Ondermandaatbesluit voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland

Geldend van 04-05-2023 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2023

Intitulé

Ondermandaatbesluit voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland

De Provinciesecretaris van Zuid-Holland,

Gelet op:

  • Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • De Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland;

  • het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland;

  • De Budgetbevoegdheidsregeling voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland;

Besluit:

vast te stellen het Ondermandaatbesluit voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • Ambtelijk opdrachtgever: een Ambtelijk opdrachtgever als bedoeld in artikel 8, vijfde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland

  • Ambtelijk opdrachtnemer: een Ambtelijk opdrachtnemer als bedoeld in artikel 8, zesde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland, niet zijnde Ambtelijk opdrachtnemers als bedoeld in artikel 17, vierde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland

  • Ambtelijk opdrachtnemer DBI: een ambtelijk opdrachtnemer binnen de opgave Beheer en onderhoud op orde en duurzaam, als bedoeld in artikel 18, vierde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland (zijnde hoofden van de eenheden)

  • Concerndirecteur: de Concerndirecteur als bedoeld in artikel 5 van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland

  • Opdracht: een opdracht als bedoeld in artikel 11 van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland

  • Opgave: een opgave als bedoeld in artikel 10 van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland

  • Directeur compliance en control: de Directeur compliance en control als bedoeld in artikel 16, tweede lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

  • Directeur mens en organisatie: een Directeur mens en organisatie als bedoeld in artikel 7,derde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland

  • Domeindirecteur: een Domeindirecteur als bedoeld in artikel 8, vierde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland

  • Personeelsmanager: een Personeelsmanager als bedoeld in artikel 7, vierde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland

  • Programmadirecteur: een Ambtelijk opdrachtgever als bedoeld in artikel 8, vijfde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland, welke bezoldigd wordt in schaal 16 of hoger

  • Provinciesecretaris: de Provinciesecretaris als bedoeld in artikel 4 van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland

Artikel 2 Ondermandaat

Aan de functionarissen als aangeduid in bijlage 1 bij dit besluit wordt ondermandaat verleend tot het uitoefenen van de daarbij aangegeven bevoegdheden als genoemd in bijlage 3 van het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland.

Artikel 3 Aanvang en einde ondermandaat

  • 1. Het ondermandaat van een functionaris vangt aan met ingang van de datum van het besluit waarbij deze bevoegdelijk in de betreffende functie is benoemd of in de betreffende rol is aangewezen.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, kan ondermaat door Ambtelijk opdrachtgevers en Ambtelijk opdrachtnemers eerst worden uitgeoefend vanaf het moment waarop de aanwijzing van deze functionarissen in de genoemde functies zijn opgenomen in het opdrachtenregister als bedoeld in artikel 12 van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

  • 3. Het ondermandaat van een functionaris eindigt op het moment waarop in plaats van die functionaris een in de desbetreffende functie of rol opvolgende functionaris is benoemd of aangewezen.

Artikel 4 Voorwaarden

  • 1. De ondermandaten als bedoeld in artikel 1 worden uitgeoefend met inachtneming van de bepalingen, voorwaarden en beperkingen, welke gesteld zijn in:

    • a.

      het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland en de daarbij behorende bijlagen;

    • b.

      het Mandaat- en volmachtbesluit van de commissaris van de Koning in de provincie Zuid-Holland voor de provinciale organisatie 2018.

  • 2. In gevallen waarin een ondermandaathouder voornemens is een besluit met financiële consequenties te nemen en de ondermandaathouder terzake niet tevens budgetbevoegd is ingevolge de Budgetbevoegdheidsregeling voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland, wordt het betreffende besluit door de ondermandaathouder eerst genomen na overleg met en akkoord van de terzake budgetbevoegde.

Artikel 5 Intrekken mandaatbesluit

Het Ondermandaatbesluit secretaris 2022 wordt ingetrokken.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit besluit wordt geplaatst in het provinciaal blad en treedt in werking op 1 maart 2023.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Ondermandaatbesluit van de Provinciesecretaris van Zuid-Holland voor de opgavengerichte organisatie.

Ondertekening

Den Haag, 21 februari 2023

De Provinciesecretaris van Zuid-Holland

Drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Bijlage 1 behorende bij artikel 2 van het Ondermandaatbesluit van de Provinciesecretaris van Zuid-Holland voor de opgavengerichte organisatie

Ten geleide bij de tabel

De in de onderstaande tabel opgenomen mandaatnummers corresponderen met de mandaten en mandaatnummers weke zijn vermeld in bijlage 3 bij het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland. Een en ander betekent dat de daar onder de desbetreffende mandaatnummers gedefinieerde bevoegdheden, voor zover opgenomen in onderstaande tabel, krachtens het onderhavige ondermandaatbesluit in ondermandaat worden gegeven. Uitoefening van de betreffende mandaten dient plaats te vinden met inachtneming van de voorschriften en eventuele beperkingen welke gesteld zijn in bijlage 3 bij het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland.

De ondermandaten welke zijn opgenomen in onderstaande tabel, worden generiek en functioneel toebedeeld aan degenen die formeel aangewezen zijn in de rollen behorende bij de verschillende afkoringen. Het betreft in hoofdzaak functies welke in de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland gedefinieerd zijn. De betekenis van de betreffende afkortingen is opgenomen onder de tabel.

De verleende ondermandaten kunnen uitsluitend worden uitgeoefend door de functionarissen die overeenkomstig de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland in de betreffende rollen zijn aangewezen, of anderszins bevoegdelijk in de vermelde functies zijn benoemd. Het ondermandaat kan door de verschillende ondermandaathouders ook pas worden uitgeoefend met ingang van hun aanwijzing of benoeming in de respectievelijke rollen en functies. Daar waar het Ambtelijk opdrachtgevers en Ambtelijk opdrachtnemers betreft geldt bovendien dat deze functionarissen de bij deze rollen behorende ondermandaten pas kunnen uitoefenen met ingang van het moment waarop hun aanwijzing in deze rollen opgenomen in het opdrachtenregister als bedoeld in artikel 12 van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

De ondermandaten mogen door de betreffende functionarissen uitsluitend worden uitgeoefend in het kader van de opdracht of taak waarvoor de betreffende mandaathouder

inhoudelijk verantwoordelijk is (zie artikel 8 van het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland).

Verder geldt dat de uitoefening van in ondermandaat verleende bevoegdheden, welke mede strekken tot het doen van uitgaven of het aangaan van financiële verplichtingen waarvoor de betreffende ondermandaathouder niet tevens budgetbevoegd is ingevolge de Budgetbevoegdheidsregeling voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland, pas mogen worden uitgeoefend na overleg met en akkoord van de terzake budgetbevoegde.

Besluitvorming met terugwerkende kracht naar momenten voorafgaande aan de datum waarop ingevolge het vorenstaande het ondermandaat in gaat is niet mogelijk.

Mandaat nummers *

Ondermandaathouders * *

 

Personele aangelegenheden

 

APS02

CD

APC01

AOG

APC02

AOG

APC03

AOG

APC04

AOG

APC06

AOG

APC07

CD, DMO

AP01

PM

AP01a

PM

AP02

DMO

AP02a

PM

AP03

DMO

AP04

CD, DMO, PM

AP07

DMO

AP08

CD, DMO

AP09

CD, DMO

AP10

DMO

 

Algemeen

 

AAA01

DMO, PM, DD, DCC, AOG, AON-DBI

AAA02

AOG, AON, AON-DBI

AAA03

AOG, AON, AON-DBI

AAA04

CD, AOG, AON-DBI

AAA05

AOG, PM, AON-DBI

AAA06

DD, DCC, AOG

AAA07

CD, DD, DCC, AOG, DMO, PM

AAA08

AOG, AON-DBI

AAA10

AOG, AON-DBI

AAA11

AOG, AON, AON-DBI

AAA11a

AOG

AAA12

CD, DD, DCC, AOG

AAA13

AOG

AAA14

AOG, AON-DBI

AAA15

AOG, AON-DBI

AAA16

CD, DD, DCC, AOG, AON, DMO, PM, CC, FG, PA

AAA16a

AON-DBI

AAA18

CD, DD, DCC, AOG, AON, DMO, PM, CC, FG, PA, AON-DBI

AAA20

AOG, AON-DBI

AAA21

AOG, AON-DBI

AAA22

AOG, AON, AON-DBI

AAA23

AOG, AON, AON-DBI

AAA24

AOG, AON-DBI

AAA26

CD, DD, DCC, PD, AOG, DMO, PM, PA, AON-DBI

AAA27

CD

AAA28

AOG, AON-DBI

AAA29

AOG, AON-DBI

AAA30

AOG, AON-DBI

AAA31

AOG, AON-DBI

AAA32

AOG, AON-DBI

AAA33

AOG, AON, AON-DBI

AAA34

AOG, AON-DBI

AAA35

AOG

AAA35a

AON, AON-DBI

AAA36

AOG, AON-DBI

AAA37

AOG, AON-DBI

AAA38

AOG, AON-DBI

AAA39

AOG, AON-DBI

AAA40

AOG, AON-DBI

AAA41

AOG, AON-DBI

AAA42

AOG, AON-DBI

AAA43

AOG

AAA44

AON, AON-DBI

AAA45

AON

AAA46

AOG, AON-DBI

AAA47

AOG, AON

 

Financiële aangelegenheden

 

ACF01

De Treasurer, tezamen met de AOG van de opdracht waarbinnen de Treasury-taak wordt behartigd.

ACF02

AOG, AON

ACF04

AOG, AON

ACF05

AOG

ACF07

AOG, AON

ACF08

AOG, AON

ACF09

AOG, AON

ACF10

AOG

 

Juridische aangelegenheden

 

ACJ01

AOG

ACJ02

AOG, AON

ACJ03

AOG, AON

ACJ04

AOG, AON

 

Bezwarencommissie & bijzondere wetten

 

ABB01

AOG

ABB02

AOG

ABB03

AOG, AON

ABB04

AOG, AON

ABB05

AOG

ABB06

AOG, AON

ABB07

AOG, AON

ABB08

AOG, AON

ABB09

AOG, AON

ABB010

AOG, AON

 

Ontwikkeling- & Grondzaken

 

ACOG01

AOG

ACOG02

AOG

ACOG03

AOG

ACOG04

AOG

ACOG05

AOG

 

Openstelling elektronische weg

 

AIA01

CD, AOG

 

Aanbestedingen

 

ABIR01

AOG

 

Omgevingsdiensten

 

ADMR01

AOG

ADMR02

AOG

ADMR03

AOG

 

Ruimtelijke ontwikkeling & beheer

 

AR10

AON

AR11

AON

AR12

AON

AR13

AOG

AR14

AOG

 

Mobiliteit

 

AV01

AOG

AV02

AOG

AV03

AON

AV04

AOG

AV05

AOG

AV06

AOG

AV08

AOG

AV09

AOG, AON-DBI

AV10

AOG

AV11

AOG

AV12

AOG

 

Beheer infrastructuur

 

ABI01

AOG, AON-DBI

ABI02

AOG, AON-DBI

ABI03

AOG, AON-DBI

ABI04

AOG, AON-DBI

ABI06

AOG, AON-DBI

ABI07

AOG, AON-DBI

ABI08

AOG, AON-DBI

ABI09

AOG, AON-DBI

ABI10

AOG, AON-DBI

ABI11

AOG, AON-DBI

ABI12

AOG, AON-DBI

ABI13

AOG, AON-DBI

ABI14

AOG, AON-DBI

ABI15

AOG, AON-DBI

ABI17

AOG, AON-DBI

ABI18

AOG, AON-DBI

ABI19

AOG

ABI20

AOG, AON-DBI

ABI21

AOG, AON-DBI

ABI22

AOG

ABI23

AOG

ABI24

AOG

ABI25

AOG, AON-DBI

ABI26

AOG, AON-DBI

ABI27

AOG, AON-DBI

ABI28

AOG, AON-DBI

ABI29

AOG

ABI30

AOG, AON-DBI

ABI31

AOG, AON-DBI

 

Milieu

 

AM01

AOG

AM03

AOG

AM04

AOG

AM05

AOG

AM06

AOG

AM07

AON

AM08

AOG

AM09

AOG

 

Bodem

 

ARB01

AON

ARB02

AON

ARB04

AON

ARB05

AOG

ARB06

AOG

ARB07

AOG

 

Nazorg

 

ARW01

AOG

 

Ontgronding

 

ARG01

AOG

 

Huisvestingsverordening & woonvisies

 

ARV01

AON

 

Cultureel erfgoed & kunsten

 

AZ02

AON

AZ03

AON

AZ04

AON

 

Onderwijs

 

AZ05

AON

 

Openbaarheid

 

AWOB01

AOG

AWOB02

AOG & de als zodanig aangewezen Woo-functionarissen

 

BIBOB

 

ABIB01

AOG & de als zodanig aangewezen BIBOB-functionarissen

ABIB02

AOG

ABIB03

AOG

ABIB04

AOG

 

Hergebruik overheidsinformatie

 

 

AWHO01

AOG

 

Archief

 

 

APA01

PA

APA02

PA

APA03

PA

APA04

PA

APA05

PA

 

Communicatie

 

ACM01

AOG

 

Facilitaire zaken

 

AFZ01

AOG

 

Interbestuurlijk toezicht

 

AFT01

AOG

AFT02

AON

AFT03

AON

AFT04

AOG

AFT05

AOG

AFT06

AOG

AFT07

AOG

AFT08

AOG

AFT09

AOG

AFT10

AOG

AFT11

AOG

AFT12

AOG

 

Gemeentelijke herindeling

 

ABZT01

AON

 

Groen

 

AG01

AON

AG02

AON

AG03

AOG

AG04

AON

AG06

AOG

AG10

AON

AG11

AOG

AG12

AOG

AG13

AOG

AG14

AOG

AG15

AON

AG16

AOG

AG17

AOG

AG18

AON

AG19

AON

AG20

AOG

AG21

AOG

 

Water

 

AW01

AOG

AW02

AOG

AW03

AOG

AW05

AOG

AW07

AOG

AW08

AOG

AW09

AOG

AW10

AOG

AW13

AOG

AW14

AOG

AW17

AON

* Het betreft hier de mandaatnummers zoals genoemd in en behorende bij de bevoegdheden zoals beschreven in bijlage 3 van het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland

* * Voor verklaring van de afkortingen zie bijlage A (definities van afkortingen).

Bijlage ADefinities van afkortingen

AOG

De Ambtelijk Opdrachtgevers als bedoeld in artikel 8, vijfde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland, waaronder begrepen programmadirecteuren als bedoeld in artikel 1 van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

AON

De Ambtelijk Opdrachtnemers als bedoeld in artikel 8, zesde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland, met uitzondering van de Ambtelijk opdrachtnemers (zijnde hoofden van eenheden) als bedoeld in artikel 17, vierde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

AON-DBI

De Ambtelijk opdrachtnemers (zijnde hoofden van de eenheden) binnen de opgave Beheer en onderhoud op orde en duurzaam, als bedoeld in artikel 17, vierde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

CC

De Concerncontroller als bedoeld in artikel 18 van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

CD

De Concerndirecteur als bedoeld in artikel 5 van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

DCC

De Directeur compliance en control als bedoeld in artikel 16, tweede lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

DD

De Domeindirecteuren als bedoeld in artikel 8, vierde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland, waaronder begrepen de Directeur Beheer infrastructuur als bedoeld in artikel 17, tweede lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

DMO

De Directeuren mens en organisatie als bedoeld in artikel 7, derde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland, waaronder begrepen de Directeur Beheer infrastructuur als bedoeld in artikel 17, tweede lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland..

