Reglement van Orde gemeenteraad Lingewaard 2023

Geldend van 20-04-2023 t/m heden

Intitulé

Reglement van Orde gemeenteraad Lingewaard 2023

De gemeenteraad van de gemeente Lingewaard heeft op 6 april 2023 besloten het Reglement van Orde gemeenteraad Lingewaard 2023 vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Gemeenteraad

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    agendacommissie: de commissie, ingesteld krachtens artikel 84 van de Gemeentewet, die belast is met het opstellen van de concept agenda van de Inforonde, de Politieke Avond en de raadsvergadering en de Lange Termijn Agenda van de raad;

  • b.

    amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • c.

    PA-griffier: de griffier van de Politieke Avond;

  • d.

    voorzitter PA: de voorzitter van de Politieke Avond;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    fractievoorzitter: voorzitter van een in de gemeenteraad zitting hebbende fractie;

  • g.

    griffier: de op grond van artikel 107 Gemeentewet door de raad aangewezen functionaris;

  • h.

    Inforonde: beeldvormende bijeenkomsten gericht op het uitwisselen van informatie, ingesteld krachtens artikel 82 van de Gemeentewet;

  • i.

    initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel afkomstig van één of meer raadsleden;

  • j.

    Interpellatie: Met een interpellatie kan een raadslid inlichtingen van het college of de burgemeester vragen over een onderwerp dat niet op de agenda staat

  • k.

    Lange Termijn Agenda (LTA): planningsinstrument van de raad waarmee op gecoördineerde wijze voornemens van de raad ten aanzien van agendering zijn verwerkt in concrete behandeldata voor Inforonde, Politieke Avond en Raadsvergadering;

  • l.

    motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • m.

    subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft;

  • n.

    voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;

  • o.

    voorzitter: de voorzitter van de gemeenteraad;

  • p.

    Politieke Avond: de raadscommissie, ingesteld krachtens artikel 82 van de Gemeentewet.

  • q.

    ROA: Raads Oriëntatie Avond. Bijeenkomst waar de raad één onderwerp behandeld ter verdere verdieping en/of beeldvorming, ingesteld krachtens artikel 82 van de Gemeentewet;

Artikel 2 De voorzitter - waarneming van de burgemeester

  • 1. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering van de raad;

    • b.

      het handhaven van de orde in de raadsvergadering;

    • c.

      het doen naleven van dit reglement;

    • d.

      hetgeen de Gemeentewet of dit reglement de voorzitter verder opdraagt of toestaat.

  • 2. In de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling na de raadsverkiezingen benoemt de raad twee leden van de raad, die met de waarneming van het voorzitterschap van de raad zijn belast bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester. De raad bepaalt wie als eerste en wie als tweede waarnemer optreedt.

  • 3. De krachtens het vorige lid aangewezen leden zijn in de aangegeven volgorde tevens belast met de waarneming van het ambt van burgemeester bij verhindering of ontstentenis van de wethouders.

Artikel 3 Het fractievoorzittersoverleg

  • 1. De raad heeft een fractievoorzittersoverleg. Leden zijn fractievoorzitters. Deze commissie is een commissie conform artikel 84 van de gemeentewet.

  • 2. De burgemeester is voorzitter van het fractievoorzittersoverleg. Bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester wordt hij vervangen door de fractievoorzitter van de grootste fractie.

  • 3. De griffier is in elke vergadering aanwezig. Hij draagt zorg voor een beknopt verslag van de vergadering.

  • 4. Het fractievoorzittersoverleg komt bijeen volgens het door hem vastgestelde vergaderschema en voorts op verzoek van de burgemeester dan wel indien ten minste twee leden daartoe het verzoek doen.

  • 5. In het fractievoorzittersoverleg worden besproken:

    • actuele zaken (onder andere met betrekking tot openbare orde en veiligheid);

    • de interactie, onderlinge verhoudingen en vergadercultuur;

    • niet openbare persoonlijke zaken.

  • 6. Het fractievoorzittersoverleg ziet erop toe dat de agendacommissie goed functioneert.

  • 7. Het fractievoorzittersoverleg vergadert achter gesloten deuren.

  • 8. Het fractievoorzittersoverleg besluit bij meerderheid van stemmen.

  • 9. Elke fractievoorzitter wijst een lid van de raad aan dat hem bij zijn afwezigheid in het fractievoorzittersoverleg vervangt.

  • 10. Het fractievoorzittersoverleg kan ervoor kiezen om een wethouder of de gemeentesecretaris uit te nodigen in zijn vergadering.

  • 11. Aan het einde van een vergadering wordt afgesproken op welke wijze informatie wordt gedeeld met andere raadsleden.

Artikel 4 De agendacommissie

  • 1. In de agendacommissie nemen zitting de voorzitter van de raad, de PA-voorzitters, de plaatsvervangende voorzitters van de raad en de griffier.

  • 2. De eerste plaatsvervangende voorzitter van de raad is de voorzitter van de agendacommissie. Bij afwezigheid van de voorzitter neemt de tweede plaatsvervangende voorzitter van de raad het voorzitterschap op zich.

  • 3. De griffier treedt op als secretaris van de commissie. De voorzitter van de raad treedt op als adviseur van de commissie.

  • 4. De agendacommissie stelt de voorlopige agenda op voor de vergaderingen van de raad en de Politieke Avond en stelt de onderwerpen vast, die tijdens de Inforonde aan de orde worden gesteld. De agendacommissie heeft verder tot taak het vaststellen van de Lange Termijn Agenda (LTA) voor de raad.

  • 5. De agendacommissie adviseert de raad inzake de organisatie van de werkzaamheden. Zij stelt jaarlijks een vergaderschema van de raad vast.

  • 6. In het vergaderschema zoals bedoeld in lid 3 wordt voorzien in:

    • a.

      Inforondes ten behoeve van beeldvorming

    • b.

