Besluit van de raad van de gemeente Waalwijk tot vaststelling van de Verordening commissie Bezwaarschriften Waalwijk 2023

Geldend van 30-03-2023 t/m heden

Intitulé

Besluit van de raad van de gemeente Waalwijk tot vaststelling van de Verordening commissie Bezwaarschriften Waalwijk 2023

De Raad van de gemeente Waalwijk;

gelezen het voorstel van het College van Waalwijk van 10 januari 2023,

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN WAALWIJK 2023

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bestuursorgaan: gemeentelijk orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    bezwaarmaker: indiener van een bezwaarschrift;

  • d.

    belanghebbende: degene die een rechtstreeks bij de zaak betrokken belang heeft zoals bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb, waaronder in ieder geval de bezwaarmaker;

  • e.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb; de commissie Bezwaarschriften.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    a. een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    b. regelingen ten aanzien waarvan het bevoegd gezag de bevoegdheid om besluiten te nemen heeft overgedragen aan een ander bestuursorgaan, tenzij dat bestuursorgaan de commissie ook heeft ingesteld als commissie in de zin van artikel 7:13 Awb. 

  • 3.

    Van advisering als bedoeld in het eerste lid kan worden afgezien wanneer onmiddellijk tot volledige tegemoetkoming aan het bezwaar kan worden overgegaan (kennelijk gegrond) en belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

 

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    De (plaatsvervangend) voorzitter en de leden van de commissie zijn niet:

    • a.

      lid van een bestuursorgaan van de gemeente Waalwijk;

    • b.

      werkzaam voor of onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Waalwijk;

    • c.

      in het laatste jaar voorafgaand aan de benoeming lid geweest van of werkzaam geweest voor een bestuursorgaan van de gemeente Waalwijk.

  • 4.

    De commissie wijst een plaatsvervangend voorzitter aan.

 

Artikel 4 Kamers van de commissie

  • 1.

    De commissie kan kamers instellen die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2.

    De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 3.

    Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:

    a. een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 van de Awb, zijnde de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter, door de commissie uit haar midden aangewezen;

    b. ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden. 

  • 4.

    De commissie overlegt in haar geheel over de wijze van advisering aan bestuursorganen. De kamers van de commissie houden zoveel mogelijk een eenduidige werkwijze aan. Indien de stemmen binnen de voltallige commissie staken, heeft de voorzitter een beslissende stem.

  • 5.

    De voorzitter kan op voordracht van een kamer beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de voltallige commissie zal geschieden.

  • 6.

    Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing, waarbij in plaats van de commissie gelezen dient te worden de bevoegde kamer van de commissie.

 

Artikel 5 Secretaris

Het college wijst ten minste een persoon aan als secretaris van de commissie.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Zij kunnen maximaal een keer voor eenzelfde termijn worden herbenoemd.

  • 2.

    Voor de op het moment van inwerkingtreding van deze verordening zittende leden geldt dat degenen die op het moment van aftreden van de raad acht of minder jaren zitting hebben in de commissie, maximaal één keer kunnen worden herbenoemd voor vier jaar.

  • 3.

    Voor de op het moment van inwerkingtreding van deze verordening zittende leden geldt dat degene die op het moment van aftreden van de raad meer dan acht jaar zitting hebben in de commissie, niet kunnen worden herbenoemd.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen hiervan schriftelijk mededeling aan de commissie en het college.

  • 5.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.

 

Artikel 7 Vergoeding leden commissie

Het college kent aan de leden en de voorzitter van de commissie een vergoeding toe voor de werkzaamheden, verricht in het kader van de commissie.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De voorzitter oefent de volgende bevoegdheden van de hierna genoemde artikelen van de Awb uit:

    • a.

      verzoeken om een schriftelijke machtiging aan een gemachtigde (artikel 2:1, tweede lid);

    • b.

      stellen van een termijn aan de bezwaarmaker (artikel 6:6);

    • c.

      verzenden van stukken tijdens de behandeling door de commissie (artikel 6:17);

    • d.

      ter inzage leggen van het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken, dan wel toezenden daarvan aan een belanghebbende, alsook het achtwege laten van voorgaande voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden (artikel 7:4, tweede en zesde lid);

    • e.

      al dan niet op verzoek van een belanghebbende afzien van het op de hoogte stellen van het verhandelde tijdens een hoorzitting van een andere belanghebbende, voor zover geheimhouding om gewichtige reden is geboden (artikel 7:6, vierde lid).

  • 2.

    De voorzitter kan deze bevoegdheden mandateren aan de secretaris.

