Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR692801
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR692801/1
Nota treasurybeleid Eijsden-Margraten 2023
Geldend van 28-02-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023
Intitulé
Nota treasurybeleid Eijsden-Margraten 2023Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begrippenkader
In dit statuut wordt verstaan onder:
Financiering |
Het aantrekken van de benodigde financiële middelen voor een periode van tenminste één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen als vreemd vermogen. |
Kasgeldlening |
Lening (zowel opnamen, als uitzettingen) voor een bepaald bedrag en een vaste periode met een looptijd van 15 dagen tot 2 jaar minus 1 dag. |
Kasgeldlimiet |
Kwantitatieve norm op basis van de Wet Fido. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het totaal van de lasten die in de begroting zijn geraamd. |
Koersrisico |
Risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. |
Kredietrisico |
Het risico dat uitgezette (belegde) middelen niet worden terugontvangen. |
Liquiditeitsplanning |
Een prognose van inkomende en uitgaande geldstromen. |
Onderhandse lening |
Schuldbekentenis op naam, die optimaal kan worden afgestemd op de wensen van geldgever en geldnemer. |
Prudent |
Betreft het “als een goed huisvader” omgaan met publieke middelen |
Publieke taak |
Omvat de wettelijke taken en de overige taken die de Raad door vaststelling van de Programmabegroting tot de publieke taak rekent. |
Rating1 |
Inschatting door instituten als Moody’s en Standard & Poor’s van de kans op eventuele wanbetaling bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier. |
Renterisico |
Het effect op de financiële resultaten van de gemeente voortvloeiende uit renteontwikkelingen. |
Renterisicobeheer |
Spreiding van toekomstige renterisico’s op korte en lange termijn ter voorkoming van overmatige blootstelling aan renteontwikkelingen. |
Renterisiconorm |
Kwantitatieve norm op basis van de Wet FIDO ter bevordering van een goede spreiding in de rente-aanpassingsmomenten van de langlopende leningen (1 jaar of langer). De renterisiconorm bedraagt 20% van het totaal van de vaste schuld per 31 december. |
Rentetypische looptijd |
Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de lening niet-beïnvloedbare constante rentevergoeding. |
Rentevisie |
Toekomstverwachting over de renteontwikkelingen. |
Risicomanagement |
Het inzichtelijk maken van toekomstige risico’s en het beheersen, verminderen en spreiden daarvan. |
Risicobeheer |
De uitvoering van het risicomanagement. |
Saldobeheer |
Het beheer van de dagelijkse saldi op de bankrekeningen. |
Treasurybeleid |
Bestaat uit uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, organisatorische en administratieve kaders, informatievoorziening en de administratieve organisatie voor de uitvoering van de Treasuryfunctie. |
Treasuryfunctie |
Alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. |
Artikel 2 Doelstellingen van de Treasuryfunctie
De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:
- 1.
Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities, en onder vermijding van ongewenste risico’s.
- 2.
Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-) resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s.
- 3.
Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
- 4.
Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido, alsmede de limieten en richtlijnen genoemd in dit Treasurystatuut;
- 5.
Het doen van binnen de wet- en regelgeving omtrent het schatkistbankieren toegestane uitzettingen wegens (tijdelijk) overtollige middelen, alsmede bij het toepassen van derivaten, worden de opvattingen van de wetgever inzake prudentie, zoals opgenomen in de wet Fido, strikt gevolgd;
Hoofdstuk 2 Risicobeheer
Artikel 3 uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot Risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
- 1.
De gemeente kan uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de “publieke taak” leningen aangaan, middelen uitzetten of garanties verlenen. Voor het overige houdt zij haar liquide middelen in ’s Rijks schatkist aan;
- 2.
De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen;
- 3.
Het gebruik van derivaten is NIET toegestaan.
Artikel 4 Renterisicobeheer
Met betrekking tot het Renterisicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
- 1.
We overschrijden de kasgeldlimiet niet conform de Wet Fido; tenzij de toezichthouder ontheffing hiervoor verleent.
- 2.
De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet Fido;
- 3.
Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning;
- 4.
De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening worden zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;
Artikel 5 Intern liquiditeitenrisicobeheer
De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door de treasuryactiviteiten te baseren op een actuele liquiditeitenplanning, welke periodiek - binnen de vastgestelde P&C-cyclus - wordt herzien.