      Politieke Avonden ten behoeve van oordeelsvorming

    • c.

      Raadsvergaderingen ten behoeve van besluitvorming

    • d.

      ROA’s

  • 7. De agendacommissie kan in een besloten vergadering overleggen over het agenderen van onderwerpen die mogelijk in het raadsproces in beslotenheid behandeld dienen te worden.

  • 8. De agendacommissie kan met de portefeuillehouder en gemeentesecretaris overleggen in hoeverre het nodig is om voorafgaand aan de beraadslaging van een onderwerp of voorstel een toelichting te geven. Desgewenst kan de portefeuillehouder ook zelf een verzoek doen aan de commissie, indien hij een toelichting op een onderwerp of voorstel in de Politieke Avond noodzakelijk acht.

  • 10. De agendacommissie besluit bij meerderheid van stemmen. De leden, met inbegrip van de voorzitter van de agendacommissie hebben elk één stem. Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter van de agendacommissie de doorslag.

Artikel 5 Aanbieding petitie

Degene die persoonlijk aan de raad een petitie wil aanbieden, kan daartoe door tussenkomst van de griffier een verzoek doen aan de voorzitter. De voorzitter bepaalt het tijdstip waarop de petitie kan worden aangeboden; dit zal bij voorkeur tijdens de Politieke Avond zijn.

Paragraaf 2 Fasen in de vergadercyclus

Artikel 6 Inforonde

De Inforonde heeft tot doel de raadsleden en/of de leden van de Politieke Avond die geen raadslid zijn, in de gelegenheid te stellen informatie over een onderwerp te verkrijgen (waarover later oordeelsvorming en besluitvorming zal plaatsvinden) en het onderwerp in gesprek met andere aanwezigen te verkennen. Daarnaast kunnen onderwerpen ter beeldvorming aan de orde komen.

Artikel 7 Politieke Avond

De Politieke Avond heeft tot doel:

  • a.

    het voorbereiden van besluitvorming van de raad over voorstellen of onderwerpen door middel van oordeelvormende discussie tussen leden van de Politieke Avond en op uitnodiging met het college;

  • b.

    het uitbrengen van een behandeladvies aan de agendacommissie zoals verwoord in artikel 63 van dit reglement.

Artikel 8 Raadsvergadering

De raadsvergadering heeft tot doel te komen tot besluitvorming, al dan niet voorafgegaan door debat waarin politieke overwegingen publiekelijk worden geuit.

Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties

Artikel 9 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming wethouders

  • 1. Bij elke benoeming van nieuwe leden van de raad stelt de raad een commissie in bestaande uit drie leden van de raad. De commissie wordt ondersteund door de griffier of diens plaatsvervanger. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en - in voorkomende gevallen - het proces-verbaal van het centraal stembureau.

  • 2. De commissie brengt na haar onderzoek van de geloofsbrieven verslag uit aan de raad en doet daarbij een voorstel voor een besluit. In het verslag wordt ook melding gemaakt van een minderheidsstandpunt.

  • 3. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste samenkomst van de raad in oude samenstelling na de verkiezingen.

  • 4. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd lid van de raad op voor de vergadering van de raad waarin over diens toelating wordt beslist, om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 6. Bij de benoeming van een wethouder wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. Op de werkwijze van deze commissie is het tweede lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Fractie

  • 1. De leden van de raad die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.

  • 2. Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam zij zal voeren. Indien zodanige mededeling niet wordt gedaan, wordt de fractie aangeduid met de achternaam van haar voorzitter voorafgegaan door het woord fractie.

  • 3. Indien tijdens de zittingsperiode van de raad een nieuwe fractie ontstaat, deelt deze in de eerstvolgende vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam zij zal voeren. Indien zodanige mededeling niet wordt gedaan, wordt de fractie aangeduid met de achternaam van haar voorzitter voorafgegaan door het woord fractie.

  • 4. Indien een fractie tijdens de zittingsperiode van de raad haar naam wenst te veranderen, doet zij daarvan mededeling aan de voorzitter onder opgave van de nieuwe naam.

  • 5. Indien tijdens de zittingsperiode van de raad een nieuwe fractie ontstaat dan wel een of meer leden zich bij een andere fractie aansluiten, doet de fractie waaruit één of meerdere personen zijn uitgetreden; de nieuw gevormde fractie en, indien van toepassing, de fractie waartoe een zittend raadslid is toegetreden hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de voorzitter. Een nieuwe fractie deelt tevens mede welke leden als voorzitter van de fractie en diens plaatsvervanger optreden.

  • 6. De raad kan besluiten dat de naam die een fractie krachtens het tweede, derde of vierde lid heeft medegedeeld, niet wordt toegestaan, indien deze tot verwarring met een andere fractie kan leiden of daarin een misprijzen van een andere fractie of een lid van de raad kan worden gelezen.

  • 7. Met de nieuwe naam van een fractie of met een gewijzigde situatie als bedoeld in het vijfde lid, wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad.

Hoofdstuk 3 Instrumenten van leden

Artikel 11 Amendementen

  • 1. Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen in de raadsvergadering amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.

  • 2. Ieder lid dat in de raadsvergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een subamendement voor te stellen.

  • 3. Elk amendement of subamendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter met het oog op een eenvoudig karakter van het voorgestelde oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 4. De indiener of indieners kan of kunnen het amendement of subamendement intrekken totdat met de stemming een aanvang is gemaakt dan wel, indien geen stemming wordt verlangd, de besluitvorming door de raad heeft plaatsgevonden.

Artikel 12 Moties

  • 1. Ieder lid van de raad kan een motie indienen over een onderwerp of voorstel op de agenda, of over een onderwerp of voorstel dat zich niet op de agenda van de raad bevindt (motie Vreemd).

  • 2. Een motie moet om in behandeling genomen te kunnen worden, bij de voorzitter worden ingediend.

