Verordening Bedrijven Investeringszone (BIZ) parkeren centrum Alphen aan den Rijn 2023-2027

Geldend van 11-03-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Verordening Bedrijven Investeringszone (BIZ) parkeren centrum Alphen aan den Rijn 2023-2027

De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2022;

Gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones en gezien de uitvoeringsovereenkomst 13 december 2022 van gemeente Alphen aan den Rijn gesloten met de stichting BIZ parkeren;

Besluit vast te stellen de:

Verordening Bedrijven Investeringszone (BIZ) parkeren centrum Alphen aan den Rijn 2023-2027

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a Bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;

b de wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

c het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

d Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Alphen aan den Rijn en de stichting BIZ Parkeren gesloten uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

1 Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2 De ‘BIZ-bijdrage’ wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Belastingplicht

1 De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van vijf jaren jaarlijks geheven ter zake van binnen de bedrijven investeringszone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2 De BIZ bijdrage wordt geheven van:

a de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar een in de BI-zone gelegen belastingobject al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt en;

b de eigenaar, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar voor een in de BI-zone gelegen belastingobject als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

3 Voor de toepassing van dit artikel wordt:

c gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

d het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld.

4 Indien een onroerende zaak aan het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar. Daarbij wordt als eigenaar aangemerkt degene die op 1 januari van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak, als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

1 De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het belastingjaar;

2 Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17,18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 6 Vrijstellingen

De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

a. belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

b. belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

c. belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning bestaan uit delen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

d. ongebouwde belastingobjecten die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;

e. belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt;

f. belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

g. belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

h. belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

i. belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;

j. belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria.

k. belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

l. belastingobjecten die in eigendom zijn van de gemeente;

m. parkeergarages, trafo’s en pinautomaten;

n. gebouwde belastingobjecten in aanbouw, als bedoeld in artikel 17, vierde lid, van de Wet waardering onroerende zaken;

o. belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard.

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

De BIZ-bijdrage bedraagt per belastingobject per eigenaar per jaar bij een WOZ-waarde van:

a € 0 tot € 200.000

€ 330;

b € 200.000 tot € 500.000

€ 630;

c vanaf € 500.000

€ 930.

De BIZ-bijdrage bedraagt per belastingobject per gebruiker per jaar bij een WOZ-waarde van:

a € 0 tot € 200.000

€ 165;

b € 200.000 tot € 500.000

€ 315;

c vanaf € 500.000

€ 465.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

2 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 13 Aanwijzing stichting

De stichting BIZ parkeren wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Artikel 14 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening 2020 Alphen aan den Rijn niet van toepassing.

Artikel 15 Subsidievaststelling

1 De subsidie wordt verstrekt aan de in artikel 13 aangewezen stichting, voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst;

2 De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen;

3 Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidie-ontvanger.

4 De definitieve BIZ-inkomsten worden in het jaar volgend op het heffingsjaar vastgesteld, conform hetgeen daarover in de uitvoeringsovereenkomst is bepaald.

Artikel 16 Wijze van betalen

De BIZ subsidie wordt jaarlijks betaald conform de afspraken zoals opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 17 Melding van relevante wijzigingen

1 De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

2 De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van een verandering of beëindiging van activiteiten.

Artikel 18 Delegatie van de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen subsidievaststelling

Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling zoals bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

1 De ‘Verordening Bedrijven Investeringszone (BIZ) Parkeren centrum Alphen aan den Rijn 2023-2027’ treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college bekend heeft gemaakt dat van voldoende steun, als bedoeld in artikel 4 van de wet, is gebleken, en deze bekendmaking werkt terug tot en met 1 januari als deze na 1 januari is gelegen.

2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

3 Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening BIZ Parkeren centrum Alphen aan den Rijn 2023-2027’.

Bijlage: Kaart als bedoeld in artikel 1, van deze verordening

Het aangewezen BIZ-gebied, als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, betreft het gebied binnen de rode lijn op onderstaande kaart.

afbeelding binnen de regeling

Behoort bij het raadsbesluit nr. 2022/3023195 van de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn van 15 december 2022.

Ondertekening

Vastgesteld door de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn in de openbare vergadering van 15 december 2022.

De griffier, de voorzitter.