Artikel 6 Valutarisicobeheer
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.
Hoofdstuk 3 Gemeentefinanciering
Artikel 7 Financiering
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
- 1.
Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;
- 2.
Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (Reserves en Voorzieningen) te gebruiken. Op deze wijze worden de renterisico’s en het renteresultaat geoptimaliseerd.
- 3.
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van langlopende financieringen zijn onderhandse leningen;
- 4.
Voor het aantrekken van een langlopende financiering dient bij minimaal 2 instellingen (telefonisch) offertes te worden opgevraagd.
Artikel 8 Relatiebeheer
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
- 1.
Bankrelaties dienen, wat betreft hun kredietwaardigheid, minimaal te voldoen aan de volgende eisen:
- •
Overheidsbanken binnen het EMU-gebied met minimaal een Aa1-rating.
- •
Financiële ondernemingen binnen het EMU-gebied met minimaal een Aa1-rating voor de lange termijn en een
P1-rating voor de korte termijn, afgegeven door één van de volgende erkende Ratings-bureau’s: Moody’s, Standard & Poors, of Fitch IBCA2, en dienen gevestigd te zijn in landen die voldoen aan de vereisten van Ruddo;.
- •
- 2.
Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht3 te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de verzekeringskamer;
Hoofdstuk 4 Kasbeheer
Artikel 9 Geldstromenbeheer
Om de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:
- 1.
Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank;
- 2.
Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en op de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt er voorts op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de gemeente haar verplichtingen tijdig kan nakomen.
Artikel 10 Saldo en liquiditeitenbeheer
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
- 1.
De gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatie-circuit; dit bij de bank met de gunstigste condities.
- 2.
Indien er een liquiditeiten behoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijke voorschriften;
- 3.
De toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn: daggeld, kasgeldleningen, spaarrekeningen en kredietlimiet op rekening courant;
- 4.
Bij het uitzetten van middelen gelden de wettelijke regels zoals die voor het schatkistbankieren zijn weggelegd.
Hoofdstuk 5 Administratieve organisatie en interne controle
Artikel 11 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie is het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk voor de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:
- 1.
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten worden door het college van burgemeester en wethouders op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd in de Uitvoeringsregeling Treasuryfunctie Eijsden-Margraten.
- 2.
Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:
- •
Iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (“4 ogen-principe”);
- •
De uitvoering en de controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;
- •
De uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.
- •
Hoofdstuk 6 Slotbepaling
Artikel 12 Intrekken oude nota en overgangsrecht
Het Treasurystatuut 2017 Eijsden-Margraten, wordt ingetrokken per 1 januari 2023. Dit Treasurystatuut blijft van toepassing op de jaarrekening en het jaarverslag 2022.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze nota treasurybeleid treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2023.
Deze nota wordt aangehaald als: Nota treasurybeleid 2023 Eijsden-Margraten.
Ondertekening
Bijlage 1
Overzicht kwalificering van de ratings
Overzicht lange termijn ratings
Moody’s |
S&P’s |
|
Aaa |
AAA |
Extreem kredietwaardig |
Aa1 |
AA+ |
Zeer kredietwaardig. Veiligheidsmarges zijn echter niet zo hoog als bij een Aaa en AAA categorie. |
A1 |
A+ |
Zeer kredietwaardig. Er zijn echter factoren aanwezig waardoor afbetaling in de toekomst enig gevaar loopt. |
Baa |
BBB |
Kredietwaardig, maar gevoelig voor slechte economische tijding. |
Ba1 |
BB+ |
Speculatief, matige bescherming van afbetaling aanwezig. |
B1 |
B+ |
Heeft momenteel capaciteit voor rente en aflossing, maar is gevoelig voor faillissement. |
Caa |
CCC |
Enige bescherming voor investeerders is aanwezig, maar grote risico’s en onzekerheid aanwezig. |
C |
D |
Zeer speculatief, meestal achtergestelde schuld. Rentebetalingen zijn reeds gestopt. |
Een – of een + (bijvoorbeeld AA-) in de ratings geeft aan dat de rating naar beneden (-) of naar boven(+) neigt.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl