Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR694251
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR694251/1
NOTA WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING GEMEENTE BRUMMEN
Geldend van 01-04-2023 t/m heden
Intitulé
NOTA WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING GEMEENTE BRUMMENKenmerk Z073091/D400064
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 07 februari 2023 met kenmerk D399514;
Gehoord het behandeladvies van het forum van 09 maart 2023;
HEEFT BESLOTEN:
- 1.
De nota weerstandsvermogen en risicobeheersing (D392192) vast te stellen
- 2.
De nota weerstandsvermogen 2018-2021 (INT18.3020) in te trekken
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING
1.1. Leeswijzer
2. KADERS EN DOELSTELLINGEN RISICOMANAGEMENT
2.1. Algemene kaders
2.2. Wettelijk kader
2.3. Uitgangspunten en doelstellingen risicomanagement
3. RISICOMANAGEMENTMETHODE
3.1 .Het risicomanagementbeleid
3.2..Het risico-inventarisatieproces
3.3. De risicogebieden
3.31. Verbonden partijen
3.3.2. Risico’s grondexploitaties
4. WEERSTANDSVERMOGEN
4.1. Beschikbare weerstandscapaciteit om risico’s op te vangen
4.2. Benodigde weerstandscapaciteit om risico’s op te vangen
4.3. Beoordeling weerstandsvermogen voor risico’s
4.4. Financiële kengetallen
5. INFORMATIEVOORZIENING
5.1. Raadsvoorstellen
5.2. Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
6. TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN EN ROLLEN GEEMTERAAD EN COLLEGE
6.1. De Gemeenteraad
6.2. Het college van B&W
1. INLEIDING
Het weerstandsvermogen en risicomanagement vormen, naast het structureel begrotingsevenwicht en een beheersbare schuldenpositie, belangrijke financiële pijlers van onze gemeente. In het Besluit Begroting en verantwoording gemeenten en provincies (BBV) staat dat gemeenten inzicht hebben in hun risico’s en de mate waarin deze risico’s financieel opgevangen kunnen worden. Op welke manier gemeenten deze risico’s inventariseren, financieel vertalen en ‘beheersen’ staat niet in het BBV. Veel gemeenten, en zo ook Brummen, maken daarom een nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Hierin legt de Raad de kaders vast voor het beleid rondom risico’s en weerstandsvermogen.
In 2018 is deze nota voor het laatst geactualiseerd en heette toen nog Nota weerstandsvermogen 2018-2022. In de afgelopen jaren is risicomanagement een steeds belangrijker onderdeel gaan vormen van het gemeentelijk beleid. Door de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne merken we dat risico’s en onzekerheden groter zijn geworden. Ook het beleid van het Rijk is een steeds grotere onzekere factor. Daarom is het belangrijk dat we als gemeente een duidelijk beeld hebben van hoe we met risico’s en onzekerheden willen omgaan. Het bepalen van de impact blijft lastig maar het is beter een inschatting te maken dan niets te doen.
1.1 Leeswijzer
In deze nota zijn verschillende kaders opgenomen. Deze kaders staan in een tekstvak. Door middel van verschillende kleuren hebben we aangegeven of het een definitie, een wettelijke kader of een Brummens kader is. De kleuren hebben de volgende betekenis:
- Groen: definitie
- Geel: wettelijk kader
- Blauw: Brummens kader
We beginnen deze nota in hoofdstuk 2 met een beschrijving van de algemene kaders en wettelijke kaders. Daarnaast hebben we de uitgangspunten en doelstellingen van het risicomanagementbeleid van de gemeente Brummen opgenomen. De risicomanagementmethode wordt beschreven in hoofdstuk 3. In dit hoofdstuk wordt ook het proces rondom het inventariseren van risico’s in beeld gebracht. In hoofdstuk 4 wordt uitgelegd hoe de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit bepaald worden. Daarnaast worden de kaders voor de beoordeling van het weerstandsvermogen en de uitleg van de financiële kengetallen, die verplicht zijn in het kader van het BBV, in dit hoofdstuk toegelicht.
De wijze waarop de raad geïnformeerd wordt over risico’s is opgenomen in hoofdstuk 5 waarbij een onderscheid is gemaakt in raadsvoorstellen en de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en jaarstukken.
Tenslotte zijn in hoofdstuk 6 de taken en verantwoordelijkheden en de rollen van de gemeenteraad en het college beschreven.
2. KADERS EN DOELSTELLINGEN RISICOMANAGEMENT
De gemeente streeft diverse doelstellingen na. De ervaring leert dat door allerlei factoren het risico bestaat dat deze doelstellingen niet worden gerealiseerd. Een deel van deze factoren is vooraf niet te voorzien, maar voor een deel van deze factoren geldt dat dit wel het geval is. Als deze factoren vooraf in beeld zijn, kan er ook actief op gestuurd worden om te voorkomen dat het risico zich voordoet. Of kunnen maatregelen worden getroffen om de effecten van het risico op te vangen. Het vooraf in beeld brengen van risico’s en het nemen van maatregelen naar aanleiding van deze risico’s noemen we ‘risicomanagement’.
2.1. Algemene kaders
Definitie 1: Risico Een risico is een onzekere (interne of externe) gebeurtenis die het realiseren van onze doelen kan beïnvloeden. Dit kunnen naast financiële risico’s ook niet-financiële risico’s zijn. |
Toelichting definitie 1
Vaak worden alleen financiële risico’s in kaart gebracht. Niet-financiële risico’s zijn vaak onderbelicht maar niet minder belangrijk. Daarom nemen we deze ook expliciet op in de definitie.
Bij interne risico’s gaat het veelal om risico’s die samenhangen met bestuurlijk of ambtelijk handelen, risico’s binnen de processen, naleven van wet- en regelgeving (juridische risico’s) of bijvoorbeeld de kwaliteit en betrouwbaarheid van automatiseringssystemen. Dit zijn risico’s die in belangrijke mate beheersbaar (te maken) zijn.
Bij externe risico’s gaat het om risico’s die van buitenaf komen en die (veelal) beperkt beheersbaar zijn. Het gaat bijvoorbeeld om conjunctuurschommelingen mede als gevolg van bijvoorbeeld de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne, gewijzigde wet- en regelgeving en weersomstandigheden.
Bij financiële risico’s gaat het om risico’s waarbij het financiële effect ervan het meest prominente gevolg is. Het gaat dan niet alleen om risico’s die betrekking hebben op financiën (renterisico, debiteurenrisico, et cetera) maar dit kunnen ook onderwerpen zijn waar bijvoorbeeld juridische risico’s spelen.
Bij niet-financiële risico’s gaat het om risico’s waarbij juist het niet-financiële effect ervan het meest prominente gevolg is. Het gaat dan om risico’s met een impact op de doelstellingen en/of het imago van onze gemeente. Voorbeelden daarvan zijn bestuurlijke en frauderisico’s.
Definitie 2: Integraal risicomanagement Integraal risicomanagement omvat alle gecoördineerde activiteiten om de organisatie te sturen en te beheersen met betrekking tot alle typen risico’s en op alle denkbare niveaus binnen de organisatie. Basis daarbij is dat alle risico’s in beeld worden gebracht, zodat de juiste beheersmaatregel kan worden genomen of er bewust voor kan worden gekozen het risico te accepteren. |
Toelichting definitie 2:
Ambities formuleren, beleid maken en uitvoeren: het brengt altijd risico’s met zich mee. En ook niets doen kan leiden tot risico’s. Risico’s zijn daarom niet uitsluitend als iets negatiefs te beschouwen of iets dat zoveel mogelijk moeten worden vermeden. Risicomanagement gaat niet alleen om het wegnemen van gevaren, maar ook om het realiseren van kansen. Als risico’s goed in beeld worden gebracht, beheersmaatregelen worden getroffen en bij de uitvoering daarvan goed de vinger aan de pols wordt gehouden, worden risico’s op een goede manier beheerst. Daarbij kan ook bewust gekozen worden om bepaalde risico’s te accepteren. Deze nota ziet vooral toe op het managen van risico’s die niet of niet volledig kunnen worden weggenomen door een beheersmaatregel.
