Plan Stedelijk Water 2023-2027

Geldend van 15-03-2023 t/m heden

Intitulé

Plan Stedelijk Water 2023-2027

De raad van de gemeente Heeze-Leende;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 december 2022 nr.2022-309923;

gehoord het besprokene in het Rondetafelgesprek d.d. 23 januari 2023

b e s l u i t :

  • 1.

    Het Plan Stedelijk Water 2023-2027 met voorkeurscenario “klimaatadaptief en robuust” en bijbehorend investeringsprogramma vast te stellen;

  • 2.

    Het Plan Stedelijk Water 2023-2027 zonder nieuwe kapitaallasten te financieren;

  • 3.

    Het tarief van rioolheffing wordt vastgesteld bij behandeling van de begroting 2024-2027;

  • 4.

    Bij behandeling van de kadernota wordt een alternatieve aanpak besproken voor bepaling van de Rioolheffing.

1 Inleiding

1.1 Wat is een PSW en wat regelt het?

Het Plan Stedelijk Water (PSW) is een beleidsplan/uitvoeringsplan dat op hoofdlijnen de invulling van de gemeentelijke watertaken/zorgplichten weergeeft (zie onderstaand kader). In dit plan laten we zien wat we willen bereiken, hoe we daar beleidsmatig uitwerking aan geven en wat we gaan doen. Door middel van het PSW leggen we vast wat we willen bereiken en wat de rolverdeling is tussen overheid en bewoners/ondernemers ten aanzien van afval-, hemel-, en grondwater. De wettelijke en beleidskaders die ten grondslag liggen aan dit PSW zijn beschreven in hoofdstuk 2. Het PSW vervult vier hoofdfuncties:

  • 1.

    Context gemeentelijke zorgplichten

    overzicht beleidskeuzes en ambities ten aanzien van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater en bijdragen aan de zorgplichten oppervlaktewater en drinkwater. Zie onderstaand kader.

  • 2.

    Interne afstemming

    met andere vakdisciplines binnen de gemeentelijke organisatie en met onze waterpartners.

  • 3.

    Externe afstemming

    met bewoners en ondernemers.

  • 4.

    Continuïteit en voortgangsbewaking

    vanwege de relatief lange levensduur van stedelijke watervoorzieningen en kapitaalintensieve investeringen is een lange termijn aanpak essentieel (begroting, investeringen en evaluatie).

De Wet milieubeheer schrijft voor een PSW geen geldigheidsduur voor, hierin wordt de gemeente vrijgelaten. Het PSW is 5 jaar geldig (2023-2027). Het plan wordt eventueel tussentijds gewijzigd als er grote veranderingen plaatsvinden die invloed hebben op het beleid en de bijbehorende uitvoering. De riolering ligt echter veel langer dan deze planperiode onder de grond. Om deze reden is dit PSW opgesteld met een doorkijk over de gehele gebruiksduur van de riolering. De rioolheffing en de lange termijn doelstellingen zijn (mede) gebaseerd op deze doorkijk, om zo te komen tot een doelmatige invulling van de gemeentelijke zorgplichten, tegen zo laag mogelijke lasten.

GEMEENTELIJKE ZORGPLICHTEN

ZORGPLICHT AFVALWATER (Wet milieubeheer artikel 10.33)

Als gemeente hebben we de zorgplicht voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater naar de zuivering van het waterschap. In gebieden waar we als gemeente inzameling en transport van stedelijk afvalwater niet doelmatig vinden en de provincie ontheffing van de zorgplicht heeft verleend moet de houder van het afvalwater zelf zorgen voor de verwerking van het afvalwater. Met het in werking treden van de Omgevingswet vervalt de provinciale ontheffingsbevoegdheid en mogen we als gemeente samen met het waterschap zelf bepalen wat in het buitengebied doelmatig is. Bedrijfsafvalwater, dat niet op dezelfde manier kan worden behandeld als huishoudelijk afvalwater is geen stedelijk afvalwater. Omdat we hier als gemeente geen zorgplicht voor hebben kunnen we desgewenst bestaande of nieuwe aansluitingen van bedrijven weigeren als dit ten goede komt van de zuivering.

ZORGPLICHT HEMELWATER (Waterwet artikel 3.5)

De gemeentelijke zorg voor het beheer van afvloeiend hemelwater heeft betrekking op het afvloeiend hemelwater van openbaar terrein en afvloeiend hemelwater dat niet op particulier terrein kan worden verwerkt. De eigenaar van het terrein waarop het hemelwater valt is primair verantwoordelijk voor de verwerking van het hemelwater. De gemeente hoeft het hemelwater afkomstig van particulier terrein niet te ontvangen. Alleen als de houder van het verzamelde hemelwater dit redelijkerwijs niet kan afvoeren b.v. omdat infiltratie niet mogelijk is en er geen oppervlaktewater in de buurt aanwezig is.

ZORGPLICHT GRONDWATER (Waterwet artikel 3.6)

Als gemeente dragen we zorg voor het in openbaar gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken mits dit doelmatig is en voor zover er geen verantwoordelijkheid bestaat voor de waterbeheerder of de provincie. De perceeleigenaar is wettelijk gezien primair zelf verantwoordelijk voor het oplossen van zijn eigen grondwaterprobleem.

1.2 Raakvlakken

Dit PSW heeft een aantal raakvlakken met ontwikkelingen die er aan komen en met beleid uit andere vakgebieden binnen de gemeente. De belangrijkste benoemen we hier: de inwerkingtreding van de Omgevingswet, de Omgevingsvisie Heeze-Leende 2040 en het Groenstructuurplan Heeze-Leende.

Omgevingswet

Een belangrijke ontwikkeling binnen de planperiode van dit PSW is de komst van de Omgevingswet. Deze treedt naar verwachting op 1 juli 2023 of 1 januari 2024 in werking. De Omgevingswet stelt, veel meer dan de traditionele ruimtelijke ordening, een balans tussen beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving centraal. Leefbaarheid en gezondheid spelen hiermee een meer nadrukkelijke rol in de belangenafweging tussen mobiliteit, water, groen, bebouwing etc. Met het in werking treden van de Omgevingswet komt de verplichting tot het opstellen van een planinstrumenten te vervallen. Naar verwachting zal dit PSW de komende jaren geleidelijk overgaan in de kerninstrumenten van de Omgevingswet.

Er zijn straks minder regels die meer overzichtelijk zijn en er is meer ruimte voor initiatieven en lokaal maatwerk. Integrale afweging van initiatieven en het geven van vertrouwen zijn sleutelbegrippen. De meerwaarde van een ontwikkeling moet centraal staan in plaats van de vraag: ‘mag het wel?’ Het gaat dan om meerwaarde voor de duurzame kwaliteit van een gebied en de meerwaarde voor de gezondheid en het welbevinden van de inwoners. Dit vraagt om een andere werk- en denkwijze van onze gemeente, maar ook van andere overheden, burgers en bedrijven.

In dit PSW hebben we geanticipeerd op de komst van de Omgevingswet door aan te sluiten bij wat in de ontwerp Omgevingsvisie opgenomen is over waterzaken. Daarnaast is de opbouw van de PSW zodanig dat hij straks als input gebruikt kan worden voor het Omgevingsplan.

Omgevingsvisie Heeze-Leende 2040

In de ontwerp Omgevingsvisie van Heeze-Leende worden de volgende waterzaken benoemd:

  • Gescheiden riolering: ondergronds zet de gemeente in op een gescheiden systeem van regenwater en afvalwater. Bovengrondse berging en afvoering van regenwater (door middel van het afkoppelen van de regenpijp) heeft de voorkeur. Er wordt wijkgericht ruimte gecreëerd voor waterberging zoals wadi’s en poelen.

  • Sponswerking van de bodem benutten: we willen de bodem- en waterkwaliteit verbeteren door zorg te dragen voor een gezonde bodem die water vasthoudt. Daarom ondernemen we de volgende acties:

    • We reduceren het gebruik van bestrijdingsmiddelen;

    • We maken gebruik van natuurlijke hoogteverschillen om water vast te houden;

    • We realiseren waterbergingsgebieden die verbonden zijn met de beken;

    • We laten het oppervlaktewater zo veel mogelijk infiltreren en bufferen in sloten, bufferende akkers en natuurlijke vennen.

Gemeenteraad Heeze-Leende

Raadsprogramma Heeze-Leende

In het raadsprogramma van Heeze-Leende wordt benoemd dat de risicoplekken wateroverlast moeten worden aangepakt, en dat in samenwerking met het waterschap waterberging gerealiseerd moet worden.

Betrokkenheid gemeenteraad

Bij dit traject is de gemeenteraad geconsulteerd en zijn ambities en financiële kaders opgehaald.

Groenstructuurplan Heeze-Leende

Ook in het Groenstructuurplan komt water ter sprake:

  • De gemeente zet het groen op verschillende manieren in om de gevolgen van extreem weer te verminderen. Overtollig regenwater wordt waar mogelijk afgekoppeld en opgevangen in het groen. Zo worden er op specifieke locaties groenvakken ingericht om overtollig water (tijdelijk) op te vangen.

  • Op plekken waar de kans op wateroverlast hoog is en voldoende ruimte in het groen aanwezig is worden waterbergende maatregelen aangebracht, zoals wadi’s.

  • De gemeente stimuleert waterbergende maatregelen bij particulieren.

In dit PSW zetten we in lijn door met het groenstructuurplan, waarbij waar nodig en mogelijk een dubbelfunctie van groen en waterberging wordt toegepast.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1: Dubbelfunctie wadi en speeltoestellen Bulders Schaverspad

Duurzaamheidsbeleid Heeze-Leende

Het duurzaamheidsheidbeleid van de gemeente Heeze-Leende is kapstop voor de thema’s energietransitie, materiaaltransitie, mobiliteit, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Om tot concrete acties te komen is gezamelijk met inwoners, ondernemers, natuurorganisaties, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden een aanpak Energietransitie en een uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie en Biodiversiteit gemaakt.

De uitvoeringsagenda is een combinatie van een gedetailleerde planning en de begeleidende inhoudelijke toelichting, gegeven in dit document. De uitvoeringsmaatregelen zijn ingedeeld in zes thema’s (bewustwording & gedragsverandering, gezonde leefomgeving, zo doen we openbaar groen, zo doen we particulier groen, elke druppel telt en inbedding gemeentelijke kaders).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2: Routekaart duurzaamheid

Voor iedere maatregel worden de volgende componenten beschreven:

  • Inhoud

  • Koppelkansen

  • Relatie tot klimaatrisico’s

  • Planning

  • Actoren

  • Kosten

In de uitvoeringsagenda wordt onder ‘natuur in de wijk’ benoemd dat bij wijkgerichte aanpak ook kan worden ingezet op afkoppelen van regenwater en het vergroenen van balkons en tuinen. Er wordt verwezen een nieuwe groenbeleidsplan met aandacht voor waterberging in plaats van verharding. Maatregelenprojecten die worden benoemd zijn schoolpleinen waar water infiltreert, groene daken om water beter vast te houden, water vasthouden in (of begeleiden naar) het buitengebied en natuurgebieden, het stimuleren van het afkoppelen van regenwater door particulieren, betere handhaving op nieuwbouwverplichting om hemelwater op te vangen, en het ontwikkelen van een protocol voor wateroverlast, ook voor evenementen.

Communicatieplan 2022 – Heeze-Leende duurzaam vooruit!

“In dit plan wordt beschreven hoe communicatie kan bijdragen aan het behalen van de ambities van de gemeente Heeze-Leende op het gebied van duurzaamheid. De gemeente is in volle waart op weg naar Parijs en zet in op verschillende sporen om de klimaatdoelen te behalen, zoals grootschalige opwekking, biodiversiteitsbevordering, de transitie van het landelijk gebied, klimaatadaptatie en energiebesparing.” (bron: communicatieplan)

1.3 Leeswijzer

  • Hoofdstuk 2 beschrijft de kaders en samenwerkingen die relevant zijn voor dit PSW.

  • Hoofdstuk 3 bevat een beeld van de toestand van het stedelijk watersysteem en de mate waarin wordt voldaan aan de korte- en lange termijn doelen. Dit beeld brengt de aandachtspunten in beeld voor de komende planperiode en vormt het vertrekpunt voor het bepalen van de ambitie en de koers.

  • In hoofdstuk 4 geven we op strategisch niveau invulling aan de zorgplichten en beschrijven we de speerpunten voor de komende planperiode inclusief een ambitie en strategie.

  • De voorgenomen acties en (gebiedsgerichte en gezamenlijke) maatregelen voor het thema (stedelijk) water en de bijbehorende financiële middelen zijn opgenomen in hoofdstukken 5 (uitvoeringsagenda) en 6 (middelen) van dit PSW.

2 Kaders

2.1 Taken en bevoegdheden

De zorg en verantwoordelijkheid voor het water is in handen van gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat, drinkwaterbedrijven, provincie en perceeleigenaren. Iedere partij heeft hierin zijn eigen verplichtingen en bevoegdheden, die zijn vastgelegd in wetgeving of beleid.

De belangrijkste wetten en beleidskaders die ten grondslag liggen aan dit PWS zijn de Europese Kaderrichtlijn Water, de Waterwet, de Wet milieubeheer, de Gemeentewet en de Algemene lozingenbesluiten. In Bijlage A is een overzicht van relevante wetgeving opgenomen. De taken en bevoegdheden van waterketenpartners zijn weergegeven in de onderstaande tabel.

Tabel 1: Taken en bevoegdheden waterketenpartners

Actor

Taken en bevoegdheden

Europa

Op 22 december 2000 is de Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht geworden. De KRW is een Europese richtlijn, die bedoeld is om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater op goed niveau te krijgen en te houden.

Rijk

Het Rijk is verantwoordelijk voor het nationale beleidskader en de strategische doelen en maatregelen voor het waterbeheer in Nederland. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en het DeltaPlan Ruimtelijke Adaptatie. Het Rijk is opsteller van het Nationaal Waterprogramma 2022-2027. Het Nationaal Waterprogramma vormt de rode draad voor het behalen van omgevingswaarden en andere doelstellingen uit de KRW. Volgens Omgevingsbesluit artikel 8.14 dient het programma elke zes jaar geactualiseerd te worden door het Rijk.

Provincie Noord Brabant

De provincie is verantwoordelijk voor de vertaling van het rijksbeleid naar een regionaal beleidskader en voor strategische regionale opgaven. De provincie is opsteller van het Regionaal Water en Bodem Programma (RWP), conform artikel 3.8 uit de Omgevingswet. Hierin zijn de EU-richtlijnen zoals de KRW en de Grondwaterrichtlijn (GWR) geïmplementeerd.

De provincie is tevens bevoegd gezag voor vergunningverlening, het toezicht en handhaving van onderstaande grondwateronttrekkingen en -infiltraties:

  • Industriële onttrekkingen > 150.000 m3

  • Grondwateronttrekkingen t.b.v. drinkwaterwinning

  • Bodemenergiesystemen (Warmte koude opslag systemen)

Ten aanzien van het PSW heeft de provincie een adviserende en toetsende rol. De provincie kan een aanwijzing geven indien er tegenstrijdigheden zijn tussen het PSW en de provinciale plannen. De provincie is opsteller van de Brabantse Omgevingsvisie (2018).

Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat heeft de regiefunctie over drie belangrijke netwerken: het hoofdwegennet, vaarwegennet en hoofdwatersysteem. Ten aanzien van wateren beheert Rijkswaterstaat in de praktijk de oppervlaktewaterlichamen, inclusief kunstwerken en waterkeringen, die in beheer zijn bij het Rijk. Dit behelst waterkwaliteitsbeheer, waterkwantiteitsbeheer en waterstaatkundig beheer.

Waterschap De Dommel en Waterschap Aa en Maas

Het waterschap is verantwoordelijk voor het operationele regionale waterbeheer. Dit betekent dat zij zorgen voor droge voeten (veiligheid), schoon en voldoende water. De visie hierop en de bijhorende maatregelen zijn beschreven in Waterbeheerplan 2022-2027. Conform artikel 3.7 uit de Omgevingswet verandert dit in het Waterbeheerprogramma en moet bij de vaststelling rekening gehouden worden met het Regionale Waterprogramma.

Het waterschap heeft een zorgplicht voor de zuivering van stedelijk afvalwater en is bevoegd gezag voor directe lozingen op de RWZI en naar het oppervlaktewater. Voor de regulering van indirecte lozingen (naar het riool) heeft het waterschap een adviserende rol naar gemeenten.

Het waterschap heeft eveneens een zorgplicht voor het beheer van regionale wateren en keringen. Handelingen in het oppervlaktewatersysteem reguleren waterschappen o.a. middels algemene regels, verordeningen en een Watervergunning.

Het waterschap is ook verantwoordelijk voor vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van grondwateronttrekkingen en infiltraties in haar beheergebied, met uitzondering van de drie categorieën waarvoor de provincie verantwoordelijk is.

Om de waterbelangen bij ruimtelijke ontwikkelingen veilig te stellen doorlopen waterschap en gemeente bij alle ruimtelijke ontwikkelingen de watertoetsprocedure. Hierbij wordt o.a. toegezien op een hydrologisch neutrale of positieve inpassing van ontwikkelingen. De resultaten hiervan worden vastgesteld in de waterparagraaf.

Ten aanzien van het PSW heeft het waterschap een adviserende rol.

Brabant Water

Overheden die (in)direct betrokken zijn bij de bescherming van drinkwater hebben een verantwoordelijkheid voor de invulling van de zorgplicht drinkwater. Deze zorgplicht is opgenomen in de Drinkwaterwet. De zorgplicht drinkwater geldt zowel voor de bescherming van bronnen van drinkwater als voor de infrastructuur. Brabant Water zorgt ervoor dat er schoon drinkwater uit de kraan komt. Daarnaast kan Brabant Water zorg dragen voor het (fysiek) inrichten, beheren en onderhouden van grondwatermeetnetten.

Gemeente

De gemeente heeft drie zorgplichten t.a.v. stedelijk waterbeheer:

  • Inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater naar een zuiveringstechnisch werk (Wm art. 10.33)

  • Doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf kunnen verwerken. Eventueel kan de gemeente hiervoor maatwerkvoorschriften of een gebiedsverordening instellen (Ww art. 3.5)

  • Treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Voorwaarde hierbij is dat de maatregelen doelmatig zijn en niet tot de zorg van het waterschap/provincie behoren. De gemeente dient het loket te zijn voor grondwatervraagstukken binnen haar beheersgebied (Ww art.3.6)

Lozingen van (afval)water zijn per doelgroep geregeld via lozingenbesluiten en de Wet Activiteitenbesluit milieubeheer. In de meeste gevallen is de gemeente hiervoor bevoegd gezag. Bij de verwerking van (afval)water houdt de gemeente rekening met de wettelijke voorkeursvolgorde.

Volgens de wet hebben gemeenten een belangrijke taak in het voorkomen van graafschade aan kabels en leidingen (Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken/ WIBON) en het beschikbaar stellen van gegevens over de ondergrond. In het kader van het Besluit op de lijkbezorging hebben gemeenten een toetsende rol in de ontwatering van begraafplaatsen.

Perceeleigenaar

De perceeleigenaar is verantwoordelijk voor de staat van zijn woning en perceel. Dit betekent dat hij zelf verantwoordelijk is voor het op eigen perceel treffen van maatregelen om de waterdichtheid te garanderen en voor de inzameling van stedelijk afvalwater en overtollig hemel- en grondwater. Pas als de perceeleigenaar zich redelijkerwijs niet kan ontdoen van het overtollige hemel- en grondwater, is er een taak voor de gemeente of waterschap.

De perceeleigenaar heeft ook een zorgplicht. Dit betekent dat hij geen handelingen mag verrichten waarvan hij kan verwachten dat deze het doelmatige functioneren van (water)voorzieningen belemmeren.

2.2 Samenwerking

Vanuit het Nationale Bestuursakkoord Water (NBW) werken gemeenten, Brabant Water en waterschappen in regio’s aan samenwerking in het waterbeheer en de afvalwaterketen. Aanleiding is de nadrukkelijke politieke wens tot kostenvermindering, kwaliteitsverbetering en vermindering van kwetsbaarheid.

Naar aanleiding van het NBW is het samenwerkingsverband Waterportaal Zuid-Oost Brabant opgericht. Hier sloot Heeze Leende in 2012 bij aan. De gemeenten Bergeijk, Cranendonck, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Nuenen, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre, Bladel en Reusel zijn ook onderdeel van het samenwerkingsverband. Sinds 2020 is dit het Klimaatportaal Zuid-Oost Brabant geworden, waarin naast een overlegstructuur voor water ook een overlegstructuur voor klimaat is ingevoerd.

3 Beeld van de huidige situatie

Om een goede visie en strategie te ontwikkelen en de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten is inzicht in de ontwikkeling van het te beheren areaal, de toestand van de objecten en in het functioneren van het systeem nodig. Dit hoofdstuk geeft een indruk hoe we ervoor staan.

3.1 Stedelijk watersysteem

In deze paragraaf is een overzicht opgenomen van het areaal, de toestand en het functioneren.

Kenmerken

Voor het inzamelen en transporteren van het vrijkomende afval- en regenwater beschikken we als gemeente Heeze-Leende over een rioolstelsel met een totale lengte van circa 244 kilometer en 19 rioolgemalen. Om ervoor te zorgen dat tijdens extreme neerslag geen wateroverlast optreedt, is het rioolstelsel voorzien van riooloverstorten en hemelwaterlozingspunten. Speciale randvoorzieningen (bergbezinkbassins) beperken de vuiluitworp van de riolering naar het oppervlaktewatersysteem. Het afvalwater in het buitengebied wordt ingezameld met 310 pompunits. Al dit afvalwater wordt via 4 gemalen afgevoerd naar en gezuiverd op de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI) in Eindhoven.

In de tabel hieronder hebben we de belangrijkste kenmerken van het stedelijk watersysteem voor onze gemeente weergegeven.

Tabel 2: overzicht voorzieningen stedelijk watersysteem gemeente Heeze-Leende

Voorziening

Gemeente Heeze-Leende

Inzameling

  • Straatkolken

Ca 7.200 stuks

Afvoer (vrij verval)

  • Gemengde riolering

  • Vuilwaterriolering

  • Hemelwaterriolering

  • Overige riolering

  • Overstortputten (verbeterd) gemengde riolering

  • Hemelwateruitlaten (verbeterd) gescheiden riolering

123 km

82 km

14 km

22 km

3 km (drain, duikers, lijngoten, overstortriool)

20 stuks

11 stuks

Afvoer (mechanisch)

  • Persleidingen

  • Drukriolering

  • Drukriool-pompunits

  • Rioolgemalen

77 km

20,5 km

310 stuks (+6 CVK’s)

19 stuks

Bergingsvoorzieningen

  • Randvoorzieningen

  • Bergings-/retentievijvers

  • Bijzondere (hemelwater)voorzieningen (bijv. wadi’s)

7 stuks

10 stuks

14 stuks

Meetpunten

  • Grondwater

  • Afvalwater

25 stuks

4 stuks

Figuur 3: Wadi met speeltoestellen ( Bulders Schaverspad )

afbeelding binnen de regeling

Toestand en functioneren

Kwailteitstoestand

Leeftijdsopbouw stelsel

De gemiddelde leeftijd van ons stelsel is circa 40 jaar. In bijgaande grafiek is de leeftijdsopbouw van de vrijvervalriolering van ons stelsel weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4: Leeftijdsopbouw vrijvervalriolering

Hieronder beschrijven we de kwaliteitstoestand.

Afvalwaterstelsel

Het rioolstelsel wordt elke 10 jaar geïnspecteerd. Op basis van de inspecties wordt beoordeeld of het stelsel goed functioneert en wordt de kwaliteit beoordeeld. Over het algemeen is de kwaliteit van het riool goed tot redelijk. De rioolstelsels in de Weibossen en Engelse tuin in Heeze zijn van mindere kwaliteit. De aansluitingen van buisdelen zijn hier debet aan.

Regenwaterstelsel

Het regenwaterstelsel is relatief jong en grotendeels gerealiseerd vanaf de jaren negentig. De kwaliteit van het stelsel is goed. Er wordt ingezet om water zoveel als mogelijk lokaal te infiltreren middels robuuste systemen.

Grondwatersysteem

Het in de gemeente aanwezige drainagesysteem functioneert naar behoren. In de afgelopen planperiode is een grondwatermeetnet gerealiseerd waardoor meer inzage is in het grondwaterniveau in de kernen. Periodiek wordt data met het Waterschap gemonitord.

Oppervlaktewatersysteem

Ten zuiden van de A67 is het beekdal van de Kleine Dommel aangepast in een waterbergingsgebied. Dit gebied wordt ingezet om bij hoog water extra water te bergen om te voorkomen dat wateroverlast ontstaat bij buurgemeente Geldrop-Mierlo.

Functioneren stelsel bij extreme neerslag

In het BasisRioleringsPlan en de klimaatstresstest is berekend hoe het rioolstelsel van de gemeente Heeze-Leende functioneert bij extreme neerslag. Daarbij is zowel gekeken naar water op straat (en onbegaanbare wegen), en water tegen/in de panden.

De dorpskernen Heeze en Leende zijn het meest kwetsbaar voor wateroverlast. Bij hevige regenbuien is het mogelijk dat hier delen van de wegen onbegaanbaar worden en dat gebouwen waterschade oplopen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 5: Uitsnede klimaatstresstest (water op straat situatie na klimaatbui ter hoogte van de Emmerikstraat in Heeze)

Uit klimaatstresstest is duidelijk geworden dat er bij een bui van 70 millimeter in een uur meerdere wegen onbegaanbaar worden.

