Beleidsregels schuldhulpverlening 2023 gemeente Velsen.

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels schuldhulpverlening 2023 gemeente Velsen.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen

gelet op:

- artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

- artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente 2023 gemeente Velsen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);

Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening (Bgs);

Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (wvvbv);

cliënt: Persoon aan wie op grond van de wet schuldhulpverlening wordt gegeven.;

college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen;

inwoner: degene die als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven;

schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg.

aanvraag: een schriftelijk/digitaal verzoek van een inwoner aan het college voor schuldhulpverlening;

zelfstandig ondernemer: een persoon die staat ingeschreven bij de Kamer van koophandel.

NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren.

Artikel 2. Doelstelling (beleidsregel)

Deze beleidsregels zijn bedoeld voor de uitvoering van de gemeentelijke schuldhulpverlening en de wettelijke taak vroegsignalering. Inwoners met financiële problemen kunnen bij de

gemeente terecht voor hulp en binnen vastgestelde termijnen duidelijkheid krijgen over

wat er gaat gebeuren. Effectieve schuldhulpverlening draagt bij aan de bestrijding van armoede en

geeft mensen meer mogelijkheden om deel te nemen aan het sociale en maatschappelijk leven.

Artikel 3. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Velsen kunnen hulp bij schulden vragen.

Zijn er bijzondere omstandigheden, dan kan het college besluiten ook schuldhulp te geven aan personen die (tijdelijk) geen inwoner zijn van Velsen. Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt deze persoon dan gelijkgesteld met een inwoner. (Artikel 3 lid 5 Wgs)

Artikel 4. Aanbod schuldhulpverlening

Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening

noodzakelijk acht. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

De uitvoering van de verschillende vormen van schuldhulpverlening vindt plaats conform de betreffende gedragscodes van de NVVK. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en betreft maatwerk. De regelbaarheid van de persoon en de regelbaarheid van de schulden zijn bepalend.

De gemeente biedt inwoners een eerste gesprek aan wanneer van schuldeisers een

signaal is ontvangen over betalingsachterstanden (vroegsignalering). Dit gesprek vindt binnen vier weken plaats.

De vorm waarin schuldhulpverlening aangeboden wordt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

a. aard, zwaarte en/of omvang van de schulden;

b. hoogte en/of omvang van het inkomen;

c. of er sprake is van een crisissituatie;

d. of een verzoeker in het kader van vroegsignalering een hulpaanbod heeft geaccepteerd;

e. de psychosociale situatie van verzoeker;

f. houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

g. de (financiële) vaardigheden van de verzoeker en de mate van zelfredzaamheid;

h. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening;

i. of verzoeker een zelfstandig ondernemer is.

Bij een dreigende situatie biedt het college het eerste gesprek aan binnen drie dagen. Onder bedreigende situatie wordt verstaan gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit, stadsverwarming of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering.

Het aanbod van het college bestaat uit een schuldhulpverleningstraject met één of meerdere producten:

Informatie- en adviesgesprek;

Stabilisatie;

Budgetbeheer;

Budgetbegeleiding en budget- coaching;.

Betalingsregeling;

Schuldregeling;

Crisisdienst;

Wsnp-verklaring.

Artikel 5. Verplichtingen

De inwoner doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject, voor zover gegevens over deze feiten en omstandigheden niet door het college kunnen worden verkregen.

Het besluit op de aanvraag voor de schuldhulpverlening wordt genomen binnen een termijn van maximaal 8 weken na de dag waarop het eerste gesprek heeft plaatsgevonden.

Artikel 6. Weigeringsgronden

Het college kan besluiten om schuldhulpverlening te weigeren indien:

De client geen verblijfstatus heeft. (Artikel 3 lid 4 Wgs)

De client al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening.(recidive) (Artikel 3 lid 2 Wgs.)

De client fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van het bestuursorgaan tot gevolg heeft en die persoon in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd. (Artikel 3 lid 3) Wgs.

