Verordening op de Rekenkamer Gemeente Houten

Geldend van 30-03-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de Rekenkamer Gemeente Houten

De raad van de gemeente Houten;

gelet op artikel 81a van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de

Verordening op de Rekenkamer Gemeente Houten

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze Verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de rekenkamer: de rekenkamer volgens het directeursmodel (bestaande uit één lid die tevens directeur is en één plaatsvervangend lid);

  • b.

    de raad: de gemeenteraad;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    de gemeente: de gemeente Houten;

  • e.

    de audit- en rekeningcommissie: de commissie als bedoeld in de Verordening audit- en rekeningcommissie.

Artikel 2 Taak van de rekenkamer

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamer.

  • 2. De rekenkamer heeft tot taak het verrichten van onderzoek naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door gemeentebestuur, verbonden partijen en gemeenschappelijke regelingen gevoerde beleid. In dit verband wordt verstaan onder:

    • a.

      doelmatigheid: het streven om met een zo gering mogelijke inzet van middelen een bepaald resultaat te bereiken dan wel met een bepaalde inzet van middelen een optimaal resultaat te bereiken;

    • b.

      doeltreffendheid: de mate waarin met de geleverde prestaties de gestelde doelen of beoogde maatschappelijke effecten worden bereikt;

    • c.

      rechtmatigheid: het voldoen aan wettelijke kaders en regelgeving.

  • 3. De rekenkamer brengt van ieder onderzoek een eindrapportage, desgewenst voorzien van aanbevelingen, uit aan de raad.

  • 4. De rekenkamer brengt elk jaar voor 1 maart een verslag uit aan de raad over haar werkzaamheden in het voorafgaande jaar en legt daarbij tevens verantwoording af over de besteding van het budget.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming en zittingsduur

  • 1. De rekenkamer heeft één lid, dat wordt aangeduid met de titel ‘directeur van de rekenkamer Houten’, en één plaatsvervangend lid, dat wordt aangeduid met de titel ‘plaatsvervangend directeur van de rekenkamer Houten’. Aan de rekenkamer wordt leiding gegeven door de directeur.

  • 2. De leden van de rekenkamer worden aangewezen voor een periode van zes jaar.

  • 3. Een lid kan door de raad worden herbenoemd voor een gelijke periode.

  • 4. De raad besluit ten minste zes maanden voor afloop van de benoemingsperiode over het al dan niet herbenoemen van de directeur.

  • 5. Leden van de rekenkamer leggen, alvorens hun werkzaamheden aan te vangen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 81g lid 1 van de Gemeentewet de eed of belofte af.

  • 6. Leden van de rekenkamer zijn niet ondergeschikt aan de raad, het college van burgemeester en wethouders of enig ander gemeentelijk gezag.

  • 7. Leden van de rekenkamer zijn geen ambtenaar in de zin van het ambtenarenreglement voor zover dit ondergeschiktheid impliceert.

Artikel 4 Einde van het lidmaatschap

Het lidmaatschap van een lid van de rekenkamer eindigt:

  • a.

    Op eigen verzoek;

  • b.

    Bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamer;

  • c.

    Wanneer het lid van de rekenkamer bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • d.

    Indien het lid van de rekenkamer bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

  • e.

    Indien het lid van de rekenkamer vanwege langdurige afwezigheid niet in staat is zijn functie naar behoren te vervullen;

  • f.

    Indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de (plaatsvervangend) directeur van de rekenkamer te vervullen;

  • g.

    aan het eind van de benoemingstermijn.

Artikel 5 Verboden handelingen

  • 1. Het is de directeur van de rekenkamer verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de directeur, een directeur die heeft gehandeld in strijd met dit verbod van zijn functie ontslaan.

  • 2. De directeur is niet tevens bestuurder of persoon in dienst van een publiekrechtelijk samenwerkingsverband waaraan de gemeente Houten deelneemt.

  • 3. De directeur vervult geen nevenfuncties waarvan de raad van oordeel is dat de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van zijn functie.

Artikel 6 De audit- en rekeningcommissie

  • 1. De directeur van de rekenkamer overlegt voorafgaand aan het vaststellen van het onderzoeksprogramma, tijdens de uitvoering van de onderzoeken en over de communicatie over de onderzoeken met de audit- en rekeningcommissie.

