Beleidsregel Individuele Studietoeslag gemeente Oldebroek

Geldend van 20-04-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2022

Intitulé

Beleidsregel Individuele Studietoeslag gemeente Oldebroek

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek;

gelet op:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 36b Participatiewet;

Overwegende dat het college het nodig vindt kaders te maken voor de Studietoeslag;

Besluit

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel Individuele Studietoeslag gemeente Oldebroek.

Artikel 1. Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvraag: een verzoek om studietoeslag als bedoeld in artikel 36b lid 1 PW

    • b.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht

    • c.

      PW: Participatiewet

    • d.

      Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

    • e.

      WSF: Wet studiefinanciering 2000

    • f.

      WTOS: Hoofdstuk 4 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Artikel 2. Structurele medische beperking

  • 1. Structurele medische beperking: een fysieke en/of psychische beperking die voortkomt uit een in de persoon gelegen ziekte of medisch gebrek die voldoende ernstig is dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het gebrek en het structureel niet in staat zijn van het verdienen van inkomsten door belanghebbende naast de studie.

  • 2. Structureel: als er binnen een periode van 12 maanden na de aanvraag geen herstel of verbetering is te verwachten in de medische beperking, zodanig dat belanghebbende wel in staat is om naast de studie te werken en daar inkomen mee te verdienen.

  • 3. Er is in ieder geval geen sprake van een structurele medische beperking bij:

    • mantelzorg;

    • kortdurende beperkingen;

    • beperkingen die niet dusdanig ernstig zijn dat iemand naast de studie niet meer kan werken.

Artikel 3. Voorwaarden

  • 1. Er bestaat recht op studietoeslag als belanghebbende:

    • a.

      als rechtstreeks gevolg van een ziekte of gebrek structureel niet in staat is naast de studie inkomsten te verwerven;

    • b.

      recht heeft op studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming krijgt op grond van de WTOS. Het levenlanglerenkrediet van de WSF valt niet hieronder;

    • c.

      geen recht heeft op een uitkering op grond van de Wajong.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1. De aanvraag voor studietoeslag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld (digitaal) formulier.

  • 2. Belanghebbende verstrekt bij de aanvraag de volgende stukken:

    • a.

      Een bewijs van het ontvangen van studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS;

    • b.

      Bij stage: een kopie van de stageovereenkomst waaruit de hoogte van de stagevergoeding blijkt.

  • 3. Belanghebbende kan bij de aanvraag een deskundigenverklaring verstrekken waarin staat waarom belanghebbende niet kan werken naast de studie.

Artikel 5. Toekennen en uitbetalen

  • 1. Als door het college is vastgesteld dat recht op studietoeslag bestaat, wordt de studietoeslag toegekend vanaf de dag waarop dit recht is ontstaan, voor zover deze dag niet ligt voor de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend.

  • 2. In afwijking van lid 1 wordt studietoeslag met terugwerkende kracht ook toegekend over een periode die is gelegen voor de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend als:

    • a.

      belanghebbende daarom verzoekt; en

    • b.

      belanghebbende over deze periode voldoet aan de voorwaarden voor het recht op studietoeslag;

  • 3. In afwijking van lid 2 wordt studietoeslag niet met terugwerkende kracht toegekend over een periode die is gelegen:

    • a.

      voor 1 april 2022;

    • b.

      5 jaar voorafgaand aan de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend.

  • 4. De studietoeslag wordt maandelijks uitbetaald.

  • 5. De studietoeslag die met terugwerkende kracht wordt toegekend, wordt na toekenning als een bedrag ineens uitbetaald.

Artikel 6. Hoogte studietoeslag

  • 1. De hoogte van de studietoeslag is gelijk aan de bedragen genoemd in artikel 7a van de AMvB.

Artikel 7. Medisch advies

  • 1. Het college is verplicht een medisch advies te vragen aan een onafhankelijke deskundige voor de beoordeling of er sprake is van een structurele medische beperking.

  • 2. Het college vraagt het medisch advies aan bij een daartoe bevoegde instantie.

  • 3. In afwijking van lid 1 kan het college alleen in deze situaties een medisch advies achterwege laten als:

    • a.

      direct duidelijk is dat er recht bestaat op studietoeslag gelet op de ernst/aard van de structurele medische beperking;

    • b.

      vaststaat dat belanghebbende geen studiefinanciering op grond van de WSF of tegemoetkoming op grond van de WTOS wordt ontvangen;

    • c.

      belanghebbende recht heeft op een Wajong uitkering;

    • d.

      belanghebbende werkt naast de studie, niet zijnde een stage.

Artikel 8. Nieuw medisch advies bij zicht op verbetering

Wanneer het eerste medisch advies daartoe aanleiding geeft, bepaalt het college dat binnen een bepaalde periode een nieuw medisch advies zal worden gevraagd om te beoordelen of belanghebbende nog steeds niet in staat is om naast de studie te werken.

Artikel 9. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen in het voordeel van belanghebbende afwijken van het bepaalde in deze beleidsregel.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na publicatie in het Gemeenteblad en werken terug tot en met 1 april 2022.

Artikel 11. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Individuele Studietoeslag gemeente Oldebroek.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 11 april 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek

de secretaris

P.H. Lensselink

burgemeester

T.H. Haseloop-Amsing

Algemene toelichting

Uit onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie van december 2018 is gebleken dat de individuele studietoeslag niet aan het gestelde doel voldoet en aanpassing behoeft. Aanpassing is nodig om het doel van de regeling te bereiken: jongeren met een structurele medische beperking die niet kunnen bijverdienen naast en tijdens hun studie, een extra (financiële) steun in de rug te geven. Om deze reden is de regeling van studietoeslag gewijzigd.

Inwerkingtreding

De nieuwe studietoeslag treedt in werking per 1 april 2022.

Geen bijstand meer maar toeslag

De studietoeslag is geen bijstand meer. Daarom is er geen vermogenstoets. Ook de gegevens over de woon/leef situatie (gezinssamenstelling) zijn niet van invloed op het recht. Er geldt geen leeftijdsgrens. Het recht is gekoppeld aan het recht op studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS.

Ontvangst of recht op studiefinanciering WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS

In de wettekst van artikel 36b Participatiewet staat dat een aanvraag kan worden gedaan als iemand studiefinanciering of WTOS ontvangt. Dit moet zo worden gelezen: er bestaat recht op studietoeslag als er recht bestaat op studiefinanciering op grond van de WSF 2000 of een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 WTOS. Of er recht bestaat blijkt uit een beschikking van DUO. Voor het moment waarop is voldaan aan de voorwaarden voor studietoeslag is niet de datum van ontvangst van studiefinanciering of WTOS van belang, maar de datum vanaf wanneer het recht bestaat.

Voorbeeld 1: Iemand begint op 1 september 2022 met een opleiding, heeft recht op studiefinanciering met ingang van 1 december 2022 en ontvangt deze voor het eerst op 22 december 2022. Dan bestaat er recht op studietoeslag met ingang van 1 december 2022.

Voorbeeld 2: iemand vraagt geen studiefinanciering aan bij DUO omdat zij niet wil lenen. Dan is er geen recht op studietoeslag omdat er geen studiefinanciering wordt ontvangen.

Voorbeeld 3: iemand ontvangt alleen een beschikking van een studentenreisproduct van Duo. Dit geeft ook recht op studietoeslag. Dit staat in de het Gemeentenieuws 2022-5.

Voorbeeld 4: Soms heeft een student recht op studiefinanciering of tegemoetkoming WTOS, maar komt het niet tot uitbetaling. Met dat recht op 0-bedrag voldoet een student wel aan de voorwaarden.

Structurele medische beperking

Een belanghebbende moet als rechtstreeks gevolg van een ziekte of gebrek structureel niet in staat zijn naast de studie inkomsten te verdienen. Zie de artikelsgewijze toelichting voor uitleg wat hiermee wordt bedoeld.

Stagevergoeding

Stage is vaak een verplicht onderdeel van de opleiding en ook al is het niet verplicht, het draagt wel bij aan het vergroten van de toekomstige kansen op de arbeidsmarkt. Onverplichte stages of niet formeel door de onderwijsinstelling erkende stages vallen dus ook onder de vrijlating. Vereist is alleen dat de stage wel plaatsvindt in het kader van de studie. Zie Tweede kamer, 2019-2020, 35394, nr. 5, p. 8.

Terugwerkende kracht

Per 1 april 2022 is de studietoeslag geen vorm van (bijzondere) bijstand meer. Dat betekent dat de Participatiewet het niet verbiedt dat studietoeslag met terugwerkende kracht wordt aangevraagd. De terugwerkende kracht kan niet verder gaan dan 1 april 2022, omdat vanaf die datum de nieuwe regels voor de studietoeslag gelden. Daarnaast geldt een verjaringstermijn van 5 jaar. Dat komt doordat financiële aanspraken bij de overheid op grond van de rechtszekerheid na een termijn van 5 jaren niet meer in rechte afdwingbaar zijn. Dit is vaste rechtspraak. (ECLI:NL:CRVB:2015:3759 en ECLI:NL:CRVB:2021:3137). Dat is alleen anders als bij wet anders is voorzien of de wetgever anders heeft willen regelen. Dat is voor de studietoeslag niet het geval.

Inlichtingenplicht en terugvordering

Op grond van artikel 36b lid 4 Participatiewet geldt een aparte inlichtingenplicht voor de studietoeslag. Artikel 17 Participatiewet is niet van toepassing, omdat de studietoeslag geen bijstand betreft. Als de inlichtingenplicht wordt geschonden en achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag studietoeslag is verstrekt, dan mag het college overgaan tot terugvordering op grond van artikel 58 lid 2 en artikel 36b lid 4 Participatiewet. Dit is een bevoegdheid, geen verplichting.

Hardheidsclausule

Het college mag van eigen beleidsregels afwijken als toepassing ervan in een individueel geval door bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit is geregeld in artikel 4:84 Awb. Het college heeft voor de duidelijkheid ervoor gekozen in de beleidsregels een hardheidsclausule op te nemen.