Beleidsregels publieke taak garanties en leningen gemeente Enschede 2023

Geldend van 11-03-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels publieke taak garanties en leningen gemeente Enschede 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede;

gelet op artikel 160, lid 1, sub e, en artikel 169, lid 4, van de Gemeentewet;

gelet op artikel 2 en 2a van de Wet financiering decentrale overheden en artikel 7 van het Treasurystatuut 2023;

gelet op titel 4.1 ('Beschikkingen'), titel 4.2 ('Subsidies') en titel 4.3 ('Beleidsregels') van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de Algemene subsidieverordening Gemeente Enschede 2022;

overwegende dat openbare lichamen uitsluitend ten behoeve van de publieke taak garanties voor geldleningen en geldleningen kunnen verstrekken;

overwegende dat het aanbeveling verdient beleidsregels vast te stellen inzake het verstrekken van garanties en leningen door de gemeente Enschede voor de deelgebieden sport (exclusief betaald voetbal), welzijn, zorg en opvang, volksgezondheid, onderwijs, kunst en cultuur;

besluit vast te stellen:

Beleidsregels publieke taak garanties en leningen gemeente Enschede 2023.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    garantie: een borgstelling van de gemeente Enschede ten behoeve van een door de aanvrager bij een financiële instelling aan te trekken lening en de daaruit voortvloeiende verplichtingen;

  • b.

    lening: een lening door de gemeente Enschede die kan worden verstrekt in de vorm van een hypothecaire lening of in de vorm van een onderhandse lening (afhankelijk van de gestelde zekerheden) voor roerende en onroerende zaken;

  • c.

    financiële instelling: al dan niet commerciële instellingen zoals banken, leveranciers, leasemaatschappijen, waarborgfondsen die bijvoorbeeld hypothecaire leningen, onderhandse leningen, (consumenten)kredieten, garanties/borgstellingen of financial lease kunnen verstrekken.

Artikel 2 Kring van rechthebbenden

  • 1. Garanties en leningen worden slechts verstrekt aan organisaties die bijdragen aan de maatschappelijke doelen van de gemeente Enschede.

  • 2. Organisaties mogen geen winstoogmerk hebben.

  • 3. Organisaties mogen geen besloten karakter en geen politieke of religieuze doelstelling hebben.

  • 4. Organisaties dienen rechtspersoonlijkheid te bezitten.

  • 5. Organisaties moeten in de gemeente Enschede zijn gevestigd.

  • 6. Organisaties moeten bekend zijn bij de gemeente en hebben bij voorkeur al ten minste drie jaar lang een gemeentelijk jaarlijkse bijdrage hebben ontvangen zodat reeds sprake is van een duurzame financiële relatie met de gemeente.

Artikel 3 Inhoudelijke criteria

  • 1. De te financieren zaken moeten nodig zijn in het kader van de uitvoering van een publieke taak in de gemeente Enschede. Dat wil zeggen dat ze moeten passen binnen en bijdragen aan het gemeentelijk beleid en het openbaar belang. Tevens moet er met de financiering een voor de gemeente relevant maatschappelijk doel worden gediend. De gemeenteraad geeft door middel van de vaststelling van de gemeentebegroting, de begrotingswijzigingen en beleidsnota’s het richtinggevende en budgettaire kader.

  • 2. De te financieren zaken moeten essentieel zijn voor het voortbestaan of het in voldoende mate kunnen functioneren van de aanvrager (functionaliteitscriterium).

  • 3. De te financieren zaken moeten in overwegende mate ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Enschede.

  • 4. De zaken zijn zonder gemeentelijke borgstelling of lening niet te realiseren. Eerst dienen zelfwerkzaamheid, eigen middelen, subsidiegelden en middelen van sponsoren, etc., door de aanvrager maximaal te worden benut (vangnetcriterium).

  • 5. Een garantie of lening wordt niet verstrekt indien de te financieren zaken niet voldoende zekerheid bieden voor verhaal van rente en aflossing van de te verstrekken garantie of lening. Dit betekent dat in geval de te financieren zaak een onroerende zaak is, het recht van hypotheek wordt verleend en voor roerende zaken een recht van pand wordt verleend aan de gemeente.

Artikel 4 Financiële criteria

  • 1. Er worden slechts garanties door de gemeente verstrekt. Voor de zogenaamde duurzaamheidsleningen van het Waarborgfonds van de Sport wordt een uitzondering gemaakt en worden wel leningen verstrekt door de gemeente. In overige uitzonderingsgevallen kan sprake zijn een verstrekking van een lening.

  • 2. Een rentevoordeel ten opzichte van een financiële instelling is onvoldoende reden voor verstrekking van een garantie of lening door de gemeente.

  • 3. Verzoeken om garantie of lening worden geweigerd als de betreffende garantie of lening zonder onoverkomelijke bezwaren voor de aanvrager door een financiële instelling kan worden verleend zonder ondersteuning van de gemeente.

  • 4. De financiële positie en prognoses van de aanvrager moeten zodanig zijn dat rente en aflossing betaald kunnen blijven worden.

  • 5. Geen garantie of lening is mogelijk indien een beroep kan worden gedaan op een voorziening in de vorm van een (nationaal) waarborgfonds zoals Waarborgfonds voor de Zorg en Waarborgfonds Kinderopvang.

  • 6. Specifiek voor sport geldt dat er wordt samengewerkt met de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS). Zonder medewerking van dit Fonds wordt in beginsel geen borgstelling of lening door de gemeente verstrekt. Deze stichting biedt naast een borgstelling van 50% ook een aanvullende toetsing zoals een sporttechnische keuring en een jaarlijkse controle van de begroting en jaarrekening. Er wordt aansluiting gezocht bij de eisen aan een borgstelling van het SWS.

  • 7. Een aanvraag voor een lening of garantie lager dan 15.000 euro wordt niet in behandeling genomen.

  • 8. Met een aanvraag voor een garantie of lening groter dan 250.000 euro wordt middels een raadsbesluit ingestemd.

Artikel 5 De aanvraag

  • 1. Aanvragen moeten vóór het aangaan van verplichtingen met betrekking tot de gevraagde garantie of lening volledig en schriftelijk worden ingediend bij het college.

  • 2. Aanvragen moeten zijn voorzien van

    • a.

      een exemplaar van de statuten;

    • b.

      een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • c.

      tekeningen en technische omschrijving als de gemeentelijke lening de aankoop of verbouwing van een onroerende zaak betreft;

    • d.

      een document waaruit blijkt dat het onderpand vrij is van hypotheek (of van pandrecht als het om roerende zaken gaat);

    • e.

      de laatst bekende taxatiewaarde van het onderpand voor de OZB in geval het gaat om een bestaand onroerende zaak;

    • f.

      de jaarrekeningen van de laatste twee boekjaren;

    • g.

      een exploitatiebegroting waarin rente en aflossing van de geldlening zijn verwerkt

    • h.

      een gespecificeerde opstelling van de wijze van financiering van de voorgenomen investering;

    • i.

      ten minste twee offertes of bankverklaringen van geldgevers waaruit blijkt dat er door de geldgevers geen lening wordt verstrekt zonder garantie;

    • j.

      bij een garantie/borgstelling ook een concept-leningsovereenkomst met de beoogde financiële instelling.

  • 3. Een verzoek om een garantie of lening wordt in ieder geval afgewezen indien de gemeente niet de zekerheid heeft dat

    • a.

      de investeringen zullen plaatsvinden;

    • b.

      de aanvrager zal voldoen aan de aan de lening of garantieverstrekking verbonden verplichtingen;

    • c.

      aan de betalingsverplichting van rente en aflossing naar behoren zal worden voldaan;

    • d.

      de aanvrager in het kader van de aanvraag juiste of volledige gegevens heeft verstrekt

    • e.

      de aanvrager doelen nastreeft of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • f.

      de lening of garantie onacceptabele risico’s voor de gemeentelijke begroting meebrengt of anderszins niet past in het gemeentelijk beleid.

Artikel 6 Overige criteria en uitgangspunten

  • 1. De hoogte van het in rekening te brengen rentepercentage en administratiekosten wordt bepaald aan de hand van een door de gemeente vastgestelde rekenmethode zoals vastgelegd in het Treasurystatuut 2023.

  • 2. De aanvraag voor garantie of lening wordt getoetst op aan de geldende regelgeving rondom staatssteun. Het in lid 1 vermelde rentepercentage kan worden verhoogd met een toeslag voor marktconformiteit vanuit deze toets.

  • 3. De looptijd van de garantie of lening moet zijn afgestemd op de te verwachten technische (dan wel economische levensduur als deze korter is) gebruiksduur van de activa.

  • 4. Verstrekking van een lening is alleen mogelijk op basis van door het college vastgestelde modelcontracten en schuldbekentenissen. Hierbij is sprake zijn van afgeven van machtiging tot automatische incasso door de gemeente van rente en aflossing.

  • 5. De aanvrager moet instemmen met een aantal voorwaarden zoals voorafgaande toestemming van de gemeente voor een aantal juridische handelingen zoals statutenwijziging, wijziging bestemming van het onderpand, en vervreemding van het onderpand door de aanvrager gedurende de contractperiode.

  • 6. De gemeente sluit slechts garanties op lineaire leningen af en verstrekt ook slechts lineaire leningen. Hierdoor vindt gedurende de looptijd volledige aflossing plaats en neemt het financiële risico van de gemeente in de loop der af.

  • 7. De mogelijke notariskosten zijn voor rekening van de aanvrager.

Artikel 7 Verantwoording

Gedurende de looptijd van de lening of garantie heeft de aanvrager de volgende plichten:

  • 1.

    De aanvrager heeft een instandhouding- en onderhoudsverplichting van het onderpand. De aanvrager verplicht zich daarom tot het afsluiten van opstal- en inboedelverzekeringen en het in goede staat houden van het onderpand gedurende de gehele looptijd van de lening of garantie.

  • 2.

    De aanvrager verstrekt jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het jaar de jaarrekening aan het college. Deze jaarrekening bevat een accountantsverklaring bij een totaal uitstaande lening- en/of garantiepositie van meer dan 250.000 euro. Uitzondering hierop zijn de sportverenigingen waarbij de gemeente jaarlijks een beoordelingsrapport van de Stichting Waarborgfonds Sport ontvangt.

  • 3.

    De aanvrager zendt jaarlijks, ten minste drie maanden voor aanvang van het boekjaar een gespecificeerde exploitatiebegroting voor het volgende boekjaar aan het college ter kennisneming toe. Uitzondering hierop zijn de sportverenigingen waarbij de gemeente jaarlijks een beoordelingsrapport van de Stichting Waarborgfonds Sport ontvangt waarbij ook hun begroting wordt getoetst.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag van inwerkingtreding van het Treasurystatuut 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 24 januari 2023.