Afvalstoffenverordening gemeente Renkum 2023

Geldend van 01-04-2023 t/m heden

Intitulé

Afvalstoffenverordening gemeente Renkum 2023

De raad van de gemeente Renkum;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 februari 2023;

gelet op de artikelen 10.23 eerste lid, 10.24 tweede lid, 10.25 en 10.26 eerste lid van de Wet milieubeheer;

gezien het advies van de raadsommissie en het verslag van de inspraakprocedure;

besluit vast te stellen de volgende verordening: 'Afvalstoffenverordening gemeente Renkum 2023'.

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

Artikel 1. Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    inzamelmiddel: voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, ten behoeve van een huishouden;

  • c.

    inzamelplaats: daartoe op grond van artikel 5 aangewezen plaats;

  • d.

    inzamelvoorziening: voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • e.

    perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan;

  • f.

    maatschappelijke organisaties: organisaties die het algemeen belang dienen, conform artikel 25h, lid 5 van de Mededingingswet, zoals scholen en verenigingen zonder winstoogmerk.

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu en een schone leefomgeving, met inbegrip van een doelmatige inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

HOOFDSTUK 2. HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst

  • 1.

    De ACV, statutair gevestigd aan de Neonstraat 4, 6718 WV te Ede, is als inzameldienst belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.

    Het college kan nadere eisen stellen over de wijze waarop de inzameldienst huishoudelijke afvalstoffen inzamelt.

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars

  • 1.

    Het is voor anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

    • a.

      daartoe is aangewezen door het college;

    • b.

      bij nadere regels van het college van het verbod is vrijgesteld; of

    • c.

      verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    Het college kan aan een aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, onder a, voorschriften verbinden en beperkingen stellen. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats

Het college draagt zorg voor tenminste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente of binnen de gemeenten waar mee wordt samengewerkt, waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.

Artikel 6. Algemene verboden

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:

  • a.

    ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid;

  • b.

    over te dragen aan een ander dan een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid; of

  • c.

    achter te laten op een andere plaats dan de inzamelplaats, bedoeld in artikel 5.

Artikel 7. Gescheiden afvalinzameling

  • 1.

    Het college stelt regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen, en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.

  • 2.

    In ieder geval de volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen worden afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      restafval;

    • b.

      bioafval (voorheen GFT + etensresten);

    • c.

      kunststof verpakkingsmateriaal;

    • d.

      papier en karton;

    • e.

      metaal;

    • f.

      glas;

    • g.

      textiel;

    • h.

      grof huishoudelijk afval;

    • i.

      grof tuinafval.

  • 3.

    Kunststof verpakkingsmateriaal, metalen verpakkingsmateriaal en drinkpakken (PMD) worden gezamenlijk ingezameld.

Artikel 8. Gescheiden aanbieding

  • 1.

    Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 7, anders dan afzonderlijk

    • a.

      ter inzameling aan te bieden;

    • b.

      achter te laten op een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen. Deze regels kunnen categorieën van gevallen of personen een vrijstelling inhouden van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9. Tijdstip van aanbieding

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door het college daartoe bepaalde dagen en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld.

Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door het college te stellen regels over het gebruik van:

    • a.

      inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij of nabij een perceel;

    • b.

      inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel;

  • 2.

    Het is verboden om een inzamelmiddel na afloop van de bepaalde dagen en tijden, bedoeld in artikel 9, buiten een perceel te laten staan.

  • 3.

    Het is verboden om afvalstoffen te plaatsen op of naast een inzamelmiddel of een inzamelvoorziening.

  • 4.

    De eigenaar van het pand is verplicht de faciliteiten (zoals een milieu-/afvalpas en inzamelmiddelen) die in bruikleen zijn en bij het perceel horen, ter beschikking te stellen aan huurders;

  • 5.

    Het college kan nadere regels stellen voor categorieën van percelen. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

HOOFDSTUK 3. BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 11. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst

Het college kan bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst die is aangewezen op grond van artikel 3, in gevallen waarin de voor de inzameling krachtens de vigerende verordening inzake reinigingsrechten als bedoeld in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet verschuldigde heffing is voldaan.

Artikel 12. Aanbieding ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Het is verboden anders dan in overeenstemming met artikel 11 bedrijfsafvalstoffen ter inzameling door de inzameldienst aan te bieden, over te dragen of bij een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5, achter te laten.

Artikel 13. Regeling van inzameling van bedrijfsafvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door het college te stellen regels over de dagen, tijden, wijzen en plaatsen van inzameling van de krachtens artikel 11 aangewezen bedrijfsafvalstoffen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen voor het aanbieden, overdragen of achterlaten van bedrijfsafvalstoffen. Deze regels kunnen mede worden vastgesteld voor anderen dan de inzameldienst. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod, bedoeld in Artikel 12 inhouden.

  • 3.

    Scholen en maatschappelijke organisaties kunnen worden vrijgesteld van het verbod om bepaalde bedrijfsafvalstoffen, in aard, omvang en samenstelling gelijkwaardig aan huishoudelijke grondstoffen, aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 4.

    Het college wijst scholen en maatschappelijke organisaties aan die conform lid 3 in aanmerking komen voor vrijstelling van het verbod om afvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

HOOFDSTUK 4. ZWERFAFVAL EN OVERIGE

Artikel 14. Dumpingsverbod

  • 1.

    Het is verboden zonder ontheffing van het college, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;

    • b.

      het composteren van huishoudelijk groente-, fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan;

    • c.

      het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;

    • d.

      handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Waterwet of het Besluit bodemkwaliteit.

  • 3.

    Indien de overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.

Artikel 15. Zwerfafval in de openbare ruimte

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen van beperkte omvang en gewicht die zijn ontstaan buiten een perceel, achter te laten in de openbare ruimte, anders dan in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen.

  • 2.

    Reclamedrukwerk, ander promotiemateriaal en de verpakking daarvan, die in weerwil van het eerste lid in de openbare ruimte wordt weggeworpen of achtergelaten, wordt terstond opgeruimd door degene die het in de betreffende omgeving onder het publiek verspreidde.

  • 3.

    Het is verboden zwerfafval te veroorzaken door ter inzameling gereedstaande afvalstoffen of inzamelmiddelen te doorzoeken of te verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of door deze anderszins te behandelen.

Artikel 16. Zwerfafval rondom inrichtingen

  • 1.

    Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.

  • 2.

    Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen, die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd, binnen een straal van ten minste 25 meter van de inrichting.

  • 3.

    De vorige leden gelden niet voor situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Artikel 17. Afval en verontreiniging op de weg

  • 1.

    Het is verboden een weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994, te verontreinigen of het milieu nadelig te beïnvloeden door afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten.

  • 2.

    Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt, of diens opdrachtgever, zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.

Artikel 18. Geen opslag van afval in de open lucht

Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden, achterlaten of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 19. Ontdoen van autowrakken

Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

Artikel 20. Ongeadresseerd drukwerk (dit artikel treedt in werking 1 juli 2023)

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder:

  • huis-aan-huisblad: ongeadresseerd blad dat met een vaste frequentie gratis huis aan huis wordt verspreid in een geografisch beperkt gebied waarvan tenminste 30% van de inhoud bestaat uit informatie over en nieuws uit het eigen verspreidingsgebied, niet zijnde reclame;

  • ongeadresseerd reclamedrukwerk: reclamedrukwerk of proefmonsters van producten die gratis huis aan huis worden verspreid zonder vermelding van naam, adres of postbus en woonplaats van de ontvanger, niet zijnde:

    • a.

      een huis-aan-huisblad of andere informatie over werkzaamheden of activiteiten in de buurt die voor de bewoners of gebruikers van een woning, bedrijf of woonschip in die buurt van belang zijn om te weten;

    • b.

      drukwerk van vrijwilligers of niet commerciële organisaties

  • 2.

    Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen bij een perceel, tenzij de bewoner kenbaar heeft gemaakt prijs te stellen op het ontvangen ervan.

Artikel 21. Verbod voor niet-inwoners om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden

Het is aan personen, die geen woon- of verblijfplaats in de gemeente Renkum hebben, verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden of achter te laten in de gemeente Renkum.

HOOFDSTUK 5. KADAVERS EN GEZELSCHAPSDIEREN

Artikel 22. Kadavers van gezelschapsdieren

  • 1.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder gezelschapsdier verstaan: een dier dat de mens in of rond het huis houdt en verzorgt, niet zijnde een hobby- of landbouwhuisdier.

  • 2.

    Het college wijst een of meer verzamelplaatsen aan waar kadavers van gezelschapsdieren worden ingezameld.

HOOFDSTUK 6. HANDHAVING EN TOEZICHT

Artikel 23. Strafbare feiten

Overtreding van het bij of krachtens de artikelen 4, 6, 8 tot en met 10 en 12 tot en met 21 bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

Artikel 24. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door het college aangewezen ambtenaren.

HOOFDSTUK 7. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 25. Wijzigingen als gevolg van de Omgevingswet en overgangsrecht

Op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt, wordt deze verordening als volgt gewijzigd:

  • a.

    in artikel 14, tweede lid, onder d, wordt “Waterwet” vervangen door “Omgevingswet”;

  • b.

    in artikel 16 vervallen de aanduiding “1.” voor het eerste lid, en het tweede en derde lid;

  • c.

    in artikel 18 vervalt de tekst “en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer” en wordt na het slot van het artikel toegevoegd “Het verbod geldt niet als voor de opslag van afvalstoffen een omgevingsvergunning is afgegeven.”;

  • d.

    in artikel 19 wordt de tekst “anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken” vervangen door de tekst “anders dan door afgifte aan de houder van een omgevingsvergunning voor het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen”;

  • e.

    in artikel 24 wordt de tekst “artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht” vervangen door de tekst “artikel 18.6 van de Omgevingswet”.

Artikel 26. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt, met uitzondering van artikel 20, in werking met ingang van 1 april 2023, onder gelijktijdige intrekking van De Afvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016 en de Destructieverordening gemeente Renkum.

  • 2.

    Artikel 20 treedt in werking met ingang van 1 juli 2023.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening gemeente Renkum 2023.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van d.d. 30 maart 2023.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE RENKUM

de griffier,

dr. J. (Juul) Cornips

de voorzitter,

A.M.J. (Agnes) Schaap