2.2. Wettelijke kaders
Zoals in de inleiding al aangegeven kent het BBV weinig kaders als het gaat om risicomanagement. De gemeente heeft veel vrijheid om het risicomanagement zelf vorm te geven. Hieronder staan de wettelijke kaders vanuit het BBV opgenomen:
Wettelijk kader 1: Wet- en regelgeving: artikel 9 lid 2 sub. B, artikel 11 en artikel 26 - De begroting / jaarstukken bevat een paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. - Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a. de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b. alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. - De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen en risicobeheersing bevat: a. een inventaris van de weerstandscapaciteit; b. een inventaris van de risico’s; c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s; |
2.3. Uitgangspunten en doelstellingen risicomanagement
Het risicomanagement binnen de gemeente Brummen kent de volgende uitgangspunten:
Brummens kader 1: Uitgangspunten risicomanagementbeleid gemeente Brummen - We stimuleren risicobewustzijn, communiceren open over risico’s en de wijze waarop we met deze risico’s om gaan. - Risico’s maken we expliciet zichtbaar in onze besluitvormingsprocessen met daarbij de wijze waarop we de risico’s kunnen beheersen of op kunnen (en willen) vangen. - We stimuleren niet alleen risicobewustzijn van de risico’s in onze eigen organisatie, maar ook van de risico’s in organisaties waarmee we ‘verbonden’ zijn en de mogelijke impact van deze risico’s op onze eigen gemeente en organisatie. - We accepteren dat een risicoprofiel nooit 100% volledig kan zijn. |
Toelichting Brummen kader 1:
Risicobewustzijn en het expliciet zichtbaar maken van risico’s maken een belangrijk onderdeel uit van beleids- en besluitvormingsprocessen. Als we de risico’s kennen, weten we ook wat we bij de uitwerking van het beleid of besluitvorming tegen kunnen komen. We kunnen er voor kiezen om de risico’s te verkleinen door maatregelen te nemen of het beleid bij te stellen. We kunnen er ook voor kiezen om het risico bewust te nemen als een beheersmaatregel bijvoorbeeld onevenredig veel geld kost of leidt tot een onevenredige vertraging in het proces.
Met die zelfde bril kijken we ook naar onze verbonden partijen: Wat betekenen de besluiten die binnen een verbonden partij worden genomen voor onze eigen gemeente?
Risicobewustzijn betekent nog niet dat we alle risico’s in beeld hebben. Soms worden we verrast door iets dat we van tevoren niet hadden voorzien.
Brummens kader 2: Doelstellingen risicomanagementbeleid gemeente Brummen - Het vooraf inzichtelijk maken van de risico’s die de gemeente loopt zodat bij besluitvorming daarmee bewust rekening wordt gehouden. - Het stimuleren en vergroten van het risicobewustzijn van de organisatie. - Voorkomen dat het optreden van risico’s een negatief effect heeft op het uitvoeren van het beleid en daarmee het realiseren van de doelstellingen van de gemeente. - Het voldoen aan de wettelijke vereisten rondom weerstandsvermogen en risicobeheersing die in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en financiële verordening art. 212 vast liggen. - Het vastleggen van de methodiek en richtlijnen/normen voor het bepalen van het benodigde weerstandsvermogen. |
Toelichting Brummens kader 2:
Het vooraf inzichtelijk maken van risico’s en het vergroten van risicobewustzijn van de organisatie vloeien voort uit de uitgangspunten. Daarnaast moet het beleid voldoen aan de wettelijke kaders. De wijze waarop we het risicomanagement uitwerken wordt in hoofdstuk 3 nader toegelicht. Wat tot het weerstandsvermogen behoort en hoe hoog het weerstandsvermogen moet zijn, wordt uitgewerkt in hoofdstuk 4.
3. DE RISICOMANAGEMENTMETHODE
Risicomanagement is als proces expliciet verankerd in onze organisatie via de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en de jaarstukken. Eén keer per jaar wordt een organisatie brede risico-inventarisatie uitgevoerd als onderdeel van de planning- en controlcyclus. Hoe we dit doen, leest u in dit hoofdstuk.
3.1. Het risicomanagementbeleid
Het risicomanagementbeleid wordt eens in de vier jaar geactualiseerd door de gemeenteraad in de vorm van een nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Van eventuele verbeteringen of aanpassingen in het beleid gedurende de vier jaar wordt melding gemaakt in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en/of jaarstukken. De aanpassingen of verbeteringen kunnen leiden tot een tussentijdse aanpassing van het risicomanagementbeleid in deze nota.
3.2. Het risico-inventarisatieproces
Het risico-inventarisatieproces bestaat uit vier stappen die hieronder schematisch zijn opgenomen:
Identificeren
Het uitvoeren van een risicoanalyse is geen doel op zich, maar een middel om in relatie tot de programmadoelstellingen een analyse uit te voeren op de risico`s. Wat staat ons (mogelijk) in de weg van het bereiken van onze doelstellingen?
Brummens kader 3: Risico-inventarisatie - Er wordt één keer per jaar een organisatie-brede risico-inventarisatie uitgevoerd voor de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. - De jaarlijkse inventarisatie vindt plaats bij de begroting. |
Hierbij geven de beleidsmedewerkers aan welke risico’s actueel zijn binnen zijn / haar beleidsveld. Het management (OT) kijkt naar de kwaliteit en de samenhang van het organisatie-brede risicoprofiel. Dit is het totaaloverzicht van alle geïnventariseerde risico’s waarin inzichtelijk is wat de belangrijkste risicogebieden zijn.
Kwalificeren en kwantificeren
De risico’s die zijn geïdentificeerd worden bij de risico-inventarisatie ingedeeld in risico’s met financiële gevolgen en risico’s zonder financiële gevolgen. Van de risico’s met financiële gevolgen wordt vervolgens een inschatting gemaakt van de verwachte kans van optreden. Hierbij wordt de volgende klasse-indeling gehanteerd:
Klasse |
Percentage |
Indicatie kans van optreden risico |
1 |
10% |
Zeer klein |
2 |
30% |
Klein |
3 |
50% |
Gemiddeld |
4 |
70% |
Groot |
5 |
90% |
Zeer groot |
Belangrijk is om een onderscheid te maken tussen financiële risico’s en financiële tegenvallers. Financiële tegenvallers (bijvoorbeeld externe informatie waaruit blijkt dat de gemeente minder algemene uitkering krijgt) leiden tot bijstelling van de begroting en beïnvloeden daarmee direct het begrotingsresultaat van de gemeente. Bij financiële risico’s (risico dat de algemene uitkering de komende jaren door Rijksbezuinigingen mogelijk lager wordt) is dat niet het geval. Als een financieel risico zich uiteindelijk voordoet (het wordt een feit) is wel sprake van een financiële tegenvaller die in de begroting wordt verwerkt.
Gevolgen in beeld brengen
Voor elk geïdentificeerd risico wordt nagegaan of dit gevolgen heeft voor het budget, voor het voorgenomen tijdspad en voor het imago van de gemeente c.q. de beleving van de inwoners. Er wordt bepaald voor welk onderdeel het risico gevolgen heeft en hoe groot deze verwachte gevolgen zijn. Het wegen van de gevolgen is geborgd in de besluitvorming door college en raad.
De risico’s met financiële gevolgen worden vastgelegd in de risico-inventarisatie. Per risico wordt het financiële gevolg ingeschat. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in incidentele en structurele risico’s.
Beheersen
Waar dit mogelijk is, zullen beheersmaatregelen worden genomen voor het risico. Dit kunnen maatregelen zijn die ervoor zorgen dat het risico zich niet of slechts in beperkte mate kan voordoen. Maar dit kunnen ook maatregelen zijn waarbij het risico zo goed mogelijk wordt gemonitord zodat duidelijk is wanneer en in welke mate het risico zich voordoet. De beheersmaatregelen leggen we vast in de risico-inventarisatie.
3.3. De risicogebieden
De risico’s worden voor de informatievoorziening (zie hoofdstuk 5) gegroepeerd in risicogebieden. De belangrijkste risicogebieden worden afzonderlijk gepresenteerd en toegelicht in de planning- en controlcyclus. Twee risicogebieden lichten we in deze nota er uit om toe te lichten hoe het risicomanagement op deze onderdelen plaats vindt.
3.3.1. Verbonden partijen
De gemeente Brummen heeft een deel van uitvoering van gemeentelijk beleid ondergebracht bij verbonden partijen. Een verbonden partij is een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Voor verbonden partijen wordt een aparte paragraaf Verbonden partijen opgenomen in de begroting en jaarstukken. Per verbonden partij geeft de gemeente inzicht in de soort regeling, het doel, de betrokken partijen, het financieel- en bestuurlijk belang en eventuele ontwikkelingen.
