Nadere regels subsidieverlening Wagenings Winterfonds MKB-ondernemers en maatschappelijke organisaties

1. Het bepaalde in deze nadere regels is enkel van toepassing op de verstrekking van een subsidie op aanvraag door het college voor activiteiten vallend onder het in artikel 3 beschreven doel.

2. Op de subsidieverstrekking op grond van deze nadere regels zijn de bepalingen van de ASV 2012 van toepassing.

1. Deze subsidieregeling geldt niet voor bedrijven of maatschappelijke organisaties die al op andere wijze door de gemeente gecompenseerd worden voor de stijgende energiekosten.

2. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet een aanvrager verplicht een energieadvies overleggen en/of een gratis verkennende energieadviesgesprek voeren of gevoerd hebben om zo structureel een bijdrage te leveren aan het verlagen van de energiekosten. Aanvrager overlegt een aanmelding voor een verkennend energie-adviesgesprek en/of een recent energieadvies.

1. Het subsidiebedrag wordt als volgt berekend:

• a)

  bij een energiecontract op naam; het verschil tussen de voorschotnota van de maand met de laagste energiekosten in de periode november 2021 t/m maart 2022 en de voorschotnota van de maand met de hoogste energiekosten in de periode november 2022 t/m maart 2023;

• b)

  bij huurovereenkomst; het verschil tussen de maand met de laagste huurkosten in de periode november 2021 t/m maart 2022 en de maand met de hoogste huurkosten in de periode november 2022 t/m maart 2023.

• c)

  het verschil zoals bepaald onder a of b wordt vermenigvuldigd met het aantal maanden waarop de verhoging van energiekosten of huurkosten van toepassing is, tot een maximum van vijf maanden (november 2022 t/m maart 2023).

• d)

  van het bedrag onder c wordt 75% gesubsidieerd tot een maximum van € 4.950,- per aanvraag. Voor ondernemingen wordt gerekend met de notabedragen exclusief BTW. Voor maatschappelijke organisaties worden de notabedragen inclusief BTW gebruikt in de berekening.

2. De subsidie bedraagt maximaal € 4.950,-.

6. De subsidieaanvraag moet voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen van de ASV 2012 en van deze nadere regeling;

7. De subsidieaanvraag wordt digitaal aangevraagd via een online aanvraagformulier bij de gemeente Wageningen;

8. De subsidieaanvraag gaat over één pand waarin de aanvrager zijn (bedrijfs)activiteiten uitoefent. Als de subsidieaanvrager meerdere panden heeft waarin hij zijn (bedrijfs)activiteiten uitoefent dient hij voor ieder pand een separate subsidieaanvraag in;

9. In afwijking van artikel 2.2 van de ASV 2012 bevat de aanvraag:

• a)

  een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Voor ondernemers geldt dat op de inschrijving het aantal werkzame personen herkenbaar moet zijn en moet blijken dat het bedrijfspand gelegen is binnen de gemeente Wageningen;

• b)

  de subsidie kan aangevraagd worden voor maximaal de extra kosten die zijn gemaakt door een hogere energierekening in 2022 en 2023. Hiervoor moet bij de aanvraag worden aangegeven wat de meerkosten zijn van de energielasten in de periode van 1 november 2022 tot en met 31 maart 2023 ten opzichte van dezelfde periode in 2021-2022.

• c)

  een duidelijk leesbare kopie van:

  • i.

    de voorschotnota van:

    • 1.

      de maand met de laagste energiekosten in de periode november 2021 t/m maart 2022

    • 2.

      de maand met de hoogste energiekosten in de periode november 2022 t/m maart 2023; of

  • ii.

    de huurnota van:

    • 1.

      de maand met de laagste huurkosten in de periode november 2021 t/m maart 2022;

    • 2.

      de maand met de hoogste huurkosten in de periode november 2022 t/m maart 2023;

• d)

  indien aanvrager een leverancier voor gas en een andere leverancier voor elektriciteit heeft, overlegt aanvrager van beide leveranciers de gevraagde voorschotnota’s. In geval van twee leveranciers worden de bedragen bij elkaar opgeteld;

• e)

  er dient een toelichting te worden toegevoegd waarom de gestegen energiekosten voor de aanvrager leidt tot acute problemen en de (bedrijfs)activiteiten daardoor per direct of op korte termijn dreigen te stoppen;

• f)

  een korte beschrijving van welke verduurzamende maatregelen zijn genomen of van plan zijn om te gaan nemen;

• g)

  voor MKB-ondernemingen: een naar waarheid ingevulde de-minimisverklaring.

10. Het college kan nadere stukken opvragen, waaronder inzage in de totale boekhouding, indien onduidelijkheid bestaat over de opgevoerde kosten of twijfel bestaat of sprake is van acute problemen en de (bedrijfs)activiteiten daardoor per direct of op korte termijn dreigen te stoppen.

11. Een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling kan tussen 3 april 2023 tot uiterlijk 31 mei 2023 digitaal worden ingediend. Aanvragen die na 31 mei 2023 worden ingediend, worden niet meer in behandeling genomen.

1. De aanvragen worden in behandeling genomen op volgorde van datum en tijdstip van ontvangst van de volledige aanvraag, totdat het subsidieplafond is bereikt.

2. Wanneer een aanvrager conform artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum en het tijdstip van ontvangst van de aanvraag de datum en het tijdstip waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

1. Voor deze regeling bedragen de subsidieplafonds:

• -

  voor maatschappelijke organisaties zoals bedoeld in artikel 4 onder a: € 117.243-;

• -

  voor ondernemingen zoals bedoeld in artikel 4 onder b: € 75.000,-

2. Indien één van de in het voorgaande artikel genoemde subsidieplafonds niet volledig wordt besteed, wordt het resterende bedrag indien nodig toegevoegd aan het andere subsidieplafond.

3. Het college kan het subsidieplafond verhogen.

1. Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en vervalt op 1 januari 2024.

2. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op de afwikkeling van subsidies die voor de vervaldatum op basis van deze regeling zijn verleend en op bezwaar- en beroepsprocedures ten aanzien van die subsidies. Deze regeling blijft eveneens van toepassing op aanvragen om subsidies waarop voor de vervaldatum nog niet is beslist.

3. Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels subsidieverlening Wagenings Winterfonds MKB-ondernemers en maatschappelijke organisaties.