Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Eemsdelta 2023

Geldend van 13-04-2023 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Eemsdelta 2023

De raad van de gemeente Eemsdelta,

gelet op de artikelen 16 en 84 van de Gemeentewet;

besluit de volgende verordening vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. wet: Gemeentewet.

b. voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger;

c. griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

d. amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of

ontwerpbeslissing;

e. subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

f. initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel;

g. motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

h. college: het college van burgemeester en wethouders

Artikel 2 Het presidium

1. Er is een presidium dat bestaat uit de voorzitter van de raad en de fractievoorzitters.

2. De voorzitter van de raad is voorzitter van het presidium. De leden van het presidium wijzen uit hun midden een waarnemend voorzitter aan.

3. Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid uit de eigen fractie aan dat hen bij afwezigheid in het presidium vervangt.

4. Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

5. Het presidium heeft in ieder geval de volgende taken:

a. het voorbereiden en opstellen van voorlopige agenda’s voor raadsvergaderingen en het voorbereiden en opstellen van definitieve agenda's van raadscommissievergaderingen;

b. het vaststellen van de vergadercyclus van de raad en van de raadscommissies en het jaarlijks vaststellen van de procedure voor de behandeling van de kadernota, begroting en overige documenten die betrekking hebben op de P&C cyclus;

c. het vaststellen van de datum waarop een vergadering als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de wet plaatsvindt;

d. het presidium doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad en de raadscommissies.

6. Vergaderingen van het presidium zijn besloten. Overige raadsleden kunnen de vergadering als toehoorder bijwonen.

7. De griffier draagt zorg voor een besluitenlijst van de presidiumvergaderingen. De besluitenlijst wordt gedeeld met de raad en het college.

Artikel 3 De griffier

1. De griffier is aanwezig in raadsvergaderingen, vergaderingen van het presidium en de commissievergaderingen van de raad.

2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een plaatsvervanger die door de raad is aangewezen.

3. De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

Artikel 4 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

1. Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden (waarvan één raadslid als voorzitter optreedt).

2. Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

3. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de gemeenteraadsverkiezingen.

4. Na een gemeenteraadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 5 Benoeming wethouders

1. Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden (waarvan één raadslid als voorzitter optreedt).

2. Deze onderzoekt of de benoeming van de kandidaat-wethouder voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de wet.

3. De commissie brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

4. De burgemeester kan voor de aanvang van iedere ambtstermijn en in geval van een tussentijdse vacaturevervulling opdracht geven om de kandidaat-wethouders aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. De burgemeester brengt over het eindresultaat daarvan verslag uit aan de raad.

Artikel 6 Fracties

1. Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard worden bij de aanvang van de zittingsperiode als één fractie beschouwd.

2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

3. De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

4. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

5. Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3, vierde lid, van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Hoofdstuk 2 Vergaderingen van de raad

Paragraaf 1 Voorbereiding

Artikel 7 Oproep en agenda

1. De voorzitter zendt ten minste tien werkdagen voor een raadsvergadering de raadsleden een oproep (mailbericht) met de mededeling dat de agenda met vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering is geplaatst op de openbare website van de gemeente; de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden in beginsel 10 dagen voor de raadsvergadering digitaal beschikbaar gesteld.

2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter een aanvullende agenda opstellen. Dan wordt uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering een mailbericht aan de leden gezonden. De aangepaste agenda wordt op de website gepubliceerd. De daarbij behorende stukken worden digitaal beschikbaar gesteld.

3. Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 8, tweede lid, van toepassing.

4. De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 8 Ter inzage leggen van stukken

1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een agenda dienen, worden gelijktijdig met de agenda op de website van de gemeente geplaatst.

2. Informatie van de raad of aan de raad waaromtrent op grond van hoofdstuk Va van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier.

Artikel 9. Openbare kennisgeving

1. Raadsvergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in de aangewezen lokale bladen en langs elektronische weg via de website van de gemeente en sociale media-kanalen van de gemeente.

2. In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

Paragraaf 2 Ter vergadering

Artikel 10 Presentielijst

1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst, die aan het einde van elke raadsvergadering door de voorzitter en de griffier door ondertekening wordt vastgesteld.

Artikel 11 Opening vergadering en quorum

1. Een vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende raadsleden aanwezig is.

2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal raadsleden ter vergadering vertegenwoordigd is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen van de leden die afwezig zijn, dag en uur van de volgende vergadering.

Artikel 12 Aantal spreektermijnen

1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

3. Raadsleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

4. Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend ten aanzien van de beraadslaging daarover.

5. Bij de bepaling hoeveel keer een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 13 Deelname aan de beraadslaging door anderen

Onverminderd artikel 21, eerste en tweede lid, van de wet, kan de raad besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 14 Spreekrecht inwoners

1. Na de opening van de vergadering en direct na de vaststelling van de definitieve agenda, kunnen andere aanwezige inwoners gezamenlijk gedurende maximaal 30 minuten het woord voeren over inhoudelijke raadsvoorstellen die geagendeerd zijn, met uitzondering van het raadsvoorstel over de lijst ingekomen stukken.

2. Het woord kan niet gevoerd worden:

a. over een besluit van het gemeentebestuur, waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

b. over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

c. indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene Wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

2. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de raadsvergadering aan de griffier onder vermelding van zijn naam, (mail)adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wenst te voeren.

3. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding, tenzij afwijking van die volgorde in het belang is van de orde van de vergadering.

4. Elke inspreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend, gedurende maximaal vijf minuten. De voorzitter geeft de deelnemers aan de vergadering de gelegenheid verduidelijkende vragen te stellen.

5. De voorzitter doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.

Artikel 15 Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

Artikel 16 Handhaving orde en schorsing

De voorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

Artikel 17 Duur van de vergaderingen

1. De raadsvergadering start om 19.30 uur, tenzij het presidium anders besluit. De raad streeft naar een uiterlijke eindtijd van 22.30 uur

2. De voorzitter bewaakt de tijd tijdens de raadsvergadering.

3. De voorzitter stelt de raad voor om de vergadering te verplaatsen naar de eerstvolgende werkdag als de gestreefde eindtijd van 22.30 uur niet gehaald wordt. De raad beslist over dit voorstel.

Paragraaf 3 Stemmingen

Artikel 18 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag kort toelichten.

Artikel 19 Beslissing

1. De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

2. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 20 Stemming; procedure hoofdelijke stemming

1. De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

2. Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen, kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich overeenkomstig artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming te hebben onthouden.

3. Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

4. Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid en verloopt verder op alfabetische volgorde.

5. Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, hun stem uit door zich 'voor' of 'tegen' te verklaren, zonder enige toevoeging.

6. Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

7. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee en doet daarbij mededeling van het genomen besluit.

Artikel 21 Volgorde stemming over amendementen en moties

1. Als op een aanhangig voorstel amendementen zijn ingediend, wordt eerst over die amendementen gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

2. Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

3. Als meerdere amendementen of subamendementen op eenzelfde gedeelte van een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

4. Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie. De raad kan besluiten van deze volgorde af te wijken.

Artikel 22 Stemming over personen

1. Bij stemming over personen voor benoemingen of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

2. Aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren.

3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

4. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

Paragraaf 4 Verslaglegging; ingekomen stukken

Artikel 23 Verslag en besluitenlijst

1. De griffier draagt zorg voor verslagen en besluitenlijsten van raadsvergaderingen.

2. Uit een verslag blijkt in ieder geval:

a. de namen van de voorzitter, de griffier, de raadsleden en wethouders, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

b. een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

c. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

d. een overzicht van het verloop van elke stemming met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van

de raadsleden die zich overeenkomstig de wet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

e. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen, en

f. bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van artikel 12 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

3. Een conceptverslag wordt gelijktijdig met de verzending aan de raadsleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de raadsvergadering waarop het betrekking heeft.

4. Vastgestelde verslagen worden ondertekend door de voorzitter en griffier.

5. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

6. Elektronisch beschikbare verslagen en besluitenlijsten worden op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 24 Ingekomen stukken

1. Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst, die aan de raadsleden wordt toegezonden en ter inzage wordt gelegd.

2. De raad stelt op voorstel van het presidium, of in geval van onverwijlde spoed de griffier, de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Paragraaf 5 Besloten raadsvergaderingen

Artikel 25 Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 26 Verslag besloten vergadering

1. Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar berusten bij de griffier.

2. Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op het vastgestelde verslag en de besluitenlijst.