Brummens kader 4: Verbonden partijen We verwachten van de verbonden partijen dat zij een actief beleid voeren op het gebied van risicomanagement en dat zij hierover via de begroting en jaarstukken informatie verstrekken. |
Toelichting Brummens kader 4:
Jaarlijks wordt het risicoprofiel door de verbonden partijen zelf geactualiseerd. Indien nodig worden de verbonden partijen door de gemeente via een zienswijze aangesproken om passende actie te ondernemen. De gemeente stelt dan aanvullende eisen aan de kwaliteit van het risicomanagement van de verbonden partij. Daarnaast neemt de gemeente, indien daar aanleiding voor is, de mogelijk relevante risico`s voor het behalen van de gemeentelijke doelstellingen mee in de organisatie brede risico-inventarisatie.
3.3.2. Risico’s grondexploitaties
Brummens kader 5: Grondexploitaties Jaarlijks worden de grondexploitaties geactualiseerd in de Meerjarenprognose grondexploitaties (MPG). Daarbij worden ook de risico’s voor de lopende grondexploitatiecomplexen opnieuw bekeken. |
Zoals voorgeschreven in het BBV nemen we project specifieke risico’s mee in de bepaling van de (eventuele) winstneming op de grondexploitatie. Algemene economische risico zoals potentiële rente effecten op de grondexploitaties, effecten van een economische recessies et cetera vertalen we in een risico voor het weerstandsvermogen van de gemeente.
Voor verliezen die op basis van de MPG worden voorzien, moet op basis van het BBV een verliesvoorziening grondexploitaties worden gevormd. Deze verliezen worden dus al voorzien maken dus geen onderdeel uit van de risico-inventarisatie.
4. WEERSTANDSVERMOGEN
Het weerstandsvermogen is onderdeel van het organisatie-brede risicomanagement. Het geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente in staat is om niet-gebudgetteerde tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in de weerstandsratio.
4.1. Beschikbare weerstandscapaciteit om risico’s op te vangen
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit alle maatregelen die de gemeente heeft genomen of kan nemen om de financiële gevolgen van risico’s te beperken en het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is het vrij beschikbaar vermogen dat ingezet kan worden om de financiële gevolgen van risico’s op te vangen. Het uitgangspunt daarbij is dat structurele risico’s opgevangen moeten worden door structurele ‘weerstandscapaciteit’ (in de exploitatiebegroting) en incidentele risico’s opgevangen worden door incidentele ‘weerstandscapaciteit’ (het weerstandsvermogen). Dit onderscheid is ook van belang met het oog op het ‘structureel evenwicht’ in de begroting en de toets van de Provincie hierop.
Brummens kader 6: Onderscheid structurele en incidentele weerstandscapaciteit - Structurele risico’s worden opgevangen door structurele ‘weerstandscapaciteit’ (in de exploitatiebegroting) - Incidentele risico’s worden opgevangen door incidentele ‘weerstandscapaciteit’ (het weerstandsvermogen). |
Dit is een wijziging in de toepassing van de kaders voor het weerstandsvermogen ten opzichte van voorgaande jaren. In het verleden werd er geen onderscheid in incidentele en structurele risico’s gemaakt en gingen we voor de beschikbare weerstandscapaciteit alleen uit van de algemene reserve en post onvoorzien.
Een voorbeeld van een structureel risico is een stijging van de rente en daarmee de rentelasten boven de rentelasten die geraamd zijn in de begroting. Een dergelijk nadeel moet, indien het risico zich voor zou doen, structureel gedekt zijn en wordt niet ten laste gebracht van de algemene reserve. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat in dit geval uit eventuele structurele overschotten die voorzien zijn in de meerjarenbegroting, de mogelijkheid om te bezuinigen en de mogelijkheid de opbrengsten te verhogen. We noemen dit ook wel de ‘flexibiliteit’ in de begroting.
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit is zoals aangegeven de flexibiliteit die er in de begroting is.