  • 3. De behandeling van een motie vindt tegelijk plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel, waarop zij betrekking heeft. De motie vreemd wordt behandeld na de vragenronde of direct na opening van de raadsvergadering als geen vragenronde plaats vindt.

  • 4. Bij de behandeling van de motie Vreemd, na de Vragenronde, krijgt de indiener de gelegenheid de motie toe te lichten, is er gelegenheid voor het stellen van vragen door andere raadsleden, heeft het college de mogelijkheid om te reageren en wordt de motie in stemming gebracht. Er vindt geen debat plaats.

  • 5. Moties van afkeuring, wantrouwen, treurnis of soortgelijke strekking kunnen op elk moment van de vergadering worden ingediend. Op voorstel van de voorzitter bepaalt de raad wanneer zij worden behandeld.

  • 6. Een motie kan door de indiener of indieners worden ingetrokken tot het einde van de beraadslagingen.

Artikel 13 Initiatiefvoorstel

  • 1. Een initiatiefvoorstel wordt om in behandeling genomen te kunnen worden bij de voorzitter ingediend.

  • 2. De agendacommissie plaatst het initiatiefvoorstel op een agenda van de vergadering van de raad en doet daarbij een voorstel over de wijze van behandeling in een raadscyclus

  • 3. De voorzitter draagt er zorg voor dat het initiatiefvoorstel direct na indiening ter kennis wordt gebracht van het college. Aan het college wordt een redelijke termijn toegestaan om op het voorstel te reageren. Het college maakt zijn reactie aan de raad kenbaar.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing op een voorstel voor een besluit tot het opzeggen van vertrouwen in een wethouder en het geven van ontslag, zoals bedoeld in artikel 49 van de Gemeentewet. De raad kan besluiten een zodanig voorstel terstond aan de agenda toe te voegen.

Artikel 14 Collegevoorstel

  • 1. Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2. Indien de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor een nader voorstel terug aan het college moet worden gezonden, bepaalt de raad, op voorstel van de agendacommissie in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 15 Debat

  • 1. Het verzoek van een raadslid tot het houden van een debat over een niet op de voorlopige agenda opgenomen onderwerp wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, vóór 12.00 uur op de maandag voorafgaand aan de vergadering van de raad bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover een debat wordt verlangd.

  • 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek direct na ontvangst ter kennis van de overige leden van de raad en het college. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. het debat vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

Artikel 16 Interpellatie

  • 1. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, vóór 12.00 uur op de maandag voorafgaand aan de vergadering van de raad bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.

  • 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek direct na ontvangst ter kennis van de overige leden van de raad en het college. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt welke plaats de interpellatie op de agenda krijgt.

  • 3. De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet meer dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 17 Vragenronde

  • 1. Direct na opening van de raadsvergadering is er een vragenronde, waarin de raadsleden actuele politiek relevante vragen kunnen stellen aan het college, leden van het college of de burgemeester. In bijzondere gevallen kan de agendacommissie voorstellen de vragenronde op een ander moment in de vergadering te houden.

  • 2. De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aan raadsleden die een vraag willen stellen het woord wordt verleend.

  • 3. De vragen zijn kort en duidelijk. Het raadslid vermeldt de bronnen, de feiten en de omstandigheden die aanleiding zijn tot de vragen.

  • 4. Per fractie mag één raadslid ten hoogste één vraag stellen, die kan bestaan uit ten hoogste twee deelvragen. Indien uit een fractie door geen van de leden een vraag wordt gesteld, kan de voorzitter een lid uit een andere fractie toestaan een extra vraag te stellen.

  • 5. De vragen worden kort beantwoord. Na de beantwoording krijgt de vragensteller desgewenst het woord om één aanvullende vraag te stellen.

  • 6. Vervolgens kan de voorzitter aan leden uit andere fracties dan die van de vragensteller het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester één vraag te stellen over hetzelfde onderwerp. Per fractie wordt ten hoogste aan één lid het woord verleend.

Artikel 18 Schriftelijke vragen

  • 1. Schriftelijke vragen worden ingediend op het daarvoor door het fractievoorzittersoverleg vastgestelde formulier en worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een korte toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd.

  • 2. De vragen worden door tussenkomst van de griffier bij de voorzitter ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen direct na ontvangst ter kennis worden gebracht van de raad en het college.

  • 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats door middel van het daarvoor door het fractievoorzittersoverleg vastgestelde formulier, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende vergadering van de raad. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het college of de burgemeester de raad hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden.

  • 4. De antwoorden van het college of de burgemeester en berichten als bedoeld in de laatste volzin van het derde lid worden door tussenkomst van de griffier aan de raad toegezonden.

  • 5. De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording, in de eerstvolgende vergadering van de raad en bij mondelinge beantwoording in dezelfde vergadering of bij de behandeling van het agendapunt ‘íngekomen stukken’ als het een schriftelijke beantwoording betreft nadere inlichtingen vragen omtrent de door het college of de burgemeester gegeven antwoorden, tenzij de raad anders beslist.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen van de raad

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen

Artikel 19 Vergaderschema

  • 1. De vergaderingen van de raad vinden overeenkomstig het door de agendacommissie vastgestelde vergaderschema plaats. De vergaderlocatie en het tijdstip kunnen per vergadering verschillen en worden bepaald door de agendacommissie.

  • 2. Indien niet alle geagendeerde onderwerpen zijn behandeld, wordt de vergadering voortgezet op de eerstvolgende maandag, te beginnen om 19.30 uur, zonder dat hiervoor een oproep of bekendmaking nodig is. In bijzondere gevallen kan bij besluit van de raad hiervan worden afgeweken.

  • 3. In afwijking van het eerste lid kan de voorzitter in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de agendacommissie, tenzij sprake is van een spoedeisende situatie.

