in artikel 4:23, derde lid sub c, van de Algemene wet bestuursrecht;

    • c.

      overige subsidies tot en met € 5.000,-.

  • 2. De subsidieontvanger voegt in de gevallen als bedoeld in het eerste lid, sub a en b bij het indienen van een herhalingsaanvraag een activiteitenverslag en een financieel verslag toe ten behoeve van de vaststelling van het subsidiebedrag.

  • 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, sub c kunnen burgemeester en wethouders bij de vaststellingsbeschikking vragen om na uitvoering van de activiteiten een activiteitenverslag en/of een financieel verslag of andere bewijsstukken in te dienen.

Artikel 15 Aanvraag tot vaststelling subsidie na eerdere verlening

  • 1. Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven dient de subsidieaanvrager binnen zes maanden na afloop van de activiteiten dan wel binnen zes maanden na afloop van de periode waarvoor de subsidie is verstrekt een aanvraag tot subsidievaststelling in. Bij subsidieregeling of bij beschikking tot subsidieverlening kan een andere termijn worden gesteld.

  • 2. Indien een aanvraagformulier tot vaststelling van de subsidie is toegezonden wordt hiervan gebruik gemaakt.

  • 3. Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip als bedoeld in het eerste lid is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.

Artikel 16 Eindverantwoording subsidies tot € 100.000,-

Bij subsidies tot € 100.000,- bevat de aanvraag tot vaststelling:

  • a.

    een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en wat de resultaten daarvan waren;

  • b.

    een financieel verslag over de gesubsidieerde activiteiten of jaarrekening met daarin de rekening van baten en lasten en een staat van bezittingen en schulden (balans);

  • c.

    Een verklaring dat het financieel verslag of de jaarrekening is gecontroleerd en akkoord is bevonden door een kascontrolecommissie van een vereniging ofwel door het volgens de statuten bevoegde orgaan van een stichting.

Artikel 17 Eindverantwoording subsidies van meer dan € 100.000,-

Bij subsidies van meer dan € 100.000,- op jaarbasis bevat de aanvraag tot vaststelling:

  • a.

    een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en wat de resultaten daarvan waren;

  • b.

    een financieel verslag over de gesubsidieerde activiteiten of jaarrekening met daarin de rekening van baten en lasten en een staat van bezittingen en schulden (balans);

  • c.

    het financieel verslag is voorzien van een samenstellingsverklaring met eventueel een rapport van feitelijke bevindingen opgesteld door een onafhankelijke accountant als het college daar om vraagt;

  • d.

    het college kan bepalen dat een goedkeurende contoleverklaring door een accountant ten behoeve van de vaststelling van de subsidie moet worden overgelegd.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van een of meer bepalingen van de verordening afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of –ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 19 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2023 en werkt terug tot en met 1 januari 2023, onder intrekking van de Algemene Subsidie Verordening Gemeente Oss 2018.

  • 2. Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 1 januari 2023, alsmede op besluiten die naar aanleiding van die aanvragen zijn of worden genomen, blijven de bepalingen van de Algemene subsidie verordening Oss 2018 van toepassing.

  • 3. Op bezwaarschriften die betrekking hebben op besluiten genomen op grond van de Algemene subsidie verordening Oss 2018, wordt conform die verordening besloten.

  • 4. De op basis van de Algemene subsidie verordening Oss 2018 vastgestelde subsidieregelingen blijven van kracht, zolang en in zoverre deze niet op grond van het bepaalde bij en krachtens deze verordening zijn ingetrokken.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening Oss 2023.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 6 april 2023.

De gemeenteraad voornoemd,

Coll: