Verordening participatieraad gemeente Oldambt 2022

Geldend van 23-02-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening participatieraad gemeente Oldambt 2022

De raad van de gemeente Oldambt,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2022.

gelet op artikel 2.1.3 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 2.10 Jeugdwet, artikel 47 Participatiewet,

artikel 84 en 150 Gemeentewet, artikel 42 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

werkloze werknemers en artikel 42 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen

zelfstandigen en artikel 3:50 Algemene wet bestuursrecht

besluit vast te stellen:

de Verordening Participatieraad gemeente Oldambt 2022

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

  • 2.

    In deze verordening 2 wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Oldambt;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;

  • c.

    de wet : Participatiewet, IOAZ, IOAW, Wmo 2015 en Jeugdwet;

  • d.

    belanghebbende: de ingezetene van de gemeente Oldambt die een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, IOAZ of IOAW alsmede de ingezetene die behoort tot de personen als omschreven in artikel 7, eerste lid van de Participatiewet en de ingezetene die behoort tot één van de volgende doelgroepen:

  • i.

    mensen met een lichamelijke handicap;

  • ii.

    mensen met een verstandelijke handicap;

  • iii.

    geestelijke gezondheidszorg/maatschappelijk opvang;

  • iv.

    jeugd;

  • v.

    ouderen;

  • vi.

    minima;

  • vii.

    mantelzorgers/vrijwilligers.

  • e.

    bestuurlijk overleg: een overleg op uitnodiging van de participatieraad met een lid van het college;

  • f.

    het beleid: de vorming, uitvoering en evaluatie van het beleid aangaande de wet;

  • g.

    de participatieraad: een onafhankelijk adviesorgaan voor het college en de raad, bestaande uit belanghebbenden en vertegenwoordigers woonachtig in de gemeente die op grond van de wet betrokken wordt bij de uitvoering van deze wetten;

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De participatieraad geeft invulling aan de wettelijk voorgeschreven cliëntenparticipatie op de domeinen Wmo, Jeugd en Participatie.

  • 2.

    De participatieraad inventariseert en bespreekt landelijke en regionale ontwikkelingen op het gebied van het sociaal domein.

  • 3.

    De participatieraad toetst of het beleid van de gemeente in voldoende mate tegemoet komt aan de behoeften van de ingezetenen die aangewezen zijn op een gemeentelijke uitkering, voorziening of regeling.

  • 4.

    De participatieraad beoordeelt het gemeentelijk beleid en de effecten van dit beleid op de rechten en plichten van de ingezetenen op grond van de Participatiewet, het gezond en veilig opgroeien en het groeien naar zelfstandigheid op grond van de Jeugdwet en het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie van de ingezetenen op grond van de Jeugdwet en de Wmo 2015.

  • 5.

    De participatieraad adviseert gevraagd en ongevraagd het college en de raad in aangelegenheden als genoemd in het vierde lid.

Artikel 3 Advies

  • 1.

    Het college betrekt de participatieraad tijdig bij de besluitvorming in het kader van de uitvoering van de wet en voorziet de participatieraad van informatie zodat hij naar behoren zijn taken kan uitvoeren.

  • 2.

    Het college vraagt de participatieraad tijdig om advies zodat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming.

  • 3.

    De participatieraad brengt binnen vier weken na ontvangst van de adviesaanvraag schriftelijk advies uit aan het college. Op verzoek van de participatieraad kan het college de adviestermijn als bedoeld in het tweede lid verlengen.

  • 4.

    De adviezen van de participatieraad worden gegeven in overeenstemming met de standpunten van de meerderheid van de leden.

  • 5.

    Het college betrekt het advies van de participatieraad expliciet bij desbetreffende onderwerpen en voorstellen. Als het college een beslissing neemt die afwijkt van het advies van de participatieraad, dan brengt zij dit gemotiveerd schriftelijk ter kennis aan de participatieraad.

  • 6.

    Het college informeert bij raadsvoorstellen de raad over de zienswijze van de participatieraad op het betreffende raadsvoorstel.

  • 7.

    Indien de participatieraad kennis neemt van een voorstel aan of van het college, waarover door de participatieraad geen adviesvraag is ontvangen, maar waarover de participatieraad niettemin wenst te adviseren, geeft de participatieraad hiervan terstond kennis aan het college. Het advies wordt dan binnen vier weken na de desbetreffende kennisgeving uitgebracht.

