Beleidsregels verkeerd gestalde (brom)fietsen, wrakken en weesfietsen 2023 Gemeente Eemsdelta

Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels verkeerd gestalde (brom)fietsen, wrakken en weesfietsen 2023 Gemeente Eemsdelta

Burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta;

overwegende dat:

in het belang van het uiterlijk aanzien en de toegankelijkheid, bereikbaarheid, en bruikbaarheid van (voet)paden, trappen en fietsenstallingen en verkeersveiligheid van de omgeving noodzakelijk wordt geacht om beleid vast te stellen ten aanzien van het verwijderen van verkeerd gestalde (brom)fietsen, (brom)fietswrakken en wees(brom)fietsen.

Gelet op:

• artikel 5:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eemsdelta 2021;

• artikel 125 en verder Gemeentewet;

• artikel 5:21 en verder van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

besluit vast te stellen:

Beleidsregels verkeerd gestalde (brom)fietsen, wrakken en weesfietsen 2023

1. Inleiding

Dit beleid geeft aan hoe wordt gehandhaafd op fietsen en bromfietsen die op openbaar terrein gestald staan en al langere tijd niet meer zijn gebruikt en op fietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren. Het is daarmee een uitwerking van artikel 5:12 van de Algemeen Plaatselijke Verordening Eemsdelta 2022.

2. Definities

- bromfiets: een voertuig als bedoeld in artikel 1, sub e van de Wegenverkeerswet 1994. Deze definitie omvat tevens een snorfiets of scooter;

- (brom)fietswrak: een (brom)fiets, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhouden tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert. Een (brom)fietswrak behoort doorgaans aan niemand (meer)toe;

- Verkeerd gestalde (brom)fiets: een (brom)fiets die buiten de daarvoor bestemde klem of aangewezenstallingsplaats is gestald;

- Gevaarlijk geparkeerde fiets: Dit is een fiets die zo geparkeerd staat dat het gevaar oplevert, doordat het bijvoorbeeld de doorgang voor hulpdiensten belemmert of de in-/uitgang of de vluchtroute voor gebruikers van een gebouw (gedeeltelijk) verspert. Ook een fiets waarvan een wiel uitsteekt op het fietspad of rijbaan, of een fiets die de blindengeleidenstrook blokkeert, staat gevaarlijk geparkeerd.

Het verwijderen van deze fiets is spoedeisend: de fiets is zodanig geparkeerd dat deze fiets direct moet worden verwijderd om de gevaarlijke of de zeer hinderlijke situatie op te heffen.

- Wees(brom)fiets: (brom)fiets die langer dan de maximale stallingsduur in de daarvoor bestemde klem of stallingsplaats is gestald, zonder dat zij gebruikt wordt. Deze (brom)fiets, geen (brom)fietswrak zijnde, verkeert in voldoende staat van onderhoud, maar behoort klaarblijkelijk aan niemand meer toe.

- Fietsendepot: Werkbedrijf, Fivelpoort 1 Appingedam.

3. Doelstellingen

Met de bestuursrechtelijke handhaving hebben partijen het volgende doel voor ogen: het aanpakken en reduceren van de overlast van fietswrakken en weesfietsen. Handhaving op de genoemde categorieën fietsen leidt tot een betere kwaliteit van de openbare ruimte en gaat vandalisme en fietsendiefstal tegen. Hiermee wordt niet alleen invulling gegeven aan de hierboven omschreven wens van de betrokken partijen, maar ook aan de beginselplicht tot handhaving. Hiermee wordt bijgedragen aan:

- het op peil houden/brengen van voldoende (vrije) stallingsmogelijkheden;

- een ordelijk aanzien van de stallingen en de verbetering van het veiligheidsgevoel van de gebruiker;

- preventie van fietsendiefstal: wetenschappelijk onderzoek toont aan dat een chaotische omgeving normoverschrijding stimuleert en onder meer bijdraagt aan meer diefstal van fietsen; en

- een goede en nette gelegenheid voor het stallen van fietsen is een stimulans voor het gebruik van de fiets, een goed fietsenbeleid draagt zodoende bij aan duurzaamheid.

4. Handhaving

4.1 Bestuursdwang

Bestuursrechtelijk optreden is erop gericht een einde te maken aan een verboden toestanden de gewenste toestand te herstellen. Gehandhaafd wordt middels bestuursdwang, zoals geformuleerd in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht. Hierbij wordt aangesloten bij de actie zoals het Fietsberaad deze voorstelt in de nota “Juridische aspectenhandhaving op fietsparkeren” en het “Handboek weesfietsen”.

4.2 Stappenplan

De uitvoering van de handhaving op fietswrakken en weesfietsen bestaat uit een aantal basisactiviteiten:

  • 1.

    het constateren van de overtreding;

  • 2.

    het aanzeggen van bestuursdwang;

  • 3.

    opslag van de fietsen;

  • 4.

    bewaring van de fietsen; en

  • 5.

    afgeven of afvoeren van de fiets.

De activiteiten laten zich als volgt omschrijven.

Ad 1. Constateren overtreding

Ingeval van de fietswrakken zal in één opslag duidelijk zijn dat sprake is van een Apv-overtreding. Zoals aangegeven zijn weesfietsen echter vaak niet als zodanig herkenbaar. Om erachter te komen waar de Apv wordt overtreden, dienen alle aanwezige fietsen in het beheergebied te worden gekenmerkt door het bevestigen van (bijvoorbeeld) een sticker of label. Na het verstrijken van de periode van 14 dagen kan worden vastgesteld dat de fietsen met een sticker of label in overtreding zijn.

Ad 2. Het aanzeggen van bestuursdwang

Na het constateren van een overtreding van de Apv, neemt de gemeente het besluit om bestuursdwang aan te zeggen. Omdat de eigenaar van de fiets over het algemeen niet bekend is, wordt de beschikking uitgereikt in de vorm van een label welke aan het stuur van de fiets wordt bevestigd.

Als een overtreding is geconstateerd, moet doorgaans een begunstigingstermijn (of hersteltermijn) worden geboden, voordat een fiets wordt verwijderd en afgevoerd. Binnen deze periode krijgt de eigenaar en/of gebruiker van de fiets de gelegenheid om de overtreding te herstellen. Voor zowel fietswrakken als weesfietsen wordt een begunstigingstermijn van twee dagen redelijk geacht.

Ook kan tegen de beschikking binnen zes weken na de dagtekening bezwaar worden gemaakt door belanghebbende.

Gevaarlijk geparkeerde fietsen, bijvoorbeeld fietsen die op de blindegeleidestrook staan, worden gelabeled met een waarschuwingslabel.

In spoedeisende gevallen kan besloten worden dat bestuursdwang zal worden toegepast zonder voorafgaande last (artikel 5:31 van de Awb). Dit kan enkel indien de situatie zo spoedeisend is, dat een schriftelijk besluit niet kan worden afgewacht.

Van spoedeisende bestuursdwang wordt alleen gebruik gemaakt wanneer de (brom)fiets op een wijze is geplaatst die tot gevaarlijke situaties kan leiden en/of de doorgang ernstig hindert. Er is onder meer sprake van een spoedeisend geval, indien een (brom)fiets geparkeerd staat voor een(nood)uitgang, brandkraan en op een blindegeleidestrook (<75 cm uit de as van een geleidestrook). De fietsen worden op publieksvriendelijke wijze verplaatst naar een veilige plaats in de stalling. Daar dit een publieksvriendelijk onderdeel van de actie betreft worden de fietsen niet meegenomen naar het fietsendepot in Appingedam. Alvorens tot verplaatsing over te gaan wordt er een foto gemaakt waaruit blijkt dat de (brom)fiets gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan.

Ad 3. Opslag van de fietsen

Na het verstrijken van de begunstigingstermijn worden de fietsen met een onaangetast label vervoerd naar het fietsendepot in Appingedam. Als de fiets met een slot aan de ‘vaste wereld’ is bevestigd, dan mag het slot zorgvuldig worden opengebroken (de kosten van het opengebroken slot worden niet vergoed). De toezichthouder noteert per (brom)fiets in ieder geval: a) het tijdstip van verwijderen van de (brom)fiets; b) de locatie waar de (brom)fiets is aangetroffen; c) de technische staat van de aangetroffen (brom)fiets (slecht, redelijk of goed); d) een beschrijving van de (brom)fiets en de aan/op de (brom)fiets aangetroffen goederen (merk, dames-, heren- of kinderfiets, type, kleur, of er een slot verwijderd moest worden en eventuele bijzonderheden). Het is toegestaan om hiervan een overzichtsfoto te maken waaruit blijkt om welke (brom)fiets en bijbehorende aangetroffen goederen het gaat. Bij aankomst in het fietsendepot worden de fietsen geregistreerd op www.verlorenofgevonden.nl. Daarnaast worden de fietsen gecontroleerd op diefstal. Deze controle vindt plaats door raadpleging van het online register van gestolen fietsen van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (www.rdw.nl/fdr/Paginas/Default.aspx). Mocht een fiets als vermist of gestolen geregistreerd staan, dan wordt de fiets overgedragen aan de politie.

Ad 4. Bewaring van de fietsen

Als de fietsen eenmaal verplaatst zijn naar het fietsendepot in Appingedam, staat in beginsel een bewaartermijn van dertien weken (5:30 Awb).

Ad 5. Afgeven of afvoeren van de fiets

Gedurende de opslagtermijn kan de eigenaar van een opgeslagen fiets zich alsnog melden bij het fietsendepot in Appingedam. De eigenaar moet zich identificeren en aantonen dat de fiets zijn of haar eigendom is (bijvoorbeeld middels een meegenomen fietssleutel, framecertificaat en/of aankoopbewijs). Ook moet de eigenaar een geldig legitimatiebewijs tonen. Omdat het hier een publieksvriendelijke actie betreft, vindt er geen kostenverhaal plaats.

Als de bewaringstermijn is verstreken, en de fiets is niet afgegeven aan de eigenaar, dan wordt de fiets op grond van artikel 5:30 van de Awb in eigendom overgedragen aan het fietsendepot.

Ondertekening