FG

De Functionaris gegevensbescherming.

PA

De Provinciearchivaris.

PM

De Personeelsmanagers als bedoeld in artikel 7, vierde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland, waaronder begrepen de hoofden van de eenheden binnen de opgave Beheer en onderhoud op orde en duurzaam, als bedoeld in artikel 17, vierde lid van de Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

Toelichting bij Ondermandaatbesluit voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland

Algemeen

Namens Gedeputeerde Staten worden op verschillende niveaus binnen de provincie Zuid-Holland bevoegdheden uitgeoefend. Dit gebeurt krachtens mandaat van het college, waartoe de Algemene wet bestuursrecht de mogelijkheden biedt.

Het mandaatsysteem bij de provincie Zuid-Holland is getrapt ingericht. Alle bevoegdheden die door medewerkers van de provinciale organisatie mogen worden uitgeoefend, worden door het college van Gedeputeerde Staten in eerste instantie in mandaat aan de provinciesecretaris toegekend. Daarbij wordt het de secretaris toegestaan deze mandaten op zijn beurt vervolgens onder te mandateren naar functionarissen op lager gelegen ambtelijke niveaus. Dit ondermandateren vindt plaats door middel van het onderhavige ondermandaatbesluit. Het is dit besluit, wat er uiteindelijk voor zorgt dat de verschillende in mandaat uit te oefenen bevoegdheden op de verschillende daartoe bestemde plaatsen en bij personen “landen”.

Ondermandaat en opgavegericht werken

De opzet van dit ondermandaatbesluit volgt grotendeels de wijze waarop bij de provincie Zuid-Holland gewerkt wordt. De Regeling opgavengerichte organisatie provincie Zuid-Holland en de daarbij behorende werkingsprincipes zijn daarbij leidend.

Voorwaarden

De ondermandaten die in het onderhavige besluit verleend worden, dienen uitgeoefend te worden met inachtneming van de voorwaarden en beperkingen die gesteld zijn in de besluiten waarop dit ondermandaatbesluit berust (artikel 4, eerste lid). Het betreft hier het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland en het Mandaat- en volmachtbesluit van de commissaris van de Koning in de provincie.

Vanuit het mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten zijn met name de volgende voorwaarden van overeenkomstige toepassing op de verleende ondermandaten:

  • Het ondermandaat houdt zowel een beslissings- als een ondertekeningsmandaat in (artikel 6, tweede lid)

  • Het ondermandaat dient te worden uitgeoefend binnen de reguliere werkzaamheden van betrokkene of de taken waarvoor de betrokkene verantwoordelijk is, dan wel in het kader van de uitvoering van de opgedragen opgave of opdracht (artikel 8).

  • De functionarissen aan wie ondermandaat is verleend zijn gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten feitelijke handelingen te verrichten, zijnde handelingen die geen rechtsgevolg hebben (artikel 9, tweede lid).

  • De Provinciesecretaris stelt een vervangingsregeling vast, waarin geregeld wordt op welke wijze de vervanging van ondermandaathouders plaatsvindt. Dit wordt dus bij afzonderlijke regeling geregeld, welke (eveneens) vgan toepassing zal zijn op het onderhavige ondermandaatbesluit.

Van het Mandaat- en volmachtbesluit van de commissaris van de Koning is met name artikel 5 van belang voor ondermandaathouders. Krachtens deze bepaling zijn functionarissen op basis van het door Gedeputeerde Staten verleende mandaat, en het in vervolg daarop door de Provinciesecretaris verleende ondermandaat, gemachtigd de provincie buiten rechte te vertegenwoordigen. Dat voor waar het besluiten betreft die een gebondenheid van de provincie als rechtspersoon tot gevolg hebben.