Subsidieregeling Basisvaardigheden Rotterdam 2023-2026

Ondertekening

Toelichting op de Subsidieregeling Basisvaardigheden Rotterdam 2023-2026.

Deze regeling heeft tot doel rechtspersonen te subsidiëren die Rotterdammers die moeite hebben met taal, rekenen en digitale vaardigheden op een laagdrempelige wijze en in de buurt ondersteunen en activeren. De subsidieregeling loopt van 2023 tot en met 31 december 2026.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De begrippen die zijn gedefinieerd in de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en deze begrippen gelden ook voor deze subsidieregeling. De definities in dit artikel sluiten aan bij begrippen en definities uit de WEB en het beleidskader Basisvaardigheden in Rotterdam 2023-2026 ‘Rotterdam vaardig verder’.

De deelaspecten van de eindtermen van de WEB op het gebied van taal, rekenen en digitale vaardigheden in het Nederlands kunnen worden ingezien bij de Regeling eindtermen educatie 2013. Op het gebied van taal bevatten de eindtermen per niveau vaardigheden zoals lezen, schrijven, spreken, luisteren. Per vaardigheid wordt beschreven wat de cursist moet beheersen. Bijvoorbeeld op het gebied van spreken: “De deelnemer kan in korte zinnen verslag uitbrengen en een verhaal houden over concrete onderwerpen binnen de alledaagse leef-, werk- en leeromgeving. De deelnemer kan een monoloog houden, beschrijft mensen, plaatsen en zaken en kan over gebeurtenissen, activiteiten en persoonlijke ervaringen vertellen.” Per niveau en vaardigheid heeft de regeling andere eisen.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

In dit artikel worden de soorten activiteiten met bijbehorende doelstellingen genoemd die voor subsidie in aanmerking komen. Hieronder volgt een verdere toelichting op deze activiteiten.

Activiteiten onder Artikel 3, lid 1, onderdeel a:

De cursussen bedoeld in artikel 3, lid 1, onderdeel a, richten zich op de basisvaardigheden taal, rekenen en/of digitale vaardigheden. Of een combinatie hiervan. De cursussen bevatten een oriëntatie gericht op de thema’s ontwikkeling, gezondheid, werk en geld. Het doel hiervan is cursisten inzicht te geven hoe het vergroten van basisvaardigheden kan leiden tot verbetering van hun dagelijks leven. Door het verbeteren van de kennis en vaardigheden van de cursist, krijgen zij inzicht in de thema’s en kunnen zij doorstromen naar een cursus die past bij hun persoonlijke behoefte.

Met deze cursussen wordt een doorlopende leerlijn bevorderd vanuit het informele aanbod in de stad naar het non-formele en formele aanbod van de gemeente. Met de doorlopende leerlijn wordt een vervolgactiviteit gericht op taal, rekenen of digitale vaardigheden gestimuleerd. Bijvoorbeeld via doorstroom naar informele taalactiviteiten, non-formele en/of formele educatie of via andere activiteiten waarbij centraal staat dat cursisten blijven oefenen met taal, rekenen of digitale vaardigheden.

Activiteiten onder Artikel 3, lid 1, onderdeel c:

Rotterdam staat bekend om haar vernieuwende aanpak gericht op basisvaardigheden. De stad is constant in beweging en er verandert veel. Het is belangrijk om alert te blijven op nieuwe ontwikkelingen en inzichten. Daarom worden innovatieve, vernieuwende projecten gericht op basisvaardigheden taal, rekenen en digitale vaardigheden gestimuleerd. Deze activiteiten zijn samenwerkingsprojecten gericht op basisvaardigheden in wijken en gebieden. Elke activiteit is een samenwerkingsverband van de aanvrager met minimaal één andere organisatie.

De activiteit heeft tot doel de netwerken en partnerschappen in een wijk of gebied te versterken. Hiermee wordt de doorstroming of het bereik van Rotterdammers op het gebied van basisvaardigheden verbeterd. Ook kan dit een bijzondere aanpak zijn voor de verbetering van basisvaardigheden of een aanvraag voor activiteiten/projecten die aansluiten op actuele ontwikkelingen in de wijken en gebieden.

Artikel 4 Doelgroep

Bij activiteiten onder Artikel 3, lid 1, onderdeel c geldt dat de aanvrager verantwoordelijk is voor de uitvoering en vaststelling van de subsidie en niet de samenwerkingspartner(s).

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De aanvrager is zelf verantwoordelijk om te onderzoeken of de activiteiten omzetbelastingplichtig zijn. Structurele kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen zijn algemene exploitatiekosten zoals huur en kosten die voorafgaand aan de subsidieaanvraag zijn gemaakt.