Artikel 9 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Het ingediende bezwaarschrift wordt onmiddellijk geregistreerd met een datum van ontvangst.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 10 Informele behandeling

  • 1.

    De secretaris van de commissie zal voorafgaand aan de hoorzitting in overleg met belanghebbenden en het bestuursorgaan onderzoeken of er een oplossing kan worden gevonden voor de aanleiding van het maken van bezwaar.

  • 2.

    Alle belanghebbenden en het bestuursorgaan dienen in te stemmen met aanhouding van de beslissing op bezwaar voor de duur van de informele afhandeling.

  • 3.

    Als een belanghebbende of het bestuursorgaan niet (langer) akkoord gaat met de informele aanpak of de resultaten daarvan, wordt het bezwaarschrift, met de daarbij behorende stukken, zo spoedig mogelijk ter advisering aan de commissie voorgelegd.

  • 4.

    De informele afhandeling van een bezwaarschrift duurt maximaal drie maanden, tenzij belanghebbenden en het bestuursorgaan instemmen met een langere duur.

Artikel 11 Vooronderzoek

  • 1.

    Het bestuursorgaan verstrekt alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de commissie binnen een door de commissie te stellen termijn.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 3.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

 

Artikel 12 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt mondeling toe te lichten.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt de wijze waarop de zitting plaatsvindt.

  • 3.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 4.

    Als de voorzitter op grond van het derde lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en aan het bestuursorgaan.

 

Artikel 13 Uitnodiging zitting

  • 1.

    In de ontvangstbevestiging van het bezwaarschrift wordt aan belanghebbenden en aan het bestuursorgaan de waarschijnlijke datum van de zitting genoemd.

  • 2.

    Binnen zeven dagen na verzending van de ontvangstbevestiging kunnen de belanghebbenden onder opgave van reden verzoeken de datum van de zitting te wijzigen. De voorzitter besluit op dit verzoek en brengt het bestuursorgaan en belanghebbenden daarvan op de hoogte.

  • 3.

    De definitieve uitnodiging voor de zitting volgt ten minste twee weken voor de zitting en is schriftelijk. Wijziging van de zittingsdatum en / of het tijdstip van de zitting is na verzending van de definitieve uitnodiging niet meer mogelijk, tenzij er naar het oordeel van de voorzitter zwaarwegende redenen zijn om hiervan af te wijken.

Artikel 14 Quorum

  • 1.

    Voor het houden van een zitting door de commissie is vereist dat in ieder geval twee van het aantal adviserende leden van de commissie, onder wie in elk geval de voorzitter of diens plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing als de commissie het horen heeft opgedragen aan de voorzitter of een lid als bedoeld in artikel 7:13, derde lid, van de Awb.

Artikel 15 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 16 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is in beginsel openbaar. Uitgezonderd zijn in ieder geval zittingen over sociale zekerheidswetgeving.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende of het bestuursorgaan daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

 

Artikel 17 Verslaglegging

  • 1.

    Van de hoorzitting wordt een digitaal audioverslag gemaakt.

  • 2.

    De commissie stelt het audioverslag van de hoorzitting ter beschikking aan de bij de zaak betrokken belanghebbenden en aan het bestuursorgaan.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid van dit artikel wordt het digitale audioverslag van de hoorzitting schriftelijk uitgewerkt in het geval een belanghebbende, het bestuursorgaan of een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

  • 4.

    Een schriftelijk verslag als bedoeld in het derde lid van dit artikel

    • -

      vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid;

    • -

      vermeldt zakelijk wat over en weer door de aanwezigen is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen;

    • -

      vermeldt of de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond en of belanghebbenden of hun gemachtigden al dan niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord;

    • -

      verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden die aan het verslag kunnen worden gehecht;

    • -

      wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 18 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op het verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 19 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Het advies is gemotiveerd en omvat zoveel mogelijk een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 5.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

 

Artikel 20 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt met eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien voordat het advies is uitgebracht als bedoeld in het eerste lid naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor het nemen van een beslissing, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

  • 4.

    Indien op het moment van het uitbrengen van een advies een schriftelijk uitgewerkt verslag als bedoeld in artikel 17, derde lid, voorhanden is, wordt dit meegestuurd met het advies.

 

Artikel 21 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de burgemeester verslag uit van haar werkzaamheden in het voorgaande kalenderjaar.

Artikel 22 Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften 2007, vastgesteld op 6 september 2007, wordt ingetrokken.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie Bezwaarschriften Waalwijk 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 maart 2023.

DE RAAD VAN WAALWIJK

Namens deze,

de griffier, de voorzitter,

Jeske W.M. Louer, Sacha C.A.M. Ausems