  • 2. De frequentie van deze overleggen wordt onderling afgestemd.

Artikel 7 Onderwerpselectie

  • 1. De rekenkamer maakt een inventarisatie van onderwerpen die in aanmerking komen voor een onderzoek na een jaarlijkse ronde van consultatie bij alle raadsfracties.

  • 2. Ook de gemeenteraad, raadsfracties en inwoners van de gemeente Houten kunnen onderwerpen aangeven.

  • 3. De directeur van de rekenkamer kiest beargumenteerd zelf de onderwerpen voor onderzoek, formuleert de probleemstelling, de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast. Ter bepaling van zijn keuze kan de directeur een vooronderzoek (laten) instellen.

  • 4. In beginsel verricht de rekenkamer jaarlijks één groot en één klein onderzoek.

  • 5. De rekenkamer stelt jaarlijks een onderzoeksprogramma in concept op en brengt dit ter kennis van de audit- en rekeningcommissie.

  • 6. Het door de rekenkamer vastgestelde onderzoeksprogramma wordt jaarlijks uiterlijk 31 december ter kennis gebracht van de raad.

  • 7. Indien de rekenkamer een keuze als bedoeld in lid 3 heeft gemaakt, informeert zij de raad en, ingeval een onderwerp door inwoners is aangedragen, tevens de betrokken inwoners gelijktijdig met het uitbrengen van het onderzoeksprogramma over haar keuze.

  • 8. De rekenkamer stelt voor ieder te onderzoeken onderwerp een onderzoeksopzet vast en formuleert daarbij onderzoeksvragen. De onderzoeksopzet wordt ter kennis gebracht aan de raad.

  • 9. Bij de selectie van onderwerpen dient de rekenkamer de volgende criteria te hanteren:

    • a.

      Het onderwerp moet betrekking hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van beleid;

    • b.

      Er moet sprake zijn van een substantieel belang;

    • c.

      Het moet door de gemeente te beïnvloeden beleid betreffen;

    • d.

      Er moet sprake zijn van enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken;

    • e.

      De resultaten moeten communiceerbaar zijn naar de inwoners van Houten.

Artikel 8 Werkwijze en rapportage

  • 1. De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamer kan de raad tussentijds informeren over de voortgang van het onderzoek.

  • 3. De rekenkamer is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamer gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamer onderzoekt in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 5.1 van de Wet Open Overheid kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De rekenkamer is verplicht tot geheimhouding van al hetgeen haar in hoedanigheid van rekenkamer, ter kennis is gekomen.

  • 5. De rekenkamer kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6. De rekenkamer stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste drie weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7. Na ambtelijk hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in lid 6, formuleert de commissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 8. De rekenkamer stelt het college in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste vier weken bedraagt, zijn zienswijze op het onderzoek en de nota aan de rekenkamer kenbaar te maken.

  • 9. Na vaststelling door de rekenkamer worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk ter bespreking en besluitvorming aan de raad aangeboden.

Artikel 9 Budget

  • 1. De raad stelt jaarlijks bij de begroting een bedrag beschikbaar voor de rekenkamer.

  • 2. De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 3. De rekenkamer Houten verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het verslag aan de raad, bedoeld in artikel 185, derde lid, van de Gemeentewet.

Artikel 10 Evaluatie

  • 1. De raad evalueert het functioneren van de rekenkamer iedere twee jaar. Bij de evaluatie toetst de raad, gehoord de audit- en rekeningcommissie, aan de volgende criteria:

    • a.

      De keuze van de onderzoeksonderwerpen en het onderzoeksprogramma.

    • b.

      Kwaliteit van het onderzoek (zoals leereffecten voor raad en college).

    • c.

      Communicatie en competenties van de directeur.

    • d.

      Samenwerking met de audit- en rekeningcommissie.

Artikel 11 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van deze verordening, beslist de raad op voorstel van de voorzitter van de raad, gehoord de audit- en rekeningcommissie.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking.

Artikel 13 Intrekking

De Verordening rekenkamercommissie gemeente Houten, zoals vastgesteld op 19 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van 25 januari 2023.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 24 januari 2023.

De griffier,

C.M.S. Visser

De voorzitter,

G.P. Isabella