Artikel 9 Aanvraag

Voorbeelden van rechtspersonen die een subsidieaanvraag kunnen indienen zijn aanbieders basisvaardigheden, vrijwilligersorganisaties, wijkgerichte bewoners- of belangenorganisaties, sociaal ondernemers, maatschappelijke organisaties en professionele organisaties, waaronder bedrijven en instellingen.

Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend via www.rotterdam.nl/subsidie-taal-voor-volwassenen-aanvragen. Voor een subsidieaanvraag is gebruik van het format voor de aanvraag van het project en het format voor de begroting verplicht. Deze formats zijn een hulpmiddel om makkelijk een complete aanvraag in te kunnen dienen.

Ook kan gebruik worden gemaakt van de voorbeeldmeting om de kennis en vaardigheden van de cursisten te meten. Deze meting is bedoeld ter inspiratie en kan naar de inhoud van de cursus worden aangepast. Alle formats en documenten voor de aanvraag zijn te verkrijgen door te klikken op de email-link op de subsidiepagina. Per mail worden alle relevante documenten toegestuurd.

Artikel 11 Weigeringsgronden

De subsidie wordt niet verleend voor formele en informele educatie. Formele educatie is educatie gericht op de in de WEB opgenomen eindtermen en die opleidt tot een diploma. Informele taalactiviteiten zijn zeer laagdrempelige activiteiten gericht op taal die niet leiden tot een diploma en geen relatie hebben met de WEB.

Als vergelijkbare activiteiten al afdoende zijn ingekocht of gesubsidieerd door de gemeente, kunnen subsidieaanvragen niet worden gehonoreerd.

Artikel 12 Subsidieverplichtingen

In dit artikel wordt benoemd waar alle activiteiten aan moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking komen. Hieronder volgt een verdere toelichting op deze activiteiten.

Verplichtingen onder Artikel 12, lid 1:

De activiteiten dienen te beginnen en eindigen in het kalenderjaar waarvoor de aanvraag is gedaan. Bij een aanvraag voor 2023 moeten de activiteiten ook in 2023 afgerond zijn. Overloop van activiteiten naar 2024 is niet mogelijk. Wel kan vanaf 1 oktober subsidie aangevraagd worden voor het daaropvolgende jaar. Verlening gebeurt onder begrotingsvoorbehoud.

Verplichtingen onder Artikel 12, lid 2:

Rotterdammers hoeven niet te betalen om deel te nemen aan de activiteiten. Om de activiteiten zo toegankelijk mogelijk te houden, worden ze dicht bij hen in de wijken georganiseerd.

Verplichtingen onder Artikel 12, lid 3:

Vanuit de gemeente lopen enkele onderzoeken naar de effecten van de activiteiten op het gebied van basisvaardigheden. Als de subsidieaanvrager hierom wordt verzocht, dan bent u verplicht om kosteloos mee te werken hieraan.

Verplichtingen onder Artikel 12, lid 4:

De subsidieaanvrager neemt gedurende de looptijd van de subsidie deel aan de taalnetwerkbijeenkomsten die in het eigen gebied of stedelijk worden georganiseerd. Deze bijeenkomsten worden georganiseerd door de welzijnsinstellingen en zijn bedoeld om kennis te delen en de doorlopende leerlijn te stimuleren.

Verplichtingen onder Artikel 12, lid 5:

Voor een volledig overzicht van alle activiteiten in de stad, zorgt de subsidieaanvrager ervoor dat de activiteit zichtbaar is op de website www.beterintaal.nu. U kunt hiervoor een e-mail sturen naar taal@rotterdam.nl.

Verplichtingen onder Artikel 12, lid 6:

Vanuit de wet mogen inburgeringsplichtigen niet deelnemen aan activiteiten die worden betaald uit de Wet educatie beroepsonderwijs.

Verplichtingen onder Artikel 12, lid 7:

Onderdeel a en b: U voert twee verschillende metingen uit aan het begin en aan het einde van de cursus. Een meting gericht op de kennis en vaardigheden en een meting op het niveau van de basisvaardigheden. De toetsing en afrekening van de subsidie op basis van de metingen is als volgt:

• 1.

  Begin- en eindmeting van de kennis en vaardigheden van de cursisten gericht op de thema’s en de deelaspecten van de Eindtermen WEB. Bijvoorbeeld door het meten van de kennis en vaardigheden via een vragenlijst. Bij de eindmeting hebben de cursisten op meer dan de helft van de vragen een vordering gemaakt (zie voor inspiratie het bestand in bijlage 3 ‘Voorbeeldmeting’). Op dit onderdeel wordt de subsidie afgerekend. De aanvrager ontvangt 50% van de cursusprijs per cursist bij de start en resterende 50% van de cursusprijs bij behaald resultaat per cursist.

