Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Katwijk 2023

Geldend van 22-03-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Katwijk 2023

De raad van de gemeente Katwijk,

gelezen het voorstel van het college van 14 februari 2023;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Katwijk 2023;

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaats aan de Kerklaan te Katwijk aan den Rijn, de gemeentelijke begraafplaats Blekerij te Katwijk aan den Rijn, de gemeentelijke begraafplaats Duinrust te Katwijk aan Zee en de gemeentelijke begraafplaats Valkenburg;

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    particuliere urnenkelder: een kelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    particuliere urnennis: één nis bij de gemeente in beheer, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    grafbedekking: gedenkteken en/of beplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • k.

    gedenkteken: een monument van steen, glas, hout of ander duurzaam materiaal om een overledene te herdenken;

  • l.

    algemeen onderhoud: onderhoud aan groen, paden en afrasteringen;

  • m.

    bouwkundig onderhoud: onderhoud aan gebouwen (zoals baarhuisjes) en overige bouwwerken (zoals urnenmuren, toegang tot de begraafplaats en het hekwerk);

  • n.

    beheerder:

    • 1.

      de technisch beheerder is de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt, voor wat betreft het algemeen onderhoud, het begraven, het tijdig signaleren van groot algemeen onderhoud en het initiëren van de daarvoor benodigde acties;

    • 2.

      de bouwkundig beheerder is de ambtenaar die belast is met het bouwkundig onderhoud, het signaleren van groot bouwkundig onderhoud en het initiëren van de daarvoor benodigde acties;

    • 3.

      de administratief beheerder is de ambtenaar die belast is met het administratieve beheer van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt, signaleert tijdig noodzakelijke ruimingen op de begraafplaats, signaleert tijdig noodzakelijke uitbreiding van de begraafplaats en initieert de daarvoor benodigde acties;

  • o.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particulier urnennis;

  • p.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend.

  • q.

    strooiveld: ruimte op de begraafplaats waar nabestaanden as kunnen verstrooien.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particuliere urnenkelder en een particuliere urnennis;

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen kindergraf.

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3. Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor iedereen dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1. Een ieder is verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de technisch beheerder.

  • 2. De technisch beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor werkzaamheden;

    • b.

      sneller dan 5 km per uur.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

Artikel 5. Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de administratief beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de administratief beheerder vastgesteld.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de technisch beheerder.

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de technisch beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee volledige werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de administratief beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

    Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de administratief beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de technisch beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de technisch beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de administratief beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de technisch beheerder op te volgen.

Artikel 8. Vervallen

Artikel 9. Over te leggen stukken

  • 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de technisch beheerder of zijn plaatsvervanger.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de administratief beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende.

  • 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de minimum grafrusttermijn van 15 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

Artikel 10. Tijden van begraven, asbezorging en plechtigheden

  • 1. De tijd van begraven, het bezorgen van as en overige plechtigheden is:

    • -

      op werkdagen van 09.00 tot 16:00 uur

    • -

      op zaterdagen van 09.00 tot 15:30 uur.

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 11. Indeling graven en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere zandgraven en particuliere keldergraven;

    • b.

      particuliere urnenkelders en particuliere urnennissen;

    • c.

      algemene zandgraven;

    • d.

      algemene kindergraven.

  • 2. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden geplaatst in particuliere urnenkelders en urnennissen. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 12. Aantal overledenen in algemene graven

  • 1. In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.

Artikel 13. Volgorde van uitgifte

  • 1. De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

Artikel 14. Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 15. Termijnen particuliere graven

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van dertig jaar recht op een particulier graf, urnennis of urnenkelder. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particulier graf, urnennis of urnenkelder is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van vijf, tien, vijftien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt na een begraving zodanig verlengd dat er na de laatste begraving nog 15 jaar grafrust mogelijk is.

HOOFDSTUK 5. BEEINDIGING VAN GRAFRECHTEN

Artikel 16. Vervallen

Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn is het college bevoegd het recht op het particulier graf te doen vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kan het college het particulier graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18 Einde van de grafrechten

  • 1. De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn van uitgifte;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker afstand doet van het recht;

    • c.

      indien een van de begraafplaatsen wordt opgeheven.

  • 2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het gebruiksrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht - ondanks een aanmaning - niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is voldaan;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende of gebruiker van een graf is overleden en het recht niet binnen één jaar is overgeschreven.

  • 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, en in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in voorgaande leden is de rechthebbende of gebruiker of degene die opdracht heeft gegeven een grafrecht te vestigen of andere diensten te verrichten, een uitvaartverzorger inbegrepen, bij niet (tijdige) betaling van kosten die verband houden met werkzaamheden of diensten in verband met lijkbezorging of plechtigheden als bedoeld in artikel 5 of maatregelen als bedoeld in artikel 4, zonder dat nadere ingebrekestelling is vereist, in gebreke. Het college is dan gerechtigd om vanaf de factuurdatum aan de rechthebbende in rekening te brengen:

    • a.

      rente ad 1,5% per maand - een gedeelte van een maand als een maand gerekend over het opeisbare bedrag;

    • b.

      administratiekosten, gesteld op 10% van het factuurbedrag, met een minimum van € 25,- per factuur;

    • c.

      alle gerechtelijke en buitengerechtelijke incassokosten; deze laatste worden wat omvang betreft bepaald door de door het college met de inning belaste advocaat en/of incassobureau.

HOOFDSTUK 6. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 19. Melding grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke melding verplicht.

  • 2. De grafbedekking moet voldoen aan de door het college gestelde eisen.

  • 3. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van het doen van de melding, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 3a. Het aanbrengen van de grafbedekking (datum en tijdstip) moet vooraf gemeld worden aan de beheerder of medewerkers van de begraafplaats.

  • 4. Het college kan de plaatsing van een monument weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 20. Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het algemeen en bouwkundig onderhoud van het terrein van de begraafplaats.

Artikel 21. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2. De rechthebbende of de nabestaande is verplicht de grafbedekking te onderhouden of te herstellen.

  • 3. Het college stelt de rechthebbende of de nabestaande door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de nabestaande niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

    Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht

  • 4. Indien de rechthebbende of de nabestaande nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen naar de mening van de technisch beheerder, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen, beplanting of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. De kosten hiervan worden bij de rechthebbende in rekening gebracht. Het verwijderde, met uitzondering van de beplanting, blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de nabestaande en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5. Het college kan de rechthebbende of de nabestaande per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 6. Het college kan in verband met werkzaamheden besluiten tot het tijdelijk wegnemen van de grafbedekking zonder toestemming van de rechthebbende dan wel gebruiker. De rechthebbende ontvangt hiervan een kennisgeving.

Artikel 22. Grafbeplanting

Beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de technisch beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de medewerkers van de begraafplaats worden verwijderd.

Artikel 23. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. Na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf, wordt de grafbedekking verwijderd.

  • 2. De kosten van verwijdering en afvoeren van materialen worden in rekening worden gebracht bij de rechthebbende.

HOOFDSTUK 7. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en op het mededelingenbord bekend.

  • 2. De technisch beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden overgebracht in een verzamelgraf op de begraafplaats en de as wordt verstrooid op het strooiveld op de begraafplaats.

  • 4. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf ontvangen, mits het adres bekend is, ten minste zes maanden en ten hoogste twaalf maanden voor het verstrijken van de termijn van uitgifte van een algemeen graf daarvan een schriftelijke mededeling. Zij kunnen gedurende deze termijn bij de administratief beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 5. De rechthebbende op een particulier graf kan bij de administratief beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen samenvoegen (schudden) dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende van een particuliere urnenkelder of een particuliere urnennis kan bij de administratief beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

HOOFDSTUK 8. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 25. Lijst

  • 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 9. INRICHTING REGISTER

Artikel 26. Voorschriften

  • 1. Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken.

  • 2. Het register wordt bijgehouden door de administratief beheerder.

HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN

Artikel 27. Intrekking oude regeling

De beheersverordening begraafplaatsen gemeente Katwijk 2010, vastgesteld op 4 november 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 28. Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de in artikel 27 genoemde verordening gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de in artikel 27 genoemde verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 29. Strafbepaling

  • 1. Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4 of 5 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Overtreding van artikel 3, 4 of 5 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 30. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2023.

Artikel 31. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Katwijk 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering door de raad van de gemeente Katwijk in zijn openbare vergadering van 9 maart 2023

De raad voornoemd,

De griffier,

De voorzitter,