De volgende wegen zijn onbegaanbaar in de kern Heeze ten westen van het spoor:

  • Molenhoeven

  • Oeffels

  • Lokert

  • De Ambachten

  • De Leuren

  • Het hofje bij de straten de Wever / de Kuiper bij de zuidelijke ingang via de Wever

  • De Wagenmaker, een zijstraat van de Ambachten uitkomend op de ontsluitingsweg de Muggenberg

Ten oosten van het spoor:

  • Ontsluitingsweg Jan Deckerstraat op het kruisende stuk tussen de Beemden en de Schoolstraat

  • De Kapelstraat op het kruisende stuk tussen de Boschlaan en Strabrecht

  • Strabrecht

  • Nieuwendijk ter plaatse van de kruising met de Groote Aa

In de kern Leende:

  • Margrietlaan vanaf de kruising met de Dorpstraat tot aan de Ranonkelstraat

  • Ter hoogte van tunnel onder A2 richting Leenderstrijp

In Leenderstrijp en Sterksel blijven de wegen begaanbaar bij deze bui.

Bij een hoge waterstand in de Grootte Aa in stedelijk gebied (Nieuwendijk) kan het stedelijk watersysteem slechter haar water kwijt, en ontstaat wateroverlast op met name locaties met een laag maaiveld.

Ook in het buitengebied zijn overlastlocaties bekend. De gemeente, het waterschap en perceelseigenaren zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de sloten. Om wateroverlast te voorkomen is meer aandacht nodig voor het beheer en onderhoud van de duikers die sloten met elkaar verbinden.

Om inzichtelijk te krijgen wat het gevolg zou zijn wanneer bij extreme neerslag gemalen mochten uitvallen, hebben we dit bij het opstellen van het basisrioleringsplan in 2016 inzichtelijk gemaakt.

3.2 Terugblik afgelopen planperiode en aandachtspunten

In de vorige planperiode, zoals benoemd in het vGRP 2016-2021, hebben we aan onze doelen, ambities en activiteiten gewerkt. Door personele wisselingen en de interim- en deeltijdinvulling van de beleidsmedewerker water zijn niet alle activiteiten uitgevoerd. De details hierover zijn opgenomen in Bijlage B.

We hebben ons gericht op het op orde krijgen van onze (beheer)data. Zo hebben we momenteel nagenoeg al onze vrijvervalriolering geïnspecteerd, en staan onze assets grotendeels in ons beheersysteem. Door nieuw aangelegde riolering door de uitbreiding van de wijken Kloostervelden in Sterksel en De Bulders in Heeze, door van gemengd naar gescheiden omgebouwde riolering, en door onze inventarisatie afgelopen planperiode is het resultaat dat we circa 31% meer areaal inzichtelijk hebben ten opzicht van 2016.

Voor de gemalen, randvoorzieningen en drukriolering maken we gebruik van een separaat beheerpakket (SAM), welke in de planperiode goed is gebruikt en gevuld. Daarnaast is gewerkt aan het renovatieprogramma pompen en gemalen. Dit programma wordt in 2023 uitgevoerd. Op basis van de inspecties van de vrijvervalriolering is de riolering beoordeeld en zijn maatregelen, waaronder reparaties en renovaties, aan het riool uitgevoerd.

De personele wisselingen van afgelopen planperiode zijn de reden van het oplopen van een achterstand in de voorbereiding en uitvoering van geplande investeringen.

In de periode 2016-2022 zijn een aantal rioolprojecten uitgevoerd. De Oostrikkerstraat – Langstraat is gerealiseerd. In 2023 wordt in de straten Voordenweg, Sint Jacob Sint Annastraat en Oostrikkerdijk het riool vervangen door een gescheiden rioolstelsel. Het regenwater wordt afgevoerd naar een te realiseren klimaatbuffer die nabij de Groote Aa wordt gerealiseerd. De klimaatbuffer wordt samen met de Provincie Noord Brabant, Waterschap De Dommel en de toekomstige terreineigenaar gerealiseerd.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 6: Realisatie riolering Oostrikkerstraat

afbeelding binnen de regeling

Figuur 7: Gescheiden rioolstelsel Spoorlaan - Schoolstraat

In Heeze is in het riool vervangen op de Schoolstraat en Spoorlaan door een gescheiden rioolstelsel. Het regenwater wordt via de Oude Stationsstraat afgevoerd naar de buffer achter de gemeentewerf. Daarnaast is in Leende het gemengd rioolstelsel in de Valkenswaardseweg (tussen Irislaan en Margrietlaan) vervangen door een gescheiden rioolstelsel.

Naast de vervangingsinvesteringen zijn in de Kloostervelden en de Bulders nieuwe rioolstelsels gerealiseerd.

Hieruit en aanvullend komen vanuit de terugblik op de vorige planperiode een aantal aandachtpunten naar voren waar we in het beleid van dit plan rekening mee hebben gehouden:

  • Zowel interne als externe afstemming met partijen om vroegtijdig betrokken te zijn voor het afwegen van het waterbelang in initiatieven en projecten, en om ons goed voor te bereiden op wijkververvangingsplanningen.

  • Personele capaciteit stemmen we af op onze ambities, en andersom.

  • Juridische verankering en handhaving van ons beleid is een aandachtspunt.

  • Daar waar sloten en duikers bijdragen aan de afwatering willen we deze meer in beeld brengen, en meer inzetten op onderhoud sloten en duikers (in kader van bijdrage afwatering). Dit betekent dat we de duikers in beeld moeten brengen, en daarna voor beheer en onderhoud aan de lat staan.

  • Groenbeheer is bovengronds voor bomen verantwoordelijk, maar ondergronds ontstaat soms schade aan de riolering door wortelingroei. Het beschikbare budget voor het repareren van de schade was afgelopen planperiode onvoldoende.

  • Waar eerder onze aandacht uitging naar grondwateroverlast, is nu grondwateronderlast dan wel droogte ook een aandachtspunt.

Zie Bijlage B voor overige aandachtspunten.

4 Onze opgave en strategie

In dit hoofdstuk bespreken we achtereenvolgens onze visie, doelen, onze ambities en strategieën in relatie tot het uitvoeren van onze zorgplichten.

4.1 Onze visie

De riolen die we nu aanleggen blijven nog tientallen jaren liggen, daarom moeten we nu goede keuzes maken. We handelen daarom vanuit onderstaand toekomstperspectief op de waterketen, stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.

Waterketen

We voeren de zorg voor de waterketen zo uit dat we de volksgezondheid beschermen en schade aan het milieu voorkomen. Er bestaat hiervoor al een omvangrijk stelsel aan riolering, dat we goed beheren. Waar nodig leggen we nieuwe voorzieningen aan.

We werken goed samen met andere partijen en binnen onze eigen organisatie werken we integraal. Zo creëren we een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving.

Stedelijk afvalwater

Om te voorkomen dat meer afvalwater ontstaat, houden we afvalwater zoveel mogelijk gescheiden van schoon water. Hiervoor volgen we de trits ‘schoonhouden-scheiden-zuiveren’. Het waterschap haalt bij de zuiveringsinstallatie(s) steeds meer reststoffen uit het (afval)water om deze opnieuw te gebruiken als grondstof. Ook wint het waterschap energie terug uit het afvalwater. Met onze riolering en het uitvoeringsbeleid dragen we bij aan een goed functioneren van de zuiveringsinstallatie.

Hemelwater

Gemeente, waterschap en perceeleigenaar hebben een gedeelde verantwoordelijkheid voor het hemelwater. Bij de verwerking van hemelwater volgen we als gemeente de trits ‘vasthouden-bergen-afvoeren’. Het heeft de voorkeur om water vast te houden in het gebied waar het is gevallen, en daar te infiltreren naar het grondwater. Daar waar dit niet kan, bergen we regenwater bij voorkeur in waterpartijen of bovengronds. Bij de aanleg van verhard oppervlak houden we er rekening mee dat ook extreme buien moeten kunnen worden opgevangen; we gaan daarbij uit van een robuuste aanleg, zodat we niet over enkele jaren constateren dat we opnieuw zijn ingehaald door klimaatverandering. We stellen eisen om in (of in de directe nabijheid van) de nieuwe ontwikkeling waterberging aan te brengen, waar mogelijk in combinatie met vergroening. Bij herinrichting van de openbare ruimte houden we rekening met het risico op wateroverlast, concreet betekent dit dat we kijken welke functie op welke plek past. Via maatwerk wegen we de impact en eventueel benodigde maatregelen van nieuwe functies op het water- en bodemsysteem af. We houden bij onze werkzaamheden in de bovengrond ook rekening met droogte en hittestress, zodat we tegelijkertijd op meerdere fronten effect sorteren. Waar mogelijk sturen we op het combineren van watergerelateerde maatregelen met groenmaatregelen (en hiermee ook biodiversiteit). Zo slaan we meerdere vliegen in één klap.

De huidige opgaven zijn te groot om deze als overheid alleen te kunnen oppakken. De oplossingen zijn niet alleen via de openbare ruimte te realiseren. Daarom zoeken we verbinding met onze inwoners, bedrijven, lokale en regionale partners. We betrekken deze actoren bij onze werkzaamheden, van informerend tot adviserend tot meebeslissend. Per situatie bekijken we wat een passende manier van betrekken/participeren is.

Grondwater

Grondwater willen we zoveel mogelijk op een natuurlijke manier laten functioneren. Het grondwatermeetnet in onze gemeente geeft inzicht in de grondwaterstanden. We zetten in op het voorkomen van structureel nadelige gevolgen van een te hoge of te lage grondwaterstand voor de bebouwing in onze gemeente. We hebben de risicogebieden in beeld en nemen maatregelen waar deze doelmatig zijn. Veelal betekent dit dat we pas maatregelen nemen als er ook andere maatregelen in de openbare ruimte plaatsvinden zoals bijvoorbeeld bij vervanging van de riolering en aanleg van regenwaterriolen.

In hoofdstuk 5 (Uitvoeringsagenda) werken we dit verder uit.

4.2 Onze doelen

Vanuit de wettelijke watertaken delen we verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de openbare ruimte en het woon- en leefmilieu. De voorzieningen voor stedelijk afvalwater, regen- en grondwater dragen bij aan de bescherming van de volksgezondheid, droge voeten en schoon water en een schone (water)bodem. Voor de komende planperiode vertalen we de langetermijnvisie en bijbehorende lange termijn doelstellingen door naar de volgende doelstellingen:

Stedelijk afvalwater

  • Doelmatige inzameling en transport van stedelijk afvalwater.

  • Voorkomen van ongewenste emissies/gezondheidsrisico’s en beperken overlast voor de omgeving.

  • Bijdragen aan een duurzame verwerking van afvalwater.

Hemelwater

  • Doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater.

  • Beperken van het risico op wateroverlast.

  • Beperken van de milieubelasting op bodem en oppervlaktewater.

  • Bijdragen aan klimaatadaptatie.

Grondwater

  • Voorkomen van structurele grondwateroverlast en -onderlast, afgestemd op de functie van het gebied of object.

  • Bijdragen aan gebiedsgericht grondwaterbeheer.

  • Bijdragen aan klimaatadaptatie.

Drinkwater

  • Bijdragen aan de bescherming van drinkwatervoorzieningen.

Oppervlaktewater

  • Borgen bergings- en ontwateringsfunctie van het stedelijk oppervlaktewater.

  • Bijdragen aan het verhogen van de waterbeleving.

  • Bijdragen aan klimaatadaptatie.

4.3 Onze speerpunten

We continueren onze planmatige taken om de zorgplichten te vervullen. In hoofdstuk 4.4 lichten we onze strategieën daarvoor toe. Daarnaast hebben we specifieke speerpunten waar we onze in deze planperiode op richten:

  • Waterrobuust en klimaatbestendig

  • Continueren integraal werken

  • Participatie en communicatie

Hieronder beschrijven we onze bijbehorende ambities. De strategieën om deze ambities te realiseren zijn opgenomen in hoofdstuk 4.4.

4.3.1 Waterrobuust en klimaatbestendig

Het klimaat is aan het veranderen. Dat leidt o.a. tot zwaardere buien, een toename van warme dagen en langdurig droge perioden en een verandering van de biodiversiteit. Deze verandering stelt nieuwe eisen aan het watersysteem en de openbare ruimte, aan de waterketen en aan de omgeving om droge voeten en een leefbare omgeving te behouden. Klimaatadaptatie is het proces waardoor we, als samenleving, de kwetsbaarheid voor klimaatverandering verminderen of waardoor we profiteren van de kansen die een veranderend klimaat biedt. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie ligt hierbij de focus op de thema’s waterveiligheid, wateroverlast, hittestress en droogte. Ook is er een toenemende aandacht voor behoud van biodiversiteit.

Rijk en decentrale overheden hebben met betrekking tot klimaatadaptatie afgesproken zich tijdig aan te passen aan de (versnelde) klimaatverandering om schade te beperken en kansen te pakken. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is de ambitie opgenomen om Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te hebben ingericht.

Ambitie

Onze ambitie met betrekking tot een waterrobuuste en klimaatbestendige leefomgeving is om (binnen de reikwijdte van de gemeentelijke watertaken) onze bijdragen te continueren aan klimaatthema’s van wateroverlast, droogte, hittestress en aan biodiversiteit. Dit doen we door maatregelen te nemen om wateroverlast aan te pakken, hemelwater af te koppelen van de riolering en te infiltreren richting het grondwater, meekoppelkansen te benutten en belanghebbenden bij elkaar te brengen. In 2050 zijn we klimaatbestending en waterrobuust ingericht, en in 2070 is hemelwater van de openbare ruimte niet meer aangesloten op het vuilwaterriool.

4.3.2 Continueren integraal werken

De afgelopen planperioden hebben we de samenwerking opgezocht binnen de waterketen en het watersysteem. Dit heeft geleid tot afstemming van maatregelen, uniformering en leren van elkaars kennis en kunde. Met de toenemende aandacht voor klimaatadaptatie neemt de interactie tussen onder- en bovengrond verder toe. Hierdoor krijgen we in toenemende mate te maken met partijen die in de openbare ruimte actief zijn. Dit vraagt om een omgevingsgerichte werkwijze, waarbij we bij elke bovengrondse ingreep een belangenafweging maken waarin water een rol van betekenis speelt.

Ambitie

Onze ambitie is om integraal te (blijven) werken. In het nastreven van onze (gezamenlijke) doelen sturen we voortdurend op synergie tussen de werkzaamheden in de waterketen, de ondergrond én de bovengrond. We zoeken de samenwerking op met o.a. nutsbedrijven, woningcorporaties, gebouweigenaren, andere beheerders in de openbare ruimte en particulieren. Door samen te werken in de waterketen kunnen we kosten besparen, de kwaliteit verbeteren, de kwetsbaarheid verminderen, kennis uitwisselen en effectiever inspelen op klimaatverandering.

4.3.3 Participatie en communicatie

Een groot deel van het verharde oppervlak ligt op particulier terrein en is de grond privaat eigendom. Samen met inwoners en ondernemers kunnen wij onze leefomgeving verbeteren door bijvoorbeeld hemelwater op eigen terrein te bergen, daken te vergroenen, tegels uit de tuin te halen en meer water in de wijk vast te houden. De komst van de Omgevingswet stimuleert en faciliteert dit proces van samenwerking.

Ambitie

We hebben de ambitie om participatie en communicatie in te zetten bij het invullen van onze wateropgaven en andere activiteiten uit onze uitvoeringsprogramma’s. In (potentiële) wateroverlastgebieden en gebieden met gunstige condities voor hemelwaterinfiltratie betrekken we inwoners en ondernemers actief op wijk- en buurtniveau. Bij nieuwe ontwikkelingen dagen we inwoners en ondernemers uit om met stedelijk water de omgeving een impuls te geven.

4.4 Onze strategie

Met dit PSW dragen we bij aan de volgende omgevingsgerichte lange termijn-doelstellingen:

  • Bescherming van de volksgezondheid;

  • Droge voeten (bebouwd gebied);

  • Schoon water en een schone (water)bodem.

In het navolgende zijn de zorgplichten stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater opgenomen. Hierbij is de strategie voor onze speerpunten geïntegreerd. Ook de strategie drinkwater en oppervlaktewater zijn hier beschreven.

4.4.1 Strategie afvalwater

ZORGPLICHT AFVALWATER

Als gemeente hebben we de zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater. In gebieden waar we als gemeente inzameling en transport van stedelijk afvalwater niet doelmatig vinden en de provincie ontheffing van de zorgplicht heeft verleend moet de houder van het afvalwater zelf zorgen voor de verwerking van het afvalwater. Met het in werking treden van de Omgevingswet vervalt de provinciale ontheffingsbevoegdheid en mogen we als gemeente samen met het waterschap zelf bepalen wat doelmatig is. Bedrijfsafvalwater, dat niet op dezelfde manier kan worden behandeld als huishoudelijk afvalwater is geen stedelijk afvalwater. Omdat we hier als gemeente geen zorgplicht voor hebben kunnen we desgewenst bestaande of nieuwe aansluitingen van bedrijven weigeren als dit ten goede komt van de zuivering.

Inzamelen en verwerken van afvalwater

Nieuwe afvalwaterlozers dienen te voldoen aan de regels van de lozingenbesluiten. Bij ontwikkelingen waarbij door functiewijzing er meer belasting van afvalwater op het stelsel komt betaalt de ontwikkelaar eventuele meerkosten voor de verwerking. In het buitengebied sluiten we kleinschalige nieuwbouw aan op drukriolering. Lozing van hemelwater hierop is niet toegestaan.

Bij nieuwe ontwikkelingen wordt de afvoercapaciteit van het ontvangende stelsel getoetst. Eventuele nodige aanpassingen komen voor rekening van de initiatiefnemer.

Gezien de hoeveelheid drukriolering binnen onze gemeente is bij vervanging altijd sprake van maatwerk. Hierbij maken we een afweging op basis van doelmatigheid. Landelijk worden op kleine schaal nieuwe sanitatievormen uitgeprobeerd, bijvoorbeeld een aparte inzameling van urine en decentrale zuivering. Dit zijn interessante ontwikkelingen, die binnen het samenwerkingsverband worden gevolgd. Wij hanteren als uitgangspunt dat rioolvoorzieningen robuust dienen te zijn. Grootschalige alternatieven worden pas toegepast als ze voldoende zijn bewezen. We staan open om mee te werken aan wijkgerichte pilots. Uitgangspunt is dat dit gebeurt binnen de geldende wet- en regelgeving.

Voor nieuwe ontwikkelgebieden wordt water gescheiden ingezameld.

Bij nieuwe lozingsaanvragen hanteren we onderstaande leidende principes:

  • 1.

    Voor het bepalen van de lozingsroute dient de voorkeursvolgorde te worden aangehouden.

  • 2.

    Het geloosde afvalwater mag aantoonbaar geen extra risico’s opleveren met betrekking tot aantasting van de riolering.

  • 3.

    Om ruimte in het systeem te houden kunnen we als gemeente een aanvraag weigeren en/of een gebufferde lozing vereisen.

  • 4.

    Potentiële bedrijfsmatige afvalwaterlozers dienen aan te tonen welke risicobeheersmaatregelen zij treffen voor het geval er zich calamiteiten voordoen in het bedrijfsproces (waterkwaliteit/-kwantiteit).

De voorkeursvolgorde voor de verwijdering van bedrijfsafvalwater is:

  • 1.

    hergebruiken

  • 2.

    zuiveren

  • 3.

    lozen in de bodem

  • 4.

    lozen op oppervlaktewater

  • 5.

    lozen op de vuilwater riolering (als het niet anders kan)

Nieuwe bedrijfsmatige lozers hebben bewijslast voor deze voorkeursvolgende: indien ze hun afvalwater op een lagere trede in de voorkeursvolgorde willen verwerken moeten ze kunnen onderbouwen waarom het niet mogelijk is om hun afvalwater te verwerken op een hogere trede in de voorkeursvolgorde.

Lozen van afvalwater

Sinds de aanleg van het transportstelsel hebben gemeente Heeze-Leende en waterschap De Dommel waar nodig afstemmomenten over het zo optimaal mogelijk laten functioneren van het aanvoergebied.

De inzameling en het transport van stedelijk afvalwater in onze gemeente mag niet tot volksgezondheid- of milieuproblemen leiden. Lozingen vanuit het rioolstelsel zijn echter onvermijdbaar. Samen met de waterschappen zorgen we ervoor dat de effecten op het (water)milieu aanvaardbaar zijn. Hiertoe volgen we een immissiegerichte aanpak met kosteneffectieve maatregelen om te kunnen gaan voldoen aan de Kaderrichtlijn Water (KRW). We hanteren hierbij de zogenoemde 4M-aanpak (4M staat voor monitoren, meten, modelleren en maatregelen) om het rioleringssysteem te optimaliseren. De vrijkomende meetgegevens van het opgerichte meetnet analyseren we om zo meer inzicht te krijgen in het aanbod op de zuivering, de lozing van overstortwater en het hydraulisch functioneren. Dit inzicht gebruiken we voor het opstellen van verbetermaatregelen.

Opheffen van (schadelijke) lozingen

In gebieden met gescheiden riolering komen foutieve aansluitingen voor (afvalwater op hemelwaterriolen of hemelwater op gemengde riolering). Dit kan leiden tot waterkwaliteitsproblemen in ontvangend oppervlaktewater of capaciteitsproblemen in het rioolstelsel. Samen met de waterschappen bepalen we waar er daadwerkelijk sprake is van een knelpunt. In dat geval onderzoeken we de situatie en werken aan een oplossing. Foutieve aansluitingen zonder impact op het oppervlaktewater, rioolstelsel en/of leefomgeving pakken we in principe (vanuit praktische en financiële haalbaarheid) niet aan. Ditzelfde geldt voor rioolvreemd water. Dit is water dat in principe niet op de riolering thuishoort, bijvoorbeeld instromend oppervlaktewater, instromend lekwater, drainagewater maar ook drugsafval etc.

Aanvullend onderzoeken we:

  • Ongezuiverde lozingen

    We onderzoeken het aantal ongezuiverde lozingen op de bodem en zoeken waar mogelijk naar maatwerkoplossingen hiervoor.

  • Eventuele schade-impact op locaties waar waterstofsulfide (H2S) optreedt

    We gaan eerst de H2S ter plaatse van lozingspunten in kaart brengen. We trekken hierin op met het waterschap. Daarna gaan we de top 10 aantastingen minimaliseren door de kwaliteit van het afvalwater te verbeteren (lucht inbrengen). Uit praktijkervaringen blijkt dit goed te werken: er treden nu geen aantastingen van de riolering meer op.

Risicobeheersing

Onder normale omstandigheden zamelen we afvalwater in en verwerken dit waarbij de kans op contact tussen mens en afvalwater gering is. Onder extreme omstandigheden of bij incidenten/calamiteiten is er een groter risico op contact als gevolg van uittredend afvalwater. Denk hierbij aan rioolwater dat bij hevige regenval vanuit de riolering op straat stroomt, een leidingbreuk, een brand of een incident waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen. De spreiding van een mogelijk incident of calamiteit in ruimte en tijd is dermate groot dat het voeren van preventief beleid niet (kosten)effectief is. Wel willen we zo efficiënt mogelijk kunnen handelen op het moment dat er zich iets voordoet. Onze eigen buitendienst en/of de calamiteitendienst is met materialen toegerust om beperkte maatregelen te kunnen treffen zoals het afstoppen van kleine leidingen of het dichtzetten van kolken.

Wat te doen bij overlast

  • 1.

    Zorgdragen dat meldingen goed worden opgevolgd door de buitendienst.

  • 2.

    Indien nodig zal de brandweer moeten worden ingeschakeld (kelders leegpompen etc.).

  • 3.

    Ervoor zorgen dat kritieke straten die blank staan, tijdelijk worden afgezet. Indien nodig wordt een tijdelijke omleidingsroute ingesteld.

  • 4.

    Klachten binnenkomen registeren en zorgen dat ze worden opgevolgd (interactie tussen binnen en buitendienst).

  • 5.

    Na een hoosbui (indien nodig) opdrachtgeven voor een extra veegronde cq. kolkenzuigen, zie ook punt 7.

  • 6.

    De type overlast en de mate hiervan goed bijhouden:

    • Waar is de overlast opgetreden?

    • Wat is er gebeurd en wat is gedaan om de overlast te beperken of op te lossen?

    • Rapportage maken op processtap.

    • Iedere maandag een kort verslag van de calamiteit van de week ervoor.

    • Evalueren van de overdrachtsrapportage met buitendienst.

    • Opslaan in de juist map en schijf.

  • 7.

    Na een hoosbui de wegen, overstortsloten etc. goed schoonmaken en het vuil afkomstig uit het riool (toiletpapier, ontlasting) opruimen.

Met het in werking treden van de Omgevingswet komt o.a. de activiteitengebonden verplichting tot het hebben van een vetafscheider te vervallen. Het is volgens het Kabinet effectiever om gemeenten in het Omgevingsplan te laten bepalen wie wel een vetafscheider moet hebben.

Omwille van de doelmatigheid vervalt met de komst van de Omgevingswet ook het afstandscriterium bij de keuze voor riolering of een gelijkwaardig alternatief. Ook is de provincie hierin geen bevoegd gezag meer. Gemeente Heeze-Leende en het waterschap maken per situatie een gezamenlijke doelmatigheidsafweging op basis van een gezamenlijk op te stellen transparant afwegingskader.