• 2.

  Begin- en eindmeting van het basisvaardighedenniveau van de cursisten op taal, rekenen en/of digitale vaardigheden. Op dit onderdeel wordt de subsidie niet afgerekend. Dit is nodig om inzicht te krijgen in het effect van de cursus op het basisvaardigheden-niveau van de cursist. Het streven is dat het niveau van de cursist op de getrainde basisvaardigheden verbetert.

Onderdeel c: In de cursus moet een professionele docent in combinatie met een (taal)vrijwilliger worden ingezet ter ondersteuning van de docent. Deze docent beschikt over:

• –

  een pedagogisch-didactische aantekening en een uitstekende beheersing van de Nederlandse taal, of;

• –

  een hoger onderwijsgetuigschrift/-diploma Nederlands op minimaal tweedegraadsniveau én aantoonbare affiniteit met het geven van les aan volwassenen, of;

• –

  een pabo-opleiding aangevuld met een post-hbo opleiding gericht op het geven van onderwijs aan volwassenen.

Onderdeel d: Om de doorgaande leerlijn te stimuleren en een oriëntatie op de thema’s te bieden, is een voorlichting van de aanbieders van ‘De beste trajecten basisvaardigheden ontwikkeling, gezondheid, geld en werk’ verplicht. Dit zijn Alsare voor de Noordoever en NLtraining voor de Zuidoever.

Verplichtingen onder Artikel 12, lid 8:

Onderdeel a en b: Bij de werving en training van vrijwilligers wordt het behaalde resultaat na afloop van de training aangetoond met een ondertekende vrijwilligersovereenkomst.

De getrainde vrijwilligers gaan vervolgens actief aan de slag bij activiteiten of cursussen gericht op het verbeteren van basisvaardigheden taal, rekenen of digitale vaardigheden.

De toetsing en afrekening van de subsidie op basis van de metingen is als volgt:

De subsidie wordt per vrijwilliger op basis van de trainingsprijs afgerekend. De trainingsprijs is het totaalbedrag van de subsidie gedeeld door het aantal vrijwilligers. Voor elke vrijwilliger die start met de training ontvangt de aanvrager 50% van de trainingsprijs. Als de vrijwilliger de training afrondt en een vrijwilligersovereenkomst tekent, ontvangt de aanvrager de resterende 50% van de trainingsprijs.

Verplichtingen onder Artikel 12, lid 9:

U dient uw aanvraag in te dienen samen met tenminste één andere organisatie. De inhoud van uw aanvraag mag niet overlappen met het bestaande (taal)aanbod van de gemeente Rotterdam. Aanvragen voor informele taalactiviteiten vallen niet onder deze subsidiemogelijkheid. U kunt een aanvraag indienen tot maximaal € 5.000,-. Subsidies op dit onderdeel worden bij verlening direct vastgesteld.

Artikel 13 Subsidievaststelling

Voor de activiteiten genoemd onder artikel 3 wordt de volgende afrekeningssystematiek toegepast.

Bij artikel 3, lid 1, onderdeel a, het beoogde resultaat:

Cursisten zijn zich meer bewust welk effect het verbeteren van basisvaardigheden heeft op hun dagelijks leven. Het vergroten van deze basisvaardigheden kan hen verder helpen op het gebied van ontwikkeling, gezondheid, werk en geld. Zij weten waar zij hun vaardigheden gericht op deze thema’s kunnen verbeteren na afloop van de cursus. Dit wordt inzichtelijk gemaakt door middel van een begin- en eindmeting gericht op hun kennis en vaardigheden (zie de voorbeeldmeting in bijlage 3). Het beoogde resultaat is dat cursisten op minimaal de helft van de vragen hoger scoort bij de eindmeting.

Op basis van deze rekenmethodiek vindt de afrekening na vaststelling plaats. Als de resultaten niet worden behaald (minder cursisten gestart en/of minder cursisten die voldoende resultaat hebben behaald), wordt naar rato afgerekend. Bij een eventuele overbesteding wordt het toegekende bedrag niet verhoogd.

Betalingssystematiek:

Voor alle activiteiten genoemd onder Artikel 3, lid 1, onderdeel a en b, geldt de volgende betalingssytematiek: Bij verlening van de subsidie ontvangt de aanvrager 80% van het verleende subsidiebedrag en de resterende 20% na vaststelling van de subsidie.

Voor alle activiteiten genoemd onder Artikel 3, lid 1, onderdeel c, geldt dat het volledige subsidiebedrag direct bij verlening wordt overgemaakt.