Artikel 20 Oproep en stukken

  • 1. De voorzitter zendt ten minste zes dagen voor een vergadering de leden van de raad een oproep onder vermelding van dag, tijdstip en vergaderlocatie.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25 tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd in het gemeentelijke digitale vergadersysteem geplaatst en zo ter openbare kennis gebracht.

Artikel 21 Agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt uiterlijk om 18.00 uur op de dag voorafgaand aan de dag van een vergadering met de daarbij behorende stukken aan de leden van de raad gezonden en openbaar gemaakt.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raad of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht, kan hij de agendacommissie verzoeken het onderwerp te verwijzen naar de Politieke Avond, of de Inforonde of een andere betrokken commissie, dan wel aan het college een nader voorstel vragen. De agendacommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4. Op voorstel van een lid van de raad of van de voorzitter kan de raad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 22 Hamerstukken

  • 1. De agendacommissie kan een voorstel dat naar haar oordeel geen inhoudelijke behandeling behoeft, als hamerstuk op de voorlopige agenda van de raadsvergadering plaatsen. De mogelijkheid tot het geven van een stemverklaring, zoals bedoeld in artikel 37, is hierop van toepassing.

  • 2. Een lid van de raad kan tot 12.00 uur op de dag voorafgaande aan de dag van de vergadering aan de voorzitter meedelen dat hij inhoudelijke behandeling wenst van een voorstel dat als hamerstuk is geagendeerd. Artikel 22, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 23 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting dienen van onderwerpen op de agenda, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep in het digitale vergadersysteem geplaatst en zo ter openbare kennis gebracht. Indien na het verzenden van de oproep stukken in het gemeentelijke digitale vergadersysteem worden toegevoegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter openbare kennis gebracht stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien omtrent stukken geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad en het college inzage. Met niet openbare stukken die ter kennisneming aan de raad beschikbaar zijn gesteld, wordt overeenkomstig gehandeld.

Artikel 24 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt door aankondiging in een plaatselijk huis-aan-huisblad en op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en locatie, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de bij de vergadering behorende stukken kan inzien.

Paragraaf 2 Orde van de raadsvergadering

Artikel 25 Presentielijst

  • 1. Bij binnenkomst in de vergaderzaal plaatst ieder lid van de raad zijn naam en handtekening op de presentielijst. De griffier ziet daarop toe. De lijst wordt door de griffier door ondertekening vastgesteld.

  • 2. Een lid dat vóór het sluiten van de vergadering de vergadering verlaat, geeft daarvan bij het verlaten kennis aan de griffier. Deze tekent aan op welk moment in de vergadering het lid de vergadering heeft verlaten.

Artikel 26 Zitplaatsen

  • 1. De voorzitter, de leden van de raad en de griffier hebben een vaste zitplaats. Deze wordt bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de raad door het fractievoorzittersoverleg aangewezen. Indien daartoe aanleiding bestaat, kan het fractievoorzittersoverleg de indeling herzien.

  • 2. De voorzitter en griffier dragen zorg voor een zitplaats voor de portefeuillehouder die voor de vergadering is uitgenodigd.

Artikel 27 Opening vergadering; quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur indien het daarvoor door de wet vereiste aantal leden van de raad blijkens de presentielijst aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.

Artikel 28 Volgorde bij hoofdelijke stemming en spreekvolgorde

  • 1. Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen, deelt de voorzitter mee bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen.

  • 2. Voorts deelt de voorzitter mee in welke volgorde de fracties in de vergadering spreken. De agendacommissie bepaalt de wijze waarop deze volgorde wordt vastgesteld. Bij de behandeling van voorstellen van orde kan de voorzitter van deze volgorde afwijken.

Artikel 29 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid van de raad kunnen tijdens de raadsvergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raad terstond.

Artikel 30 Verslaglegging

  • 1. De griffier stelt een besluitenlijst op van de vergadering. Hij stuurt de ontwerp-besluitenlijst zo spoedig mogelijk aan de raad toe. De lijst wordt gelijktijdig aan de overige personen die aan de beraadslagingen hebben deelgenomen, toegezonden.

  • 2. De griffier draagt ook zorg voor een digitaal verslag. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk via het digitale vergadersysteem ontsloten.

  • 3. De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en andere personen die aan de beraadslagingen hebben deelgenomen, kunnen de raad het verzoek doen de ontwerp-besluitenlijst gewijzigd vast te stellen. Het verzoek wordt uiterlijk 24 uur voor de aanvang van de vergadering waarin de lijst ter vaststelling is geagendeerd, bij de griffier ingediend.

  • 4. De besluitenlijst bevat in elk geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de ter vergadering aanwezige leden en de leden die afwezig waren, alsmede van de wethouders en overige personen die aan de beraadslagingen hebben deelgenomen;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een overzicht van de besluiten en gedane toezeggingen;

    • d.

      een overzicht van het verloop en de uitslag van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • e.

      indien een besluit zonder hoofdelijke stemming is genomen, de fracties die vóór of tegen hebben gestemd, onder vermelding van de namen van de leden, die anders hebben gestemd dan de meerderheid van hun fractie;

    • f.

      de strekking van de ter vergadering ingediende voorstellen van orde, initiatiefvoorstellen, amendementen en subamendementen en moties en, indien deze tijdens de vergadering worden teruggenomen, het feit van de intrekking;

    • g.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van de personen aan wie op grond van artikel 34 of artikel 35 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. De besluitenlijst wordt zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna deze door de griffier wordt ondertekend.

  • 6. De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk na vaststelling openbaar gemaakt door plaatsing op de gemeentelijke website.

Artikel 31 Ingekomen stukken

  • 1. Bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college en de burgemeester aan de raad, worden door de griffier op een overzicht geplaatst. Dit overzicht wordt wekelijks tezamen met de nieuw ingekomen stukken aan de leden van de raad toegezonden en digitaal ter inzage gelegd.