4.4.2 Strategie hemelwater

ZORGPLICHT HEMELWATER

De gemeentelijke zorg voor het beheer van afvloeiend hemelwater heeft betrekking op het afvloeiend hemelwater van openbaar terrein en afvloeiend hemelwater dat niet op particulier terrein kan worden verwerkt. De eigenaar van het terrein waarop het hemelwater valt is primair verantwoordelijk voor de verwerking van het hemelwater. De gemeente hoeft het hemelwater afkomstig van particulier terrein niet te ontvangen. Alleen als de houder van het verzamelde hemelwater dit redelijkerwijs niet kan afvoeren.

A - VISIE

Als het regent in de gemeente Heeze-Leende wordt het hemelwater gescheiden afgevoerd. Door klimaatverandering wordt het bestaande rioolstelsel steeds zwaarder op de proef gesteld: buien worden heviger en duren langer. Hierdoor neemt het risico op wateroverlast toe. Het blijven verruimen van de ondergrondse riolering is geen optie, dat wordt uiteindelijk te kostbaar. Om droge voeten te houden is het noodzakelijk om duurzamer met ons water om te gaan. Inwoners, bedrijven en de gemeente kunnen er voor zorgen dat minder water tot afstroming komt door percelen te vergroenen en minder verharding toe te passen. Daarnaast creëren we ruimte voor water in de bodem, groenvoorzieningen en/of het oppervlaktewater. En op momenten dat het echt hard regent passen we ons (rij)gedrag aan, zodat water veilig tijdelijk op straat geborgen kan worden. Invulling geven aan deze visie kan de gemeente niet alleen. We doen dit samen met waterbewuste burgers, bedrijven en andere waterpartners!

B - HOE GAAN WE MET HEMELWATER OM?

Rekening houdend met het wettelijke kader en de toekomstige uitdagingen hanteert de gemeente Heeze-Leende de volgende hoofdprincipes bij de verwerking van hemelwater:

  • 1.

    We beperken de hoeveelheid ingezameld hemelwater.

  • 2.

    We scheiden schone en vuile waterstromen.

  • 3.

    We verwerken ingezameld hemelwater zoveel mogelijk lokaal en bovengronds (“vasthouden waar het water valt”).

  • 4.

    We voeren af indien nodig.

  • 5.

    We beperken de risico’s tijdens extreme neerslag.

1.We beperken de hoeveelheid ingezameld regenwater

De gemeente streeft naar een situatie waarbij het hemelwater, zoveel als mogelijk, op natuurlijke wijze in de bodem wordt verwerkt (infiltreren) en niet ingezameld wordt. Dit geldt voor openbaar én particulier terrein. Denk hierbij aan grindkoffers, tuinwadi’s, infiltratiebermen, groene daken, niet onnodig verharden en overtollige verhardingsstroken opruimen. Dit zorgt voor aanvulling van de grondwaterstand en de groene voorzieningen zorgen voor verkoeling tijdens hete zomers. Doordat het regenwater niet wordt afgevoerd naar de riolering, blijft de rioleringscapaciteit beschikbaar voor de verwerking van het overtollige regenwater tijdens piekbuien. Bij herinrichtingsprojecten streven we naar 10% reductie van het verharding oppervlak, om zo vergroening en infiltratie te stimuleren.

Hemelwater kan worden hergebruikt in een grijswatersysteem voor toiletspoeling, bevloeiing en koeling. De gemeente geeft hierbij het goede voorbeeld.

De voorkeursvolgorde waterkwantiteit en waterkwaliteit is in de huidige situatie wettelijk vastgelegd (Wet Milieubeheer), maar heeft onvoldoende directe werking op initiatiefnemers. De voorkeursvolgorde nemen we op in het (tijdelijk) Omgevingsplan als algemene beleidsregel, zodat deze op alle intiatieven van toepassing is.

Bij een niet-meldings- of vergunningplichtige activiteit dient de ontwikkelende partij te worden geacht rekening te houden met deze beleidsregel. Bij een meldings- of vergunningplichtige activiteit dient de ontwikkelende partij aantoonbaar te maken dat deze voldoet aan deze beleidsregel.

2.We scheiden schone en vuile waterstromen

Vertrekpunt is het principe dat hemelwater schoon genoeg is voor een lokale verwerking in de bodem of afvoer naar oppervlaktewater. Bij nieuwbouw scheiden we stedelijk afval- en hemelwater. Indien wijkreconstructies en rioolvervanging/verbetering aan de orde zijn, onderzoeken gemeente en waterschap voorafgaand de meest doelmatige manier van hemelwaterverwerking. Afkoppelen is geen doel op zich, maar een middel om een waterbestendige gemeente en een optimaal zuiveringsproces te bereiken.

Overeenkomstig de ‘Voorkeursvolgorde omgang met hemelwater en ander afvalwater aan de bron’ worden de inrichting en het beheer van de bebouwde omgeving zodanig aangepakt dat verontreiniging van het milieu door afstromend (hemel)water wordt voorkomen. Bronmaatregelen ter voorkoming van verontreiniging zijn een zorgvuldige materiaalkeuze, waarbij blootstelling van hemelwater aan uitloogbare bouwmaterialen wordt voorkomen en een verantwoord beheer van de openbare ruimte (conform Barometer Duurzaam Terreinbeheer).

Voor de verwerking van afstromend hemelwater van intensief gebruikte terrein- en wegverhardingen streeft de gemeente naar het toepassen van zuiverende voorzieningen, zoals een bodem/bermpassage, voordat lozing naar het oppervlaktewater plaatsvindt.

Het bestaande gemengd rioolstelsel is in verband met de levensduur van de riolering op zijn vroegst in 2070 geheel vervangen door een gescheiden rioolstelsel. Een gescheiden riolering betekent niet per definitie twee leidingen. Waar mogelijk laten we water plaatselijk in het groen infiltreren.

3.We verwerken ingezameld hemelwater zoveel mogelijk lokaal en bovengronds (“vasthouden waar het water valt”)

Bij de verwerking van hemelwater streeft de gemeente naar robuuste en bij voorkeur bovengrondse voorzieningen, zoals een wadi en zaksloot. De bovengrondse verwerking verhoogt het waterbewustzijn en verkleint de kans op foutaansluitingen. Om de openbare ruimte zo effectief mogelijk te benutten, streeft de gemeente naar het combineren van blauw/groene voorzieningen en eventueel speelvoorzieningen. Daar waar geen of weinig ruimte beschikbaar is, worden ondergrondse systemen, zoals infiltratieriolen toegepast. We staan open voor innovaties met betrekking tot het vasthouden of hergebruik van hemelwater.

In combinatie met de reguliere onderhouds- en vervangingsmaatregelen continueren we het streven om het rioleringssysteem en de bijbehorende openbare ruimte zoveel mogelijk klimaatbestendig in te richten. We stemmen hierbij af met andere disciplines (bijvoorbeeld ruimtelijke ordening en beheer openbare ruimte) en maken een gezamenlijke afweging. Hierbij liften we zoveel als mogelijk mee met geplande werkzaamheden in de openbare ruimte. Het gaat dan om het zichtbaar maken van water, het verhogen van de belevingswaarde en integratie van water en groen. We benutten de reikwijdte van de zorgplicht riolering om voor maatregelen die bijdragen aan een goed functionerend stedelijk watersysteem uren en middelen beschikbaar te stellen.

Bij ruimtelijke inrichtingen houden wij rekening met de gevolgen van de klimaatverandering om zo waterschade te voorkomen en de gevolgen indien er schade optreedt te beperken. Om toe te werken naar een robuust watersysteem nemen we daarom bij elke ontwikkeling van de openbare ruimte klimaatadaptieve maatregelen en waterrobuustheid mee.

Blijvend aandachtspunt is de bestaande berging op straat. Bij (her) inrichting van en/of aanpassingen in de openbare ruimte dient deze minimaal gehandhaafd te blijven. Bij (her)inrichting en aanpassingen in de openbare ruimte komt het voor dat de hoogte van het maaiveld wordt aangepast (veelal om esthetische overwegingen). Hierdoor leidt eventueel water op straat makkelijker tot schade bij hevige neerslag dan in de oorspronkelijke situatie.

Om de openbare ruimte zo effectief mogelijk te benutten, streeft de gemeente naar het combineren van waterberging, groenvoorzieningen en bijvoorbeeld speelvoorzieningen. We onderzoeken de mogelijkheid van blauwgroene sportparken op gemeentelijk grondgebied. We inventariseren of deze sportparken iets voor waterberging/verdroging kunnen betekenen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 8: Aanleg riolering Oosterikkerstraat in Leende

4.We voeren af indien nodig

Als infiltreren en bergen niet op een doelmatige manier zijn te realiseren, voeren we het hemelwater af. Indien mogelijk naar bestaande oppervlaktewaterstructuren of buffers, die vooral aan de kernranden aanwezig zijn. De ontwerpuitgangspunten voor het rioolstelsel zijn verderop toegelicht in hoofdstuk F: Norm toetsing en ontwerp afvoercapaciteit rioolstelsel.

Samen met het waterschap onderzoeken we of de berging- en afvoercapaciteit van het watersysteem toereikend is en/of er geen onwenselijke beïnvloeding van het oppervlaktewater- en rioleringssysteem optreedt.

5.We beperken de risico’s tijdens extreme neerslag

Het is (economisch) onmogelijk om iedere neerslaggebeurtenis te verwerken in hemelwatervoorzieningen. Om te voorkomen dat tijdens extreme neerslag grootschalige wateroverlast en/of -schade optreedt, hanteren we de volgende voorzorgsmaatregelen:

  • a.

    Voldoende hoog bouwpeil

  • b.

    Geen vrijverval aansluitingen onder wegpeil

  • c.

    Waterslimme inrichting

  • d.

    Aangepast gedrag weggebruikers

  • e.

    Begaanbaarheid calamiteitenroutes

a. Voldoende hoog bouwpeil

Het vloerpeil van (nieuwe) bouwwerken dient minimaal 0,20 m boven het wegpeil te liggen. Hierdoor is altijd een waterbergende schijf van 0,20 m mogelijk in de buitenruimte, voordat het water panden instroomt.

Het (tijdelijk) Omgevingsplan is het meest geëigende instrument om een regeling voor de aanleghoogte (vloerpeil) op de nemen. Een dergelijke regeling kan echter de gewenste flexibiliteit in het bouwproces verkleinen en de gemeente opzadelen met een aansprakelijkheidsprobleem (een onjuiste aanleghoogte kan tot grote schade leiden). Om deze reden willen we in het (tijdelijk) Omgevingsplan de aanleghoogte globaal omschrijven (orde grootte 20 cm boven wegpeil). De aanleghoogte kan dan vervolgens meer gedetailleerd in een grondexploitatieplan of exploitatieovereenkomst worden vastgelegd afhankelijk van de situatie. De ontwikkelende partij dient in een maatwerkoverleg met de adviseur stedelijk water van de gemeente Heeze-Leende het minimaal gewenste vloerpeil en de haalbaarheid daarvan te bespreken.

b. Geen vrijverval aansluitingen onder wegpeil

Conform de voorschriften uit het Bouwbesluit moeten rioolaansluitingen onder straatniveau, bijvoorbeeld van souterrains, lozen via een pomp. Dit voorkomt inpandig uittredend rioolwater bij een hoge waterdruk.

c. Waterslimme inrichting

We richten het straatprofiel bij voorkeur zodanig in dat we tijdelijk ‘water op straat’ kunnen bergen. Daarnaast beperken we de risico’s van afstromend hemelwater door aanpassing van de wegverkanting, het opheffen van obstakels of het aanbrengen van lokale waterkerende constructies.

d. Aangepast gedrag weggebruikers

Het tijdelijk bergen van water op straat vergt een aangepast gedrag van weggebruikers. Door hard rijden kan een zodanige golfslag ontstaan, waardoor water alsnog in panden kan stromen. Daarnaast zijn mogelijk losliggende putdeksels niet/slecht zichtbaar, waardoor het risico bestaat dat personen of voertuigen in een rioolput terecht komen. Daar waar mogelijk en noodzakelijk zullen de hulpdiensten op verzoek van de gemeente wegafzettingen plaatsen.

e. Begaanbaarheid calamiteitenroutes

De begaanbaarheid voor hulpdiensten op calamiteitenroutes bij extreme neerslag kan worden verbeterd. Komende planperiode brengen we inzichtelijk welke maatregelen we daarvoor kunnen treffen.

C - WAT VINDEN WE ACCEPTABEL EN WANNEER GRIJPEN WE IN

De voorgaande paragraaf beschrijft de wijze waarop de gemeente Heeze-Leende met hemelwater wil omgaan. Bij nieuwbouwplannen kunnen deze hoofdprincipes direct toegepast worden. In het grootste deel van de gemeente is de uitgangssituatie het bestaande riool- en watersysteem. In deze gebieden geeft de gemeente in combinatie met reconstructieplannen (werk-met-werk) geleidelijk aan invulling aan de gewenste hemelwaterverwerkingswijze. Om te beoordelen wanneer ingrijpen in bestaande gebieden noodzakelijk is, maakt de gemeente gebruik van de afwegingssystematiek in Tabel 3.

Tabel 3: Afwegingsmethodiek voor gemeentelijk ingrijpen tegen wateroverlast.

Typering

Omschrijving

Aanpak gemeente

Hinder

kortdurende periode van water op straat;

waarbij verkeer nog mogelijk is.

In geval van hinder treffen we niet direct maatregelen. We doen een beroep op het acceptatievermogen van onze inwoners en passanten en aanpassing van hun gedrag. Indien nodig plaatsen we wegafsluitingen om te voorkomen dat water op straat door hekgolven alsnog woningen binnenstroomt;

Ernstige hinder

langer durende periodes van water op straat;

verkeer is niet meer overal mogelijk (ondergelopen tunnels, opdrijvende putdeksels).

In geval van ernstige hinder treffen we als gemeente bij de uitvoering van reconstructiewerken zodanige maatregelen, dat de kans op het optreden aanmerkelijk kleiner wordt.

Schade

economische schade;

gezondheidsschade (ziekten of letsels die direct te relateren zijn aan water op straat);

water in (winkel)panden met materiële schade tot gevolg.

In geval van waterschade treffen we allereerst tijdelijke bovengrondse kostenefficiënte maatregelen om het acute risico op schade te beperken. Ter voorkoming van structurele overlast onderzoeken we mogelijke oorzaken en oplossingsrichtingen en brengen deze, mits doelmatig, ten uitvoer. Het optreden van schade en een ernstige belemmering van het (economische) verkeer vinden we niet acceptabel.

In 2030 is de top 5 van onze hotspots wateroverlast aangepakt. We onderzoeken deze locaties en werken toe naar een maatregelenvoorstel. Het betreft de locaties Nieuwendijk/Ginderover, Strijpertunnel, omgeving Stabrechtspleintje, De Leuren en De Kuiper en omgeving, en Margrietlaan (vanaf Dorpsstraat tot Ranonkelstraat).

D - WATEROPGAVE BIJ NIEUWE ONTWIKKELINGEN

Nieuwbouwplannen van woningbouw en infrastructuur kunnen tot een toename van afvoerend verhard oppervlak leiden. Hierdoor ontstaat een versnelde afvoer van hemelwater met mogelijk wateroverlast tot gevolg. Bij dergelijke ontwikkelingen geldt dan ook het uitgangspunt dat plannen zo veel mogelijk hydrologisch neutraal uit worden gevoerd en dat percelen zo minimaal als mogelijk verhard zijn.

Het Bouwbesluit vereist dat nieuwe bebouwing wordt voorzien van een gescheiden afvoer/verwerking van schoon en afvalwater. Voor de dimensionering van infiltratie-/bergingsvoorzieningen met afvoer naar de bodem en/of riolering hanteert de gemeente als uitgangspunt:

Voor al het nieuw aangelegde verhard oppervlak (dak- en terreinverharding) geldt een bergingseis van 30 mm/m2. Hierbij geldt dat bij sloop / nieuwbouw de ontwikkeling als nieuwbouw wordt beschouwd, en alle verhard oppervlak gecompenseerd dient te worden in een waterbergingsopgave op eigen terrein. Indien afvoer naar oppervlaktewater plaatsvindt, gelden de hydrologische uitgangspunten van de Brabantse waterschappen.

Wanneer er door de ontwikkeling daarnaast meer dan 500 m2 aan verhardingstoename is, gelden voor de toename aan verhard oppervlak aanvullend de eisen van het waterschap. Deze eisen zijn weergegeven in Tabel 4.

Tabel 4: Uitgangspunten vanuit de Brabant Keur voor de bergingseis met betrekking tot de toename van verhard oppervlak als gevolg van een ontwikkeling

Toenameverhard oppervlak (dak- en terreinverharding)

Toelichting

Toename verhard oppervlak

500 - 10.000 m2

Benodigde retentiecapaciteit (m3) =

Compensatie toename verhard oppervlak (m2) * gevoeligheidsfactor * 0,06 (berging 60mm)

De gevoeligheidsfactor is afhankelijk van de geohydrologische kenmerken van de ontwikkellocatie en is beschikbaar via de gemeente en waterschap. De eventuele afvoer naar oppervlaktewater valt onder de uitgangspunten van de algemene beleidsregels van de Brabantse waterschappen.

> 10.000 m2

De wijze van hemelwaterverwerking dient in een waterhuishoudkundig plan (whp) te worden onderbouwd. De richtlijnen voor het whp zijn omschreven in de Hydrologische uitgangspunten van het waterschap. Voor de eventuele afvoer naar oppervlaktewater is een Watervergunning vereist.

Het uitgangspunt is dat de wateropgave binnen het plangebied wordt gerealiseerd. De berging/retentievoorziening moet aan de volgende eisen voldoen:

  • De bodem van de voorziening ligt boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG).

  • De afvoer uit de voorziening vindt plaats via een functionele bodempassage naar het grondwater en/of via een functionele afvoerconstructie naar het hemelwaterriool of oppervlaktewater. Indien een afvoerconstructie wordt toegepast, dient deze een diameter van 4 cm te hebben.

  • Er moet altijd een overloopconstructie zijn voor de afvoer van het overtollige hemelwater.

Bij grote gebiedsontwikkelingen bekijken gemeente en waterschap samen met de initiatiefnemer of er kansen zijn om gelijktijdig met de invulling van de wateropgave de kwaliteit en/of belevingswaarde van de leefomgeving te vergroten. Bijvoorbeeld door vergroening, verdrogingsbestrijding en recreatie.

Afspraken over de invulling van de wateropgave bij nieuwe ontwikkelingen worden vastgelegd in de waterparagraaf of omgevingsvergunning.

E - WATEROPGAVE BIJ AFKOPPELEN

Projecten

Afkoppelen is maatwerk. Bij projecten maken we een doelmatigheidsafweging. Indien doelmatig koppelt de gemeente bij rioolreconstructies openbare verharding af. Alle aangrenzende bebouwing wordt gelijktijdig voorzien van een schoon- en vuilwateruitlegger. Per project wordt beoordeeld of het wel/niet doelmatig (kosten/baten-afweging) is. De gemeente stimuleert particulieren en bedrijven om eigen dak- en terreinverhardingen af te koppelen. Indien doelmatig stelt de gemeente een subsidie beschikbaar waarvoor materiaal (buizen etc.) kan worden aangeschaft. Indien mogelijk wordt de regenpijp aan de voorzijde van het pand in overleg en met toestemming van de bewoners door de gemeentelijke aannemer aangesloten op het regenwaterriool. Wanneer men de achterkant van het perceel eveneens wil afkoppelen dan stellen we daarvoor een subsidie beschikbaar.

Subsidieregeling afkoppelen en groene daken

Om onze inwoners te stimuleren hemelwater van de riolering af te koppelen stellen we subsidie beschikbaar. Dit geldt ook voor de aanleg van een groen dak.

Afkoppelen grote oppervlakken

In 2030 is hemelwater van alle grote (gemeentelijke) gebouwen afgekoppeld van gemengd riool. Het regenwater dat op daken van gemeentelijke gebouwen valt koppelt de gemeente af. Als gemeente hebben we een voorbeeldfunctie naar onze bewoners en bedrijven. Door zelf het voortouw te nemen en actief te communiceren over hetgeen we hebben gedaan en gaan doen, proberen we bewoners en bedrijven te enthousiasmeren. Bij grote aangesloten oppervlakken gaan we partijen afzonderlijk benaderen (woningbouwcorporaties, bedrijven). Voor de benadering van bedrijven zoeken we hierbij de samenwerking met de klimaatmitigatie/energietransitie-opgave.

Uitgangspunten

Voor afkoppelen hanteert de gemeente onderstaande uitgangspunten.

  • Bij wijzigingen in het verhard oppervlak als gevolg van reconstructies en afkoppelen van bestaande gebieden wil de gemeente kansen benutten voor een duurzame(re) verwerking van hemelwater. De gemeente hanteert een bergingscapaciteit van 30 mm/m2 voor al het nieuw aangelegd verhard oppervlak. Aanvullend kunnen voor de toename aan verhard oppervlak eisen van het waterschap gelden (zie Tabel 4).

  • Groene-blauwe daken tellen niet mee bij het bepalen van de hoeveelheid van verhard oppervlak. Er dient dan wel op het betreffende dak een bergingsvoorziening aanwezig te zijn waar voldoende water (30 liter per m2) in geborgen kan worden. Voor het aanleggen van een groen dak kan gebruik gemaakt worden van de afkoppelsubsidie.

  • Hemelwater dat van afgekoppeld verhard oppervlak afstroomt, kan op verschillende manieren worden behandeld. We hanteren de volgende voorkeursvolgorde hier:

    • 1.

      Gebruikmakend van oppervlakkige afstroming (goten en bestaande groenstructuren) om het water tijdelijk te bergen en bovengronds naar de rand van de kernen te transporteren, waar het water verwerkt wordt. Indien mogelijk kan dit nog worden aangewend ten behoeve van droogtebestrijding.

    • 2.

      Door middel van ondergrondse infrastructuur ((infiltratie)-leidingen) overtollig water bergen, infiltreren en naar de rand van de kernen transporteren. Aan de randen wordt het water geborgen, deze berging wordt geledigd door middel van een voorziening (met beperkte afvoer) naar het oppervlaktewater.

    • 3.

      Gebruik makend van lokale voorzieningen het water bovengronds infiltreren.

Bij de uitvoering van maatregelen, welke uit bovenstaande voorkeursvolgorde volgen, wordt bij elke voorziening infiltratie en berging als positief effect gezien. Als laatste optie wordt directe afvoer naar het oppervlaktewater toegepast.

Voor grotere gebieden dient de wijze van hemelwaterverwerking in een waterhuishoudingsplan onderbouwd te worden: zie laatste rij Tabel 4. Hierbij geldt dat na sloop de ontwikkeling als nieuwbouw wordt beschouwd, en alle verhard oppervlak gecompenseerd dient te worden in een waterbergingsopgave.

F - NORM TOETSING EN ONTWERP AFVOERCAPACITEIT RIOOLSTELSEL

Tot op heden heeft de gemeente Heeze-Leende de afvoercapaciteit van het bestaande rioolstelsel gebaseerd op neerslaggebeurtenis Bui08 (herhalingstijd 1x/2j) uit de landelijke Kennisbank Stedelijk Water. Het uitgangspunt hierbij is dat dan geen water op straat optreedt. Indien het bestaande rioolstelsel niet voldoet aan dit uitgangspunt, voert de gemeente in combinatie met reconstructiewerkzaamheden verbeteringsmaatregelen uit.

Om te anticiperen op klimaatverandering ontwerpt de gemeente de afvoercapaciteit van nieuwe of te reconstrueren rioolstelsels op geen water op straat bij neerslaggebeurtenis Bui09 (herhalingstijd 1x/5jaar) uit de landelijke Kennisbank Stedelijk Water. Het gemengde riool wordt getoetst op geen verslechtering bij bui 9 en een controle op de gebeurtenis van een lage afvoer met bui 2 (herhalingstijd 4x/jaar). Indien nodig en in afstemming met het waterschap kan de vuilemissie naar het oppervlaktewater worden berekent.

Aanvullend op bovengenoemde toetsbuien heeft de gemeente het rioolstelsel doorgerekend met een klimaatscenario met verschillende herhalingstijden om kwetsbare locaties te identificeren. Hierbij geldt het uitgangspunt dat geen wateroverlast/schade mag optreden door afstromend hemelwater. Indien hiervan wel sprake lijkt te zijn, treft de gemeente in nieuwbouwgebieden bovengrondse beheersmaatregelen. In bestaande gebieden volgt de gemeente de strategie zoals toegelicht in hoofdstuk C: Wat vinden we acceptabel en wanneer grijpen we in?

We maken onderscheid tussen hydraulische berekeningen bij ‘hevige’ neerslag en de bij de stresstest wateroverlast veel gebruikte ‘extreme’ neerslag. Van ‘hevige’ neerslag spreken we bij buien met herhalingstijden zoals T=2 en T=10. Bij stresstestbuien (met bijvoorbeeld 70 of 90 mm in een uur en herhalingstijden in het jaar 2050 van T=100 en T=250) spreken we van ‘extreme’ neerslag.

G - ONTWERPUITGANGSPUNTEN HEMELWATERVOORZIENINGEN

Om ervoor te zorgen dat hemelwatervoorzieningen goed blijven functioneren, stellen we de volgende eisen aan het ontwerp en de constructie:

  • Toepassing van hemelwatervoorzieningen overeenkomstig de voorkeursvolgorde zoals benoemd onder hoofdstuk B: Hoe gaan we met hemelwater om?

  • Controleerbaar op werking (zichtbaar of toegankelijk).

  • Mogelijkheid tot reiniging, inspectie en onderhoud met gangbare technieken.

  • Aanwezigheid van een overloopconstructie voor de verwerking van piekbuien.