Brummens kader 7: Structurele weerstandscapaciteit De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende onderdelen: - Onbenutte belastingcapaciteit - Post onvoorzien |
Toelichting Brummens kader 7:
De onbenutte belastingcapaciteit is in theorie niet gemaximeerd. Er zijn geen maximum tarieven voor de OZB. Wel zijn er landelijk afspraken over de maximale jaarlijkse stijging van de OZB (de macronorm). Bij het berekenen van de onbenutte belastingcapaciteit kijken we naar de norm voor een aanvraag tot artikel 12-gemeente. Hierbij geldt dat de OZB boven de zogenoemde drempelpercentages moet liggen (gebaseerd op 120% van het landelijk gemiddelde OZB-percentage).
De post onvoorzien wordt ingezet voor uitgaven die onvoorzien, onontkoombaar en onuitstelbaar zijn. Hiervoor is in de begroting jaarlijks een budget van € 50.000 opgenomen.
Incidentele weerstandscapaciteit
Brummens kader 8: Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit is opgenomen in de Algemene reserve. |
De overige reserves rekenen wij niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit. Dit zijn de bestemmingsreserves en de stille reserves.. Gezien het beperkt aantal bestemmingsreserves en het terughoudende beleid om bestemmingsreserves te vormen, worden deze niet meegenomen in de weerstandscapaciteit. Stille reserves (ontstaan wanneer de boekwaarde van een eigendom lager is dan de verkoopwaarde) worden niet meegenomen omdat deze pas geïncasseerd kunnen worden als het eigendom verkocht kan worden.
4.2. Benodigde weerstandscapaciteit om risico’s op te vangen
Voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt één keer per jaar de risico-inventarisatie geactualiseerd. Per programma worden de risico`s opnieuw beoordeeld.
Brummens kader 9: Ondergrens in de risico-inventarisatie - Alle risico’s groter dan € 25.000 worden meegenomen in de risico-inventarisatie. - Bij risico’s kleiner dan dit bedrag gaan we er vanuit deze kunnen worden opgevangen in de bebroting. |
De benodigde weerstandscapaciteit wordt per risico bepaald aan de hand van de volgende formule:
Definitie 3: Benodigde weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit = financieel gevolg x kans |
4.3 Beoordeling weerstandsvermogen voor risico’s
De verhouding tussen de benodigde en de beschikbare weerstandscapaciteit is de ratio weerstandsvermogen. De ratio weerstandsvermogen wordt als volgt berekend:
Definitie 4: Weerstandsratio Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit / benodigde weerstandscapaciteit |
Vanuit externe toezichthouders (Rijk en/of Provincie) zijn er geen normen voor het weerstandsvermogen. De enige norm in het kader van financieel toezicht is dat de algemene reserve niet negatief mag zijn en indien deze negatief is, in een periode van 4 begrotingsjaren aangezuiverd moet zijn.
Net als in de nota Weerstandsvermogen 2018-2022 hanteren we tabel 1 voor de beoordeling van de ratio weerstandsvermogen. Onderstaande normen zijn algemeen aanvaard bij gemeentelijke overheden.
Tabel 1: Waarderingsklassen ratio weerstandsvermogen
Waarderingsklasse |
Ratio |
Betekenis |
A |
> 2,0 |
Uitstekend |
B |
1,4 – 2,0 |
Ruim voldoende |
C |
1,0 – 1,4 |
Voldoende |
D |
0,8 – 1,0 |
Matig |
E |
0,6 – 0,8 |
Onvoldoende |
F |
< 0,6 |
Ruim voldoende |
Brummens kader 10: Benodigd weerstandsvermogen De gemeente Brummen streeft op basis van het financieel herstelplan naar een financiële buffer met de waarderingsklasse B ofwel ruim voldoende. Uiterlijk eind 2028 zal de weerstandsratio 1,6 moeten bedragen. |
Toelichting Brummens kader 10:
In het financieel herstelplan dat opgenomen was in de Perspectiefnota 2022-2025 is een tijdspad aangegeven. Het weerstandsvermogen zal uiterlijk eind 2028 ruim voldoende moeten zijn. Met de vaststelling van deze nota wordt het kader voor de weerstandsratio aangescherpt naar 1,6. Als de ratio boven de 1,6 uitkomt is er vrije ruimte binnen de algemene reserve. De vrije ruimte binnen de algemene reserve kan ingezet worden voor andere doelen dan het weerstandsvermogen.