  • 2. De griffier doet de raad een voorstel voor de wijze van behandeling van de op het overzicht geplaatste stukken. De raad ontvangt het overzicht met de voorgestelde wijze van behandeling bij de agenda en stelt dit vast.

  • 3. Indien minimaal twee raadsleden tijdig aangeven om in afwijking van het voorstel van de griffier een ingekomen stuk inhoudelijk wensen te behandelen, wordt het op de voorlopige agenda van de volgende vergadering geplaatst, tenzij zwaarwichtige redenen tot onverwijlde behandeling noodzaken.

Artikel 32 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Per agendapunt is er één woordvoerder per fractie, doch de voorzitter kan hiervan afwijken, uitgezonderd interrupties.

  • 3. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 4. Een raadslid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel, uitgezonderd interrupties.

  • 5. Het vierde lid is niet van toepassing op:

    • a.

      de rapporteur van een commissie of van een werkgroep uit de raad die een voorstel heeft voorbereid;

    • b.

      het lid dat een amendement of subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend.

  • 6. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord voert wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 33 Spreektijd

  • 1. De raad kan, voorafgaand aan de vergadering, spreektijden vaststellen. Hij kan ook voor andere deelnemers aan de beraadslagingen spreektijden vaststellen.

  • 2. Indien de spreektijd is verstreken is het raadslid verplicht zijn rede te beëindigen zodra de voorzitter dat verzoekt. Zo nodig kan de voorzitter hem het woord ontnemen. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van andere deelnemers.

Artikel 34 Beraadslaging

  • 1. De raad kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de raad beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen, teneinde het college of de raadsleden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is. De aanvrager van de schorsing krijgt na hervatting van de vergadering als eerste het woord.

Artikel 35 Deelname aan de beraadslaging door derden

  • 1. De raad kan bepalen dat anderen dan de voorzitter en de leden van de raad, de wethouders en de griffier aan de beraadslaging deelnemen.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de raad genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 36 Sluiting beraadslaging

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging af, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten vindt, na een stemming over eventuele amendementen, de stemming plaats over het voorstel, zoals het dan in zijn geheel luidt, tenzij geen stemming wordt gevraagd.

  • 3. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.

Artikel 37 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag kort te motiveren.

Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen

Artikel 38 Algemene bepalingen over stemming

  • 1. De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. Indien wel stemming wordt verlangd, maar geen hoofdelijke stemming, vindt dit plaats bij handopsteken.

  • 2. In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in de besluitenlijst vragen dat zij geacht worden te hebben tegengestemd of niet aan stemming hebben deelgenomen.

  • 3. Indien door één of meer leden hoofdelijke stemming wordt gevraagd, roept de voorzitter of de griffier de leden van de raad bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het lid dat daarvoor overeenkomstig artikel 28 van dit reglement is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst. Of in de volgorde op voorstel van de voorzitter

  • 4. Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid, dat zich niet ingevolge artikel 28 van de Gemeentewet van deelneming aan de stemming moet onthouden, verplicht zijn stem uit te brengen.

  • 5. De leden brengen hun hoofdelijke stem uit door het woord 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 6. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, aantekening vragen dat hij zich heeft vergist. In de uitslag van de stemming brengt dit geen verandering.

  • 7. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 39 Stemming over amendementen en moties

  • 1. Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.

  • 2. Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.

  • 3. Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Het meest verstrekkende amendement of subamendement wordt het eerst in stemming gebracht.

  • 4. Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 40 Stemming over personen

  • 1. Wanneer een stemming over personen voor het doen van een benoeming, voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau. Het stembureau wordt ondersteund door de griffier of diens plaatsvervanger.

  • 2. Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van artikel 28 van de Gemeentewet van stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.

  • 3. Er wordt zoveel keer gestemd als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

  • 5. De griffier zorgt dat de stembriefjes worden vernietigd.

Artikel 41 Herstemming over personen

  • 1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.

  • 3. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.

Artikel 42 Beslissing door het lot

  • 1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.

  • 2. Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.

  • 3. Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

Paragraaf 4 Besloten vergadering van de raad en geheimhouding

Artikel 43 Algemeen

Op een besloten vergadering van de raad zijn de bepalingen van de Gemeentewet en dit reglement van toepassing.

Artikel 44 Verslaglegging

  • 1. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een vergadering ter vaststelling aangeboden. Na vaststelling wordt het verslag door de griffier ondertekend.

  • 2. Bij de vaststelling van de besluitenlijst kan de raad besluiten dat openbaarmaking van de besluitenlijst geheel of ten dele achterwege blijft.

Artikel 45 Geheimhouding

  • 1. Indien met gesloten deuren wordt vergaderd, geldt een verplichting tot geheimhouding omtrent informatie die in die vergadering ter kennis van de aanwezigen komt. De verplichting duurt voort, totdat de raad haar opheft.

  • 2. Voor zover daarop geheimhouding rust, wordt de besluitenlijst niet openbaar gemaakt en niet verspreid. De geheime besluitenlijst en het eventueel aanwezige digitale verslag blijven bij de griffier in bewaring. Uitsluitend de voorzitter, de in de vergadering aanwezige leden van de raad en het college en de griffier kunnen van de lijst en het verslag kennisnemen. De overige leden van de raad en het college kunnen onder gelijke verplichting tot geheimhouding van de lijst en het verslag kennisnemen.

Artikel 46 Opheffing geheimhouding

Opheffing vindt plaats conform de artikelen uit hoofdstuk VA van de Gemeentewet.

Hoofdstuk 5 De Politieke Avond

Paragraaf 1 Taken en samenstelling

Artikel 47 Politieke Avond

  • 1. Er zijn raadscommissies, geheten ‘Politieke Avond’.

Artikel 48 PA-voorzitter

  • 1. De raad benoemt de PA-voorzitters en hun plaatsvervangers conform artikel 82 van de Gemeentewet. De raad kan een PA-voorzitter of diens plaatsvervanger ontslag verlenen. De benoeming eindigt in elk geval bij het einde van de zittingstermijn van de raad.

  • 2. De agendacommissie wijst de PA-voorzitter aan die de vergadering zal voorzitten.

  • 3. De PA-voorzitters onthouden zich van deelname aan de inhoudelijke behandeling van de op de agenda vermelde onderwerpen.

  • 4. De PA-voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde tijdens de vergadering;

    • c.

      het zorgdragen voor het naleven van het Reglement van Orde door alle vergaderdeelnemers, inclusief de voorzitter zelf.

  • 5. De PA-voorzitter verleent het woord volgens een door hem te bepalen volgorde, doch met inachtneming van het hieromtrent bepaalde in dit hoofdstuk.

Artikel 49 PA-griffier

  • 1. De griffier wijst voor elke Politieke Avond een PA-griffier aan. Deze is aanwezig in de vergaderingen van de Politieke Avond. Hij kan, indien daartoe door de PA-voorzitter uitgenodigd, deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid van de PA-griffier draagt de griffier zorg voor vervanging.

Artikel 50 Beschikking over relevante informatie

Ten behoeve van de uitoefening van hun taak hebben de leden toegang tot alle beschikbare informatie over de geagendeerde voorstellen en onderwerpen.

Artikel 51 Samenstelling

  • 1. Lid van de Politieke Avond zijn:

    • a.

      de leden van de raad en

    • b.

      andere personen die op voordracht van een fractie door de raad zijn benoemd als lid van de Politieke avond.

  • 2. Een fractie kan ten hoogste vier andere personen voordragen als bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 3. Aan de behandeling van en advisering over een geagendeerd onderwerp of voorstel nemen per fractie ten hoogste twee leden deel, die daartoe door de fractie zijn aangewezen. Eén van deze leden wordt aangewezen als woordvoerder namens de fractie.

Artikel 52 Leden, niet zijnde raadslid

  • 1. Voor benoeming als bedoeld in artikel 51, eerste lid onder b, is vereist dat betrokkene voldoet aan de vereisten van artikel 10 en 13 en van de Gemeentewet. Voor benoeming is verder vereist dat betrokkene bereid is de eed of de verklaring en belofte af te leggen als bedoeld in het vierde lid.

  • 2. De benoeming eindigt aan het einde van de zittingsperiode van de raad en voorts door ontslagname.

  • 3. De raad trekt de benoeming in wanneer betrokkene niet meer voldoet aan de voor benoeming geldende voorwaarden. Betrokkene is verplicht de raad via de griffie daarover onverwijld te informeren. Voorts trekt de raad de benoeming in indien de fractie die hem heeft voorgedragen, heeft verklaard dat betrokkene niet langer haar vertrouwen geniet.

  • 4. Direct na benoeming legt betrokkene ten overstaan van de voorzitter de eed of de verklaring en belofte af overeenkomstig artikel 14 van de Gemeentewet, waarbij “om tot lid van de raad benoemd te worden” wordt gelezen als “om tot lid van de Politieke Avond benoemd te worden” en “mijn plichten als lid van de raad” als “mijn plichten als lid van de Politieke Avond”.

  • 5. De gedragscode voor de politieke ambtsdragers van de gemeente is van overeenkomstige toepassing op leden van de Politieke Avond, niet zijnde raadslid.

Artikel 53 Aanwezigheid door derden

De agendacommissie kan de burgemeester, wethouders, de gemeentesecretaris, ambtenaren en andere deskundigen uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn.

Artikel 54 Deelname aan de beraadslaging door derden

  • 1. De leden van de Politieke Avond kunnen bepalen dat de burgemeester, wethouders, de gemeentesecretaris, daartoe uitgenodigde ambtenaren en deskundigen deelnemen aan de beraadslaging over een onderwerp.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid van de Politieke Avond genomen alvorens met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel een aanvang wordt genomen.

  • 3. De PA-voorzitter zorgt dat alle betrokkenen voldoende aan het woord kunnen komen, zonder gebruik te maken van een vaste spreekvolgorde.

Paragraaf 2 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen

Artikel 55 Vergaderschema

Tenzij de agendacommissie anders besluit, vinden de vergaderingen van de Politieke Avond de week voorafgaand aan de raadsvergadering plaats. Zij vangen aan om 19.30 uur.

Artikel 56 Oproep en stukken

  • 1. De agendacommissie stelt de voorlopige agenda voor de Politieke Avond op.

  • 2. 6 dagen voorafgaand aan de vergadering ontvangen de leden digitaal een uitnodiging voor de vergadering.

  • 3. De voorlopige agenda en de daarbij behorende ontwerp-raadsvoorstellen, ontwerp-raadsbesluiten en, indien dit in voorkomende gevallen nodig is voor de leesbaarheid van voorstellen, beleidsnota’s en/of beleidsnotities, met uitzondering van stukken waarvoor geheimhouding is opgelegd, worden in het gemeentelijke digitale vergadersysteem geplaatst en zo ter openbare kennis gebracht.

  • 4. Alle relevante stukken en de bij de voorstellen behorende achterliggende stukken, worden in het gemeentelijke digitale vergadersysteem geplaatst en zo ter openbare kennis gebracht. Stukken waarvoor geheimhouding is opgelegd, blijven onder berusting van de griffier. De griffier verleent de leden desgevraagd inzage.

  • 5. De openbare kennisgeving van de vergadering geschiedt overeenkomstig artikel 20.

Artikel 57 Agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt uiterlijk om 18.00 uur op de dag voorafgaand aan de dag van de vergadering met de daarbij behorende stukken aan de leden van de raad en de leden van de Politieke Avond verzonden en openbaar gemaakt.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de Politieke Avond de agenda vast. Op voorstel van de voorzitter of een deelnemer kan de Politieke Avond onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Op voorstel van een lid van de Politieke Avond of de PA-voorzitter kan de Politieke Avond de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Paragraaf 3 Orde van de vergadering

Artikel 58 Opening vergadering; quorum

  • 1. De PA-voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur.