  • Centrale voorzieningen hebben de voorkeur boven decentrale voorzieningen. Dit betekent niet automatisch dat de gemeente ook het onderhoud uitvoert, dit kan bijvoorbeeld ook een vereniging van eigenaren zijn.

H - SAMENWERKING MET PARTNERS

Om invulling te geven aan een meer waterbestendige gemeente zoeken we samenwerking met waterpartners (o.a. Waterschap De Dommel, Waterschap Aa en Maas en omliggende gemeenten) en afstemming met andere beleidsthema’s (weg, verkeer, groen, recreatie) via het uitvoeringsprogramma. De insteek hierbij is dat maatregelen bijdragen aan meerdere doelen en de beschikbare budgetten gezamenlijk effectiever kunnen worden ingezet.

Inwoners en bedrijven kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de realisatie van de hemelwatervisie, door het verminderen van verhardingen, het lokaal bergen van water en afkoppelen van verhard oppervlak. Vooralsnog betrekt de gemeente hen op vrijwillige basis. De gemeente intensiveert hiervoor de algemene en projectgebonden ‘water’ communicatie. In het communicatieplan gericht op duurzaamheid zijn hiervoor lijnen uitgezet die zich richten op het vergroten van bewustwording, het bieden van handelingsperspectief en het uitnodigen om mee te doen.

Het afkoppelen en scheiden van hemelwater in een bestaande situatie is in de huidige situatie voor gemeente Heeze-Leende niet vastgelegd. In de komende planperiode gaan we onderzoeken of het gewenst is om bewoners/bedrijven middels een hemelwaterveroderning/omgevingsverordening te verplichten om medewerking te verlenen op locaties waar wateroverlast is.

De komende planperiode gaan we wateroverlastlocaties die voortkomen uit de klimaatstrestest onderzoeken om te komen tot een oplossing. De mogelijke oplossingen worden in beeld gebracht. Realisatiekosten zijn in dit plan niet voorzien, maar worden separaat aan de gemeenteraad in beeld gebracht

4.4.3 Strategie grondwater

ZORGPLICHT GRONDWATER

Als gemeente dragen we zorg voor het in openbaar gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken mits dit doelmatig is en voor zover er geen verantwoordelijkheid bestaat voor de waterbeheerder of de provincie. De perceeleigenaar is wettelijk gezien primair zelf verantwoordelijk voor het oplossen van zijn eigen grondwaterprobleem.

We continueren ons grondwatermeetnet

Het beheer van ons grondwatermeetnet ligt bij Brabant Water. We continueren onze samenwerking met Brabant Water. De komende planperiode gaan we de meetopstellingen vervangen.

Sturen op het voorkomen van grondwaterover- en onderlast

Vanwege een reeds lage grondwaterstand komen in onze gemeente nauwelijks grondwaterproblemen voor. Bij ruimtelijke ontwikkelingen doorlopen we samen met het waterschap een watertoetsprocedure. Hierbij worden de waterhuishoudkundige randvoorwaarden en effecten van de nieuwe ontwikkeling vastgesteld en beoordeeld. Met het doorlopen van de watertoetsprocedure voorkomen we in de bestemmingsfase dat ‘natte’ gebieden bebouwd worden en/of dat onvoldoende ontwateringsmaatregelen worden getroffen. We ontwikkelen hydrologisch neutraal, en bij voorkeur hydrologisch positief, in gebieden waar mogelijke veranderingen in de grondwaterspiegel als gevolg van deze ingrepen een negatief effect heeft. Waar mogelijk ontwikkelen we hydrologisch positief zodat de zoetwatervoorraad wordt aangevuld ten gunste van langdurige droge perioden en we hiermee mede het risico op grondwateronderlast kunnen beperken.

Als gemeente dragen we zorg voor het in stand houden van de ontwateringsfunctie van drainage (voor zover deze aanwezig is). In nieuwbouw gebieden zijn daarbij de ontwateringsdiepten uit Tabel 5 het te eisen minimum. De ontwateringsdiepten gelden als een inspanningsverplichting. Als gemeente kunnen we niet verantwoordelijk worden gesteld voor het handhaven van de genoemde waarden. Door in nieuwbouwsituaties en bij inbreidingen (extra) hoge peilhoogten te hanteren beperken we het risico op grondwateroverlast verder. Dit moet uiteraard wel mogelijk zijn gelet op de omliggende percelen en aangrenzend openbaar gebied. De voorkeur gaat uit naar ophogen in plaats van de aanleg van drainage. In bestaand gebied streven we naar het behalen van deze normen.

Tabel 5: Minimale ontwateringsdiepten bij nieuwbouw

Functie

Minimaal benodigde ontwateringsdiepte

(meter t.o.v. gemiddeld hoogste grondwaterstand)

Bebouwing met kruipruimte*

0,7

Bebouwing met water- en vochtdichte vloeren*

0,7

Tuinen/groenvoorzieningen

0,5

Hoofdwegen**

1,0

Secundaire wegen en woonstraten**

0,7

* t.o.v. onderkant vloer ; ** t.o.v. de kruin van de weg

Grondwaterconvenant

Brabantse grondwaterpartners hebben een grondwaterconvenant opgesteld.

De bouwstenen van dit convenant zijn:

  • Meer water vasthouden

  • Minder grondwater gebruiken en minder verdamping

  • Ruimtelijke aspecten om dat te bereiken of de gevolgen hiervan te beperken

  • Innovatie

  • Governance

Een concreet doel dat hierin is besproken is dat ten opzichte van referentiejaar 2002 (KRW) in 2027 de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand 10 cm hoger moet zijn in de lagere, peilgestuurde en in sommige gevallen nu al natte delen van Brabant, 20 cm hoger op de flanken, en tot zeker 35 cm op de hoger gelegen infiltratiegebieden.

Dit convenant wordt nog verder afgestemd met gemeenten in Breed Bestuurlijk Grondwateroverleg.

We analyseren de droogtesituatie in onze gemeente

Om inzicht te krijgen in eventuele trends en lokale verschillen in de droogtesituatie analyseren we de meetreeksen van ons grondwatermeetnet.

We werken mee aan initiatieven van derden ten behoeve van droogtebestrijding

In het agrarisch gebied worden de veranderende weersomstandigheden en vooral de droogte in de bedrijfsvoering ervaren. Door in de natte periode het regenwater niet af te voeren, maar vast te houden in sloten of op land, wordt op een natuurlijke wijze het grondwater aangevuld en kunnen de langere periodes van droogtes beter worden overbrugd. Als gemeente en waterschap hebben we een adviserende en faciliterende rol.

We infiltreren hemelwater bij nieuwe ontwikkelingen

Via ons hemelwaterbeleid realiseren we hemelwaterberging bij nieuwe ontwikkelingen en koppelen we af in bestaand gebied. Dit draagt bij aan het tegengaan van wateroverlast, én door het infiltreren van hemelwater naar grondwater houden we water langer vast en faciliteren ook droogtebestrijding hiermee.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 9: Veldbezoek aanpak verdroging

afbeelding binnen de regeling

‘Zonder water, geen later’

Dat is de titel van het eindrapport van de adviescommissie Droogte, over de aanpak van droogte in Brabant. Het eindrapport is op 15 september 2022 gepresenteerd tijdens de Brabantse Waterdag. “De uitkomsten van het advies bevestigen de urgentie van de aanpak van droogte; het (grond)watersysteem en watergebruik moet weerbaar worden voor (langere) periodes van droogte. Er moet op termijn een nieuw evenwicht ontstaan tussen afvoer, onttrekking en aanvulling.

Het advies draagt bij aan de verdieping en verbreding van het politiek en maatschappelijk debat over klimaatadaptatie

en vraagt aandacht voor de droogteproblematiek, ook bij het Rijk.

Dit advies is onderscheidend vanwege de tijdshorizon die reikt tot 2040.”

Bron: Provincie Noord-Brabant (brabant.nl)

Faciliteren bij grondwateroverlast

Van de perceeleigenaren verwachten we dat zij bij eventuele grondwaterproblemen de vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen nemen. Als gemeente toetsen we geen bouwpeilen, we geven alleen randvoorwaarden mee in het kader van de watertoets. We treffen alleen maatregelen indien sprake is van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de functie van het gebied en indien het treffen van maatregelen doelmatig is. Als gemeente zijn we het aanspeekpunt in situaties met grondwateroverlast en hebben een faciliterende rol bij het oplossen van een probleem. We analyseren meldingen en onderzoeken eventuele knelpunten zodat we samen met de perceeleigenaar actief naar een oplossing kunnen zoeken (maatwerk). Bewoners en ondernemers kunnen deze informatie via de gemeente opvragen.

DEFINITIES STRUCTUREEL, NADELIGE GEVOLGEN, DOELMATIG

De gemeentelijke taakopvatting ten aanzien van de begrippen structureel, nadelige gevolgen en doelmatig vullen we als volgt in:

Structureel

Situatie waarbij de minimaal benodigde ontwateringsdiepte gedurende vier weken per jaar wordt overschreden. Voor nieuwbouwgebieden gelden daarbij de ontwateringsdiepten uit Tabel 5. Bestaande gebieden worden afzonderlijk beoordeeld, omdat destijds nog geen ontwateringsdiepten waren geformuleerd. In alle gevallen betreft het een omstandigheid die voor een langere termijn geldt en geen incidentele situatie die bijvoorbeeld kan optreden na extreme neerslag. In dergelijke gevallen laat de wet een normaal maatschappelijk risico bij de perceelseigenaar.

Nadelige gevolgen

Indien in verblijfruimten omstandigheden optreden die tot volksgezondheids-problemen en/of economische schade leiden. De verblijfruimten dienen daarbij te voldoen aan de bouwregelgeving.

Doelmatig

In de toelichting op de wetgeving is ten aanzien van de doelmatigheidsvraag onder andere het volgende geschreven: ‘factoren als de omvang en de duur van de overlast, het aantal getroffen percelen, evenals de functie en de hydrologische toestand van het betrokken gebied, de financiële implicaties alsmede de verschillende mogelijke oplossingen om grondwateroverlast tegen te gaan, kunnen een rol spelen bij de vraag of maatregelen doelmatig zijn’. Bij de doelmatigheidsafweging dient ook te worden nagegaan of eventuele maatregelen niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie behoren. Dit ligt vooral voor de hand in het buitengebied.

Soms wordt overlast veroorzaakt door schijngrondwaterspiegels. Dan is er sprake van stagnerend regenwater in de neerwaartse stroming naar het grondwater. Oplossen van dergelijke situaties is voor rekening van de grondeigenaar. De voorkeursvolgorde voor het lozen van het overtollige grondwater is: doorbreken van de storende laag, lozing op hemelwaterriolering, oppervlaktewater, vuilwater riolering.

Bronneringen

Bij een bronnering wordt tijdelijk grondwater aan de bodem onttrokken om de grondwaterstand te verlagen. Zo kunnen werkzaamheden, zoals de aanleg van bouwwerken en kabels en leidingen, droog worden uitgevoerd. Voor zowel het onttrekken van grondwater als het lozen van het opgepompte grondwater op oppervlaktewater zijn de waterschappen het bevoegd gezag. Voor de lozing van bronneringswater op de riolering zijn we als gemeente het bevoegd gezag.

Als uitgangspunt geldt dat schoon bronneringswater niet op het riool mag worden geloosd, maar dient te worden teruggebracht in de bodem of afgevoerd naar oppervlaktewater. We hanteren daarbij de onderstaande voorkeursvolgorde:

  • 1.

    Retourbemalen op eigen perceel

  • 2.

    Lozen op oppervlaktewater

  • 3.

    Lozen op riolering

De doelstelling is retourbemalen op eigen perceel. Als dat niet mogelijk is dan kan worden geloosd op oppervlaktewater, en indien dat eveneens niet mogelijk is dan op de riolering. In dit geval kunnen we als gemeente onder voorwaarden toestemming verlenen om op het riool te lozen. Het doelmatig functioneren van de riolering mag niet negatief worden beïnvloed door ofwel het volume/debiet van de lozing, ofwel de samenstelling van het te lozen water. De gemeente volgt het beleid van het waterschap en gaat een vergoeding vragen voor het lozen op de riolering. Bij het lozen van grondwater of bronneringen op het vuilwaterriool of regenwaterriool hanteren we aanvullend de volgende uitgangspunten:

Vuilwaterriool

Het lozen van grondwater of bronneringswater op het vuilwaterriool is niet toegestaan tenzij:

  • Het lozen van minimale hoeveelheden < 5m3/uur gedurende een kortere periode. Bijvoorbeeld voor het reinigen/verversen van een zwembad.

  • Het lozen van grondwater en bronneringswater op locaties waar sprake is van een gemengd stelsel kan met een vergunning bij specifieke situaties (vergunningsplicht met maatwerkvoorschriften).

  • Het lozen van grondwater of bronneringswater bij een grondwatersanering kan onder voorwaarden (vergunningsplicht met maatwerkvoorschriften).

Regenwaterriool

Voor het lozen van grondwater of bronneringswater op het regenwaterriool sluiten we aan bij de waterschapsregels uit de Brabant Keur en hierbij gelden op dit moment de volgende uitgangspunten:

  • Geen meldplicht (vergunningsvrij) bij lozingen tot 50 m3/uur.

  • Meldplicht en eventuele maatwerkvoorschriften bij lozingen van 50 tot 100m3/uur.

  • Vergunningsplicht bij lozingen boven de 100m3/uur.

Risicobeheersing

Het grondwater in de kernen wordt middels een grondwatermeetnet gemonitord. Jaarlijks worden de metingen met waterschap geanalyseerd en zodoende krijgen we inzage in (sterke) wisselingen van de grondwaterstand. Op basis van deze analyses kan worden bepaald of maatregelen nodig zijn.

4.4.4 Overige zorgplichten in de waterketen

Strategie drinkwater

ZORGPLICHT DRINKWATER

Overheden die (in)direct betrokken zijn bij de bescherming van drinkwater hebben een verantwoordelijkheid voor de invulling van de zorgplicht drinkwater. Deze zorgplicht is opgenomen in de Drinkwaterwet. De zorgplicht drinkwater geldt zowel voor de bescherming van bronnen van drinkwater als voor de infrastructuur.

Duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening

Duurzaam schoon drinkwater is een gezamenlijke zorg! De zorg voor de bescherming van het grondwater als bron voor drinkwater is verankerd in wet- en regelgeving waarbij elke overheid van lokaal tot nationaal verantwoordelijkheden heeft. Deze zorgplicht is onder meer verankerd in de Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit en de Wet milieubeheer (art.1.2). In de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is gesteld dat “achteruitgang van de kwaliteit van het grondwaterlichaam voorkomen moet worden”. Op provinciaal niveau is het beleid voor onder meer de veiligstelling van de drinkwatervoorziening vastgelegd in de Brabantse Omgevingsvisie en verder uitgewerkt in het Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027. De regels zijn vastgelegd in de Provinciale Omgevingsverordening.

De Provincie Noord Brabant

De Provincie Noord Brabant heeft een uitvoeringsprogramma drinkwaterwinningen Noord Brabant opgesteld. Onderstaande informatie komt uit dit uitvoeringsprogramma.

Drinkwater in Brabant wordt gewonnen uit grondwater. Waterleidingbedrijven Brabant Water en Evides pompen dit grondwater op in 37 waterwingebieden. Van deze waterwingebieden zijn er 23 kwetsbaar voor verontreinigingen door grondgebruik. De overige 14 winningen zijn minder kwetsbaar, doordat het grondwater dat wordt gewonnen tegen verontreinigingen wordt beschermd door slechtdoorlatende kleilagen.

Voor de levering van goed drinkwater is het belangrijk het grondwater waaruit drinkwater wordt gewonnen te beschermen. De provincie Noord-Brabant is beheerder van dit grondwater en geeft middels beleid en regelgeving invulling aan de bescherming. Om goed invulling te kunnen geven aan deze verantwoordelijkheid is inzicht nodig in de risico’s die het bereiken van een duurzaam veilige drinkwatervoorziening in de weg staan. In landelijk verband is afgesproken om dit vast te leggen in zogenaamde gebiedsdossiers.

In de periode 2018 t/m 2020 hebben Provincie Noord-Brabant (als initiatiefnemer en regievoerder) en Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (als penvoerder en medeprocesbegeleider) in samenwerking met de drinkwaterbedrijven, waterschappen en gemeenten voor alle drinkwaterwinningen in Noord-Brabant een gebiedsdossier opgesteld. Hierbij is het landelijk protocol voor het opstellen van gebiedsdossiers uit 2016 gevolgd. Het gebiedsdossier bevat feitelijke informatie over het beschouwde gebied waarmee de problemen en risico’s voor de winning zo volledig mogelijk in beeld komen. Deze problemen en risico’s die er zijn voor het duurzaam veiligstellen van de drinkwaterwinningen vormen de restopgave.

Waterkwaliteitsdoelstelling

  • Geen achteruitgang van de waterkwaliteit (resultaatverplichting);

  • Streven naar verbetering waterkwaliteit met oog op vermindering zuiveringsinspanning (inspanningsverplichting).

Deze doelen moeten uiterlijk 2027 zijn gehaald.

Waterkwantiteitsdoelstelling

De drinkwaterwinning mag geen gevaar lopen vanwege kwantiteitsproblemen:

  • Voor grondwaterwinningen moet hiervoor worden getoetst of de vergunde hoeveelheid te onttrekken grondwater kan worden benut;

  • Bij oppervlaktewaterwinningen moet er rekening mee worden gehouden dat bij verminderde kwantitatieve beschikbaarheid de kwaliteit van het water sterk kan verslechteren vanwege een toename van concentraties van stoffen.

Restricties ten aanzien van waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied in gemeente Heeze-Leende

Voor de bescherming van het grondwater waaruit het drinkwater wordt gewonnen zijn regels vastgelegd in (interim) omgevingsverordening van de Provincie. Hierin zijn ook de beschermingszones opgenomen. De restricties ten aanzien van activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden zijn genoemd in Tabel 6.

De Groote Heide is een waterwingebied binnen de gemeentegrenzen.

Tabel 6: Restricties waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden (Provinciale Milieuverordening)

Activiteit

Waterwingebied*

Grondwaterbeschermings-gebied

Boringsvrije zone

Inrichtingen met (potentieel) voor het grondwater gevaarlijke stoffen

Verboden

Gevaarlijke stoffen verboden, potentieel gevaarlijke stoffen gelimiteerd en met beschermende voorzieningen

Geen restricties

Boorputten en grond- of funderingswerkzaamheden

Verboden

Tot drie meter geen regels.

Dieper dan drie meter mogen alleen boorputten tbv drinkwaterwinning, Wbb en grondwateronttrekkingen waarvoor provincie en waterschap bevoegd gezag zijn; er gelden geen regels

Grondwerkzaamheden onder voorwaarden

Dieper dan tien meter en boven kleilaag onbeperkt; bij bereiken kleilaag zie grondwaterbeschermingsgebied

Buisleidingen

Verboden behalve gasleidingen

Verboden behalve gasleidingen

Geen restricties

Gebouwen, wegen en parkeren

Verboden

Geen uitloogbare materialen (gebouwen) of doelmatige zuivering. Verhard parkeren of tijdelijk onverhard onder voorwaarden.

Geen restricties

Bodemenergiesysteem

Verboden

Verboden

Toegestaan boven kleilaag

Meststoffen

Verboden

Conform Meststoffenwet, geen zuiveringsslib e.d.

Geen restricties

Bestrijdingsmiddelen

Verboden

Conform toelating bestrijdingsmiddelen. Er zijn middelen die geen toelating hebben in grondwaterbeschermings-gebieden en wel daarbuiten. De geldende beperkingen zijn te vinden op het etiket.

Geen restricties

Begraafplaatsen en IBC-bouwstof

Verboden

Verboden

Geen restricties

Strategie oppervlaktewater

De waterschappen en gemeenten hebben een zorgplicht voor het oppervlaktewater. Zij leggen hun waterbeleid vast in regionale waterbeheerplannen.

Het Rijk stelt in het Besluit kwaliteit leefomgeving omgevingswaarden voor luchtkwaliteit, waterkwaliteit, zwemwaterkwaliteit en waterveiligheid. De gemeente kan ervoor kiezen om aanvullende of strengere omgevingswaarden vast te leggen, bijvoorbeeld voor de te behalen waterkwaliteit. Eventuele omgevingswaarden krijgen hun beslag in het Gemeentelijk Omgevingsplan. Uitgangspunt is dat de gemeente (of waterschap) verantwoordelijk is voor het opstellen van een programma bij dreigende overschrijding van de omgevingswaarde, ook als die waarde door rijk of de provincie is vastgesteld.

Bergingsvijvers en watergangen

Standaard worden deze eenmaal per jaar gemaaid. In geval van bijv. het optreden van blauwalg of wanneer het water zuurstofloos dreigt te worden, worden maatwerkacties verricht.

We onderzoeken welke sloten/beken en duikers bijdragen aan de afvoerende functie van het stedelijk watersysteem en stellen hier een beheerplan voor op

4.4.5 Strategie bedrijfsvoering en overig

Inzicht in ons systeem

Binnen stedelijk waterbeheer hebben we te maken met statische en dynamische gegevens. De statische gegevens zijn basisgegevens zoals de afmetingen en hoogtemetingen van putten en leidingen. Deze gegevens worden laagfrequent geïnventariseerd en geactualiseerd. De dynamische gegevens bestaan uit o.a. meldingen, waarnemingen en praktijkmetingen. Deze worden met een hoge(re) frequentie ingezameld.

We houden/brengen de basisgegevens op orde

Betrouwbare en voldoende actuele gegevens zijn de basis voor een goed en (kosten)efficiënt rioleringsbeheer.

Naast het op orde houden van de bestaande gegevens richten we energie nu ook op drainage, duikers, de data van hemelwatervoorzieningen en afgekoppeld verhard oppervlak.

Gegevens worden ontsloten via de centrale landelijke gegevensontsluiting en we bewerkstelligen samen met het waterschap dat de informatie (voor zowel operationeel beheerder als bestuurder) overal toegankelijk is via mobiel, tablet of computer. We optimaliseren ons bestaande meetnet en plegen groot onderhoud aan de verouderde meetapparatuur.

  • We breiden ons beheersysteem uit met ontbrekende gegevens

    We onderzoeken ontbrekende huisaansluitinggegevens en verwerken deze in ons beheersysteem. Daarnaast zetten we gemalen, pompen van randvoorzieningen en meetopstellingen van ons meetnet in het beheersysteem.

  • We onderzoeken het energieverbruik van onze gemalen en drukriolering

  • Sloten/beken die bijdragen aan de afvoerende functie van het stedelijk watersysteem nemen we op in onze blauwe aderstructuur en in ons beheerregime

  • We verwerken de ondergrondse voedingskabels van de drukriolering in ons beheersysteem

    “De ligging van een voedingskabel van een drukrioleringsnet moet volgens de Wet Informatie Uitwisseling Bovengrondse en Ondergrondse Netwerken (WIBON) goed geregistreerd zijn.

Alleen als drukriolering als huisaansluiting is te beschouwen, is/wordt deze vrijgesteld van de WIBON. In alle andere gevallen moet de gemeente de ligging met een zijdelingse nauwkeurigheid van 1 m vast hebben liggen in zijn beheersysteem van het rioleringsnetwerk (en bij de elektraleverancier als de kabel van hem is).”

Bron: Gemeentelijk platform kabels & leidingen

Doelmatig beheer

Onderhoud en vervanging

Door een traditioneel planmatige benadering van het stedelijk watersysteem kunnen we de kwaliteit monitoren en preventief maatregelen treffen. Op basis van inspectieresultaten, klachten en verbeteringsopgaven stellen we een investeringsprogramma voor het vervangen en renoveren van de bestaande riolering op. Hierdoor zijn we in staat om werkzaamheden in de openbare ruimte integraal af te stemmen.

Vervanging van de riolering combineren we zoveel als mogelijk met weg- en/of vernieuwings-werkzaamheden. Op deze manier besparen we als gemeente kosten en wordt hinder tot een minimum beperkt. Per project maken we een afweging tussen vervangen en renoveren. Factoren die daarbij een rol spelen zijn onder andere de planning van andere werkzaamheden in de openbare ruimte, het al dan niet moeten vervangen van huisaansluitingen en de verwachte levensduur van een wijk.

Om het stedelijke watersysteem goed te laten functioneren voeren we periodiek onderhoud uit. Voorbeelden hiervan zijn het reinigen van riolen, kolken, gemalen en het uitvoeren van reparaties. Deze onderhoudsactiviteiten worden volgens een vaste frequentie uitgevoerd.

In onderstaande tabel is onze bedrijfsvoering met betrekking tot de onderhoudsfrequentie van onze rioolvoorzieningen weergegeven. Dit onderhoud stemmen we doelmatig af op de meerjarenplanningen van andere vakdisciplines (verkeer, groen, wegen, ruimtelijke initiatieven, etc.)

afbeelding binnen de regeling

Figuur 10: Aanleg huisuitleggers De Bulders

Kolken

Reiniging

1x per jaar

Huisaansluitingen

Reparatie

Na melding

Vrijvervalriolen

Reiniging

1x per 10 jaar

 

Inspectie

1x per 10 jaar

 

Reparatie

Na inspectie

Gemalen

Reiniging

1x per jaar

 

Inspectie

1x per jaar

 

Reparatie

Na inspectie

Drukriolering

Reiniging

1x per jaar

 

Inspectie

1x per jaar

 

Reparatie

Na inspectie

Persleidingen

Reparatie

Na melding

Regenwaterbuffers

Maaien

1x per jaar

Samenwerking (intern en extern)

We willen nieuwe thema’s in regionaal verband oppakken

Met de huidige samenwerking binnen Waterportaal Zuid-Oost Brabant kunnen we de gemeentelijke watertaken doelmatig invullen. Nieuwe thema’s zoals klimaatadaptatie, de energietransitie en de aanpak van microverontreinigingen zullen meer aandacht vragen, waardoor de noodzaak tot samenwerken en specialiseren verder toeneemt. Waar doelmatig pakken we thema’s op binnen het samenwerkingsverband.