Artikel 7. Beëindiginggronden

Het college kan besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening als :

het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

De schuldeisers gaan niet akkoord met een minnelijk voorstel.

belanghebbende houdt zich niet aan de in de overeenkomst gestelde voorwaarden ondanks dat het zich heeft ingespannen volgens de NVVK belofte.

belanghebbende verhuist naar een andere gemeente, zolang er nog geen schuldregeling tot stand is gekomen. Na tot stand komen van een schuld regeling geldt de richtlijn verhuizing klanten. Indien er nog geen schuldregeling tot stand is gekomen spant het lid zich, conform de NVVK Belofte, in voor een warme overdracht, voor zover mogelijk en gewenst door de hulpvrager.

belanghebbende komt te overlijden. Bij overlijden van de hulpvrager wordt het saldo aan de wettige erfgenamen ter beschikking gesteld. Als zich geen erfgenamen melden, dan kan contact worden opgenomen met het Rijksvastgoedbedrijf, beheerder van de consignatiekas om de nalatenschap over te maken naar de Staat.

belanghebbende niet langer voldoet aan het genoemde in artikel 3;

belanghebbende niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals genoemd in artikel 5;

belanghebbende zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens, of het door schuldenaar achterhouden van relevante informatie, schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

belanghebbende in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van belanghebbende, niet (langer) passend is;

belanghebbende daartoe zelf verzoekt;

de schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht;

een verzoek tot toelating Wet schuldhulpverlening Natuurlijke Personen is verstrekt.

Artikel 8 Bijzondere beëindiginggronden

Het college kan het traject tussentijds beëindigen. Als de inwoner (na herhaalde pogingen) niets meer van zich laat horen is het onmogelijk om het plan van aanpak (volledig) te kunnen uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan het voldoen aan de gestelde voorwaarden in het plan van aanpak als het opstarten van budgetbeheer of het volgen van een budgetcursus. Om bij deze tussentijdse beëindiging van het schuldhulpverleningstraject ook de rechtsbescherming te garanderen neemt het college in dat geval een beëindigingsbesluit ( Artikel 4a, zesde lid Wgs).

Artikel 9. Hernieuwde aanvraag - Recidive

Indien minder dan één jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door cliënt een schuldhulpverleningstraject succesvol is doorlopen (minnelijk en/of wettelijk), kan een aanvraag schuldhulpverlening worden geweigerd. Hierbij geldt een uitzondering voor het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

Indien minder dan één jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling niet haalbaar is gebleken wordt een hernieuwde aanvraag geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

Indien minder dan zes maanden voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend:

een schuldhulpverleningstraject tussentijds door toedoen van de cliënt is beëindigd (minnelijk en/of wettelijk);

ingevolge artikel 5 een traject schuldhulpverlening is geweigerd;

schuldhulpverlening is beëindigd zoals genoemd in artikel 7 sub h, i, j,

wordt een aanvraag schuldhulpverlening geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

Artikel 10. Fraude, strafrechtelijke boetes en schadevergoedingsmaatregelen

Bij bepaling van het aanbod schuldhulpverlening in situaties waarin sprake is van fraudeschulden, strafrechtelijke boetes of strafrechtelijke schadevergoedingsmaatregelen wordt rekening gehouden met de mate van opzet, de ontstaansdatum van de schuld, boete of maatregel de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker.

Voor fraudeschulden, strafrechtelijke boetes en schadevergoedingsmaatregelen die gedurende een schuldhulpverleningstraject ontstaan gelden dezelfde overwegingen.

Wanneer in het jaar voorafgaand aan de aanvraag voor schuldhulpverlening sprake is geweest van verwijtbaar of onverantwoord leengedrag, kan verzoeker een wachttijd voor het starten van een schuldregeling worden opgelegd van maximaal een jaar.

Wanneer een fraudevordering onderdeel uitmaakt van de schulden kan een wachttijd voor het starten van een schuldregeling worden opgelegd van twee jaar, nadat de fraudevordering is ingesteld.

Hoofdstuk 2 Slotbepalingen

Artikel 11. Melding BKR

  • 1.

    Gegevensverstrekking aan kredietverstrekker over het verlenen van schulddienstverlening door de gemeente gebeurt middels een melding aan het Bureau Kredietregistratie (BKR). (Artikel 8, lid 2, Wgs)

  • 2.

    Het college meldt inwoners van Velsen aan bij het BKR op het moment dat er een beschikking schuldhulptraject wordt afgegeven.

  • 3.

    Het college meldt inwoners van Velsen niet aan bij het BKR als er sprake is van lichte hulp zoals budgetcoaching, budgetbeheer of een betalingsregeling.

  • 4.

    De inwoner wordt geïnformeerd dat het ondertekenen van de overeenkomst een melding bij BKR tot gevolg heeft.

Artikel 12. Registratietermijn BKR

  • 1.

    De BKR-registratie wordt na twee jaar en het succesvol afronden van een schuldhulpverleningstraject (minnelijk of wettelijk) verwijderd. Dit houdt in na afgifte beëindigingsbeschikking de kredietregistratie 2 jaar staat.