3. De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffie ondertekend.

Artikel 27 Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Paragraaf 6 Toehoorders en pers

Artikel 28 Toehoorders en pers

1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 29 Geluid- en beeldregistraties

1. Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

2. Bezoekers en insprekers worden erop geattendeerd dat van de openbare raadsvergaderingen geluid- en beeldregistraties worden gemaakt, live worden uitgezonden en op de website worden geplaatst.

Hoofdstuk 3 Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 30 Amendementen en subamendementen

1. Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben schriftelijk in bij de voorzitter, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

2. Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat beraadslagingen over het betreffende agendapunt zijn afgerond.

Artikel 31 Moties

1. Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

2. De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

3. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

4. Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de beraadslagingen erover zijn afgerond.

Artikel 32 Initiatiefvoorstel

1. Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter. Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van het college.

2. Het college kan binnen twee weken nadat het ter kennis is gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengen.

3. Nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst. Als de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

Artikel 33 Collegevoorstel

1. Een collegevoorstel aan de raad dat vermeld is op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, wordt niet ingetrokken zonder toestemming van de raad.

2. Als de raad van oordeel is dat het nodig is een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug te zenden aan het college, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 34 Interpellatie

1. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behalve in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de griffier ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd, alsmede de te stellen vragen.

2. De griffier brengt de inhoud van het verzoek ter kennis van de overige raadsleden en het college. Bij het vaststellen van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek ingebracht. De raad besluit over de toelating van het verzoek en bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.

3. De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige raadsleden en de leden van het college niet meer dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe toestemming geeft.

Artikel 35 Actualiteitendebat

1. In weken waarin er geen raadsvergadering plaatsvindt, bestaat de mogelijkheid tot het houden van een actualiteitendebat; hiervoor wordt in beginsel uitgegaan van de vaste vergaderavond van de raad (woensdag).

2. Een actualiteitendebat dient, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste 48 uur voor het geplande tijdstip bij de voorzitter te worden aangevraagd door ten minste 1/5 deel van de raadsleden , en dient te handelen over een politiek urgent onderwerp; de aanvraag bevat in ieder geval de te stellen vragen.

3. De voorzitter brengt de inhoud van de aanvraag zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders, en nodigt hen uit voor het gewenste debat.

4. Tijdens het debat is de volgorde van sprekers: aanvragers, overige leden, college.

Artikel 36 Schriftelijke vragen

1. Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. Deze worden schriftelijk beantwoord door het college of de burgemeester.

2. De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

3. Schriftelijke beantwoording gebeurt zo spoedig mogelijk, in ieder geval dertig kalenderdagen nadat de vragen zijn ingediend.

4. Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door de griffier aan de raadsleden toegezonden en gepubliceerd op de website.

5. De vragensteller kan na beantwoording via het eerstvolgende presidium de vragen agenderen voor de raadsvergadering om nadere inlichtingen te krijgen over het door het college of de burgemeester gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 37 Inlichtingen

1. Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de wet schriftelijk in bij de griffier.

2. De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

3. De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen dertig dagen nadat het verzoek is ingediend.

Artikel 38 Vragenkwartier

1. Aan het begin van elke raadsvergadering is er een mogelijkheid voor raadsleden om een vraag te stellen. Een vraag moet actueel of spoedeisend zijn en wordt minimaal 48 uur voor aanvang van de vergadering bij de griffier ingediend. De voorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens het vragenrecht aan de orde te stellen, indien hij de vraag niet actueel of spoedeisend acht of indien het onderwerp in de vergadering van die dag aan de orde komt.

2. Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om kort en bondig één of twee vragen aan het college te stellen en een toelichting daarop te geven.

3. Na de beantwoording van de vraag krijgt de vragensteller desgewenst het woord om verduidelijkende vragen te stellen.

4. De voorzitter bepaalt zo nodig per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, voor het college en voor de raadsleden.

5. De totale behandeling van de vragen is maximaal 15 minuten.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 39 Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 40 Intrekking oude reglement

Het reglement van orde van de gemeente Eemsdelta komt te vervallen bij inwerkintreding van dit reglement.

Artikel 41 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Dit reglement treedt in werking op de dag na bekendmaking.

2. Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Eemsdelta 2023

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 maart 2023

De raad van de gemeente Eemsdelta,

B. Visser T.G.C. Kramer-Klein

Voorzitter Griffier