Voor het kunnen realiseren van onze ambities op het gebied van water zien we de waterbeheerder als een logische partner en in drinkwaterbeschermingsgebieden ook de drinkwaterbeheerder. We gaan vroegtijdig in gesprek om af te tasten waar de samenwerking een impuls kan geven aan een voor inwoners en ondernemers betere leefomgeving.

We stellen ons omgevingsgericht op

De thema’s energietransitie, circulaire economie en klimaatadaptatie leiden ertoe dat we over de grenzen van ons eigen werkveld en over de grenzen van onze eigen afdeling werken, zowel intern (bijvoorbeeld de afdeling RO) als extern (bijvoorbeeld de waterschappen). We houden hierbij onze eigen doelen en ambities voor ogen en dragen naar eigen draagkracht bij aan gezamenlijke doelen en ambities. Zo gaan we bijvoorbeeld, vanwege de klimaatopgave, intensiever samenwerken met instanties als de GGD en woningbouwcorporaties. Daarnaast continueren we onze samenwerking met het waterschap. In onderstaand kader is een toelichting opgenomen over de waterbeheerplannen van de waterschappen.

Waterbeheerplannen 2022-2027

De waterschappen stellen een waterbeheerplan (WBP) op voor een periode van zes jaar. Het waterbeerplan schetst de ambities van het waterschap voor de lange termijn en vertaalt deze ambities naar doelen en maatregelen voor de periode van 2022 tot 2027.

Waterschap De Dommel

Het waterschap De Dommel heeft voor 2050 de ambitie gesteld voor een waterhuishouding die robuust, wendbaar en in balans is met de omgeving. Het grond- en oppervlaktewatersysteem kan de grotere weersextremen opvangen door de dempende sponswerking van de bodem en ondergrond in te zetten. Er zijn drie principes gericht op een inhoudelijke sturing aan de watertransitie voor de planperiode van 2022 tot 2027. De drie principes zijn: elke druppel vasthouden en infiltreren waar deze valt; functies passen zich aan het bodem- en watersysteem aan; wat schoon is moet schoon blijven.

Naast de drie inhoudelijke principes hanteert het waterschap ook vier uitgangspunten die typerend zijn voor de werkwijze van de komende planperiode. Het waterschap is een activerende overheid en stelt kaders en agendeert. Daarnaast stimuleert het waterschap anderen om te veranderen middels strengere regelgeving en kaders maar ook via subsidieregelingen. Het waterschap verbreed de huidige wateropgaven naar een integrale gebiedsgerichte aanpak door het benutten van de verwevenheid van bebouwing, landbouw en natuur en een transparante afweging en aanpak van alle belangen en doelen in het gebied. Als laatste, wil het waterschap differentiëren per gebied aan de hand van knelpunten, door de grote verscheidenheid aan gebieden te erkennen middels maatwerk.

Waterschap Aa en Maas

Waterschap Aa en Maas heeft als ambitie “samen, duurzaam, slim en effectief”. De kern van het werk is het waterbeheer goed regelen en zorgen voor goede bescherming tegen overstromingen vanuit de Maas. Een andere kerntaak is een hydrologisch en ecologisch goed functionerend watersysteem in zowel droge als extreem natte tijden. Daarnaast valt een goed transport en goede zuivering van het afvalwater binnen het werkgebied. Voor het waterschap zijn samenwerkingsverbanden op nationaal, provinciaal en regionaal niveau van belang. Hiermee blijft het waterschap krachtig en herkenbaar in de regio, wordt het waterbelang optimaal ingebracht en wordt er tijdig en adequaat ingespeeld op actuele ontwikkelingen.

Middels drie programma’s kunnen de doelen en ambities van het waterschap waargemaakt worden. Dit zijn de programma’s Waterveiligheid, Klimaatbestendig en gezond watersysteem en Afvalwaterketen. Het programma Waterveiligheid is erop gericht bescherming te bieden tegen overstromingen vanuit de Maas en het regionale watersysteem. Hiervoor moeten de waterkeringen periodiek worden getoetst aan veiligheidsnormen. Programma Klimaatbestendig en gezond watersysteem draait om een goed functionerende watersysteem in normale en in extreem droge en natte situaties: klimaatbestendig, robuust, veerkrachtig en stuurbaar. Zowel de kwantiteit als de kwaliteit zijn hierbij van belang. En het programma Afvalwaterketen beschrijft de doelen en activiteiten binnen de afvalwaterketen, het zuiveren van afvalwater staat hierbij centraal.

Het is voor het waterschap belangrijk de maatregelen en de ambities af te stemmen met de partners in en buiten de waterketen. Veel van de wateropgaven van het waterschap hangen direct samen met andere maatschappelijke opgaven en daarbij is afstemming met partners noodzakelijk.

Toetsing water en riolering bij nieuwbouw

We continueren onze interne samenwerking in het vergunningsproces. Een punt wat daarbij extra aandacht behoeft is de toetsing op de verwerking van hemelwater.

We vervangen de riolering waar mogelijk op basis van een wijkgerichte aanpak

Door wijkgeoriënteerd (en het liefst integraal met de andere vakdisciplines) riolering te vervangen kunnen we aansluiten op de hemelwaterstructuur. Door in de samenwerking met een wijkgerichte aanpak te komen kunnen we naast het vernieuwen van het rioolstelsel ook de openbare ruimte vernieuwen. We beginnen daarbij met Weibossen/Geldropseweg en Engelse tuin.

Participatie en communicatie

We zetten een communicatiestrategie op ten behoeve van klimaatadaptatie

Om bewustwording van onze inwoners te stimuleren en hen te motiveren om aan doelstellingen van de gemeente mee te helpen zetten we een draaiboek voor een communicatiestrategie op. Het beleid van de gemeente is leidend.

De strategie bestaat uit: de gemeente kan materialen beschikbaar stellen, en betrekt lokale ondernemers. Ook wordt de afkoppelcoach van de gemeente ingezet bij een wijkgerichte aanpak. Om het afkoppelen meer zichtbaar in de wijk te maken, krijgen percelen die zijn afgekoppeld gedurende een bepaalde periode een afkoppelbord in de tuin. Doel van dit bord is om het gesprek in de wijk over afkoppelen op gang te krijgen en bewoners te enthousiasmeren.

We voeren de dialoog om te komen tot een klimaatbestendige inrichting van de openbare ruimte

Bij de klimaatbestendige inrichting van de openbare ruimte voor bestaand gebied voeren we de dialoog om te komen tot maatwerkoplossingen.

Wijk- en buurtgerichte aanpak voor het verduurzamen / klimaatbestendig inrichten van percelen

Vanaf 2022 zijn we aangesloten bij de organisatie Steenbreek. Om buurten verder te vergoenen gaan we samen met verenigingen of actieve buurtbewoners middagen/avonden organiseren om te informeren en ondersteunen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 11: Dialoog werkzaamheden Schoolstraat

We stellen een subsidieverordening op om het afkoppelen van regenwater en groene daken te bevorderen

De bestaande stimuleringsregeling wordt aangepast en uitgebreid. Om inwoners en ondernemers te stimuleren hun hemelwater af te koppelen gaan we een stimuleringsregeling opzetten waarbij groene daken ook subsidiabel worden. De voorwaarden hiervoor worden nader uitgewerkt in een subsidieverordening.

We stellen een verordening op om op wateroverlastlocaties gezamenlijk onze klimaatopgave te realiseren

De gezamenlijke verantwoordelijkheid in de klimaatopgave geven we duidelijke handen en voeten door een verordening en bijbehorend communicatietraject op te stellen, zodat we ook over een handhavingsinstrument beschikken om op locaties waar wateroverlast optreedt dit (onder andere) middels afkoppelen te reduceren.

We promoten goede voorbeelden om onze inwoners te stimuleren op eigen terrein aan de slag te gaan

Dit doen we door goede voorbeelden te laten zien aan. Ook zetten we bij projecten niet alleen op afkoppelen, maar ook op het vergroenen van voortuinen. Als gemeente investeren we (in bijvoorbeeld een tuinontwerper), zodat onze inwoners kunnen meeliften en inspiratie kunnen opdoen voor het ontharden van hun tuinen.

We zetten een breed scala aan communicatiemiddelen in

Om effectief te kunnen communiceren is een breed aanbod aan communicatiemiddelen beschikbaar. Deze lenen zich in meer of mindere mate voor het bereiken van de communicatiedoelen. Zo richten we ons op social media, lokale media, ontmoetingen, bestuurlijke activiteiten en benutten we contactmomenten (evenementen, bewonersavond). Verder steunen we initiatieven en gaan we de samenwerking aan met onderwijsinstellingen en ondernemers/organisaties.

Wij nemen een faciliterende en stimulerende rol in bij burgerinitiatieven ten aanzien van het inrichten van de openbare ruimte. Wij stimuleren bewoners niet alleen om in gesprek te gaan met ons, maar vooral ook met elkaar om zo samen de schouders eronder te zetten. Onze ambtelijke organisatie heeft hierin een dienstbare houding. Wij verwachten anderzijds ook een actieve rol van onze bewoners, waarin zij zelf bijvoorbeeld buurtdialogen organiseren bij de aanvraag van omgevingsvergunningen of bestemmingsplanwijzigingen.

Om samenwerking te faciliteren zijn wij als gemeente goed bereikbaar via social media, internet en persoonlijk contact en hebben korte lijnen tussen gemeenteraad, gemeentebestuur, inwoners, vrijwilligers en ondernemingen. Als gemeente willen wij zelf het goede voorbeeld geven door meekoppelkansen binnen onze eigen organisatie te benutten (werk met werk).

5 Uitvoeringsagenda

Binnen onze gemeente Heeze-Leende ligt een goed werkend systeem om (afval)water in te zamelen en te verwerken. Dit vormt een belangrijke basis voor al onze werkzaamheden. Deze basis willen we op orde houden en waar mogelijk verbeteren. Hierbij houden we rekening met de zorgplichten.

Door invulling te geven aan de zorgplichten stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater streven we deze doelen na en kunnen we ook (binnen de reikwijdte van de zorgplicht) bijdragen aan de eerdergenoemde ambities en speerpunten. De zorg en verantwoordelijkheid voor het "water" in Heeze-Leende ligt, naast de gemeente ook in handen van waterschap De Dommel, provincie Noord-Brabant, drinkwaterbedrijf Brabant Water en particulieren/ondernemers. De verdeling van de verantwoordelijkheden is wettelijk geregeld. In de volgende paragrafen gaan we verder in op de activiteiten en/of maatregelen die wij als gemeente Heeze-Leende in samenwerking met onze waterpartners en zelfstandig verrichten om invulling te geven aan de ambities en watertaken in dit PSW.

5.1 Gezamenlijk uitvoeringsprogramma

Regionaal werken we samen met Waterportaal partners buurgemeenten, waterpartners zoals waterschap De Dommel, provincie Noord-Brabant, drinkwaterbedrijf Brabant Water, etc. Deze samenwerking continueren we de komende planperiode. We reserveren hiervoor een budget van € 3.000,- per jaar.

5.2 Gemeentelijk uitvoeringsprogramma

Omdat maatregelen bijdragen aan meerdere opgaven zijn de maatregelen gegroepeerd weergegeven per type: planvorming, onderzoek, beheer en onderhoud, uitvoeringsmaatregelen en facilitair/overig.

5.2.1 Planvorming

Planvorming is onmisbaar voor doelmatig rioleringsbeheer. Onderstaande budgetten zijn in de planperiode opgenomen voor planvorming.

Tabel 7: Overzicht planvorming. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2023.

Activiteit

2023

2024

2025

2026

2027

Opstellen maatregelenplan nav inspecties

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

Beheer op orde – riolering/drainage/duikers/huisaansluitingen

€ 12.000

€ 12.000

€ 12.000

€ 12.000

€ 12.000

Financiële jaaranalyse

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

Actualisatie VGRP

 
 
 
 

€ 40.000

Evaluatie PSW

 
 

€ 3.500

 
 

TOTAAL

€ 17.500

€ 17.500

€ 21.000

€ 17.500

€ 57.500

5.2.2 Onderzoek

Om inzicht te behouden en verkrijgen in de toestand en het functioneren van het rioleringssysteem is onderzoek noodzakelijk. Onderstaande budgetten zijn in de planperiode opgenomen voor onderzoek.

Tabel 8: Overzicht onderzoek. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2023.

Activiteit

2023

2024

2025

2026

2027

Inspecteren vrijvervalriool

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

Foutaansluitingen opsporen en herstellen

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

Grondwatermonitoring

€ 6.000

€ 6.000

€ 6.000

€ 6.000

€ 6.000

Waterportaal Zuid-Oost Brabant

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

Onderzoek maatregelen wateroverlastlocaties

€ 50.000

 
 
 
 

Onderzoek afkoppelen grote gebouwen (privaat)

 

€ 10.000

 
 
 

Lozingspunten drukriolering

 

€ 15.000

 
 
 

Afkoppelen gemeentelijke gebouwen

€ 10.000

 
 
 
 

Actualisatie BRP

€ 35.000

 
 
 
 

Ambitie onderzoek divers

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

TOTAAL

€ 127.000

€ 57.000

€ 32.000

€ 32.000

€ 32.000

5.2.3 Cyclisch onderhoud/maatregelen

Onderhoudsinspanningen zijn afgestemd op het in stand houden en goed laten functioneren van het systeem, waarbij risico’s optimaal worden vermeden (assetmanagement). De activiteiten bestaan uit regulier onderhoud en (reactieve) reparaties. De onderhoudskosten maken een significant deel uit van de totale exploitatie van de gemeente Heeze-Leende. Deze kosten bestaan grotendeels uit het jaarlijks onderhoud van rioleringen, gemalen en rand- en hemelwatervoorzieningen.

Tabel 9: Overzicht cyclisch onderhoud. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2023.

Activiteit

2023

2024

2025

2026

2027

Onderhoud (E/M) drukriool, gemalen, randvoorzieningen

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

Reparaties hoofdriool en huisaansluitingen

€ 57.500

€ 57.500

€ 57.500

€ 57.500

€ 57.500

Herstel kolken

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

Reinigen vrijvervalriolering

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

Reinigen pompputten, gemalen en randvoorzieningen

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

Reinigen en inventarisatie duikers

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

Stortkosten rioolslib

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

Reinigen kolken

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

Reparatie nav inspecties

€ 75.000

€ 75.000

€ 75.000

€ 75.000

€ 75.000

Veegkosten & asfaltherstel aansluitingen

€ 24.000

€ 24.000

€ 24.000

€ 24.000

€ 24.000

Vervangen pompen en besturing

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

Periodieke NEN keuringen

 
 
 
 

€ 10.000

Nieuwe huisaansluitingen

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

TOTAAL

€ 289.000

€ 289.000

€ 289.000

€ 284.000

€ 299.000

5.2.4 Vervangings- en verbeteringsmaatregelen

Maatregelen zijn afgestemd op het in stand houden en optimaliseren van het functioneren van het systeem. Ten behoeve van de drie zorgplichten is het van belang dat het functioneren van het stelsel in stand gehouden wordt. Het is dus zaak dat oude leidingen tijdig vervangen worden. Het moment van vervangen wordt gebaseerd op de inspectieresultaten en/of optredende problemen of een mogelijkheid om werk met werk te maken bij door andere disciplines geïnitieerde werkzaamheden. Ten behoeve van de verbetering van de afvoercapaciteit en/of een vermindering van de vuiluitworp worden verbeteringsmaatregelen uitgevoerd. Hieronder zijn de budgetten voor deze maatregelen weergegeven.

Tabel 10: Overzicht vervangings- en verbeteringsmaatregelen. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2023.

Activiteit

2023

2024

2025

2026

2027

Vervangings- en verbeteringsmaatregelen

€ 1.200.000

€1.200.000

€1.200.000

€1.200.000

€1.200.000

Vervangen pompen en gemalen

€ 50.000

€ 100.000

€ 50.000

€ 150.000

€ 50.000

Vervangen meetapparatuur

 

€ 22.000

 
 
 

Kallisto - bijdrage onderzoek / maatregelen

€ 36.500

€ 12.000

 
 
 

TOTAAL

€ 1.286.500

€ 1.334.000

€ 1.250.000

€ 1.350.000

€ 1.250.000

Bijdragen waterpartners

Bij de uitvoeringsprojecten maken we gebruik van de verschillende subsidieregelingen, zoals de de impulsgelden en de bijdragen vanuit het nieuwe beheerplan van waterschap De Dommel. De effecten van deze bijdragen verwerken we in de tussentijdse actualisaties van het kostendekkingsplan.

Voor de werkzaamheden aan de Ginderover Somerseweg ontvangen we circa € 388.000 aan impulsgelden vanuit de Impulsregeling Klimaatadaptatie.

Waterschap De Dommel stelt gedurende de planperiode een cofinanciering (50%) beschikbaar van circa € 450.000. In afstemming met het waterschap mag de gemeente de bedrag aanwenden voor maatregelen die op de uitvoeringsagenda klimaatadaptatie staan, voor zover deze maatregelen bijdragen aan het voorkomen of beperken van wateroverlast, en voor maatregelen ter beperking van de gevolgen van droogte en overstromingen. Deze cofinanciering is niet meegenomen in het kostendekkingsplan omdat de projectramingen nog onvoldoende concreet zijn.

Projectagenda

Vanuit de voorgaande planperiode(n) resteren zijn er projecten die nog in uitvoering zijn of gaan. Dit betreft onder meer de volgende locaties:

  • Oostrikkerdijk (gepland in 2023)

  • Ginderover Somerenseweg (verwacht in 2023-2024)

  • Averbodeweg (verwacht in 2023)

  • Leenderweg (verwacht in 2026, met aangepast budget)

In de aankomende jaren verwachten we het gemiddelde (vrijverval)investeringsbudget (zie tabel 10) in te zetten op de volgende locaties:

 

Jaar

Renovatie riool Dreef

2023

Verbeteren lozingspunten drukriolering

2024

Vervanging en verbetering riool Geldropseweg

2024-2025

Realisatie regenwaterriool Kapelstraat en Jan Deckerstraat

2025-2026

Vervanging en verbetering riool Leenderweg

2026

Vervanging en verbetering riool Weibossen

2027-2032

Vervanging en verbetering riool De Engelse tuin

2032-2037

afbeelding binnen de regeling

Figuur 12: Aanleg riolering De Bulders

5.2.5 Facilitair/overig

Om het stedelijke watersysteem goed te beheren, worden ondersteunende activiteiten verricht en diensten afgenomen. Deze worden gegroepeerd onder ‘Overig’. Ondersteunende aspecten die betrekking hebben op organisatie en financiën zijn opgenomen in hoofdstuk 6.1.

Tabel 11: Overzicht facilitair / overig. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2023.

Activiteit

2023

2024

2025

2026

2027

Inningskosten

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

Bijdrage Rioned

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

Actualisatie rioolbeheersystemen

€ 16.000

€ 16.000

€ 16.000

€ 16.000

€ 16.000

Communicatie

€ 8.000

€ 8.000

€ 8.000

€ 8.000

€ 8.000

Energieverbruik*

€ 55.000

€ 55.000

€ 55.000

€ 55.000

€ 55.000

Waterverbruik

€ 200

€ 200

€ 200

€ 200

€ 200

Verzekeringen

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

€ 2.000

Ingeleend personeel vacatures

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

Kallisto – bijdrage onderhoud (niet BTW-plichtig)

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

€ 2.500

Aanschaf materiaal ( tbv afkoppelsubsidie regenwater)

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

TOTAAL

€ 150.700

€ 150.700

€ 150.700

€ 150.700

€ 150.700

* Voor energieverbruik heeft de gemeente een vast tarief tot en met 2023. Hierna wordt dit opnieuw aanbesteed.

6 Middelen

De vervangingswaarde van het stedelijk watersysteem in de gemeente Heeze-Leende bedraagt ca. € 109 miljoen. Voor het onderhoud en gebruik van dit systeem zijn goede mensen en financiële middelen nodig. In de aankomende planperiode geven we hieraan gemiddeld € 2,7 miljoen per jaar uit. Geld dat bewoners en ondernemers via de rioolheffing bijeenbrengen.

In dit hoofdstuk gaan we in op de benodigde personele en financiële middelen om invulling te geven aan goed en doelmatig rioleringsbeheer in gemeente Heeze-Leende.

6.1 Personele middelen

Om onze ambities te realiseren beschikken we over de volgende personele middelen:

Tabel 12: Beschikbare personele capaciteit

Functie

FTE

Beleidsmedewerker

1,00

Toezichthouder

1,00

Projectleider

0,67

Administratie / Gegevensbeheer

0,48

TOTAAL

3,15

Tabel 13: Overzicht loonkosten en overhead. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2023

Activiteit

2023

2024

2025

2026

2027

Salarissen ruimtelijk domein

€ 252.000

€ 252.000

€ 252.000

€ 252.000

€ 252.000

Overhead

€ 277.000

€ 277.000

€ 277.000

€ 277.000

€ 277.000

TOTAAL

€ 529.000

€ 529.000

€ 529.000

€ 529.000

€ 529.000

Komende periode voeren we een branchestandaardonderzoek (Rioned) uit om eventuele leemtes in kennis en capaciteit inzichtelijk te maken.

6.2 Financiële middelen

We maken onderscheid in exploitatiekosten en investeringsuitgaven.

Bij de exploitatiekosten gaat het om jaarlijkse uitgaven voor beheer- en onderhoudsactiviteiten die nodig zijn voor een goed en doelmatig rioleringsbeheer. De kosten van deze uitgaven worden toegeschreven aan het boekjaar waarin deze worden uitgegeven. De kosten voor beheer en onderhoud worden jaarlijks hoger door algemene prijsstijgingen, stijgingen van de lonen, vergroting van het areaal en uitbreiding van werkzaamheden als gevolg van de Wet gemeentelijke watertaken. Door efficiënter te werken kan de noodzakelijke prijsstijging zoveel als mogelijk worden beperkt.

Investeringsuitgaven bestaan uit vervangingsinvesteringen (bijvoorbeeld rioolvervanging) en verbeterings-investeringen (bijvoorbeeld buisvergroting of afkoppelmaatregelen). Investeringen zijn uitgaven voor zaken die meerdere jaren meegaan en vaak worden gekapitaliseerd. De jaarlijkse kosten die daaruit voortkomen, - de kapitaallasten - bestaan uit rente en afschrijvingen.

Toerekening kosten klimaatadaptatie en andere programma’s

De gemeente draagt vanuit de rioolheffing ook bij aan voorzieningen en activiteiten van andere taakvelden, voor zover deze functioneel bijdragen aan de gemeentelijke watertaken en het waterrobuust & veerkrachtig maken van het stedelijk watersysteem. Bijvoorbeeld verlagingen in het groen waar overtollig water naar kan wegstromen zoals bermen of speelweides, groene daken/gevels die water vasthouden, of waterpartijen voor de opvang van regenwater.

6.2.1 Uitgangspunten

Rioolheffing

  • De rioolheffing per (equivalente) heffingseenheid bedraagt in 2023 € 252,60. Dit komt overeen met het tarief voor de waterverbruiksklasse tot 100 m3 / jaar.

  • De rioolheffing mag op begrotingsbasis maximaal kostendekkend zijn: de geraamde opbrengsten mogen de geraamde lasten niet overstijgen (Gemeentewet artikel 229b).

  • Reserveren voor tariefsegalisatie en/of toekomstige vervangingsinvesteringen – door dotaties aan de voorziening(en) – is toegestaan.

  • Reserveren enkel voor uitbreiding van het voorzieningenniveau is niet toegestaan.

  • De opbrengsten van de rioolheffing mogen niet voor andere doeleinden dan voor het gemeentelijk rioolstelsel (inclusief grond- en hemelwatervoorzieningen) worden aangewend ofwel hebben een relatie met de verbrede watertaken.

  • Kwijtschelding van de rioolheffing (minimabeleid) komt niet voor rekening van het heffingstarief.

Rente & inflatie

  • De rente op nieuwe investeringen en boekwaarden bedraagt 1,1%. Deze rente wordt voor het eerst doorbelast aan het begin van het jaar volgend op de investering.

  • Er vindt geen toerekening van rente plaats op positieve saldi van reserves en/of voorzieningen.

  • Er vindt per jaar 1,5% indexatie van de uitgaven plaats (als gevolg van inflatie).

BTW

  • Jaarlijks belasten we 21% BTW door aan de rioolheffing, op basis van de directe kosten en de (werkelijke) investeringsbedragen.

Voorzieningen

  • Het per 31/12/2022 verwachte saldo van de Voorziening beklemde middelden derden (BBV 44.2) bedraagt € 384.778, en van de Spaarvoorziening (BBV 44.1d) € 1.247.728; dit saldo wordt primair ingezet om de uitgestelde projecten (vanuit voorgaande planperiode) te dekken;

  • Het saldo van de Voorziening mag gedurende de gehele beschouwde periode niet negatief zijn.

  • Er is geen maximum gesteld aan het saldo dat gedurende de beschouwde periode in de voorziening wordt begroot.

