Regeling vervallen per 31-01-2008

Aanwijzingsbesluit inzake het tijdstip van betaald parkeren en de wijze van betalen voor parkeren

Geldend van 01-01-2005 t/m 30-01-2008

Intitulé

Aanwijzingsbesluit inzake het tijdstip van betaald parkeren en de wijze van betalen voor parkeren

Gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Verordening parkeerbelasting Leeuwarden 2005 en artikel 2 van de Parkeerverordening Leeuwarden 2005,

  • 1. het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van parkeerbelastingen mag worden geparkeerd vast te stellen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening Parkeerbelastingen Leeuwarden 2005, conform de bij dit besluit behorende bijlage.

  • 2. dat dit besluit bekend gemaakt wordt door publicatie in de Huis aan Huis,

  • 3. dat dit besluit in werking treedt op de dag na publicatie als genoemd onder 2.

Bijlage 1 Tijdstip en wijze van betaald parkeren

  • 1.a.

    het tijdstip van parkeren

    De parkeerduur is beperkt in het gebied wat aangewezen is als betaald parkeren. De per keer mogelijk te betalen parkeertijd is afhankelijk van de parkeerapparatuur. Afhankelijk van de verschillende zones, zoals weergegeven in onderstaande figuur, zijn er andere tarieven (vastgesteld in de Verordening Parkeerbelasting Leeuwarden 2005) en andere tijden van betaald parkeren.

    afbeelding binnen de regeling Het tijdstip waarop tegen betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening parkeerbelastingen Leeuwarden 2005 mag worden geparkeerd zijn:

    zone A

    betaald parkeren maandag tot en met zaterdag van 8.00 tot 22.00 uur

    zone B

    betaald parkeren maandag tot en met zaterdag van 8.00 tot 22.00 uur,

    zone C

    betaald parkeren maandag tot en met zaterdag van 8.00 tot 18.00 uur en op koopavond(en) van 18.00 tot 22.00 uur.

    zone D

    betaald parkeren maandag tot en met zaterdag van 8.00 tot 18.00 uur en op koopavond(en) van 18.00 tot 22.00 uur.

  • 1.b.

    De wijze van betalen

  • 1.b.1

    Ter zake van het betaald parkeren in de gebieden zoals aangewezen door het college van Burgemeester en Wethouders op 16 november 2004, en weergegeven in bovenstaande figuur, geschiedt het in werking stellen van de parkeerapparatuur door het inwerpen van muntstukken van € 0,10, € 0,20, € 0,50, € 1,00 en € 2,00.

  • 1.b.2

    Er dienen ten minste zoveel muntstukken in de parkeerapparatuur te worden geworpen als nodig zijn om de gewenste parkeerduur te kunnen parkeren.

  • 1.b.3

    Indien bij het betaald parkeren op Straat gebruik wordt gemaakt van parkeerapparatuur welke na inwerkingstelling een parkeerkaartje afgeeft, dient dit parkeerkaartje met de tijdsaanduiding aan de bovenzijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig te worden aangebracht.