  • 2.

    De BKR-registratie voor recidivisten wordt na vijf jaar en het succesvol afronden van een schuldhulptraject (minnelijk of wettelijk traject) verwijderd. Dit houdt in na afgifte beëindigingsbeschikking de kredietregistratie 5 jaar staat.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze regeling treed in werking daags na publicatie en onder gelijke intrekking van de beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2017.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels schuldhulpverlening 2023 gemeente Velsen.

Toelichting wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Inleiding algemeen

De maatschappelijke bewustwording rondom risicovolle en problematische schulden is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Het aanpakken en voorkomen van armoede en schuldenproblematiek vereist nauwe samenwerking tussen ministeries, rijks uitvoerders en gemeenten. In onderhavige beleidsregels zijn regels opgenomen met betrekking tot toelating en recidive en het stellen van voorwaarden en grenzen aan onze dienstverlening. De achterliggende gedachte hierbij is

dat Velsen behoefte heeft aan heldere spelregels: de burger weet wat de voorwaarden zijn voor

toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden en de gemeente weet op haar

beurt welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schuldhulpverleningspraktijk vanaf het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking is getreden, onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) valt. Hierdoor is het van belang om regels m.b.t. toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in een juridisch vat te gieten.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de wet.

Artikel 2. Doelstelling (beleidsregel)

Zie artikel 2.

Artikel 3. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Conform de visie staat schuldhulpverlening open voor alle inwoners van de gemeente. Tot de doelgroep behoort elke burger met problematische schulden. Onder problematische schulden wordt verstaan de situatie waarin van een natuurlijke persoon zijn dreigende schulden in de categorieën woonlasten, energie, ziektekostenverzekering en onroerende goederen (lopende vaste lasten), waarbij meerdere schuldeisers niet bereid zijn om een betalingsregeling te treffen, waardoor deze persoon structureel niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Ook zzp’ers en ondernemers kunnen toegang krijgen tot schuldhulpverlening, wanneer zij niet aan de weigeringsgronden voldoen. Zij worden aangemeld bij de gemeente Haarlem die zicht vervolgens aanmeldt bij Stichting Over Rood

Daarmee sluiten we aan bij het landelijke uitgangspunt dat schuldhulpverlening breed toegankelijk moet zijn.In principe zijn ouders verantwoordelijk voor jongeren onder de 18 jaar. In uitzonderlijke situaties kan de afweging worden gemaakt om jongeren onder de 18 jaar schuldhulpverlening aan te bieden, mits er sprake is van inkomen zijnde geen inkomen uit studiefinanciering.. Denk hierbij aan multi-problematiek in combinatie met schulden. Indien sprake is van structurele hulp bij dag- , de zelfverzorging en/of de dag(budget)besteding en de beperking in de persoonlijke omstandigheden wordt aangepakt, dan kan de gemeente beslissen om de jongeren in het budgetbeheer toe te laten.

Artikel 4. Aanbod schuldhulpverlening

Het college heeft tot taak en voert daarbij het plan om: schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente te geven. Een inwoner een aanbod te doen tot een eerste gesprek als een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen signaal van schuldeisers is ontvangen door het college over betalingsachterstanden, dat een goede indicatie vormt voor meer schulden. Het college heeft de gemeente Haarlem en de Kredietbank Nederland gemandateerd. Zij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet. De Wgs gaat uit van brede toegang tot hulp. Om die reden is er absolute weigeringsgrond opgenomen, namelijk wanneer aanvragers geen geldige verblijfstatus in Nederland hebben.

In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden.

Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid 5 van dit artikel worden 9 factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt:

a. aard, zwaarte en/of omvang van de schulden;

b. hoogte en/of omvang van het inkomen;

c. of er sprake is van een crisissituatie;

d. of een verzoeker in het kader van vroeg signalering een hulpaanbod heeft geaccepteerd;

e. de psychosociale situatie van verzoeker;

f. houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

g. de (financiële) vaardigheden van de verzoeker en de mate van zelfredzaamheid;

h. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening;

i. of verzoeker een zelfstandig ondernemer is.

Het aanbod van het college bestaat uit een schuldhulpverleningstraject met één of meerdere producten:

Informatie- en adviesgesprek: het college geeft informatie en advies over het zelfstandig bereiken van duurzaam financieel evenwicht zonder gebruik te maken van de producten stabilisatie, betalingsregeling, schuldregeling, budgetbeheer of budgetcoaching. Onder informatie en advies wordt ook verstaan het doorverwijzen naar derden.