Heffingseenheden

  • Het aantal (equivalente) heffingseenheden bedraagt per 1 januari 2023: 8.852. Dit aantal eenheden is berekend uit het totaal aan begrote inkomsten in 2023 (€ 2.236.134) gedeeld door het tarief voor de waterverbruiksklasse tot 100 m3 / jaar;

  • Het aantal (equivalente) heffingseenheden stijgt tot het jaar 2026 met 50% van de woningbouwprognose. Dit komt neer op een totale stijging van 205 eenheden t/m 2026.

Investeringen

  • Het vervangingsschema voor vrijvervalriolering is voor de planperiode bepaald op basis van de geplande investeringen. Daarna is door uit te gaan van een theoretische levensduur van 60 jaar een vervangingslijn bepaald met behulp van de kostenkengetallen uit de Kennisbank Stedelijk Water.

  • Vervangingsschema’s voor rioolgemalen, drukriolering, persleidingen en randvoorzieningen zijn gebaseerd op de theoretische levensduur en kostenkengetallen uit de Kennisbank Stedelijk Water. Deze zijn in een aantal gevallen bijgesteld op basis van gemeentelijke ervaringscijfers.

  • Via de spaarvoorziening sparen we voor de vervangings- en verbeteringsmaatregelen. Wanneer het aanwezige spaarsaldo onvoldoende is om het gehele investeringsbedrag af te dekken, wordt het restbedrag geactiveerd en vindt lineaire afschrijving plaats (startend in het jaar volgende op de investering) over de volgende termijnen:

    • Bouwkundige onderdelen: 60 jaar.

    • Elektro-/mechanische onderdelen: 10 jaar (meetopstellingen), 15 jaar (drukriolering), 20 jaar (gemalen) of 25 jaar (pompen randvoorzieningen)

De basisregels uit het BBV schrijven voor dat investeringen geactiveerd worden: het investeringsbedrag wordt gedekt door een krediet, waaruit jaarlijkse kapitaallasten (rente en afschrijving) volgen. Het BBV biedt de mogelijkheid om jaarlijkse spaarbedragen in het tarief op te nemen, waarmee het te activeren bedrag verminderd mag worden. Wanneer vooraf voldoende gespaard is, kan bereikt worden dat er nog maar €0,- geactiveerd hoeft te worden. Er ontstaat dan geen nieuwe boekwaarde (“restschuld”) en dus ook geen nieuwe kapitaallasten.

6.2.2 Kostendekkingsplan

De hiervoor beschreven kosten en de beschreven uitgangspunten, leiden tot het volgende uitgavenpatroon voor de gemeente Heeze-Leende in de periode 2023 t/m 2082:

afbeelding binnen de regeling

Figuur 13 - Verwacht uitgavenpatroon gemeente Heeze-Leende, 2023 t/m 2082. Bedragen op prijspeil 2023.

In Heeze-Leende wordt al geruime tijd volgens de BBV mogelijkheden gespaard, om hiermee de te activeren bedragen zo ver mogelijk terug te dringen. Uitgangspunt hierin is zorgen voor voldoende spaarbedragen om het ontstaan van nieuwe rioleringsboekwaarde te voorkomen. Het boekwaardeverloop (zie figuur 14) beperkt zich dan tot het afbouwen van de huidige boekwaarde, ontstaan uit investeringen uit het verleden.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 14 - Verwacht boekwaardenverloop gemeente Heeze-Leende, 2023 t/m 2082. Bedragen op prijspeil 2023.

Het uitgavenpatroon in Figuur 13, in combinatie met het boekwaardeverloop uit Figuur 14, leidt tot het lastenpatroon zoals weergegeven in Figuur 15. Hierin zijn ook de benodigde totale inkomsten weergegeven. Uitgangspunt hierbij is dat er geen constante – beleidsmatige – stijging van de rioolheffing is, maar dat er slechts periodiek een tariefsverandering plaatsvindt, waarbij de investeringen voor de eerstvolgende 10 jaar volledig gedekt kunnen worden uit de spaarvoorziening. In tussentijdse herzieningen van het kostendekkingsplan / PSW kan dit beeld steeds veranderen, met name als gevolg van gewijzigde investeringsprioriteiten en optredende kostenstijgingen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 15 - Verwacht lasten en baten verloop gemeente Heeze-Leende, 2023 t/m 2082. Bedragen op prijspeil 2023.

De benodigde inkomsten uit de rioolheffing zijn in onderstaande grafiek vertaald naar de verwachte benodigde rioolheffing. Hierbij gaat het om het tarief voor woningen met een waterverbruik tot 100 m3 per jaar.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 16 - Verwacht verloop rioolheffing (tarief bij waterverbruik tot 100 m3 per jaar) gemeente Heeze-Leende, 2023 t/m 2082. Bedragen op prijspeil 2023.

Ter bevordering van lastenegalisatie worden verschillen tussen totale baten en lasten verwerkt in een tariefs-egalisatievoorziening. Om minder investeringen te hoeven activeren en daarmee de minder rente- en afschrijvingslasten te hebben we een spaarvoorziening. Het verwachte saldoverloop van deze voorzieningen zijn weergegeven in Figuur 17.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 17 - Verwacht verloop egalisatievoorziening en spaarvoorziening gemeente Heeze-Leende, 2023 t/m 2082. Bedragen op prijspeil 2023.

Alternatieve scenario’s

In de hiervoor beschreven resultaten is de beleidsmatige tariefsverandering beperkt tot 1x per 10 jaar, om zo alle investeringen met spaarbedragen te kunnen afdekken. Dit leidt tot een tariefstijging van 18,1% in 2024 (tot €298,23), nog jaarlijks te vermeerderen met een index op basis van optredende inflatie.

Voordeel: Door de grotere tariefsverandering ontstaat een stabielere heffing en robuuste financiële dekking. Binnen de 10-jaars perioden kunnen lastenverschuivingen goed gebufferd worden.

Nadeel: Het tarief stijgt op korte termijn relatief snel.

Als alternatief is er gekeken naar de volgende twee scenario’s:

Alleen vervangen, niet verbeteren > Onvoldoende klimaatadaptief

Circa 2/3 van het huidige areaal bestaat uit gemengde riolering. Wanneer we dit systeem bij vervangingen in dezelfde staat terugbrengen, in plaats van het om te bouwen naar gescheiden riolering, kan het verwachte jaarlijkse investeringsbudget voor vrijvervalriolering met 20% omlaag (van €1,2 naar €1,0 miljoen per jaar).

Voordeel: Een structureel lagere heffing ten opzichte van het basisscenario (circa €30,- ofwel 10%)

Nadeel: Ambities ten aanzien van klimaatadaptatie worden niet behaald; overlast vervuild hemelwater neemt toe. Dit leidt tot extra (calamiteiten-)kosten.

Klimaatadaptief met nieuwe kapitaallasten

Als het tarief niet ineens, maar in kleine stappen beleidsmatig verhoogd wordt, is de tariefontwikkeling op korte termijn (0-10 jaar) gunstiger. Echter, de spaarbedragen kunnen dan onvoldoende meestijgen en dat leidt tot nieuwe boekwaarden en kapitaallasten. Bij stijgende rentes levert dat in de toekomst extra nadelen op.

Voordeel: Op korte termijn een lagere heffing ten opzichte van het basisscenario (eerste 8 jaar);

Nadeel: Op langere termijn een hogere heffing, versterkt door toegenomen boekwaarden met een langjarige toename van het ‘renterisico’ in het tarief tot gevolg

Deze scenario’s zijn in Figuur 18 en Figuur 19 samengevat in een vergelijkend verloop van de benodigde rioolheffing en restschuld. Hierin is ook het effect verkend van een hogere rente (5%, in plaats van 1,1%) op de boekwaarde.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 18 - Alternatieve scenario's rioolheffing gemeente Heeze-Leende, 2023 t/m 2082. Bedragen op prijspeil 2023.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 19 - Alternatieve scenario's boekwaardeverloop gemeente Heeze-Leende, 2023 t/m 2082. Bedragen op prijspeil 2023

De verschillen in heffingsverloop, als gevolg van het minder snel sparen, dempen uit op langere termijn. Dat komt door het relatief gunstige financiële vertrekpunt van de gemeente Heeze-Leende: ook bij minder snel sparen wordt er nog altijd veel nieuwe kapitaallasten voorkomen. Wel verdubbelt gaandeweg de boekwaarde, waardoor toekomstige renteveranderingen sneller voor onvermijdelijke nadelen zullen zorgen. Dit is te zien in de stippellijnen.

Alles activeren?

Wanneer de spaarmethode volledig zou worden losgelaten, kan het huidige jaarlijkse spaarbedrag (€730.000 in 2023, verhoogd naar €1,2 miljoen per jaar in de planperiode) komen te vervallen. Alle investeringen worden dan voortaan volledig geactiveerd. Dit leidt op korte termijn weliswaar tot een lagere heffing, maar op langere termijn tot een restschuld die 40 maal hoger ligt dan nu.

Deze restschuld van €40 miljoen levert een zeer sterke – en structurele - rente-afhankelijkheid op. Zelfs met de huidige lage rentepercentages (1,1%) krijgen de totale jaarlijkse kapitaallasten uiteindelijk al weer een omvang vergelijkbaar met het weggevallen spaarbedrag.

Bij hogere rentepercentages neemt dit structurele nadeel – voor toekomstige generaties – steeds verder toe. Ter illustratie: bij 5% rente zou de rioolheffing uiteindelijk verdubbelen tot €500,- (excl. indexaties), waarbij deze vanaf 2048 al structureel hoger zou zijn dan de beide hier gepresenteerde, klimaatadaptieve spaarvarianten.

6.2.3 Rioolheffing en risico’s

Bij de interpretatie van de resultaten in dit hoofdstuk dient rekening te worden gehouden met de (actuele) onzekerheden die de rioolheffing zullen beïnvloeden, zoals kostenontwikkelingen van (bouw)materialen, energiekosten, rentestijgingen en toenemende opgaven rondom klimaatadaptatie.’

Om een kostendekkende rioolheffing te behouden, dient de in Figuur 16 weergegeven rioolheffing jaarlijks te worden geïndexeerd op basis van de optredende inflatie. Jaarlijks wordt, bij het vaststellen van de nieuwe jaarbegroting, het te hanteren indexatiepercentage bepaald. Naast deze indexatie moet tenminste de beleidsmatige verhoging behouden blijven voor een kostendekkende rioolheffing. Wanneer het werkelijk aantal eenheden achterblijft, zal het tarief naar rato daarvan extra verhoogd moeten worden, bovenop de indexatie en beleidsmatige verhoging.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad voornoemd, d.d. 6 februari 2023

P.J.J. Verhoeven, de voorzitter

P. Hertog, de griffier

Bijlage A – Wet- en regelgeving

  • A)

    EUROPEES

    • 1.

      Europese Kaderrichtlijn Water

  • B)

    NATIONAAL

    • 1.

      Waterwet (Ww)

    • 2.

      Wet Milieubeheer (Wm)

    • 3.

      Zorgplichten Afval-, Hemel-, en Grondwater

    • 4.

      Lozingen besluit Afvalwater (Wm)

    • 5.

      Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo)

    • 6.

      Wet Informatie Uitwisseling Bovengrondse en Ondergrondse Netten en Netwerken (Wibon)

    • 7.

      Basisregistratie Ondergrond

    • 8.

      Wet op lijkbezorging en besluit op lijkbezorging (1991)

    • 9.

      Nationaal Waterplan 2022-2027

    • 10.

      Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) + addendum

    • 11.

      Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten

    • 12.

      Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie

    • 13.

      Omgevingswet

    • 14.

      Drinkwaterwet en drinkwaterbesluit

NADERE INFORMATIE: ZIE WWW.INFOMIL.NL

A.1 (EUROPEES) KADERRICHTLIJN WATER (2009)

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht op Europees niveau de kwaliteit van watersystemen te verbeteren, onder meer door lozingen te reduceren. Verder is het de bedoeling het duurzame gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te verminderen. Naast een verbetering van de waterkwaliteit is het streven de Europese waterwetgeving te harmoniseren, uiterlijk in 2015.

De KRW stelt voor alle water een ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Vooral voor water met een verhoogde natuurdoelstelling kan verwacht worden dat nog grote inspanningen geleverd moeten worden. De toekomstige invulling van het waterkwaliteitsspoor wordt sterk gerelateerd aan de bedoelingen van de KRW.

Op basis van gebiedsrapportages worden de monitoringsprogramma’s en beheersplannen voor heel Nederland en Europa opgesteld. Kenmerkend voor de KRW is dat er sprake is van een resultaatsverplichting in plaats van de inspanningsverplichting die voorheen gebruikelijk was.

B.1 (NATIONAAL) WATERWET

De Waterwet heeft acht bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland vervangen. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. De wet is gericht zijn op het bereiken van doelstellingen van watersystemen (stroomgebieden), met een verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken overheden. Tevens is de wet gericht op een adequaat instrumentarium voor de uitvoering van het waterbeleid. Dit betreft dan vooral een vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten.

Door de Waterwet zijn Waterschappen, Gemeenten en Provincies beter in staat wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Op grond van toegekende functies worden eisen gesteld aan de kwaliteit en inrichting van het water.

Watervergunning

De Watervergunning integreert alle vergunningstelsels van de verschillende waterwetten. Daarmee gaan zes vergunningen uit de eerdere waterbeheerwetten op in één Watervergunning. Het gaat hierbij om een scala van handelingen in watersystemen die voorheen door de afzonderlijke wetten werden gereguleerd, zoals het lozen van verontreinigende stoffen op het oppervlaktewater, het onttrekken van grondwater of het dempen van een sloot.

Veel activiteiten vallen onder algemene regels, waarvoor geen watervergunning nodig is; in deze gevallen kan dan met een melding worden volstaan. Lozingen van hemelwater uit het gemeentelijk rioolstelsel bijvoorbeeld vallen niet meer onder vergunningplicht (voorheen Wvo-vergunning), maar onder algemene regels. Bevoegd gezag kan Rijkswaterstaat, het Waterschap of de Provincie zijn.

Activiteiten waarvoor een Watervergunning nodig is, zijn:

  • Stoffen in een oppervlaktewaterlichaam brengen;

  • Afvalwater in een oppervlaktewaterlichaam lozen of rechtstreeks (dus niet via de gemeentelijke riolering) afvoeren naar een rioolwaterzuiveringsinrichting;

  • Stoffen in zee brengen;

  • Een waterstaatswerk of beschermingszone gebruiken (aanleg, wijzigen, verwijderen);

  • Een waterstaatswerk is een oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk (bijv. een sluis of stuw);

  • Water in de bodem brengen of eraan onttrekken;

  • Grondwater onttrekken of in samenhang daarmee water in de bodem brengen (infiltreren). Ook onttrekkingen in verband met bodemenergiesystemen vallen in deze categorie;

  • Water in een oppervlaktewaterlichaam brengen of eraan onttrekken;

  • Grote hoeveelheden water in een oppervlaktewaterlichaam lozen of daaraan grote hoeveelheden onttrekken.

B.2 (NATIONAAL)WET MILIEUBEHEER

De Wet Milieubeheer (Wm) bevat verschillende onderdelen die specifiek van toepassing zijn op watergerelateerde onderwerpen, zoals indirecte lozingen, de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater en het gemeentelijk rioleringsplan.

De Wm kent naast watergerelateerde onderwerpen ook onderdelen die van grote relevantie zijn voor waterzaken. Te denken valt aan de afvalstoffenregelgeving, de coördinatie bij vergunningverlening en de samenwerking tussen bevoegde gezagen. Samen met de Waterwet biedt de Wm de wettelijke grondslag voor een aantal uitvoeringsbesluiten en de gemeentelijke afval-, hemel-, en grondwaterzorgplichten.

B.3 (NATIONAAL)ZORGPLICHTEN AFVAL-, HEMEL- EN GRONDWATER

Zorgplicht stedelijk afvalwater

De zorgplicht stedelijk afvalwater valt onder de Wet Milieubeheer (in toekomst onder Omgevingswet). In artikel 10.33 is de wettelijke verplichting vastgelegd:

  • 1.

    De gemeente draagt zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, door middel van een openbaar vuilwaterriool naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van de Waterwet.

  • 2.

    In plaats van een openbaar vuilwaterriool en een inrichting als bedoeld in het eerste lid kunnen afzonderlijke systemen of andere passende systemen in beheer bij een Gemeente, Waterschap of een rechtspersoon die door een Gemeente of Waterschap met het beheer is belast, worden toegepast, indien met die systemen blijkens het gemeentelijk rioleringsplan eenzelfde graad van bescherming van het milieu wordt bereikt.

Zorgplicht hemelwater

De zorgplicht hemelwater valt onder de Waterwet (in toekomst onder Omgevingswet). In artikel 3.5 is de wettelijke verplichting vastgelegd:

  • 1.

    De gemeente draagt zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen.

  • 2.

    De gemeente draagt tevens zorg voor een doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater. Onder het verwerken van hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater van ingezameld hemelwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk.

Zorgplicht grondwater

De zorgplicht grondwater valt onder de Waterwet (in toekomst onder Omgevingswet). In artikel 3.6 is de wettelijke verplichting vastgelegd:

  • 1.

    De gemeente draagt zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het Waterschap of de Provincie behoort.

  • 2.

    De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk.

B.4 (NATIONAAL)LOZINGENBESLUITEN AFVALWATER

Afvalwaterlozingen worden tegenwoordig hoofdzakelijk geregeld via algemene regels (AmvB’s). Uitgangspunt: de lozer mag niets doen waarvan hij kan verwachten dat het problemen oplevert voor het riool, de zuivering of het (water)milieu. Er is een indeling gemaakt naar drie categorieën:

Particulieren: Besluit lozing afvalwater huishoudens

Bedrijven:Besluit lozen inrichtingen

Openbaar gebied:Besluit lozen buiten-inrichtingen

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Het besluit bevat regels voor het lozen van afvalwater door particulieren. Huishoudens hebben geen vergunning of ontheffing nodig om hun afvalwater te lozen, maar moeten zich wel houden aan regels die moeten voorkomen dat de kwaliteit van bodem en oppervlaktewater niet mogen worden aangetast. Dat betekent onder meer dat afvalwater alleen in het oppervlaktewater of in de bodem mag worden geloosd als het gezuiverd is.

Besluit lozen inrichtingen

Het besluit maakt onderscheid tussen directe en indirecte (via riolering) lozingen. De indirecte lozingen worden weer onderscheiden in lozingen op een ‘schoonwaterriool’ en een ‘vuilwaterriool’. De eisen aan de lozingen op schoonwaterriolen zijn strenger dan die op een vuilwaterriool, omdat die lozingen direct in het milieu terechtkomen. De houder van het hemelwater moet het hemelwater op verantwoorde wijze terugbrengen in het milieu. Lozing op een vuilwaterriool is alleen toegestaan als een directe lozing of een lozing op een schoonwaterriool niet mogelijk is.

Besluit lozen buiten inrichtingen

Het besluit heeft betrekking op een breed scala aan lozingen die buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer plaatsvinden. Het gaat bijvoorbeeld om lozingen uit gemeentelijke rioolstelsels, lozingen van grondwater bij ontwatering van gronden (zoals bronneringswater bij bouwactiviteiten), lozingen van afstromend regenwater van wegen en andere openbare ruimten en lozingen bij gevelreiniging. De lozingen kunnen zowel door ondernemers als overheden plaatsvinden.

Volgens dit besluit is (vrij vertaald) het lozen van afvalwater, afkomstig uit een openbare ontwaterings- of hemelwaterstelsel op of in de bodem toegestaan, mits de ligging van de voorzieningen bekend is, deze goed beheerd worden en hierdoor geen nieuwe problemen ontstaan. Hetzelfde geldt voor het op oppervlaktewater lozen van afvalwater afkomstig van overstortvoorzieningen of nooduitlaten van openbare vuilwaterstelsels.

Het lozen van grondwater bij bodemsanering en proefbronnering op oppervlaktewater of een hemelwaterriool is onder kwalitatieve voorwaarden toegestaan en onder de voorwaarde dat geen wateroverlast plaatsvindt. Het lozen in een vuilwaterriool is niet toegestaan. Indien er redelijkerwijs geen andere mogelijkheid bestaat kan hiervan worden afgeweken met medewerking van het bevoegd gezag.

Het tbv ontwatering lozen van grondwater in oppervlaktewater is onder zowel kwalitatieve als kwantitatieve voorwaarden toegestaan. Lozing op een vuilwaterriool is verboden tenzij het een kortdurende en relatief schone lozing betreft (< 8 weken, < 5 m3/h ,< 300 mg/l onopgeloste stoffen).

B.5 (NATIONAAL)WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. De omgevingsvergunning heeft betrekking op activiteiten die voorheen vergunningplichtig waren onder de volgende wetten en verordeningen:

- VROM-wetten

Woningwet

(bouwvergunning)

Gebruiksbesluit

(vergunning en melding)

Wet milieubeheer

(milieuvergunning en meldingsplicht)

Wet ruimtelijke ordening

(afwijking bestemmingsplan, aanlegvergunning)

- Monumentenwet

(monumentenvergunning);

- Mijnbouwwet

(mijnbouwmilieuvergunning);

- Wet verontreiniging oppervlaktewateren

(indirecte lozingen);

- Flora- en faunawet

(ontheffing).

- Natuurbeschermingswet

(handeling in een beschermd natuurgebied met gevolgen voor habitat en soorten);

- Diverse gemeentelijke en provinciale

(zoals de reclame-, kap-, inrit- en sloopvergunning verordeningen en de aanlegvergunning)

B.6 (NATIONAAL)WET INFORMATIE UITWISSELING ONDERGRONDSE NETTEN (2008)

Om de ernst en de hoeveelheid van graafincidenten in Nederland in te perken is in 2008 de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken ( Wibon ) oftewel de Grondroerdersregeling van kracht geworden. De regeling verplicht zorgvuldiger graven en informatie uitwisseling tussen grondroerders (de gravers) en de kabel- en leidingbeheerders. Informatie uitwisseling voorafgaand aan de graafwerkzaamheden verloopt via een digitaal loket bij het Kadaster.

B.7 (NATIONAAL)BASISREGISTRATIE ONDERGROND

Informatie over activiteiten in de Nederlandse ondergrond moet beter worden vastgelegd. Overheden dienen gegevens over de ondergrond centraal te registreren in een basisregistratie ondergrond (BRO). Dit zorgt voor lagere onderzoekskosten, helpt bij het opstellen van ruimtelijke plannen en bespaart overlast en kosten bij uitvoering van werkzaamheden.

De wet verplicht het Rijk, Provincies, Gemeenten en Waterschappen om nieuwe gegevens over de ondergrond centraal te registreren. Ondernemers en inwoners krijgen gratis toegang tot de gegevens. De basisregistratie bouwt voort op de bestaande landelijke systemen. Dit zijn Data en Informatie Nederlandse.

Ondergrond van de Geologische Dienst Nederland, onderdeel van TNO, en het Bodem Informatie Systeem van Alterra. De registratie zal zorgen dat gegevens vollediger zijn, sneller beschikbaar en eenvoudiger te gebruiken. Het beheer ervan is met het oog op de benodigde expertise in handen van TNO.

De basisregistratie ondergrond wordt de komende jaren stapsgewijs ingevuld. Er wordt gestart met gegevens over sonderingen, grondwater en mijnbouw. Deze informatie is onder meer van belang bij het plannen en uitvoeren van bouwprojecten, het verzorgen van drinkwatervoorziening en het winnen van natuurlijke hulpbronnen.

B.8 (NATIONAAL)WET OP DE LIJKBEZORGING EN BESLUIT OP DE LIJKBEZORGING (1991)

In de Wet op de lijkbezorging (Wlb) zijn bepalingen opgenomen omtrent begraving. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen op grond van die wet regels worden gesteld over onder meer de inrichting van het graf en de afstand van de graven onderling. In het Besluit op de lijkbezorging (Blb) is daaraan gevolg gegeven.

Uit de artikelen 40 en 41 Wlb kan worden afgeleid dat burgemeester en wethouders bevoegd gezag zijn met betrekking tot (bijzondere) begraafplaatsen.

Artikel 5 Besluit op de lijkbezorging

  • 1.

    De afstand tussen de graven onderling bedraagt ten minste dertig centimeter.

  • 2.

    Boven de kist of het omhulsel bevindt zich een laag grond van ten minste vijfenzestig centimeter.

  • 3.

    Ten hoogste drie lijken mogen boven elkaar worden begraven, mits boven elke kist of ander omhulsel een laag grond van ten minste dertig centimeter dikte wordt aangebracht, die bij een volgende begraving niet mag worden geroerd. Ten aanzien van de bovenste kist of het bovenste omhulsel is het tweede lid van toepassing.

  • 4.

    De graven bevinden zich ten minste dertig centimeter boven het niveau van de gemiddeld hoogste grondwaterstand.

  • 5.

    Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing op bestaande graven.

  • 6.

    Dit artikel is niet van toepassing op grafkelders.

De belangrijkste bepaling in relatie tot grondwater is die van het vierde lid. In samenhang met het derde lid kan worden vastgesteld hoe diep het grondwaterpeil moet zijn als er in meerdere lagen boven elkaar wordt begraven.

B.9 (NATIONAAL)NATIONAAL WATERPLAN 2016-2021

Het Nationaal Waterplan (NWP) is het rijksplan voor het waterbeleid voor de periode 2016-2021. Het NWP beschrijft welke maatregelen nodig zijn om Nederland ook in de toekomst veilig en leefbaar te houden. Ook de (economische) kansen die water biedt komen in het NWP aan bod.

In de bijlage van het NWP zijn stroomgebiedbeheerplannen opgenomen. Deze geven aan hoe de waterkwaliteit in een bepaald gebied kan verbeteren. Nederland ligt in de stroomgebieden Rijn (Waal), Maas, Schelde en Eems.

B.10 (NATIONAAL) BESTUURSAKKOORD WATER (2011)

In het Bestuursakkoord Water hebben overheden en drinkwaterbedrijven afspraken gemaakt over verbetering van de organisatie van het waterbeheer. Deze afspraken leiden tot meer transparantie, duidelijke verantwoordelijkheden, minder bestuurlijke drukte, optimalisatie in transport en zuivering van afvalwater, een beheersbaar programma voor de waterkeringen en het realiseren van slimme samenwerkingsvormen. Hierdoor blijft waterbeheer betaalbaar. De ambitie is om vanaf 2020 jaarlijks structureel 750 miljoen euro te besparen op de stijgende kosten voor veiligheid en waterbeheer.

In het Addendum BAW staan aanvullende afspraken over de volgende onderwerpen:

  • Bruikbare en toegankelijke data en informatie binnen de watersector

  • Cybersecurity binnen de watersector

  • Samenwerking tussen gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven

  • Implementatie Omgevingswet in de waterketen.

B.11 (NATIONAAL) BESLUIT BEGROTING EN VERANTWOORDING PROVINCIES EN GEMEENTEN

Ten behoeve van meer transparantie heeft de commissie BBV (commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) richtlijnen opgesteld voor de bepaling van de rioolheffing. De commissie BBV spoort gemeenten en provincies aan om deze aanbevelingen te volgen omdat dat naar haar oordeel bijdraagt aan het inzicht in de financiële positie.

B.12 (NATIONAAL) DELTAPLAN RUIMTELIJKE ADAPTATIE

Het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk. Het Deltaplan RA versnelt en intensiveert de aanpak van wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen.

B.13 (NATIONAAL) OMGEVINGSWET

De Omgevingswet is een integrale wet die de kwaliteit van de leefomgeving borgt en tegelijkertijd ontwikkeling stimuleert. Sleutelbegrippen in de toepassing van de wet zijn eenvoud & efficiency, (integrale) samenwerking, regionaal maatwerk en verbinding naar externe partners.

B.14 (NATIONAAL) DRINKWATERWET EN DRINKWATERBESLUIT

De Drinkwaterwet en het drinkwaterbesluit gaan vooral over de drinkwaterkwaliteit van het kraanwater in Nederland. De overheid heeft hiervoor kwaliteitseisen vastgelegd, bijvoorbeeld over hoeveel stoffen en organismen er maximaal in het kraanwater mogen voorkomen. In de Drinkwaterwet is een specifieke zorgplicht, gericht aan alle bestuursorganen opgenomen om te zorgen voor de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening. Daarnaast hebben ook installateurs ermee te maken. Zij mogen bijvoorbeeld alleen goedgekeurde producten zoals kranen en leidingen gebruiken en die op een bepaalde manier toepassen om te voorkomen dat het kraanwater vervuild raakt.

NADERE INFORMATIE?

Nadere informatie over waterbeleid kunt u vinden op:

www.helpdeskwater.nl

www.infomil.nl

www.riool.net

www.stowa.nl

www.wetten.overheid.nl

www.samenwerkenaanwater.nl

www.ruimtelijkeadaptatie.nl

www.omgevingswet.nl

Bijlage B – Evaluatie planperiode 2016 t/m 2021

Onderstaand is waar van toegevoegde waarde een toelichting gegeven op de status van de doelen en ambities die in vorige planperiode zijn gesteld.

Ambities en opgaven

Tabel 14 - Status ambities en opgaven voorgaande planperiode

Doelen en ambities 2016 t/m 2021

Toelichting

Anticiperen op klimaatverandering

 

Focus op de openbare ruimte en meeliften met reconstructies

Afgelopen jaren is met reconstructies invulling gegeven aan de vervangingsopgave, maar is daarnaast de omgeving meegenomen. Een mooi voorbeeld hiervan is de Schoolstraat. De Schoolstraat is vooorzien van een gescheiden. Gemeentehuis en school zijn in het project meegenomen, waarbij regenwater is afgekoppeld. Samen met bewoners zijn geveltuinen gerealiseerd.

Robuuste waterstructuren Bovengrondse maatregelen

In het hemelwaterstructuurplan dat we hebben opgesteld in 2014 hebben we ons op robuuste ondergrondse voorzieningen gericht. Nu klimaatadaptatie (droogte, waterbewustzijn) meer aandacht heeft gekregen verleggen we de focus naar ook bovengrondse voorzieningen.

Voor niewbouwwijk De Bulders hebben we samen met het waterschap onderzocht of nieuwe sanitatie een optie is. Na een langere periode bleek dat de wijk daar voor te klein was.

Combineren blauwe en groene voorzieningen

We gaan meer kijken naar oppervlakkige en bovengrondse inrichting, ook in het kader van klimaatadaptatie. Ook in het groenbeleidsplan wordt hier rekening mee gehouden.

Meer inzicht in functioneren (afval)watersysteem

 

Continueren huidige meetnet riolering

Op basis van metingen zijn instellingen gewijzigd aan gemalen, om zodoende het rioolstelsel optimaal te laten functioneren.

Continueren huidige meetnet grondwater

Meetgegevens van het grondwatermeetnet worden gedeeld, zodat andere partijen gebruik kunnen maken van gegevens.

Differentiatie beschermings- en onderhoudsniveau

 

Onderhouds- en beschermingsniveau wordt gedifferentieerd op basis van praktijkervaringen en expert judgement (“vakmanschap”)

Dit hebben we nog niet uitgevoerd. Inmiddels is wel alles geïnspecteerd, maar niet gedifferentieerd. Momenteel is de verwachting dat dit geen aandachtspunt is voor komende planperiode. De inspectiebeelden geven geen aanleiding tot differentiatie.

De inspectiebeelden zijn in eerste instante gebruikt om prioriteiten te stellen in vervangingsplanningen.

In de toekomst kan worden gedifferentieerd voor hemelwaterriolering. Nu is dit nog niet relevant in verband met het relatief kleine aandeel aan hemelwaterriolering dat we nu hebben.

Duurzaamheid in de gemeentelijke watertaken

 

Duurzaamheid is een belangrijk selectiecriterium bij de inkoop van werken / diensten

We zijn aangesloten bij Bizob. Zij regelen de inkoop en duurzaamheid en social return zijn een vast onderdeel in de procedure daar.

Duurzaamheidsactiviteiten en -implementatie vanuit regio

 

Communicatie watertaken

 

Actief de dialoog aangaan met inwoners tijdens een ‘waterdag’

We hebben ons niet specifiek op een waterdag gericht. In april 2022 heeft het festival ‘Duurzaam Vooruit’ plaatsgevonden. Enthousiaste deelnemers hebben veel inwoners wegwijs gemaakt in de mogelijkheden om je leven duurzamer in te richten. De afkoppelcoach van Heeze Leende heeft bewoners geënthousiasmeerd.

Wat betreft de communicatie met inwoners werken we veel met een afkoppelcoach. Zij benadert actief inwoners om hen te overtuigen van nut en noodzaak afkoppelen, en koppelt aan de gemeente terug wanneer het tijd is om hier over te publiceren om zo de animo een nieuwe impuls te geven.

Op- en inrichten waterloket

Bewoners kunnen met vragen over (grond)water bij ons terecht.

Stedelijk afvalwater

 

Beschermen volksgezondheid

 

Voorkomen milieuoverlast

Samen met waterschap worden jaarlijks overstorten op oppervlaktewater gemonitord en eventueel bijgestuurd.

Borgen verkeersveiligheid

 

Voorkomen nadelige gevolgen van langdurige lozingsbeperking

 

Pragmatisch afkoppelen

De afgelopen 3 jaar hebben we de focus gelegd op afkoppelen. We hebben onze afkoppelwens ook ingebracht bij de klimaatadaptatie- en energietransitie-opgaven. Vanuit deze gezamelijke opgaven is de wens voor wijkgerichte aanpak ontstaan. Vanuit de interim-invulling is dit wel geïnitieerd, maar nog niet opgepakt.

Wanneer er in een eerdere fase een ontwerp wordt gemaakt op wijkschaal kunnen we hier in de uitvoering rekening mee houden.

Verder werken we met een afkoppelcoach (zie toelichting onder Communicatie watertaken).

Continueren huidige rioleringszorg

 

Hemelwater

 

Voorkomen wateroverlast

In 2019 is de klimaatstresstest uitgevoerd en zijn wateroverlastlocaties in beeld gebracht.

Borgen verkeersdoorstroom

 

Inspelen op klimaatverandering door benutting openbare ruimte

 

Verbeteringsmaatregelen basisrioleringsplan

Zie toelichting in hoofdrapportage.

Grondwater

 

Loketfunctie; samen met partners zoeken naar oplossingen

Bewoners kunnen met vragen over (grond)water bij ons terecht. Er is geen fysiek loket ingericht.

Oppervlaktewater

 

Uitvoeren onderhoudsplicht

 

Mede invulling geven aan de KRW-doelen, via samenwerkingsverband

De uitvoering van dit doel is vertraagd.

Organisatie en financiën

 

Doelmatige invulling watertaken

 

Kostendekkende rioolheffing

Door het achterblijven van de woningbouw hadden we in de vorige planperiode minder heffingseenheden daardoor minder inkomsten. Om hier een veiligheidsbuffer voor in te bouwen hebben we deze planperiode gerekend met 50% van de woningsbouwprognose. Dit was een realistischere benadering van een kostendekkende rioolheffing.

Toereikende personele capaciteit gemeentelijke watertaken

Door ontoerekeiende personele capaciteit zijn onze investeringen achtergebleven. Inmiddels is er meer capaciteit beschikbaar.

Samenwerken in de afvalwaterketen

Met gemeenten in de regio worden gezamenlijke opgave opgepakt. Zo is in samenwerking met de gemeente Valkenswaard een renovatie- en reparatiebestek voor vrijvervalriolering opgesteld. Met Kempengemeenten zijn diverse onderhoudscontracten gezamenlijk aanbesteed.

Actualiseren en actueel houden gegevensbeheer en monitoringsprogramma.

 

Activiteiten

Legenda:

 

afbeelding binnen de regeling

Uitgevoerd

afbeelding binnen de regeling

In uitvoering

afbeelding binnen de regeling

In voorbereiding

afbeelding binnen de regeling

Uitgesteld

afbeelding binnen de regeling

Heroverwogen / niet meer van toepassing

Tabel 15 - Status activiteiten voorgaande planperiode

Activiteiten 2016 t/m 2021

Status

Toelichting

PLANVORMING

 
 

Opstellen VGRP

afbeelding binnen de regeling

Zijn we momenteel mee bezig

Financiële jaaranalyse

afbeelding binnen de regeling
 

Opstellen maatregelenplan n.a.v. inspecties

afbeelding binnen de regeling

Plannen gemaakt, uitvoering stagneert

Beheer op orde - riolering

afbeelding binnen de regeling

Nagenoeg alles is op de juiste manier ingevoerd in ons beheersysteem. De gemalen en pompen van randvoorzieningen, en de meetopstellingen uit het meetnet zitten in een ander beheerpakket (SAM).

Beheer op orde - hemelwater

afbeelding binnen de regeling
 

Beheer op orde - drainage

afbeelding binnen de regeling
 

Beheerplan drainagevoorzieningen

afbeelding binnen de regeling

Plan opstellen als inventarisatie afgerond is.

ONDERZOEK

 
 

Actualiseren BRP (eerstvolgend: 2023)

afbeelding binnen de regeling

Er zijn geen actuele water op straat problemen.

Opsporen en herstellen foutaansluitingen

afbeelding binnen de regeling

Zou toegepast kunnen worden op industrieterrein met VGS.

Onderzoeken Waterportaal ZO Brabant

afbeelding binnen de regeling

Uitvoering door Waterschap De Dommel, hebben vertraging.

Analyse metingen (gemalen, randvoorzieningen, overstorten)

afbeelding binnen de regeling

Lopende afspraak, jaarlijkse analyses met waterschap

Grondwatermonitoring

afbeelding binnen de regeling

idem

Inspectie vrijvervalriolering

afbeelding binnen de regeling

Tot en met 2020 is het areaal nagenoeg volledig geïnspecteerd.

Onderzoek restlevensduur

 

Dit onderzoek is uitgesteld omdat we te weinig inspectiedata hadden. Inmiddels hebben we alle vrijvervalriolering geïnspecteerd. Op basis van de beelden zijn voorspellingen over de restlevensduur van de riolering van 60 jaar en ouder nog lastig te doen. In twee grote wijken (Engelse Tuinen en Wibossen) is de riolering in 1960 aangelegd. In Weibossen is de kwaliteit duidelijk lager dan in de Engelse Tuin.

Extra inspanningen meetnetten

afbeelding binnen de regeling

Het in de lucht houden van het grondwatermeetnet vraagt tussentijds wat vervangingen.

Evaluatie meldsystemen

afbeelding binnen de regeling

Gemeentebreed onderwerp, niet vanuit VGRP aan de orde.

Rioleringsberekeningen, beheerkaart/-plan

afbeelding binnen de regeling

Voor herinrichtingen worden nieuwe berekeningen gemaakt. Aan de hand van de mutaties in het beheerpakket zijn nieuwe beheerkaarten gemaakt of te maken.

ONDERHOUD

 
 

Reinigen vrijvervalriolering

afbeelding binnen de regeling

Lopend werk: ieder jaar een deel van het areaal, op schema

Reinigen pompputten, gemalen, randvoorzieningen

afbeelding binnen de regeling

Ondergebracht in contract met onderhoudspartij

Reinigen kolken (kolkenzuiger)

afbeelding binnen de regeling

Lopend contract

Reinigen en inventarisatie duikers

afbeelding binnen de regeling

Deels meegenomen bij inventarisatie vrijvervalriool, nog niet afgerond.

Verwerken rioolslib

afbeelding binnen de regeling
 

Onderhoud (elektromechanisch) drukriool, gemalen, randvoorzieningen

afbeelding binnen de regeling

Onderhoudscontract

Vervangen pompen en besturing (>15 jaar)

afbeelding binnen de regeling

Programma’s tot en met 2022.

Reparaties hoofdriool en huisaansluitingen

afbeelding binnen de regeling

Lopend werk, jaarlijks grotere opgaven dan beschikbaar budget

Herstel kolken

afbeelding binnen de regeling

Na elke onderhoudsronde uitgevoerd

Periodieke NEN-keuringen

afbeelding binnen de regeling

In planperiode éénmaal uitgevoerd, volgende keer in volgend plan

Doorberekening veegkosten wegen en verwerking veegvuil (50%)

afbeelding binnen de regeling

Financiële post

MAATREGELEN

 
 

Vervanging – Schoolstraat / Spoorlaan (Heeze)

afbeelding binnen de regeling

Gereed

Vervanging – De Kom / Weibossen (Heeze)

afbeelding binnen de regeling

Wordt een wijkgerichte aanpak, planning nog niet bekend.

Vervanging – De Engelse Tuin / Weibossen (Heeze)

afbeelding binnen de regeling

Wordt een wijkgerichte aanpak, planning nog niet bekend.

Aanpassing vervangingsplanning vrijvervalriool op basis van onderzoek restlevensduur

afbeelding binnen de regeling

In eerste instantie uitgesteld,vanwege ontbreken voldoende data. Ondertussen andere strategie: wijkgerichte aanpak.

Vervanging - drukriolering

afbeelding binnen de regeling

T/m 2022 aanbesteed.

Vervanging – gemaal Albertlaan/Providentia

afbeelding binnen de regeling

Pompen, mechanisch en besturing vervangen.

Vervanging – pompen BBB Hodibalduslaan

afbeelding binnen de regeling

Alleen ledigingspompen en besturing vervangen

Vervanging – pompen BBB Nieuwendijk

afbeelding binnen de regeling

Alleen de besturing vervangen, rest nog redelijke conditie

Vervanging – meetopstellingen meetnet riolering (overstorten)

afbeelding binnen de regeling

Door beheerder, Waterschap De Dommel, uitgesteld vanwege marktconsultatie, wordt 2024.

Verbetering – Industrieweg (Ginderover)

afbeelding binnen de regeling

Niet uitgevoerd, te weinig effect op WOS. vervalt

Verbetering – Kanhoeve (Sterksel)

afbeelding binnen de regeling
 

Verbetering – De Rul (Heeze)

afbeelding binnen de regeling

Niet uitgevoerd

Nieuwe huisaansluitingen

afbeelding binnen de regeling

Lopend werk.

Kallisto korte termijn (2015-2016)

afbeelding binnen de regeling
 

Kallisto lange termijn (2017-2021

afbeelding binnen de regeling

Uitvoering door Waterschap De Dommel, zijn vertraagd.

FACILITAIR / OVERIG

 
 

Energieverbruik

afbeelding binnen de regeling

Verbruik is afgenomen, in exploitatie al aangepast

Telefoonkosten

afbeelding binnen de regeling

Geen telefoonverbindingen meer, alleen nog GPRS

Licentiekosten

afbeelding binnen de regeling
 

Bijdrage RIONED

afbeelding binnen de regeling
 

Inningskosten rioolheffing

afbeelding binnen de regeling
 

Belastingen

afbeelding binnen de regeling

Wordt hier bedoeld te betalen belastingen, dat is niet van toepassing. Als wordt bedoeld de samenwerking met de afdeling belastingen, welke zorgdragen voor de inkomsten, dan is deze relatie goed.

Verzekeringen

afbeelding binnen de regeling

In planperiode alle hoofdgemalen en randvoorzieningen verzekert tegen brand en blikseminslag.

Inhuur derden

afbeelding binnen de regeling

Veel gebruik van moeten maken. Risico dat inhuur veel kennis en ervaring meeneemt als contract eindigt. Constructie verre van optimaal door verplichte beëindiging voor continuiteit.

Inkoop duurzame materialen/methoden

afbeelding binnen de regeling

Afgelopen jaren meerdere campagnes uitgezet om afkoppelen te promoten. In 2022 aangesloten bij operatie Steenbreek. De afkoppelcoach begeleidt inwoners/bedrijven met afkoppeladvies. Groot succes, veel afgekoppeld!

Algemeen communicatiemateriaal

afbeelding binnen de regeling

Vooral ingezet voor afkoppelen.

Inhuur derden tbv invulling ambities

afbeelding binnen de regeling
 

Projecten:

We zijn in 2015 gestart met een restantkrediet uit het vorige VGRP voor een deel Emmerikstraat / Oude Stationstraat. Later zijn hier Spoorlaan en deel Schoolstraat ook voor uitgevoerd. Vervolgens zijn we gestart met Oostrikkerstraat en Langstraat in Leende. Op het moment van schrijven (maart 2022) de werkzaamheden Oostrikkerdijk, Voordenweg en Sint Jacob en Sint Annastraat in Leende aan het voorbereiden (uitvoering start in 2022).

Voor de Valkenswaardseweg was € 270K naar voren gehaald, en wordt momenteel uitgevoerd. Op een stuk van Boshoven is gescheiden riool aangelegd.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 20: Aanleg riolering Stationstraat in Heeze

afbeelding binnen de regeling

Figuur 21: Aanleg riolering Spoorlaan Schoolstraat

Niet geplande, maar wel uitgevoerde activiteiten

  • Beheer en onderhoud van sloten en duikers (is bekostigd vanuit de algemene middelen).

  • Burgerinitiatieven in buitengebied van Leende zijn zelf bezig om water vast te houden. Ze komen bij de gemeente om bijvoorbeeld toestemming te vragen om een stuwtje te plaatsen.

Samenwerking & participatie

Intern

Afgelopen periode is de beleidsmedewerker (interim) beschikbaar geweest: tot medio 2021 voor 0,5 FTE en vanaf 2022 voor 0,25 FTE. Als gevolg hiervan is de organisatiebetrokkenheid en interne afstemming met andere afdelingen een aandachtspunt: daar waar afstemming relevant is wordt dit niet altijd en tijdig gedaan. Zo is de afstemming bij bestemmingsplannen, projecten en beheer aan verbetering onderhevig. Toezicht en handhaving op de aanleg van hemelwatervoorzieningen zoals voorgeschreven in de omgevingsvergunning vindt niet of in beperkte mate plaats.

In het vGRP zijn regels opgenomen voor hemelwaterberging bij nieuwbouw. Een deel van de omgevingsvergunningen worden ter toetsing aangeboden, waarbij we constateren dat er over het algemeen slecht wordt ontworpen. Door de beperkte juridische status van het vGRP en het ontbreken van een hemelwaterverordening, kunnen we alleen adviezen geven. Bij toezicht en handhaving is geen kennis en tijd voor watergerelateerde onderwerpen. Ook aandacht voor bronneringen, zeker als deze geloosd gaan worden op de riolering, is geen gemeen goed in de procedures, terwijl hier wel een bron van inkomsten ligt.

Vanuit de afdeling beheer is één projectleider actief, welke de reconstructies begeleid. Andere projectleiders vallen onder een andere afdeling. Via deze projectleider worden andere projecten onder de aandacht gebracht bij de beheerafdeling. Daarmee zijn we sterk afhankelijk van één persoon en de gedeelde informatie.

De afstemming met de afdeling Financiën verloopt naar wens.

Extern

  • Bij grotere projecten stemmen we af met het waterschap. Daarnaast hebben we periodiek overleg en stemmen we regelmatig af met de stedelijk planvormer van het waterschap.

  • Brabant Water beheert ons grondwatermeetnet. We stemmen met hen hierover af. De samenwerking verloopt naar wens.

  • We hebben behoefte aan structurelere afstemming met de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant om bij projecten aan de voorkant de relatie met water en bodem- of grondwaterverontreinigingen en archeologie af te stemmen.

  • In de gemeente zijn afgelopen planperiode een aantal burgerinitiatieven ontstaan.

  • Nutsbedrijf Enexis heeft invloed op de planning van de uitvoer van projecten. Hierbij is afstemming in de toekomst gewenst, aangezien een wijkgerichte aanpak zoals we die willen een groot beroep zal doen op de capaciteitsplanning van Enexis.

Middelen

Personele capaciteit

VGRP 2016 t/m 2021

Benodigde arbeidscapaciteit

Planvorming, onderzoek en facilitair

1,0

Onderhoud

0,9

Maatregelen

0,4

TOTAAL

2,3

In tegenstelling tot de benodigde capaciteit van 2,3 FTE is er 1,2 FTE beschikbaar. Dit is te weinig voor de taken die bij ons liggen. Aandachtspunten die hier uit volgen zijn:

  • Te weinig capaciteit voor het kunnen uitvoeren van basistaken en taken behorende bij de ambities die we hebben;

  • De als interim relatief lage organisatiebetrokkenheid gaat ten koste van kwaliteit/integraliteit maatregelen;

  • Een risico is dat ervaring en systeemkennis verloren gaat bij onvoldoende overdracht hiervan.

Financiën (nominaal obv 1,0% indexatie per jaar)

Jaar

Geplande investeringen (totaalbedrag)

Werkelijke investeringen (totaalbedrag)

2016

€ 1.267.000

€ 177.629

2017

€ 246.000

€ 44.199

2018

€ 532.000

€ 236.765

2019

€ 140.000

€ 1.079.556

2020

€ 1.496.000

€ 772.863

2021

€ 1.098.000

€ 421.172

2022

€ 1.218.000

€ 216.447*

TOTAAL

€ 5.997.000

€ 2.948.631

  • Tot nu toe (oktober 2022)

Jaar

Geplande directe uitgaven (totaalbedrag)

Werkelijke directe uitgaven (totaalbedrag)

2016

€ 868.000

€ 772.348

2017

€ 869.000

€ 435.425

2018

€ 833.000

€ 566.641

2019

€ 839.000

€ 580.474

2020

€ 849.000

€ 551.118

2021

€ 897.000

€ 546.789

TOTAAL

€ 5.155.000

€ 3.452.795

Inclusief doorbelastingen andere programma’s en afdelingen Exclusief spaarbedragen, kapitaallasten, BTW en kwijtschelding

De directe kosten zijn vanaf 2017 behoorlijk lager. In 2016 waren de loonkosten (aandeel kostenplaatsen) ruim € 300.000. Vanaf 2017 waren de loonkosten tussen de € 125.000 en € 140.000,. Het restant is vanaf 2017 overhead en behoort niet tot de directe kosten. In de gegevens van de “geplande directe uitgaven (totaalbedrag)” was nog geen sprake van overhead.

Jaar

Verwacht saldo (31/12) spaarvoorziening

Verwacht saldo (31/12) egalisatievoorziening

Werkelijk saldo (31/12) spaarvoorziening

Werkelijk saldo (31/12) egalisatievoorziening

2016

- € 312.000 (boekwaarde)

€ 0

€ 1.495.843

--

2017

€ 25.000

€ 0

€ 2.097.643

€ 134.228

2018

€ 106.000

€ 0

€ 2.566.645

€ 134.228

2019

€ 697.000

€ 0

€ 2.031.359

€ 134.228

2020

- € 352.000 (boekwaarde)

€ 0

€ 1.732.236

€ 186.778

2021

- € 969.000 (boekwaarde)

€ 0

€ 1.940.412

€ 384.778

Jaar

Geplande basistarief (<100 m3 / jaar)

Werkelijk basistarief (<100 m3 / jaar)

2016

€ 229,92

€ 229,92

2017

€ 232,22

€ 232,20

2018

€ 234,54

€ 234,00

2019

€ 236,88

€ 236,88

2020

€ 239,25

€ 239,16

2021

€ 241,64

€ 241,56

(vast prijspeil gelijk (2015: € 227,64), alleen index obv inflatie)

Aandachtspunten voor het huidige beleid naar aanleiding van deze terugblik op de vorige planperiode:

Personele capactiteit

  • Te weinig capaciteit voor het kunnen uitvoeren van basistaken en taken behorende bij de ambities die we hebben;

  • De als interim relatief lage organisatiebetrokkenheid gaat ten koste van kwaliteit/integraliteit maatregelen;

    • o

      Interne afstemming kan beter: afstemming bij bestemmingsplannen, projecten en beheer is aan verbetering onderhevig. Toezicht en handhaving op de aanleg van hemelwatervoorzieningen zoals voorgeschreven in de omgevingsvergunning vindt niet of beperkt plaats.