  • 2. Voor de behandeling van een onderwerp of voorstel op de agenda is, onverminderd artikel 51, derde lid, vereist dat uit meer dan de helft van de fracties ten minste één deelnemer aanwezig is.

  • 3. Wanneer tien minuten na het uur dat is vastgesteld voor de behandeling van een onderwerp het vereiste aantal deelnemers niet aanwezig is, kan de PA-voorzitter afzien van behandeling van het onderwerp. Met verwijzing naar dit artikel kan hij dag en uur van de volgende vergadering bepalen waarin het onderwerp zal worden behandeld, op een tijdstip dat ten minste 24 uur na het bezorgen van de digitale oproep is gelegen.

Artikel 59 Voorstellen van orde

  • 1. De PA-voorzitter en ieder lid van de Politieke Avond kunnen tijdens de Politieke Avond mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de Politieke Avond terstond, overeenkomstig artikel 29 lid 1 en artikel 30 lid 1 Gemeentewet

Artikel 60 Spreekrecht burgers

  • 1. Inwoners, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, instellingen of bedrijven en andere betrokkenen kunnen tijdens de Politieke Avond het spreekrecht uitoefenen over een niet geagendeerd onderwerp of een geagendeerd onderwerp, waarvoor niet is voorzien in een Inforonde. Degene die hiervan gebruik wil maken, doet hiervan uiterlijk om 12.00 uur op de dag voorafgaande aan de dag van de vergadering opgave aan de griffier. Hij geeft daarbij zijn naam, adres, e-mailadres en telefoonnummer op en, indien van toepassing, namens wie hij optreedt en voorts het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 2. Adviesraden van de gemeente hebben ook de mogelijkheid om in te spreken bij de Politieke Avond over geagendeerde onderwerpen.

  • 3. Het spreekrecht over een niet-geagendeerd onderwerp wordt uitgeoefend direct na opening van de vergadering. Tenzij de PA-voorzitter anders bepaalt, wordt het spreekrecht met betrekking tot een geagendeerd onderwerp uitgeoefend direct voorafgaande aan de beraadslaging over het onderwerp.

  • 4. De PA-voorzitter geeft insprekers het woord in volgorde van aanmelding. Hij kan van de volgorde afwijken indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. De inspreker voert het woord nadat de PA-voorzitter hem dit heeft verleend. De spreektijd bedraagt per onderwerp maximaal 30 minuten voor alle insprekers tezamen en maximaal drie minuten per inspreker. Indien er meer insprekers zijn, wordt de maximale spreektijd voor alle insprekers naar evenredigheid verdeeld. De PA-voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De PA-voorzitter kan de deelnemers toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Tussen de deelnemers en de insprekers vindt geen discussie plaats.

Artikel 61 De lijst van informatienota’s

  • 1. Tijdens de Politieke Avond stelt de vergadering de lijst van informatienota’s vast, overeenkomstig artikel 29 lid 1 en artikel 30 lid 1 Gemeentewet

  • 2. Een lid van de Politieke avond heeft de mogelijkheid één vraag te stellen over een informatienota. Hier is geen debat mogelijk.

  • 3. Twee of meer leden van Politieke Avond kunnen de agendacommissie gemotiveerd verzoeken een informatienotitie te agenderen ter bespreking voor een volgende Politieke Avond.

Artikel 62 Beraadslaging

  • 1. De oordeelsvormende beraadslaging over een onderwerp vindt plaats in twee termijnen.

  • 2. De PA-voorzitter kan voorstellen van de tweede termijn af te zien indien hem genoegzaam duidelijk is dat de deelnemers daaraan geen behoefte hebben.

  • 3. De Politieke Avond kan op voorstel van de PA-voorzitter of een deelnemer beslissen overeenkomstig artikel 29 lid 1 en artikel 30 lid 1 Gemeentewet dat over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk wordt beraadslaagd.

Artikel 63 Advisering

  • 1. Wanneer de PA-voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht en besproken, sluit hij de beraadslaging, tenzij de Politieke Avond anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de Politieke Avond welk advies aan de agendacommissie wordt uitgebracht;

    • a.

      bespreekstuk: het voorstel behoeft nadere bespreking in de raadsvergadering

    • b.

      hamerstuk: het voorstel is rijp voor besluitvorming in de raadsvergadering

    • c.

      Niet rijp voor besluitvorming in de raadsvergadering; het voorstel vraagt om een verdere voorbereiding voordat het weer wordt behandeld in de raadscyclus.

  • 3. Het advies vermeldt ook het standpunt van een minderheid.

Artikel 64 Verslaglegging

  • 1. De PA-griffier stelt een beknopt verslag op van de vergadering. Het verslag vermeldt:

    • a.

      de datum van de vergadering,

    • b.

      de namen van de deelnemers aan de Politieke Avond waaraan zij hebben deelgenomen als woordvoerder

    • c.

      de namen van de andere personen die aan de beraadslaging over een onderwerp hebben deelgenomen

    • d.

      een vermelding van de onderwerpen die aan de orde zijn geweest,

    • e.

      toezeggingen van de burgemeester en de wethouders,

    • f.

      de besluiten en adviezen met betrekking tot geagendeerde onderwerpen,

    • g.

      de uitslag van eventueel gehouden stemmingen.

  • 2. De PA-griffier draagt voorts zorg voor een digitaal verslag. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk op de gemeentelijke website geplaatst.

  • 3. Het ontwerp-verslag wordt zo spoedig mogelijk na de vergadering en in ieder geval binnen een week beschikbaar gesteld aan de leden van de Politieke Avond alsmede aan de raad, het college en de burgemeester.

  • 4. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld en door de PA-griffier ondertekend.