Stabilisatie: in een periode van maximaal vier maanden kan het college cliënt de gelegenheid en de voorzieningen geven om zijn financiële situatie stabiel te krijgen.

Budgetbeheer: het college verricht tijdens of in aanloop naar een schuldregeling activiteiten in het kader van het beheren van het inkomen van cliënt en het verrichten van betalingen overeenkomstig het vastgestelde budgetplan.

Budgetbegeleiding en budgetcoaching: gericht op gedragsverandering rond geldzaken via (advies/afbouw budgetbeheer) gesprekken en cursussen.

Betalingsregeling: het college bemiddelt tussen cliënt en zijn schuldeisers om de niet problematische schulden aan te pakken. Daarbij worden de vorderingen volledig binnen de vastgestelde termijnen terugbetaald.

Schuldregeling: het college bemiddelt tussen cliënt en zijn schuldeisers om problematische en niet problematische schulden aan te pakken. Het college doet dit volgens de richtlijnen van de Gedragscode Schuldregeling NVVK. Een minnelijke schuldregeling kan bestaan uit een schuldbemiddeling.

Crisisdienst: het college probeert een crisissituatie af te wenden door gebruik te maken van bestaande afspraken, uitstel te vragen of betalingsregeling te treffen met de desbetreffende schuldeiser. Onder crisissituatie wordt verstaan: gedwongen woningontruiming en/of de beëindiging van de levering van gas, elektriciteit en water of het royement van de zorgverzekering;

Wsnp-verklaring: indien er geen reële mogelijkheden zijn om tot een minnelijke schuldregeling te komen, kan het college een met redenen omklede verklaring (ex artikel 285, eerste lid, aanhef en onder f, van de Faillissementswet) afgeven. i. Preventie: het college biedt ter bevordering van een duurzame oplossing budgetcursussen aan.

Conform het maatwerk idee is bij recidive en/of fraude geregeld dat de gemeente niet direct een schuldregeling opstarten wanneer er sprake is van verwijtbaarheid of wanneer een fraudevordering deel uitmaakt van de schuld. Wel zullen we in dergelijke situaties trachten de schulden te stabiliseren. We willen onderscheid maken tussen mensen die min of meer buiten hun schuld financiële problemen hebben gekregen en mensen waarbij de schuld het gevolg is van verwijtbaar, onverantwoord of moedwillig onrechtmatig handelen.

Artikel 5. Verplichtingen

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven, geen relevante informatie achter te houden. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. Tijdens de aanvraagfase is alleen de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Deze wet kent tijdens de aanvraagfase een inlichtingenplicht

Artikel 6. Weigeringsgronden

Er is slechts één absolute weigeringsgrond, namelijk indien de inwoner geen verblijfsstatus heeft. Op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) kan een gemeente schuldhulpverlening ook weigeren als iemand al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening

(recidive) en in geval een persoon fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en die persoon in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd.(fraude) De bedoeling van de wet is echter voor iedere inwoner de schuldhulp ruimhartig en laagdrempelig te organiseren. Bij weigering is het belangrijk dat er een individuele en integrale afweging is gemaakt, waarbij de persoonlijke omstandigheden van de schuldhulpvragen zijn meegewogen.

Artikel 7. Beëindiginggronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer nodig is of niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. Zie in dat licht ook een duidelijke link met artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels. Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van maatwerk, dit dient goed gemotiveerd te worden in de beschikking.

Artikel 8. Hernieuwde aanvraag – Recidive

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten / contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid. Dit artikel gaat ook over prioriteitstelling: keuzes tot al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd. Schuldhulpverlening is een breed begrip en omvat alle producten zoals de Gemeente Velsen die kent. Een traject schuldregeling is één van de gemeentelijke producten, maar kan ook betrekking hebben op een schuldregeling ingevolge de Wsnp. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening en/of de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee. De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 8 indien nodig (artikel 11. de hardheidsclausule). Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 8.

Artikel 10. Fraude, strafrechtelijke boetes en schadevergoedingsmaatregelen

Met de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) wilde de regering een brede toegang tot de schuldhulpverlening regelen. Zo min mogelijk beperkingen in de persoon en ook niet in de soort schulden. Een paar gronden waarop iemand de toelating tot de hulpverlening geweigerd kan worden staan wel in de wet. Een ervan is fraude. Iemand met een fraudeschuld kan worden geweigerd. Er staat uitdrukkelijk ‘kan’, het hoeft niet.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college in zijn vergadering van 28 februari 2023

burgemeester en wethouders van gemeente Velsen.

de secretaris, de burgemeester,