  • Een risico is dat ervaring en systeemkennis verloren gaat bij onvoldoende overdracht hiervan.

Samenwerking

  • Waterschap: voortgang Kallisto-onderzoek is een aandachtspunt

  • Samenwerken met andere partijen tbv uitvoeringsagenda klimaatadaptatie.

  • Omgevingsdienst: hier kunnen we meer mee afstemmen ivm bijvoorbeeld verontreinigingen en archeologie.

Afkoppelen/herinrichting/vervangingsopgave

  • We willen naar een wijkgerichtte aanpak. Hier moeten we in de ontwerpfase al rekening mee houden.

    • o

      In de praktijk zullen personele en financiële middelen als kaders werken bij de uitvoering, maar op deze manier klopt het ontwerptechnisch.

    • o

      De personele capaciteit bij nutsbeheerder Enexis is een knelpunt hierbij. Aandachspunt is om vroegtijdig met Enixis af te stemmen om in de toekomst een wijkgerichte aanpak mogelijk te maken.

Beheerdata/kosten

  • Gemalen, pompen van randvoorzieningen en meetopstellingen uit het meetnet moeten nog in het beheersysteem worden ingevoerd

  • Komende 3 jaar vervanging van meetopstellingen. (middelen moeten worden overgenomen naar nieuwe planperiode)

Toezicht en handhaving

  • Toezicht en handhaving op het uitvoeren van de gestelde voorwaarden in de watertoets krijgt nu onvoldoende aandacht. Ook bij bronneringen willen we dit meer gaan doen/valt meer te halen aan inkomsten. Hierbij willen we ook de juridische verankering meenemen

Bijlage C – Begrippen en definities

Afkoppelen/niet-aankoppelen

Het op de gemengde of vuilwaterriolering aangesloten afvoerend verhard oppervlak loskoppelen en aansluiten op een hemelwatervoorziening. Bij nieuwbouw: het niet aansluiten van afvoerend verhard oppervlak op een vuilwatersysteem.

Afvalwater

Al het water waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. De meerwaarde van water wordt kinderen op een speelse manier bijgebracht.

Assetmanagement

Maximaliseren van de waarde van bezittingen door het optimaal uitbalanceren van onderhoud en vervanging in relatie tot kosten, prestaties en risico’s.

Basisrioleringsplan (BRP)/verbreed BRP

Plan waarin de hydraulische afvoercapaciteit, de vuilemissie en het aanbod op de RWZI wordt getoetst voor de bestaande en toekomstige plansituatie (planhorizon ca. 10-15 jaar). Het plan bevat in de regel verbeteringsmaatregelen om in de toekomstige situatie te voldoen aan de wensen/eisen van gemeente en waterbeheerder.

In een verbreed BRP zijn de zorgplichten grondwater en regenwater meer expliciet uitgewerkt.

Bedrijfsafvalwater

Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is.

Circulaire economie

Economie gericht op en maximaal hergebruik van (afval)stoffen.

Drukriolering

Een mechanisch rioleringssysteem waarbij het afvalwater via kleine pompjes en persleidingen wordt verpompt naar een ontvangstput. Drukriolering wordt vaak toegepast in het buitengebied. Het systeem is niet geschikt voor het transporteren van regenwater.

Gemengd rioolstelsel (GEM)

Rioolstelsel waarbij afvalwater en regenwater door één buizenstelsel worden ingezameld en afgevoerd.

Gescheiden rioolstelsel (GS)

Rioolstelsel waarbij afvalwater en regenwater door afzonderlijke buizenstelsels worden Ingezameld en afgevoerd. Het afvalwater wordt afgevoerd naar een AWZI, (een groot deel van) het regenwater wordt rechtstreeks afgevoerd naar het oppervlaktewater.

Groen dak

Begroeid dak, heeft niet alleen een beschermende functie, maar vangt ook fijn stof af, werkt verkoelend, vertraagt de waterafvoer en draagt positief bij aan vergroening van de stad.

Hittestress

Het optreden van extreme hitte door een ongunstige combinatie van zonnestraling, temperatuur en bebouwing. Dit treedt meestal op in dicht bebouwde centra met een laag ventilatievermogen.

Huishoudelijk afvalwater

Afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden.

IBA

Systeem voor Individuele Behandeling van Afvalwater. Vergelijkbaar met een verbeterde septic-tank.

Inspecteren

Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand van rioleringsobjecten.

Kapitaallasten

De langjarige kosten verband houdend met een nieuwe investering die niet direct is afbetaald.

Maaiveld

Terreinhoogte. Meestal is bedoeld het straatniveau of de hoogte van een groenstrook.

Omgevingsgericht

Rekening houdend met de gewenste toekomstige inrichting van het openbare gebied.

Persleiding

Een leiding waardoor rioolwater met gebruikmaking van één of meerdere pompen onder overdruk wordt afgevoerd.

Randvoorziening

Vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel met als het doel het afvangen van vuil en/of bergen van overtollig afvalwater. Dergelijke voorzieningen worden toegepast ter verbetering van de waterkwaliteit.

Regenwaterriool

Riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van afstromend regenwater.

Restlevensduur

Resterende levensduur van een riool, gebaseerd op de toestand van het riool (technische restlevensduur) of de leeftijd van het riool (theoretische restlevensduur).

Riolering

Het geheel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater.

Rioleringsbeheer

Zorg voor het goed functioneren van het rioleringssysteem.

Rioolheffing

De belasting die bewoners en bedrijfsleven moeten betalen om gebruik te mogen maken van de riolering. De heffing kan uit een aansluitheffing en een afvoerheffing bestaan. De aansluitheffing wordt geheven wegens het hebben van een aansluiting op het gemeentelijk riool. De rioolafvoerheffing wordt geheven wegens het afvoeren van rioolwater afkomstig van de gebruiker van een onroerend goed.

Rioleringssysteem

Samenstel van riolen en rioolputten voor de inzameling en het transport van afvalwater.

Rioolwaterzuivering (RWZI)

Een inrichting (werk) waar het afvalwater wordt ontdaan (van een groot deel) van de verontreinigingen.

Sanitatie

Geheel van sanitaire voorzieningen zoals waterleiding, riolering, sanitair e.d. en voorlichting over nut en noodzaak van hygiënische leefomstandigheden als preventieve maatregeltegen gezondsklachten/ziekten.

Stedelijk afvalwater

Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.

Transitie

Een geleidelijke ombuiging van een bestaande situatie naar een toekomstig gewenste situatie.

Verhard oppervlak

Het op de riolering aangesloten oppervlak dat tijdens neerslag regenwater afvoert naar het rioleringssysteem.

Vrijvervalriolering

Rioleringssysteem waarbij het transport van afvalwater plaatsvindt door middel van de zwaartekracht.

Vuilemissie

Het totaal aan vervuilende stoffen afkomstig uit het rioleringssysteem dat (in)direct via riooloverstortputten wordt geloosd op oppervlaktewater.

Vuilwaterriool

Riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater.

Wadi

Een bovengrondse droogstaande groenvoorziening die het regenwater opvangt en langzaam laat wegzakken in de bodem

Water op straat

Het verschijnsel tijdens hevige of langdurige neerslag dat water uit de riolering op straat komt te staan of dat regenwater niet in de riolering kan stromen als gevolg van een onvoldoende of belemmerde afvoercapaciteit.

Wateroverlast

Het verschijnsel dat “water op straat” overgaat in wateroverlast in de vorm van ernstige hinder (langdurige onbereikbaarheid) of leidt tot waterschade (bijvoorbeeld water in de woning).

Zorgplicht stedelijk afvalwater

De gemeente draagt zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen.

Zorgplicht hemelwater

De gemeente draagt zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen.

Zorgplicht grondwater

De gemeente draagt zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort.

Bijlage D – Raadsvoorstel

Aan de raad,

Samenvatting 

Het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) is geactualiseerd naar een Plan Stedelijk Water. In de afgelopen planperiode is gebleken dat we fors meer areaal aan riool hebben. We hebben 30% meer vrijvervalriolering dan we in 2016 (in beeld) hadden. Het grotere rioolareaal heeft grote gevolgen voor de toekomstige kosten van exploitatie en vervanging. Deze kosten worden hoger dan eerder aangenomen.

Het voorkeurscenario voor de planperiode 2023-2027 is “klimaatadaptief en robuust”. Het plan anticipeert op de veranderende weersextremen waar we mee te maken hebben en zorgt er daarnaast voor dat de basis op orde blijft en het rioolsysteem op een goede wijze blijft functioneren.

De financiële doelstelling van het voorkeurscenario is om geen nieuwe kapitaallasten te laten ontstaan. Dit voorkomt aanzienlijke rentelasten en renterisico’s, maar betekent wel dat we op korte termijn moeten beginnen met het laten stijgen van de rioolheffing.

De rioolheffing stijgt van € 252,60 in 2023 naar € 298,23 in 2024. Deze stijging bestaat voor circa € 30,- uit klimaatadaptatie en circa € 20,- komt voort uit het grotere rioolareaal.

Inleiding

Het nieuwe Plan Stedelijk Water 2023-2027 (PSW) geeft invulling aan de verplichting vanuit de Wet Milieubeheer (artikel 4.22) om riool- en watertaken vast te leggen. Het PSW vervangt het verbreed Gemeentelijk Riolering Plan 2016-2021 (met verlengingsjaar 2022).

In het vGRP 2016-2021 zijn de watertaken op het ambitieniveau “Spaarzaam en Betrouwbaar” uitgevoerd. De focus was om het rioolsysteem en de werking ervan beter inzichtelijk te krijgen. Zowel kwalitatief als kwantitatief.

In de afgelopen planperiode is gebleken dat we fors meer areaal aan riool hebben. Zo hebben we 30% meer vrijvervalriolering dan we in 2016 (in beeld) hadden. De consequenties hiervan zijn verwerkt in het nieuwe plan. In de afgelopen planperiode is daarnaast het riool kwalitatief verbeterd. In diverse straten is het gemengd riool vervangen door een gescheiden rioolstelsel voor afvalwater en regenwater, zijn reparaties uitgevoerd en zijn onder andere gemalen gerenoveerd.

Tijdens een raadsinformatiebijeenkomst in augustus is samen met de raad het ambitiekader besproken voor de komende jaren.

De resultaten van afgelopen planperiode en de raadsinformatiebijeenkomst zijn verwerkt in het nieuwe plan. In het PSW zijn de (nieuwe) opgaven, strategie, doelen en speerpunten voor de komende planperiode 2023-2027 vastgelegd. Daarnaast is het bekostigingsmodel geactualiseerd.

Eerdere besluitvorming

Het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2021 met ambitieniveau “Spaarzaam en betrouwbaar” is 22 juli 2015 vastgesteld en eind 2021 verlengd tot en met 2022.

In 2019 is een Klimaatstresstest uitgevoerd. In dit onderzoek zijn de gevolgen van weersextremen van hitte, droogte, wateroverlast en overstromingen voor Heeze-Leende in beeld gebracht.

Tijdens de Raadsinformatiebijeenkomst Plan Stedelijk Water van 29 augustus 2022 zijn opiniërend de ambities besproken met de gemeenteraad. De ambities zijn vertaald in het PSW.

Alternatieven en argumenten

Onderstaand zijn de argumenten opgenomen voor het voorkeurscenario “klimaatadaptief en robuust”. Daarnaast zijn de alternatieven “klimaatadaptief met nieuwe kapitaallasten” en “alleen vervangen niet verbeteren” toegelicht.

De wettelijke zorgplichten worden geborgd

De wettelijke zorgplichten die wij als gemeente hebben zijn de zorgplicht voor afvalwater; zorgplicht voor hemelwater en de zorgplicht voor grondwater. De zorgplichten zijn verplichtingen die voortkomen uit de Wet Milieubeheer en de Waterwet.

Goed functionerend rioolsysteem

Dagelijks worden inspanningen verricht om het rioolsysteem operationeel te houden. De werkzaamheden bestaan uit reparaties, reiniging en vervangingen en zorgen ervoor dat huishoudens en bedrijven zonder problemen gebruik kunnen maken van het riool. Deze cyclische onderhoudsmaatregelen worden gecontinueerd.

Voorkomen waterschade

In 2019 is een klimaatstresstest uitgevoerd om de gevolgen van weersextremen van hitte, droogte, wateroverlast en overstromingen in beeld te krijgen.

Uit de stresstest is naar voren gekomen dat op een aantal locaties waterschade kan ontstaan. De locaties worden komende periode nader onderzocht en maatregelen met kosten worden inzichtelijk gemaakt. Hiervoor wordt een separaat voorstel opgesteld.

Meer dan 2/3 van het rioolstelsel in Heeze-Leende bestaat uit een gemengd rioolstelsel. In een gemengd rioolstelsel wordt afvalwater en regenwater gezamenlijk ingezameld en afgevoerd naar de waterzuivering.

Bij nieuwbouwwijken en reconstructiewerkzaamheden worden de waterstromen apart ingezameld. Afvalwater wordt via een vuilwater riool afgevoerd en regenwater wordt plaatselijk opgevangen, waarnaar het plaatselijk kan infiltreren of wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Door de waterstromen te scheiden wordt bij hevige regenval voorkomen dat afvalwater in het oppervlaktewater terecht komt en waterschade ontstaat.

Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie

In het plan van de Rijksoverheid zijn zeven ambities opgenomen. Beschreven staat hoe gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk het proces van ruimtelijke adaptatie willen versnellen en intensiveren. Doelstelling is dat Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Bij herinrichtingen wordt de openbare ruimte klimaatbestendig ingericht.

Nieuwe ontwikkelingen

Bij inbreidingsplannen, nieuwbouwwijken en vergunning plichtige werkzaamheden hanteren Waterschap en gemeente normen ten aanzien van het vasthouden van regenwater. De normen van het waterschap gelden bij toename van het verhard oppervlak met meer dan 500 m2. Hiervoor hanteer het waterschap een norm van 60mm/m2.

De gemeente hanteert op dit moment een norm van 15 mm/m2 voor ontwikkelingen kleiner dan 500 m2. Door de veranderende weersomstandigheden is het noodzakelijk de norm te verhogen. De norm wordt aangepast naar 30 mm/m2. Op deze wijze wordt meer regenwater op eigen terrein vastgehouden en worden extreme buien niet afgewenteld op de openbare ruimte.

Waterbewustzijn stimuleren

De gemeente Heeze-Leende ondersteunt bewoners met het klimaatbestendig maken van hun woonomgeving. Onze afkoppelcoach geeft gratis advies aan inwoners of bedrijven om regenwater op eigen perceel vast te houden (= afkoppelen regenwater van gemengd riool).

De bestaande stimuleringsregeling wordt geactualiseerd waarbij het stimuleren van groene daken wordt toegevoegd. Groene daken hebben meerdere voordelen. Naast waterberging leveren groene daken een positieve bijdrage aan hittestress en energiereductie door de isolerende werking.

Projecten / investeringen

Afgelopen planperiode is het areaal goed in beeld gebracht en is geconcludeerd dat we 30% meer areaal aan vrijvervalriolering hebben. De afschrijftermijn voor vrijvervalriolering is 60 jaar. Om het areaal van vrijverriolering operationeel te houden moet het investeringsbedrag van ca. € 900.000,- naar € 1.200.000,- per jaar.

De ombouw van gemengd riool naar een gescheiden riolering van afvalwater en regenwater is hierin meegenomen. In de afgelopen planperiode is klimaatadaptatie onder andere ingevuld door bij projecten en reconstructies de afval- en regenwaterstromen te scheiden. Deze invulling willen we continueren.

Bij de realisatie van projecten in de openbare ruimte is het streven om het verhard oppervlak te reduceren met 10% en de openbare ruimte te vergroenen. Bij projecten worden bewoners ontzorgd door de voorzijde van de woningen aan te sluiten op het regenwaterriool door de aannemer van de gemeente.

Voor de komende jaren staan een aantal grote projecten op de planning. Enerzijds worden deze projecten vanuit riolering geïnitieerd, anderzijds vanuit mobiliteit, wegonderhoud of andere disciplines. In onderstaande projecten wordt het gemengd riool vervangen door een gescheiden riool in de komende planperiode:

  • Oostrikkerstraat eo in Leende planning 2023;

  • Averbodeweg Sterksel planning 2023;

  • Renovatie riool Dreef Sterksel planning 2023;

  • Ginderover/Somerenseweg Heeze (binnen de kom) planning 2024;

  • Geldropseweg planning 2025;

  • Leenderweg planning 2026;

  • Centrumplan Heeze (Kapelstraat, Jan Deckerstraat)

    (Bestaand gemengd riool blijft gehandhaafd. Regenwater wordt gescheiden door realisatie regenwaterriool)

  • Weibossen planning 2027-2032;

  • Engelse tuin planning 2032-2037.

Door projecten te combineren (Werk met Werk te maken) kunnen kosten worden gereduceerd. Voor werkzaamheden wordt daarnaast gezocht naar externe financiering. Voor de Ginderover Somerenseweg ontvangen we € 388.000,- aan subsidie voor klimaatadaptieve maatregelen.

Als alternatief zijn onderstaande twee scenario’s in beeld gebracht:

Scenario “Alleen vervangen, niet verbeteren” (onvoldoende klimaatadaptief)

Circa 2/3 van het huidige areaal bestaat uit gemengd riool. Wanneer we dit systeem bij vervangingen in dezelfde staat terugbrengen, in plaats van het om te bouwen naar gescheiden riolering, kan het verwachte benodigde investeringsbudget met 20% omlaag (van €1,2 naar €1,0 miljoen).

Voordeel: Een structureel lagere heffing ten opzichte van het basisscenario (circa €30,- ofwel 10%)

Nadeel: Ambities ten aanzien van klimaatadaptatie worden niet behaald. Openbare ruimte wordt niet klimaatbestendig ingericht. De overlast op waterschade is groter. Overstorten van het riool op het oppervlaktewater nemen niet af.

Scenario “Klimaatadaptief met nieuwe kapitaallasten”

Als het tarief niet ineens, maar in kleine stappen beleidsmatig verhoogd wordt, is de tariefontwikkeling op korte termijn (0-10 jaar) gunstiger. Echter, de spaarbedragen kunnen dan onvoldoende meestijgen en dat leidt tot nieuwe boekwaarden en kapitaallasten. Bij stijgende rentes levert dat in de toekomst extra nadelen op.

Voordeel: Op korte termijn een lagere heffing ten opzichte van het basisscenario (eerste 8 jaar);

Nadeel: Op langere termijn een hogere heffing, versterkt door toegenomen boekwaarden met een langjarige toename van het ‘renterisico’ in het tarief tot gevolg

Risico’s

Integrale afstemming

Het plan heeft raakvlakken met de Omgevingsvisie Heeze-leende 2040, Duurzaamheidsbeleid en Groenstructuurplan en sluit aan op de uitgangspunten die zijn opgenomen in deze plannen. Voor de toekomst is het een risico/aandachtspunt dat afstemming tussen plannen moet blijven gebeuren bij aanpassingen en bijstellingen.

Wateroverlast onderzoek

In de afgelopen planperiode hebben we te maken gehad met wateroverlast.

Uit het onderzoek dat we laten uitvoeren naar de wateroverlast locaties kunnen werkzaamheden voortkomen die nog niet geprogrammeerd staan in het PSW, dit kan resulteert in extra kosten.

Waterschade

Wanneer niet gekozen wordt voor het voorkeurscenario bestaat er meer kans op waterschade.

Kapitaallasten

Wanneer niet gekozen wordt voor het voorkeurscenario, maar voor het scenario waarin nieuwe kapitaallasten worden opgebouwd, bestaat het risico op een hoge rente en daarmee hoge rentelasten.

Voortgang

Maatregelen, doelstellingen en budgetten uit het PSW kunnen mogelijk om diverse redenen niet worden gehaald. Jaarlijks wordt het PSW financieel gemonitord met een kosten dekkingsplan. In dit plan wordt de voortgang bewaakt en kan zo nodig worden bijgestuurd.

Financiën

Tijdens de Raadsinformatiebijeenkomst heeft het merendeel van de aanwezigen aangegeven klimaatadaptatie voor de komende jaren een belangrijk aandachtspunt te vinden waarin extra moet worden geïnvesteerd.

Ten opzichte van 2016 heeft Heeze Leende meer areaal aan riolering. Om het riool goed te laten functioneren zijn extra middelen nodig.

Kapitaallasten

Afgelopen planperiode 2016-2021 van het vGRP zijn geen nieuwe kapitaallasten opgebouwd. De methode van direct afschrijven willen we continueren. Zo worden nieuwe kapitaallasten voorkomen. Hiermee voorkomen we rentelasten en renterisico’s.

De bestaande kapitaallasten zijn zeer beperkt en worden verder afgebouwd.

Voorziening

De stand van de voorziening riolering bedraagt per 1-1-2023 € 1.247.728. .Deze voorziening wordt ingezet om de eerste investeringen te bekostigen. Hiermee is rekening gehouden in het kostendekkingsplan van het PSW. Door middel van de rioolheffing wordt de voorziening op peil gehouden, om jaarlijks de investeringen te kunnen financieren. Voor toekomstige investeringen wordt tijdig begonnen met verhogen tarieven.

Rioolheffing

Voor 2023 is tijdens de begroting het tarief van de rioolheffing vastgesteld op € 252,60,-. Het is praktisch gezien niet mogelijk dit tarief voor 2023 te verhogen, waardoor de tariefsverhoging van het PSW ingaat vanaf 2024.

Voor het realiseren van de ambities in het PSW en door de flinke areaalvergroting van het riool zal de rioolheffing eenmalig stijgen naar € 298,23. (vervolgens zal de rioolheffing de indexatie volgen). Een verdere stijging is momenteel pas voorzien vanaf 2033, maar zal jaarlijks bij de herberekening van het kostendekkingsplan opnieuw worden bezien.

Vanaf moment na vaststelling van het plan wordt uitvoering gegeven aan de geplande werkzaamheden. De aanpassing van de rioolheffing wordt in 2024 doorgevoerd.

Een en ander is weergeven in onderstaande grafiek.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 18: Alternatieve scenario's rioolheffing gemeente Heeze-Leende, 2023 t/m 2082. Bedragen op prijspeil 2023.

Toelichting grafiek:

De zwarte lijn geeft de stijgende kosten aan in verband met het grotere rioolareaal. Het verschil tussen de zwarte lijn en groene lijn geeft het deel van de klimaatadaptieve kosten weer.

In 2033 volgt een verhoging die te maken heeft met toekomstige investeringen in het drukriool en de randvoorzieningen. Dit valt buiten planperiode.

Met de oranje lijn is het alternatief met nieuwe kapitaallasten weergeven. De stippellijn geeft een rentepercentage van 5% weer en de vaste oranje lijn een rentepercentage van 1,1%.

Communicatie

In het PSW is budget opgenomen voor waterbewustzijn.

Voor de communicatie voor het afkoppelen van regenwater en zuinig omgaan met water is in 2022 het communicatieplan “Heeze-Leende duurzaam vooruit!” opgesteld. Het PSW volgt het communicatieplan met de herkenbare duurzaamheidshuisstijl. Op deze wijze wordt op een herkenbare en begrijpelijke manier de voorlichting en interactie verzorgd naar inwoners en bedrijven.

Bij rioolprojecten worden bewoners actief betrokken. Tijdens informatieavonden worden plannen toegelicht.

Voorstel

  • 1.

    Het Plan Stedelijk Water 2023-2027 met voorkeurscenario “klimaatadaptief en robuust” met bijbehorend investeringsprogramma vast te stellen;

  • 2.

    Het Plan Stedelijk water zonder nieuwe kapitaallasten te financieren;

  • 3.

    De rioolheffing in 2024 eenmalig aan te passen naar € 298,23 ten behoeve van voorkeurscenario en voor de verdere planperiode uitsluitend te verhogen met de indexatie.

Heeze-Leende 20 december 2022,

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HEEZE-LEENDE,

de secretaris,

Mw C.G. Klesman-Nacken

de burgemeester,

P.J.J. Verhoeven

Bijlage E – Raadsbesluit

De raad van de gemeente Heeze-Leende;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 december 2022 nr.2022-309923;

gehoord het besprokene in het Rondetafelgesprek d.d. 23 januari 2023

b e s l u i t :

  • 1.

    Het Plan Stedelijk Water 2023-2027 met voorkeurscenario “klimaatadaptief en robuust” en bijbehorend investeringsprogramma vast te stellen;

  • 2.

    Het Plan Stedelijk Water 2023-2027 zonder nieuwe kapitaallasten te financieren;

  • 3.

    Het tarief van rioolheffing wordt vastgesteld bij behandeling van de begroting 2024-2027;

  • 4.

    Bij behandeling van de kadernota wordt een alternatieve aanpak besproken voor bepaling van de Rioolheffing.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad voornoemd, d.d. 6 februari 2023

P.J.J. Verhoeven, de voorzitter

P. Hertog, de griffier