4.4. Financiële kengetallen
Naast de ratio weerstandsvermogen zijn gemeenten verplicht om in hun paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en jaarstukken zes verplichte financiële kengetallen op te nemen. Dit zijn de volgende kengetallen:
- Netto schuldquote;
- Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
- Solvabiliteitsratio;
- Structurele exploitatieruimte;
- Grondexploitatie;
- Belastingcapaciteit.
Hieronder volgt een korte toelichting van de kengetallen.
Netto schuldquote
De netto schuld geeft het niveau van de schuldenlast van de gemeente weer ten opzichte van de eigen middelen. Bij de netto schuldquote worden alle schulden, verminderd met geldelijk bezit, afgezet tegen alle baten (exclusief mutaties reserves).
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Als gemeenten hebben we ook geld uitgeleend aan derden, bijvoorbeeld aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). Omdat er bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal worden terugbetaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is én wat dat betekent voor de schuldenlast.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft het eigen vermogen weer als percentage van het balanstotaal.
Grondexploitatie
Het kengetal geeft aan het aandeel van boekwaarde van de gronden in exploitatie ten opzichte van de totale baten van de gemeente (exclusief mutaties reserves). De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde.
De provincies hanteren in hun toezichthoudende rol signaleringswaarden voor de kengetallen. Deze zijn opgenomen in het gemeenschappelijk financieel toezichtkader. In tabel 2 zijn voor de verschillende financiële kengetallen de signaleringswaarden opgenomen. Als gemeente streven we naar signaleringswaarden waarbij de risico’s beperkt zijn maar die ook realistisch zijn voor de gemeente. Het Brummens kader is weergegeven in de blauwe vlakken.
Tabel 2: Signaleringswaarden financiële kengetallen
Waarderingscijfer |
Minst risicovol |
Neutraal |
Meest risicovol |
Netto schuldquote |
< 90% |
90 – 130% |
> 130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
< 90% |
90 – 130% |
> 130% |
Solvabiliteitsratio |
> 50% |
20 – 50% |
< 20% |
Grondexploitatie |
< 20% |
20 – 35% |
> 35% |
Structurele exploitatieruimte |
> 0% |
0% |
< 0% |
Belastingcapaciteit |
< 95% |
95 – 105% |
> 105% |
5. INFORMATIEVOOZIENING
Rapporteren over risico’s draagt bij aan de bewustwording van risico’s en het verantwoording afleggen over het gevoerde risicobeleid. Daarnaast maakt het inzichtelijk wat het effect van de risico’s kan zijn op de financiële positie van de gemeente. Via de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting en jaarstukken wordt twee keer per jaar gerapporteerd over de risico’s en de impact van risico’s op de financiële positie van de gemeente. Door het verstrekken van betrouwbare informatie over de financiële gevolgen van risico`s en het weerstandsvermogen is de gemeenteraad in de positie om een integrale afweging te maken bij besluitvorming over de begroting, projecten en (nieuw) beleid.
5.1. Raadsvoorstellen
In de kaders en doelstellingen van het risicomanagementbeleid in hoofdstuk 1 hebben we bij kader 4 opgenomen dat we risico’s expliciet zichtbaar maken in onze besluitvormingsprocessen. En dat we daarbij aangeven hoe we deze risico’s kunnen beheersen of op kunnen (en willen) vangen.
De indeling van de raadsvoorstellen kent een vaste opbouw. Hierbij geven we aan waarover we van de gemeenteraad een besluit vragen. Dit met het oog op het realiseren om een bepaald effect of een doelstelling. We onderbouwen met argumenten waarom de raad positief kan besluiten over het voorstel. Maar we geven ook aan wat de kanttekeningen zijn.
Brummens kader 11: Risico’s in raadsvoorstellen In de kanttekeningen van een raadsvoorstel worden expliciet de risico’s opgenomen die samenhangen met het voorstel. |
Toelichting Brummens kader 11:
We benoemen niet alleen het risico maar geven ook aan of we het risico op kunnen (en willen) vangen en hoe we dit doen (de beheersmaatregel). Als het een risico met financieel gevolg is, geven we ook aan of het risico gemonitord wordt in de organisatie via de organisatie brede risico-inventarisatie.
