Beleidsregels Terrassen gemeente Leidschendam-Voorburg 2023

Geldend van 31-03-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Terrassen gemeente Leidschendam-Voorburg 2023

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

overwegende dat de burgemeester en het college van burgemeesters en wethouders, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, de bevoegdheid hebben om nadere regels vast te stellen voor het verlenen danwel weigeren van vergunningen voor terrassen in de gemeente;

gelet op de artikelen 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, 2:10 en 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg;

gezien het collegebesluit van 14 maart 2023 (nummer 3068);

b e s l u i t:

vast te stellen:

de Beleidsregels Terrassen gemeente Leidschendam-Voorburg 2023

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN en SITUERING

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Apv: Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg.

  • 2.

    Buren: gebruikers (bijvoorbeeld een bewoner of ondernemer) en eigenaren van aangrenzende panden.

  • 3.

    Burgemeester: burgemeester van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • 4.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • 5.

    Detailhandelsbedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig goederen te koop worden aangeboden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkocht, gehuurd en geleverd worden aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.

  • 6.

    Detailhandelondersteunende horeca: een horecavoorziening binnen een bestemming detailhandel waar men ten behoeve van de hoofdfunctie en ondergeschikt daaraan ondersteunende horeca mag uitoefenen. De detailhandel-activiteit moet een oppervlakte beslaan van minstens 70% van het bruto verkoopvloeroppervlak van het pand waarin de detailhandel is gevestigd. De ondersteunende horeca-activiteit mag een oppervlakte van 10 m2 hebben met inbegrip van de eventuele exploitatie van een terras.

  • 7.

    Eilandterras: een los van de gevel gelegen terras, voor of in de directe nabijheid van het horecabedrijf, met een afstand van meer dan 3,5 meter tussen de gevel van het horecabedrijf en het terras.

  • 8.

    Gevelterras: terras dat direct tegen de buitengevel van het horecabedrijf is geplaatst.

  • 9.

    Horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of rookwaren en/of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden.

  • 10.

    Terras: een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf of detailhandelsbedrijf (in het geval van detailhandelondersteunende horeca, hierna te noemen: horecabedrijf) waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

  • 11.

    Terrasmeubilair: attributen voor de inrichting van een terras, waaronder (maar niet uitputtend):

    • stoelen, krukken, banken e.d.

    • tafels, tonnen e.d.

    • parasols

    • terrasafscherming (schermen, hekwerk, plantenbakken e.d.)

    • vrijstaande heaters

    • menuborden, uitklapborden

    • overig reclame- en displaymateriaal

    • overige elementen zoals sfeerelementen, staande asbakken e.d.

Artikel 2 Veiligheid

  • 1.

    Een terras mag het verkeer niet hinderen of op welke andere manier de verkeersveiligheid in gevaar brengen. Terrassen mogen het uitzicht op hoeken niet belemmeren.

  • 2.

    In verband met een veilige en onbelemmerde doorgang van de hulpdiensten moet te allen tijde een vrije doorgang van minimaal 3,5 meter breed aanwezig zijn.

  • 3.

    In het geval van een voetpad, moet er voor voetgangers en minder validen op het voetpad een vrije ruimte van minimaal 1,8 meter aanwezig zijn.

  • 4.

    Bij lantaarnpalen, containers en dergelijke mag de vrije ruimte voor voetgangers en minder validen op 1 punt van het voetpad minimaal 1,2 meter bedragen, mits de veiligheid niet in het geding komt.

  • 5.

    In afwijking van lid 4 geldt voor de Damlaan in Leidschendam dat de vrije ruimte voor voetgangers en minder validen te allen tijde een minimale afstand van 1,8 meter moet bedragen.

  • 6.

    De in- en uitgangen en nooduitgangen moeten te allen tijde vrij gehouden worden. Hiervan moet direct gebruik gemaakt kunnen worden door zowel de bezoekers als door de hulpdiensten. De inrichting van het terras moet dusdanig gebeuren dat personen altijd kunnen vluchten. Tevens moeten de brandkranen vrij toegankelijk blijven.