Paragraaf 4 Besloten vergaderingen - geheimhouding

Artikel 65 Algemeen

Op besloten vergaderingen zijn de Gemeentewet en de bepalingen van de voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 66 Verslaglegging

  • 1. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Na vaststelling wordt het door de PA-griffier ondertekend.

  • 2. De Politieke Avond kan om gewichtige redenen besluiten dat van de besloten vergadering geen digitaal verslag wordt gemaakt.

  • 3. Bij de vaststelling van het verslag besluit de Politieke Avond over openbaarmaking van het verslag en het eventueel aanwezige digitale verslag.

Artikel 67 Geheimhouding

Voor geheimhouding geldt dat de overeenkomstige artikelen uit de Gemeentewet van toepassing zijn.

Paragraaf 5 Lidmaatschap van andere organisaties

Artikel 68 Verslag en verantwoording

  • 1. Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de gemeentesecretaris, die door de raad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam, een gemeenschappelijk orgaan ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen of een orgaan van een andere organisatie of institutie namens de raad, kan tijdens de Politieke Avond verslag doen over zaken die in het betrokken orgaan aan de orde zijn of zijn geweest.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde persoon heeft daarnaast het recht om in een raadsvergadering in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering van de raad verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur of gemeenschappelijk orgaan of een orgaan van een andere organisatie of institutie aan de orde zijn of zijn geweest. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan op voorstel van de voorzitter worden verwezen naar de Politieke Avond.

Hoofdstuk 6 Inforonde en ROA

Artikel 69 Bevoegdheid en openbaarheid

  • 1. De inforonde en ROA zijn beeldvormende commissievergaderingen die met name gericht zijn op het informeren van raadsleden en leden van de PA over onderwerpen die in de toekomst op de raadsagenda komen.

  • 2. De agendacommissie draagt zorg voor de organisatie van de Inforonde en ROA. Zij kiest voor een werkvorm die is toegesneden op het onderwerp en de beoogde deelnemers.

  • 3. De Inforonde is in beginsel openbaar, maar de agendacommissie kan bepalen, afhankelijk van de gekozen werkvorm, dat de Inforonde in beslotenheid plaatsvindt.

  • 4. In de Inforonde worden stukken besproken en toegelicht ter voorbereiding op de oordeelsvorming in de Politieke avond en besluitvorming in de raadsvergadering.

  • 5. Waar oordeelsvorming en besluitvorming (nog) niet aan de orde zijn, bepaalt de agendacommissie in overleg met het college de vorm van de Inforonde en ROA en de daarvoor benodigde stukken.

  • 6. De ROA kan worden ingezet voor de volgende doeleinden:

    • Beeldvorming over een (actueel) onderwerp

    • Kaderstelling voor een onderwerp dat later ter besluitvorming wordt aangeboden als beleidsstuk

Artikel 70 Deelname – voorbereiding

  • 1. Aan een Inforonde en ROA kunnen alle raadsleden en PA-leden deelnemen, alsmede de burgemeester en de wethouders.

  • 2. De agendacommissie kan het college verzoeken de gemeentesecretaris en ambtelijke medewerkers aan de Inforonde te laten deelnemen.

  • 3. De agendacommissie kan genodigde burgers, bedrijven, organisaties of instellingen verzoeken aan de Inforonde deel te nemen.

  • 4. Indien de Inforonde in beslotenheid plaats vindt bepaalt de agendacommissie wie de bijeenkomst als deelnemer en/of toehoorder mogen bijwonen.

Artikel 71 Voorzitter

  • 1. De agendacommissie wijst voor een inforonde of ROA een voorzitter aan.

  • 2. De rol van de voorzitter is afhankelijk van de vorm van de Inforonde en ROA.

  • 3. De voorzitter leidt het gesprek en bewaakt de naleving van dit reglement.

  • 4. De voorzitter draagt ervoor zorg dat:

    • informatie wordt uitgewisseld;

    • vragen zo goed mogelijk worden beantwoord;

    • er geen politieke standpunten worden uitgedragen of wordt gediscussieerd tussen de raadsleden, de leden van de Politieke Avond die geen raadslid zijn, de burgemeester en de wethouders en de andere aanwezigen.

  • 5. De voorzitter wordt ondersteund door de griffier of zijn plaatsvervanger.

Artikel 72 Verslaglegging

Tenzij anders bepaald door de agendacommissie, wordt er geen schriftelijk verslag gemaakt van de Inforonde en ROA. Indien mogelijk wordt er wel een digitaal verslag gemaakt en eventuele digitale achtergrondinformatie (presentaties) worden digitaal ontsloten.

Hoofdstuk 7 Algemene ordebepalingen

Artikel 73 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht nemen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. De voorzitter roept een spreker, die zich naar zijn oordeel in beledigende of onbetamelijke bewoordingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, tot de orde. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

Artikel 74 Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de hen aangewezen (zit)plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde verstoren, kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 75 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare raadsvergadering, Politieke Avond of Inforonde geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 76 Gebruik mobiele telefoons en andere apparatuur

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik van mobiele telefoons en andere apparatuur uitsluitend toegestaan voor zover daardoor naar het oordeel van de voorzitter de orde van de vergadering niet wordt verstoord.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 77 Uitleg reglement

  • 1. In de gevallen waarin het Reglement van Orde niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement in een raadsvergadering, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

  • 2. In de gevallen waarin het Reglement van Orde niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement tijdens een Politieke Avond, beslist de Politieke Avond op voorstel van de PA-voorzitter.

Artikel 78 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit Reglement van Orde voor de raad treedt in werking na de dag na bekendmaking.

  • 2. Het Reglement van Orde voor de raad, vastgesteld op 26 oktober 2018 wordt ingetrokken.

  • 3. Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van Orde voor de raad van Lingewaard 2023.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Lingewaard in zijn openbare vergadering van 6 april 2023.