Aanwijzingsbesluit inzake het tijdstip van betaald parkeren en de wijze van betalen voor parkeren

Geldend van 08-01-2013 t/m 19-01-2016

Intitulé

Aanwijzingsbesluit inzake het tijdstip van betaald parkeren en de wijze van betalen voor parkeren

1.a. het tijdstip van parkeren:

 

De parkeerduur is beperkt in het gebied dat aangewezen is als betaald parkeren. De maximale parkeertijd kan per straat verschillen. Afhankelijk van de verschillende zones, zoals weergegeven in onderstaande figuur, zijn er andere tarieven (vastgesteld in de Verordening Parkeerbelasting Leeuwarden 2013) en andere tijden van betaald parkeren.

 

afbeelding binnen de regeling

 

De tijdstippen waarop tegen betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening parkeerbelastingen Leeuwarden 2013 mag worden geparkeerd zijn:

 

  • zone A

    betaald parkeren maandag tot en met zaterdag van 8.00 tot 22.00 uur

    zone B

    betaald parkeren maandag tot en met zaterdag van 8.00 tot 22.00 uur,

    Zone B*

    betaald parkeren maandag tot en met zaterdag van 8.00 tot 18.00 uur en op koopavond(en) van 18.00 tot 22.00 uur.

    zone C

    betaald parkeren maandag tot en met zaterdag van 8.00 tot 18.00 uur en op koopavond(en) van 18.00 tot 22.00 uur.

    zone D

    betaald parkeren maandag tot en met zaterdag van 8.00 tot 18.00 uur en op koopavond(en) van 18.00 tot 22.00 uur .

 (NB: de tarieven verschillen per zone, deze zijn vastgelegd in de Verordening Parkeerbelastingen Leeuwarden 2013)

1.b.        De wijze van betalen

 

1.b.1.    Ter zake van het betaald parkeren in de gebieden zoals aangewezen door het college van Burgemeester en Wethouders op 8 januari 2013 en weergegeven in bovenstaande figuur, geschiedt het in werking stellen van de parkeerapparatuur door het inwerpen van muntstukken van € 0,10, € 0,20, € 0,50, € 1,00 en € 2,00 of door het  pinnen met een (door de automaat geaccepteerde) bankpas.

 

1.b.2.    Er dienen ten minste zoveel muntstukken in de parkeerapparatuur te worden geworpen of middels pinbetaling zijn betaald, als nodig is om de gewenste parkeerduur te kunnen parkeren.

 

1.b.3.    Indien bij het betaald parkeren op straat gebruik wordt gemaakt van parkeerapparatuur die na inwerkingstelling een parkeerkaartje afgeeft, dient dit parkeerkaartje met de tijdsaanduiding aan de bovenzijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig te worden aangebracht.

1.b.4.     Indien bij het betaald parkeren op straat gebruik wordt gemaakt van het zogenaamde belparkeren, dient het  parkeerpasje van de mobiele aanbieder op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig te worden aangebrac