5.2. Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In deze nota worden de randvoorwaarden voor de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geschetst. Uitgangspunt voor de paragraaf is dat deze in ieder geval moet voldoen aan het wettelijk minimum.
De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing van de gemeente Brummen bevat de volgende onderdelen:
- 1.
Een beschrijving van het (gevoerde) beleid voor de weerstandscapaciteit en risico`s.
- 2.
Een inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit.
- 3.
Een inventarisatie van de risico`s.
- 4.
De berekening van de weerstandsratio
- 5.
Financiële kengetallen
In de beschrijving van het gevoerde beleid geeft het college aan hoe zij het risicomanagement het komende begrotingsjaar vorm gaat geven (begroting) of hoe zij dit het afgelopen jaar heeft gedaan (jaarstukken). De beschikbare weerstandscapaciteit op basis van de begroting en realisatie (jaarstukken) wordt in beeld gebracht. De risicogebieden met een risico-inschatting van meer dan € 100.000 worden afzonderlijk toegelicht. De risico-inschatting wordt vergeleken met de vorige organisatie brede risico-inschatting en de verschillen worden toegelicht. Op basis van de beschikbare weerstandscapaciteit en de geïnventariseerde risico’s wordt de weerstandsratio berekend en vergeleken Brummens kader 10 in deze nota (zie paragraaf REF _Ref114146699 \h \r \w \* MERGEFORMAT 4.3). Naast de weerstandsratio worden in de paragraaf de financiële kengetallen opgenomen (zie paragraaf REF _Ref114146992 \r \h \* MERGEFORMAT 4.4) met hierbij een beoordeling van de financiële positie op basis van deze kengetallen.
6. TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN EN ROLLEN GEMEENTERAAD EN COLLEGE
In dit hoofdstuk worden de taken en verantwoordelijkheden en rollen van de raad en het college op het gebied van risicomanagement en -beheersing uiteengezet.
6.1. De gemeenteraad
Taken en verantwoordelijkheden |
Rol |
Wanneer |
1. Vaststellen nota weerstandsvermogen en risicobeheersing |
Kaders vaststellen |
1 keer in de vier jaar (aan het begin van de nieuwe bestuursperiode) en bij eventuele bijstelling van beleid (zie 4.). |
2. Vaststellen paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing |
Kaders vaststellen |
2 keer per jaar, bij vaststelling van de begroting en jaarstukken |
3. Beoordeling belangrijkste risico’s en beheersmaatregelen |
Controleren |
Bij behandeling van de begroting en jaarstukken, actualisatie van de grondexploitaties (MPG) en bij raadsvoorstellen voor grote (risicovolle) projecten / ontwikkelingen. |
4. Evalueren van het gevoerde risicobeleid |
Controleren |
1 keer per jaar bij de vaststelling van de jaarstukken. |
6.2. Het college van B&W
Taken en verantwoordelijkheden |
Rol |
Wanneer |
1. Aanpassen van de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing |
Initiëren en bewaken |
Na evaluatie van het gevoerde risicobeleid door de raad en indien noodzakelijk |
2. Opstellen van de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing |
Initiëren en bewaken |
2 keer per jaar, bij opstellen van de begroting en jaarstukken |
3. In beeld brengen belangrijkste risico’s en beheersmaatregelen |
Bewaken |
Bij behandeling van de begroting en jaarstukken en actualisatie van de grondexploitaties (MPG) |
4. Zorgen voor beheersmaatregelen op risico’s |
Bewaken |
Bij college- en raadsvoorstellen |
5. Evalueren van het gevoerde risicomanagementbeleid en het voorstellen van verbetermaatregelen |
Bewaken en initiëren |
Jaarlijks bij de vaststelling van de jaarstukken en 1 keer in de vier jaar bij actualisering van de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing. |
6. Realiseren van de doelstelling van het weerstandsvermogen |
Bewaken en sturen |
Bij college- en raadsvoorstellenen opstellen van planning- en controldocumenten |
Ondertekening
Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 23 maart 2023.
De gemeente raad van gemeente Brummen,
De burgemeester A.J. van Hedel
Griffier D.D. Balduk
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl