Beleidsregels studietoeslag gemeente Vlissingen 2022

Geldend van 19-03-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2022

Intitulé

Beleidsregels studietoeslag gemeente Vlissingen 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen;

gelet op:

• titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

• artikel 36b Participatiewet;

• de overgedragen bevoegdheden aan Orionis Walcheren;

• gelezen het advies van de Sociale Cliëntenraad Walcheren;

overwegende dat het college het nodig vindt kaders te maken voor de studietoeslag;

besluit:

vast te stellen de Beleidsregels studietoeslag gemeente Vlissingen 2022.

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvraag: een verzoek om studietoeslag als bedoeld in artikel 36b lid 1 Pw

    • b.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht

    • c.

      Pw: Participatiewet

    • d.

      Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

    • e.

      WSF: Wet studiefinanciering 2000

    • f.

      WTOS: Hoofdstuk 4 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

    • g.

      Dagelijks bestuur: Het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Orionis Walcheren

    • h.

      De AMvB : Besluit van 23 maart 2022 tot wijziging van het Besluit loonkostensubsidie Participatiewet 2021 in verband met het opnemen van bedragen voor de studietoeslag Participatiewet

    • i.

      Individuele studietoeslag: de individuele studietoeslag op grond van artikel 36b van de Participatiewet zoals deze gold tot 1 april 2022 en de Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Vlissingen 2015

Artikel 2. Structurele medische beperking

  • 1.

    Structurele medische beperking: een fysieke en/of psychische beperking die voortkomt uit een in de persoon gelegen ziekte of medisch gebrek die voldoende ernstig is dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het gebrek en het structureel niet in staat zijn van het verdienen van inkomsten door belanghebbende naast de studie.

  • 2.

    Structureel: als er binnen een periode van zes maanden na de aanvraag geen herstel of verbetering is te verwachten in de medische beperking, zodanig dat belanghebbende wel in staat is om naast de studie te werken en daar inkomen mee te verdienen.

  • 3.

    Er is in ieder geval geen sprake van een structurele medische beperking bij:

    • a.

      kortdurende beperkingen.

    • b.

      beperkingen die niet dusdanig ernstig zijn dat iemand naast de studie niet meer kan werken.

Artikel 3. Voorwaarden

Er bestaat recht op studietoeslag als belanghebbende:

  • a.

    als rechtstreeks gevolg van een ziekte of gebrek structureel niet in staat is naast de studie

  • inkomsten te verwerven, zoals bedoeld in artikel 2 van dit beleid, en;

  • b.

    studiefinanciering ontvangt op grond van de WSF of een tegemoetkoming krijgt op grond

  • van de WTOS. Het levenlanglerenkrediet van de WSF valt niet hieronder, en;

  • c.

    geen recht heeft op een uitkering op grond van de Wajong.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor studietoeslag wordt bij voorkeur digitaal ingediend via het daarvoor bestemd formulier via www.orioniswalcheren.nl.

  • 2.

    Belanghebbende verstrekt bij de aanvraag de volgende stukken:

    • a.

      een bewijs van het ontvangen van studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS en;

    • b.

      een deskundigenverklaring waarin staat waarom belanghebbende niet kan werken naast de studie;

    • c.

      ingeval van stage ook een kopie van de stageovereenkomst waaruit de hoogte van de stagevergoeding blijkt.

  • 3.

    Er hoeft geen nieuwe aanvraag ingediend te worden na een tijdelijke (vakantie)baan die is aangegaan voor een aansluitende periode van maximaal 90 dagen. Het gaat daarbij om een baan in de periode dat belanghebbende tijdelijk, bijvoorbeeld vanwege vakantie, niet naar school gaat of studeert. In deze periode heeft belanghebbende geen recht op studietoeslag zoals bedoeld in deze beleidsregels. Belanghebbende kan dan gebruikmaken van de zogenaamde ‘pauzeknop’. Belanghebbende geeft daarbij aan vanaf welke datum met de baan wordt gestart en wanneer de baan stopt. De studietoeslag wordt voor deze periode tijdelijk gestopt. Deze ‘pauzeknop’ kan één keer per studiejaar worden ingezet.