Artikel 3 Locatie en afmeting van gevelterrassen

  • 1.

    De breedte van een gevelterras is maximaal gelijk aan de breedte van de gevel van het horecabedrijf, tenzij bijzondere redenen aanleiding geven tot het plaatsen van een terras bij de buren, bijvoorbeeld indien geen terras mogelijk is tegen de gevel van het horecabedrijf of aan de overzijde van de weg gelegen binnen de breedte van het horecabedrijf.

  • 2.

    Het is toegestaan om, in samenspraak met de buren van het pand waarin het horecabedrijf zich bevindt, en met schriftelijke goedkeuring van de burgemeester, de toegestane breedte van het gevelterras uit te breiden tot maximaal 3 meter per zijde buiten de gevelbreedte van het horecabedrijf met inachtneming van alle overige regels wat betreft locatie en afmeting van het terras. De toestemming van buren moet schriftelijk worden vastgelegd en overlegd worden bij aanvraag van de betreffende terrasvergunning.

  • 3.

    Buren van het pand waarin het horecabedrijf zich bevindt (bewoners c.q. eigenaren c.q. gebruikers) hebben het recht om hun eerder verleende schriftelijke goedkeuring voor uitbreiding van het gevelterras, zoals bedoeld in lid 2, in te trekken, met inachtneming van een termijn van 3 maanden.

  • 4.

    In het geval van nieuwe buren in een van de aangrenzende panden zoals bedoeld in lid 2, hebben deze nieuwe buren de mogelijkheid om de toegestane verruiming buiten de gevelbreedte van het horecabedrijf af te wijzen, met inachtneming van een termijn van 3 maanden. De vergunninghouder moet te allen tijde schriftelijke toestemming kunnen overleggen van de huidige buren in aangrenzende panden van het pand waarin het horecabedrijf zich bevindt. Aan toezeggingen van eerdere buren kunnen geen verwachtingen of rechten worden ontleend.

  • 5.

    Bezoekers van het terras moeten direct en onbelemmerd toegang tot het terras kunnen verkrijgen, dus niet indirect via bijvoorbeeld een privéruimte, voorraadruimte of keuken.

  • 6.

    Vanuit het horecabedrijf of detailhandelsbedrijf moet direct zicht zijn op het terras, dus niet via een camera of anderszins. De maximale afstand van het terras tot het horecabedrijf waartoe deze behoort, gerekend vanaf het verste punt van het terras tot de entree van het pand waarin de horecagelegenheid zich bevindt, bedraagt niet meer dan 30 meter.

  • 7.

    Het terrasmeubilair, waaronder parasols, bevindt zich altijd op het terras en niet buiten de vergunde afmeting.

  • 8.

    Een terras mag het beheer en onderhoud van de openbare weg en de openbare ruimte niet belemmeren.

  • 9.

    Het terrasoppervlak bij detailhandelondersteunende horeca, zoals bedoeld in artikel 1 lid 6, mag niet groter zijn dan 10 m2.

Artikel 4 Afval

De terraslocatie en omliggende omgeving binnen een straal van 25 meter van het horecabedrijf inclusief terras moet gedurende de periode van exploitatie dagelijks na sluiting van het horecabedrijf of detailhandelondersteunende horeca vrij worden gemaakt van afval, achtergebleven stoffen of voorwerpen door de exploitant van het terras.

HOOFDSTUK 2 TERRASVERGUNNING

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    Een terrasvergunning voor een gevelterras of eilandterras wordt voor 5 jaar verleend.

  • 2.

    De aanvragen voor een terrasvergunning worden getoetst aan deze beleidsregels.

  • 3.

    Terrasvergunningen bij een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 lid 4 van de Apv worden verleend door het college. Terrasvergunningen voor andere openbare inrichtingen (zoals een horecabedrijf) worden verleend door de burgemeester.

  • 4.

    Een aanvraag van een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:10 en artikel 2:28 lid 1 van de Apv wordt via het gemeentelijk Digitaal Loket ingediend op een digitaal aanvraagformulier dat via de gemeentelijke website verkrijgbaar is.

  • 5.

    Bij de in lid 1 bedoelde aanvraag van een terrasvergunning die (mede) plaatsing of uitbreiding van een terras betreft, moeten de volgende gegevens en stukken worden overgelegd:

    • a.

      Een gedetailleerde maatvaste terrasplattegrond, schaal 1:100 of 1:50 voorzien van terrasmarkering, waarop in ieder geval de ligging van het terras ten opzichte van het horecabedrijf of detailhandelsbedrijf en direct naastgelegen panden en objecten in de openbare ruimte is weergegeven alsmede de plaatsing van tafels, stoelen, banken, terrasschermen, -schotten, bloembakken, hagen en parasols;

    • b.

      De wijze van opslag van het terrasmeubilair na gebruik, gedurende de periode dat het terras wordt geëxploiteerd.

  • 6.

    Terrasvergunningen zijn gebonden aan een persoon.

  • 7.

    Een terrasvergunning voor een eilandterras én een gevelterras kunnen niet gezamenlijk vergund worden. Hiervoor moet de aanvrager 2 aparte aanvragen indienen, één aanvraag voor het gewenste gevelterras en één aanvraag voor het gewenste eilandterras. Ook als beide terrasvergunningen horen bij hetzelfde horecabedrijf moeten het betreffende eilandterras en het betreffende gevelterras 2 losse vergunningen zijn.

  • 8.

    Als een terrasvergunning is verleend zal de gemeente in het wegdek een markering aanbrengen die de afmetingen van het terras weergeeft. Dit geldt voor álle terrassen als bedoeld in artikel 1 lid 10.

  • 9.

    Voor de gevelterrassen die zijn vergund, kunnen partijen bij overname van het desbetreffende horecabedrijf een aanvraag indienen.

Artikel 6 Verdeling terrasvergunningen in geval van eilandterrassen

  • 1.

    Partijen die menen dat zij in aanmerking kunnen komen voor het gebruik van een eilandterras (of een gedeelte daarvan) dat al in gebruik is door een andere vergunninghouder, kunnen op ieder moment een aanvraag indienen. Op dat moment wordt de verdeling heroverwogen.

  • 2.

    Indien blijkt dat meerdere aanvragers een vergunning aanvragen voor een terras op de vrijgekomen grond en partijen komen niet zelf tot een verdeling, worden de belangen afgewogen en wordt de vrijgekomen grond verdeeld. Deze verdeling gebeurt op basis van een evenredige verdeling in vierkante meters van het beschikbare oppervlakte dat gebruikt kan worden voor eilandterrassen tussen de betreffende aanvragers, met dien verstande dat de maximale oppervlaktegrens van het beschikbare terrasgebied niet overschreden mag worden.

  • 3.

    Indien uit de belangenafweging blijkt dat de in lid 3 bedoelde grond voor een terras niet kan worden verdeeld, wordt de terrasvergunning voor 5 jaar via loting aan een partij vergund. Na deze 5 jaar komt deze grond weer vrij en staat het een ieder vrij hiervoor een terrasvergunning aan te vragen. De procedure zoals beschreven in lid 1 tot en met 3 is dan weer van toepassing.

Artikel 7 Voorbehoud verlening en gedeeltelijk vervallen van terrasvergunning

Een vergunning als bedoeld in de artikelen 2:10 lid 1 en 2:28 lid 1 van de Apv wordt verleend onder het voorbehoud dat het terras, indien noodzakelijk, niet mag worden geplaatst dan wel moet worden verwijderd in geval van de volgende werkzaamheden:

  • werkzaamheden van gemeentewege of ten behoeve van aanleg of onderhoud van kabels en leidingen van nutsvoorzieningen;

  • het plaatsvinden van de markt;

  • een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Apv op of in de directe nabijheid van de terraslocatie.

HOOFDSTUK 3 BEELDKWALITEIT

Artikel 8 Terrasmeubilair en terrasafscheidingen

  • 1.