Artikel 5. Toekennen en uitbetalen

  • 1.

    Als door het dagelijks bestuur is vastgesteld dat recht op studietoeslag bestaat, gaat de studietoeslag in vanaf de dag waarop dit recht is ontstaan. Dit voor zover deze dag niet ligt voor de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 wordt studietoeslag met terugwerkende kracht ook toegekend over een periode die is gelegen voor de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend als:

    • a.

      belanghebbende daarom verzoekt; en

    • b.

      belanghebbende over deze periode voldoet aan de voorwaarden voor het recht op studietoeslag.

  • 3.

    In afwijking van lid 2 wordt studietoeslag niet met terugwerkende kracht toegekend over een

  • periode die is gelegen:

    • a.

      voor 1 april 2022;

    • b.

      5 jaar voorafgaand aan de dag waarop de belanghebbende de aanvraag om studietoeslag heeft ingediend.

  • 4.

    De studietoeslag wordt maandelijks uitbetaald.

  • 5.

    De studietoeslag die met terugwerkende kracht wordt toegekend, wordt na toekenning als een bedrag ineens uitbetaald.

Artikel 6. Hoogte studietoeslag

De hoogte van de studietoeslag is gelijk aan de bedragen genoemd in artikel 7a sub a van de AMvB.

Artikel 7. Medisch advies

  • 1.

    Het dagelijks bestuur vraagt een medisch advies aan een onafhankelijke deskundige voor de beoordeling of er sprake is van een structurele medische beperking.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur vraagt het medisch advies aan bij aan te wijzen bevoegde deskundige.

  • 3.

    In afwijking van lid 1 kan het dagelijks bestuur alleen in deze situaties een medisch advies achterwege laten als:

    • a.

      direct duidelijk is dat er recht bestaat op studietoeslag gelet op de ernst/aard van de structurele medische beperking;

    • b.

      vaststaat dat de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 36b lid 3 aanhef en onder a en b van de Participatiewet.

    • c.

      belanghebbende werkt naast de studie, niet zijnde een stage.

Artikel 8. Nieuw medisch advies bij zicht op verbetering

Wanneer het eerste medisch advies daartoe aanleiding geeft, bepaalt het dagelijks bestuur dat binnen een bepaalde periode een nieuw medisch advies zal worden gevraagd om te beoordelen of belanghebbende nog steeds niet in staat is om naast de studie te werken.

Artikel 9 inlichtingenplicht en terugvordering

  • 1.

    Volledigheidshalve wordt hier vermeld dat de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 36b lid 4 van de Participatiewet altijd van toepassing is. De belanghebbende doet aan het dagelijks bestuur op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op de studietoeslag. Dit betekent in ieder geval dat belanghebbende vanaf het moment van aanvraag verplicht is om inkomsten uit arbeid direct door te geven aan het dagelijks bestuur. Deze verplichting geldt niet als die feiten en omstandigheden door het dagelijks bestuur kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.

  • 2.

    Als de studietoeslag ten onrechte is verstrekt omdat er sprake is van een situatie zoals bedoeld in: artikel 36b lid 4 van de Participatiewet, artikel 9 lid 1 van dit beleid, artikel 36b lid 6 van de Participatiewet, artikel 40 lid van de Participatiewet, maakt het dagelijks bestuur gebruik van de bevoegdheid tot terugvordering op grond van artikel 36b lid 6 en paragraaf 6.4 van de Participatiewet. Hierbij sluiten we aan bij de beleidsregels terug- en invordering Orionis Walcheren.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen in het voordeel van belanghebbende afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels.

Artikel 11. Inwerkingtreding en toepassingsbereik

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 april 2022.

Artikel 12. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels studietoeslag gemeente Vlissingen 2022.

Ondertekening

Vlissingen, 14 februari 2023,

Burgemeester en wethouders van Vlissingen,

de secretaris

drs. R.D.A. Wiskerke

de burgemeester,

drs. A.R.B. van den Tillaar