    Voor de opslag van meubilair in het openbaar gebied geldt een verbod. De meubels blijven op hun plek staan of gaan naar binnen. Wanneer het terras voor een periode van meer dan een maand niet wordt geëxploiteerd, moet al het meubilair zijn verwijderd door de exploitant van het terras.

  • 2.

    Knipperend en bewegend licht op het terras is niet toegestaan.

  • 3.

    Terrasverwarming op gas is niet toegestaan. Hieronder worden in ieder geval vrijstaande gasheaters verstaan.

  • 4.

    Sfeerelementen (zoals vuurtafels, vuurkorven, etc.) op gas zijn uitgezonderd van het in lid 3 genoemde verbod.

  • 5.

    Na sluiting van het terras moeten parasols worden ingeklapt en alle uitklapborden, displays en overig reclamemateriaal inpandig worden opgeslagen.

  • 6.

    Verankering van terrasmeubilair in de ondergrond is slechts toegestaan voor schermen en parasols na schriftelijke goedkeuring van het college. De verankering moet bestaan uit afdopbare kokers in de grond, niet uitstekend boven straatniveau. Schermen en parasols moeten uitneembaar zijn.

  • 7.

    Nieuwe terrasschermen en -schotten zijn maximaal 1,5 meter hoog en maximaal tot 1 meter hoog gesloten (dus daarboven transparant).

  • 8.

    In afwijking van het bepaalde in lid 7 kunnen, in het belang van bescherming van wilde flora en fauna of in het belang van instandhouding van de natuurlijke habitats, aanvullende eisen gesteld worden aan de hoogte van en het soort terrasafschermingen.

  • 9.

    Vrijstaande terrasschermen en -schotten zijn altijd te verplaatsen en te verwijderen.

  • 10.

    Parasols mogen in uitgeklapte toestand de grenzen van het terras niet overschrijden.

  • 11.

    Voor het plaatsen van vaste markiezen, (gevel)zonweringen, uitvalschermen en andere bouwwerken is een omgevingsvergunning vereist op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

  • 12.

    Voor terrassen gesitueerd in een gebied dat aangewezen is als Rijksbeschermd dorpsgezicht gelden aanvullende voorwaarden wat betreft de uitstraling van het terrasmeubilair en terrasafscheidingen. Deze voorwaarden zijn opgenomen in Bijlage 1: Beeldkwaliteit in Rijksbeschermde dorpsgezichten.

  • 13.

    Voor terrassen, behorend bij een inrichting die door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen is als beschermd monument, kunnen voor wat betreft de uitstraling van het terrasmeubilair en terrasafscheidingen aanvullende voorwaarden worden gesteld door de gemeentelijke geïntegreerde monumenten- en welstandscommissie.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 31 maart 2023.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels Terrassen gemeente Leidschendam-Voorburg 2023’.

  • 3.

    Verleende terrasvergunningen ten tijde van de inwerkingtreding van deze beleidsregels blijven geldig en hebben na inwerkingtreding van deze beleidsregels recht op voortzetting op de wijze en met de duur zoals de vergunning destijds toegekend is.

  • 4.

    Voor terrassen gesitueerd in een gebied dat aangewezen is als Rijksbeschermd dorpsgezicht, waarvoor de aanvullende voorwaarden zoals geformuleerd in Bijlage 1: Beeldkwaliteit in Rijksbeschermde dorpsgezichten gelden, geldt dat 5 jaar na inwerkingtreding van deze beleidsregels nieuwe terrasvergunningen alleen worden verleend wanneer voldaan wordt aan de voorwaarden in Bijlage 1: Beeldkwaliteit in Rijksbeschermde dorpsgezichten.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg d.d. 14 maart 2023,

burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg,

A. van Mazijk, M. W. Vroom

secretaris, burgemeester

Bijlage

TOELICHTING

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN en SITUERING

Artikel 1 Begripsbepalingen

Onder lid 10 is het begrip terras gedefinieerd overeenkomstig de vigerende Apv. In deze beleidsregels wordt onder terras tevens verstaan de terrassen bij detailhandelondersteunende horeca.

Artikel 2 Veiligheid

Doorgang

In verband met een veilige en onbelemmerde doorgang van de hulpdiensten dient er te allen tijde een vrije doorgang van minimaal 3,5 meter breed aanwezig te zijn. Indien deze vrije ruimte in het geding komt kan het bevoegd gezag besluiten de vergunning niet te verlenen, de aanvraag gedeeltelijk af te wijzen of in overleg met de aanvrager de aanvraag te wijzigen.

Vrije ruimte

Indien het terras wordt geplaatst op de openbare weg of de stoep, moet er altijd voldoende ruimte over blijven voor een veilige passage van voetgangers, rolstoelgebruikers, fietsers en gemotoriseerd verkeer. Deze mogen niet in elkaars rijbaan komen om langs het terras te komen.

Voor de Damlaan in Leidschendam wordt deze uitzonderingsmogelijkheid in relatie tot objecten op straat niet gegeven. Het bestaande straatprofiel, met daarin geplante bomen en vaststaande containers, zorgt voor een extra uitdaging om het plaatsen van terrassen op een goede manier te verzoenen met de toegankelijkheid van de Damlaan voor voetgangers. De uitzonderingsregeling in artikel 2 lid 4 kan in deze specifieke straat resulteren in een zigzag-route tussen bomen, terrassen en andere objecten door. Vanuit toegankelijkheidsoogpunt is dit geen wenselijke situatie. Daarom zal op de Damlaan overal vastgehouden worden aan de minimale vrije doorgang van 1,8 meter.

Artikel 3 Locatie en afmeting van gevelterrassen

Locatie:

Uitgangspunten voor de situering van een gevelterras:

  • 1.

    Voor de breedte van een gevelterras geldt de maximale gevelbreedte van een horecabedrijf. Uitgezonderd zijn terrassen waar bijzondere redenen aanleiding geven tot plaatsing van een terras bij de buren, bijvoorbeeld omdat er tegen de gevel van een horecabedrijf geen terras mogelijk is. Daarnaast mag een horecabedrijf het gevelterras tot maximaal 3 meter per zijde buiten de gevelbreedte uitbreiden voor de gevel van de buren, mits er schriftelijk toestemming is van de buren.

  • 2.

    Vanuit het horecabedrijf of het detailhandelsbedrijf moet direct en onbelemmerd zicht (dus niet door middel van een camera e.d.) zijn op het terras. Bezoekers van het terras moeten via horecalokaliteiten die deel uitmaken van het horecabedrijf en die direct voor het publiek toegankelijk zijn, hiertoe toegang kunnen verkrijgen. Dus niet indirect via een privéruimte, voorraadruimte of keuken.

Afmeting:

De afmetingen van terrassen in relatie tot doorgangen en afspraken zijn voor ieder terras anders. Uitgangspunt is dat de breedte van het terras maximaal gelijk is aan de breedte van de inrichting. Het is dus in beginsel niet mogelijk om een terras te plaatsen bij de buren, tenzij bijzondere redenen hiertoe aanleiding geven. Een bijzondere reden kan zijn dat er geen mogelijkheid is voor een terras tegen de gevel van de inrichting of aan de overzijde van de weg gelegen binnen de breedte van de inrichting. In het geval van detailhandelondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 1 lid 6 is de maximale omvang van het bijbehorende terras 10 m2, om te waarborgen dat de horecafunctie ook in uitstraling ondergeschikt blijft aan bijbehorende hoofdfunctie (namelijk detailhandel). Als een terrasvergunning is verleend zal de gemeente in het wegdek een markering aanbrengen die de afmetingen van het terras weergeeft. Dit geldt voor álle terrassen (al of niet direct gesitueerd aan de gevel).

Artikel 4 Afval

De exploitant van het terras is verantwoordelijk voor het aanzien van het openbaar gebied waarvan zijn terras deel uitmaakt. Op de terrassen moeten voldoende mogelijkheden zijn om afval in te deponeren. Het terras en de onmiddellijke omgeving hiervan moeten dagelijks van afval worden gereinigd. Na sluitingstijd moet het terras en de directe omgeving ervan schoon en netjes te zijn. De exploitant heeft de zorgplicht voor het beperken en opruimen van zwerfafval binnen een straal van 25 meter. De afstand van 25 meter is gebaseerd op een bestaande norm (artikel 2.13 van het Activiteitenbesluit milieubeheer).

HOOFDSTUK 2 TERRASVERGUNNING

Artikel 5 Aanvraag

In dit hoofdstuk worden de indieningsvereisten voor de aanvraag van een terrasvergunning via het digitaal loket van de gemeente beschreven. Deze vergunning heeft uitsluitend betrekking op de afbakening van het terras, het meubilair en bijbehorende attributen, zoals stoelen, zonneschermen en plantenbakken en niet op vaste uitvalschermen / markiezen. Laatstgenoemden betreffen namelijk bouwwerken, geen gebouw zijnde, in de zin van de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en moeten separaat vergund worden.

Een terrasvergunning wordt voor 5 jaar verleend. Als een aanvraag voor een terrasvergunning voldoet aan alle daarvoor geldende eisen, kan de burgemeester danwel het college (ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft) deze afgeven. Behoort een terras bij een horecabedrijf, dan is een vergunning vereist op basis van artikel 2:28 en is de burgemeester bevoegd hierover een besluit te nemen. Behoort een terras bij een detailhandelsvestiging (geen horecabedrijf) of een andere openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 lid 4 van de Apv, dan is voor het hebben en inrichten van een terras een vergunning vereist op grond van artikel 2:10 Apv en is het collegebevoegd hierover een besluit te nemen. De weigeringsgronden sluiten aan bij die van de horecabedrijven. Het verlenen van een terrasvergunning staat los van het verstrekken van Drank- en Horecavergunning.

Gezien het onderscheid tussen gevelterrassen en eilandterrassen kan één terrasvergunning niet zowel een gevelterras als een eilandterras goedkeuren. Bij een eilandterras kan er, in het geval van een nieuwe toetreder, de noodzaak optreden om reeds vergunde ruimte te herverdelen. Wanneer desbetreffende bestaande ondernemer zowel een gevelterras als een eilandterras heeft, zal alleen de vergunning voor het eilandterras opnieuw beoordeeld hoeven worden. Gezien het feit dat de terrasvergunning voor het gevelterras een losse vergunning betreft, kan desbetreffend gevelterras blijven bestaan.

Artikel 6 Verdeling terrasvergunningen in geval van eilandterrassen

De beleidsregels leggen de basis voor een zo eerlijk mogelijke verdeling. Dit gebeurt op basis van een gelijke verdeling van het totale oppervlakte aan beschikbare eilandterrasruimte, omdat dit door desbetreffende ondernemers als het eerlijkst wordt ervaren.

Artikel 7 Voorbehoud verlening en gedeeltelijk vervallen van terrasvergunning

In bepaalde situaties is het noodzakelijk om een terras al dan niet tijdelijk geheel of gedeeltelijk te verplaatsen dan wel te verwijderen. Te denken valt aan (onderhouds)werkzaamheden in en aan de openbare ruimte, evenementen, en markten. Dit staat in de terrasvergunning.

HOOFDSTUK 3 BEELDKWALITEIT

Artikel 8 Terrasmeubilair en terrasafscheidingen

Voor een terras gelden nadere eisen met betrekking tot de opslag en verankering in de grond.

De exploitant van een terras die terrasschermen wil aanbrengen, is genoodzaakt hiervoor een verandering in het wegdek aan te brengen (verwijderen bestrating of iets in de grond / aan het wegdek verankeren). Hiervoor is privaatrechtelijke toestemming van de grondeigenaar vereist. Aan de vergunning(en) worden voorschriften verbonden om de bruikbaarheid, de veiligheid, het beheer en onderhoud van de weg te kunnen waarborgen. Voor het plaatsen van ‘permanente’ markiezen, (gevel)zonweringen, uitvalschermen en andere bouwwerken is een omgevingsvergunning vereist op grond van de Wabo. Deze wordt getoetst aan de (weigerings)criteria in artikel 2.10 van de Wabo. De aanvraag voor een dergelijke vergunning wordt dan niet alleen getoetst aan de (bebouwings)voorschriften van het geldende bestemmingsplan, maar ook aan de welstand, de gemeentelijke bouwverordening, het Bouwbesluit, de Erfgoedwet en wetgeving van provincie en rijksoverheid.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

De citeertitel geeft aan onder welke benaming deze beleidsregels kunnen worden aangehaald. Het vermelde jaartal geeft het jaar van vaststelling aan, niet de geldingsduur. Deze is onbeperkt vanaf de datum van inwerkingtreding. De beleidsregels kunnen op elk moment gewijzigd of ingetrokken worden door het bevoegd gezag.

Voor terrassen die moeten voldoen aan de aanvullende voorschriften uit Bijlage 1: Beeldkwaliteit in Rijksbeschermde dorpsgezichten, geldt een overgangsperiode van 5 jaar. Dit betekent dat desbetreffende terrasvergunningen op zijn vroegst 5 jaar na de inwerkingtreding van deze beleidsregels geweigerd worden wanneer niet voldaan wordt aan de voorwaarden zoals geformuleerd in Bijlage 1. Dit geeft bestaande ondernemers de tijd om, waar nodig, aanpassingen door te voeren om aan de aanvullende voorwaarden op het gebied van beeldkwaliteit te voldoen.

Bijlage 1: Beeldkwaliteit in Rijksbeschermde dorpsgezichten

In gemeente Leidschendam-Voorburg zijn een aantal Rijksbeschermde dorpsgezichten. Vanwege de historische uitstraling zijn er een aantal aanvullende voorwaarden geformuleerd om te waarborgen dat de verschijningsvorm van terrassen passend blijft in deze gebieden.

Het Huygenskwartier in Voorburg en het Sluisgebied in Leidschendam zijn aantrekkelijke plekken vanwege hun historische waarden en daarmee hun uitstraling en fraaie panden. De sfeervolle horecagelegenheden met terrassen maken van deze gebieden nog leukere plekken in de gemeente. Het is voor iedereen van belang dat de uitstraling beschermd wordt, zodat deze Rijksbeschermde dorpsgezichten hun aantrekkingskracht behouden. Deze bijlage biedt houvast (ook voor toekomstige horeca-ondernemers) om met elkaar ervoor te zorgen dat de gebieden aantrekkelijk blijven, zowel in levendigheid als in uitstraling.

Twee leidende principes helpen om de inrichting van de terrassen goed aan te laten sluiten op de omgeving. Het gaat hierbij om openheid van de terrassen en een passende uitstraling van het meubilair. Hieruit volgen een aantal voorschriften waaraan terrassen in Rijksbeschermde dorpsgezichten in Leidschendam-Voorburg aan moeten voldoen.

De voorschriften in deze bijlage beogen voornamelijk om een gezamenlijk kwaliteitsniveau voor terrassen te waarborgen. Tegelijkertijd is goed ondernemerschap ook gebaat bij enige vrijheid en de mogelijkheid om jezelf te kunnen onderscheiden ten opzichte van andere aanbieders.

De voorschriften op het gebied van beeldkwaliteit beperken zich daarom tot een aantal vuistregels en bieden ruimte tot onderscheid in kleur, materiaal en type meubilair. Zo kunnen horeca-ondernemers nog steeds een eigen uitstraling nastreven, maar wel binnen een kader dat past bij de historische uitstraling van een beschermd dorpsgezicht. Daarnaast is, in overleg met de welstandscommissie, beperkte afwijking mogelijk (zie voorschrift 1 van deze bijlage) wanneer men om goede redenen af zou willen wijken van de in deze bijlage opgenomen voorschriften op het gebied van beeldkwaliteit.

  • Voorschrift 1: Wanneer men wilt afwijken één van de voorschriften zoals genoemd in deze bijlage (Bijlage 1: Beeldkwaliteit in Rijksbeschermde dorpsgezichten), is een positief advies van de gemeentelijke geïntegreerde Monumenten- en Welstandscommissie verplicht.

Principe 1: een goede balans tussen openbare ruimte en terrassen

Om de historische uitstraling goed tot zijn recht te laten komen is een zekere mate van openheid gewenst. De historische panden en het aanwezige straatwerk moeten enigszins zichtbaar blijven. Daarnaast zorgen open terrassen ervoor dat de openbare ruimte als geheel beleefbaar blijft. Terrassen met een gesloten uitstraling en duidelijke afscherming draagt hier niet aan bij, en zorgen daarnaast voor een rommelig straatbeeld.

  • Voorschrift 2: Terrasschermen en -schotten zijn maximaal 1,5 meter hoog en maximaal tot 1 meter hoog gesloten.

  • Voorschrift 3: Parasols mogen in uitgeklapte toestand een maximale zijdelingse omvang van 5 meter hebben.

afbeelding binnen de regeling

Principe 2: een passende uitstraling van het meubilair

De uitstraling van terrassen wordt voor een groot deel bepaald door het meubilair. Stoelen, tafels en parasols zijn beeldbepalend in de openbare ruimte. In het beste geval sluiten kleur en materiaal van het meubilair daarom goed aan bij het aanwezige kleurenpalet van de omgeving. De uitstraling van het gebied is mede de reden dat bezoekers graag in het Huygenskwartier komen, of aan de sluis een drankje willen drinken.

Te felle kleuren of een grote hoeveelheid reclame, bijvoorbeeld op parasols, trekken veel aandacht en zorgen voor een onrustig straatbeeld. Hierdoor raakt de balans in het straatbeeld zoek en komt de historische uitstraling minder goed tot zijn recht. Door gebruik van natuurlijke materialen wordt de historische uitstraling van een gebied vaak versterkt. Immers, kunststof is een type materiaal wat lange tijd niet gebruikt werd. Bovendien is kunststof meubilair vaak opvallender qua vorm en kleur, waardoor kunststof meubilair een sterker contrast oplevert met de uitstraling van een beschermd dorpsgezicht.

  • -

    Voorschrift 4: Het terrasmeubilair hanteert een rustig en neutraal kleurenpalet (zie op de volgende pagina). Felle kleuren zijn niet passend, en het terrasmeubilair is niet fluorescerend of reflecterend.

  • -

    Voorschrift 5: Voor terrasmeubilair zijn de volgende materialen toegestaan: hout, metaal, rotan(look), of een combinatie van genoemde materialen.

  • -

    Voorschrift 6: Reclame op parasols is toegestaan op maximaal 10% van de oppervlakte van de parasol of alleen op de volant van de parasol

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Voorschriften Bijlage 1: Beeldkwaliteit in Rijksbeschermde dorpsgezichten

Voorschrift 1: Wanneer men wilt afwijken één van de voorschriften zoals genoemd in deze bijlage (Bijlage 1: Beeldkwaliteit in Rijksbeschermde dorpsgezichten), is een positief advies van de gemeentelijke geïntegreerde Monumenten- en Welstandscommissie verplicht.

Voorschrift 2: Terrasschermen en -schotten zijn maximaal 1,5 meter hoog en maximaal tot 1 meter hoog gesloten.

Voorschrift 3: Parasols mogen in uitgeklapte toestand een maximale zijdelingse omvang van 5 meter hebben.

Voorschrift 4: Het terrasmeubilair hanteert een rustig en neutraal kleurenpalet (zie op de volgende pagina). Felle kleuren zijn niet passend, en het terrasmeubilair is niet fluorescerend of reflecterend.

Voorschrift 5: Voor terrasmeubilair zijn de volgende materialen toegestaan: hout, metaal, rotan(look), of een combinatie van genoemde materialen.

Voorschrift 6: Reclame op parasols is toegestaan op maximaal 10% van de oppervlakte van de parasol of alleen op de volant van de parasol.