Artikel 4 Vergadering

  • 1.

    De participatieraad vergadert zo dikwijls als de participatieraad nodig acht.

  • 2.

    De vergaderingen van de participatieraad zijn openbaar, tenzij de participatieraad bij meerderheid van stemmen besluit een besloten vergadering te houden.

  • 3.

    Er worden geen besluiten genomen of adviezen geformuleerd als niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 5 Bestuurlijk overleg

  • 1.

    Op uitnodiging van de participatieraad vindt per kalenderjaar tenminste één keer bestuurlijke overleg plaats.

  • 2.

    Het bestuurlijk overleg wordt voorgezeten door de voorzitter van de participatieraad.

Artikel 6 Samenstelling

  • 1.

    De participatieraad is qua samenstelling een afspiegeling van de wetsgebieden van het sociaal domein.

  • 2.

    De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 3.

    De participatieraad telt naast de voorzitter minimaal vijf en maximaal elf leden.

  • 4.

    Het aantal leden is oneven.

  • 5.

    De participatieraad kiest uit zijn midden een secretaris en een plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 7 Zittingsduur

  • 1.

    De zittingsduur voor leden bedraagt vier jaar. De leden kunnen maximaal eenmaal worden herbenoemd.

  • 2.

    Het lidmaatschap eindigt tussentijds door:

  • a.

    aftreden op eigen schriftelijk verzoek;

  • b.

    ondercuratelestelling;

  • c.

    verhuizing naar buiten de gemeente;

  • d.

    opzegging van het vertrouwen door de meerderheid van de leden bij ernstig en langdurig disfunctioneren van een lid;

  • e.

    ontslag door het college op grond van zwaarwegende redenen. Een dergelijk besluit wordt door het college schriftelijk gemotiveerd.

Artikel 8 Benoeming, schorsing, ontslag en verenigbaarheid met andere activiteiten en functies

  • 1.

    Het college benoemt, schorst en ontslaat leden van de participatieraad.

  • 2.

    De participatieraad en het college zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de werving en selectie van nieuwe leden.

  • 3.

    Het benoemen van nieuwe leden door het college geschiedt op voordracht van de participatieraad.

  • 4.

    De leden hebben zitting in de participatieraad op persoonlijke titel. De leden verrichten hun werkzaamheden zonder last.

  • 5.

    Het college draagt een onafhankelijk voorzitter voor aan de leden van de participatieraad.

  • 6.

    Het lidmaatschap van de participatieraad is onverenigbaar met:

  • a.

    het verrichten van bezoldigde activiteiten voor de gemeente, tenzij tegenover die activiteiten slechts een onkostenvergoeding staat;

  • b.

    het lidmaatschap van een andere adviesraad van de gemeente;

  • c.

    het lidmaatschap van de raad, het college alsmede een vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente.

Hoofdstuk 2 Overige bepalingen

Artikel 9 Faciliteiten

  • 1.

    Het college draagt kosteloos zorg voor beschikbaarheid van een vergaderruimte, inclusief vergaderfaciliteiten. Deze vergaderruimte is ook beschikbaar ten behoeve van de overige activiteiten van de participatieraad.

  • 2.

    De participatieraad dient jaarlijks voor 1 mei een begroting in bij het college voor het daaropvolgende jaar.

  • 3.

    Het college faciliteert de participatieraad zodanig, dat de participatieraad zijn werk naar behoren kan uitvoeren.

  • 4.

    Het college wijst in zijn organisatie een ambtenaar aan als contactpersoon voor de participatieraad.

  • 5.

    Het college wijst een ambtelijk secretaris aan, die de participatieraad administratief ondersteunt.

  • 6.

    De gemeente evalueert elk jaar ten minste één keer met de participatieraad hoe de samenwerking gaat. Dan wordt ook besproken of de samenwerking goed functioneert. De participatieraad stuurt na afloop van dit overleg een verslag aan het college en de gemeenteraad.

  • 7.

    De participatieraad kan in voorkomende gevallen een beroep doen op externe ondersteuning. Ter uitvoering van haar werkzaamheden wordt de cliëntenraad jaarlijks een door de raad vastgesteld budget beschikbaar gesteld ter bestrijding van de ter uitvoering van haar taak te bestrijden kosten.

Artikel 10 Onkostenvergoeding

  • 1.

    Voor het voorbereiden en bijwonen van vergaderingen en bijeenkomsten ontvangt een lid van de participatieraad een vergoeding voor de onkosten.

  • 2.

    Het college stelt jaarlijks deze onkostenvergoeding vast voor de leden van de participatieraad.

Artikel 11 Geheimhoudingsplicht

  • 1.

    De leden van de participatieraad, deskundigen en derden zijn verplicht tot vertrouwelijkheid ten aanzien van stukken en/of hetgeen ter zitting wordt behandeld.

  • 2.

    De vertrouwelijkheidsplicht kan eveneens worden opgelegd door of namens het college en de raad, ten aanzien van stukken die zij aan de leden van de participatieraad, deskundigen of derden verstrekken.

  • 3.

    De vertrouwelijkheidsplicht vervalt niet door de beëindiging van het lidmaatschap van de participatieraad of van het adviseurschap van externe deskundigen of derden.

  • 4.

    De plicht tot vertrouwelijkheid wordt op de stukken aangegeven of voorafgaande aan de behandeling van de betreffende onderwerpen bekendgemaakt.

  • 5.

    De duur van de vertrouwelijkheidsplicht wordt, voor zover mogelijk, vooraf aangegeven.

Hoofdstuk III Slotbepalingen

Artikel 12 Huishoudelijk reglement en geschillen

  • 1.

    De participatieraad stelt een huishoudelijk reglement vast voor zijn werkwijze. Zodra het huishoudelijke regelement is vastgesteld wordt het ter kennisname voorgelegd aan het college.

  • 2.

    In het huishoudelijk reglement wordt in ieder geval geregeld de procedure rond benoeming, schorsing en ontslag, alsmede de in deze verordening niet nader bepaalde werkwijze van de participatieraad.

Artikel 13 Functionerende participatieraad

Een goed functionerende participatieraad is voorwerp van aanhoudende zorg van het

college.

Artikel 14 Inwerkingtreding, geschillen en citeertitel

  • 1.

    De verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de verordening cliëntenparticipatie gemeente Oldambt 2015 en de verordening Wmo Raad gemeente Oldambt.

  • 2.

    Over geschillen voorkomend uit toepassing van deze verordening beslist het college.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als "verordening participatieraad gemeente Oldambt 2022".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 februari 2023

De griffier, De voorzitter,

J. van der Meer C.Y. Sikkema

Toelichting verordening participatieraad gemeente Oldambt 2022

Algemene toelichting

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de wettelijk voorgeschreven

cliëntenparticipatie op de domeinen Wmo, Jeugd en Participatie. De wettelijke

grondslag voor deze verordening is te vinden in:

  • 1.

    artikel 2.1.3 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

  • 2.

    artikel 2.10 Jeugdwet

  • 3.

    artikel 47 Participatiewet

  • 4.

    artikel 84 en 149 Gemeentewet

  • 5.

    artikel 42 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

  • 6.

    artikel 42 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

In lid 5 staat dat de participatieraad gevraagd en ongevraagd het college en de raad

adviseert, over alle zaken die van belang zijn voor de zelfredzaamheid en sociale

participatie van inwoners van de gemeente Oldambt. Onder zelfredzaamheid en sociale

participatie vallen alle voorkomende zaken die in de domeinen Wmo, Jeugdwet en

Participatiewet spelen en/of het sociaal domein raken.

Artikel 9 Faciliteiten

Met het in lid 3 genoemde ‘’faciliteren van de participatieraad’’ wordt faciliteren in de

meest brede zin van het woord bedoeld. Het college verleent die faciliteiten die

redelijkerwijs nodig zijn voor het goed (laten en kunnen) functioneren van de

participatieraad. Te denken valt aan materialen, vergaderfaciliteiten en het beschikbaar

stellen van menskracht en kennis.

De in lid 4 genoemde contactpersoon is een door het college aangewezen

contactambtenaar die ervoor zorgt dat de participatieraad voldoende informatie krijgt

vanuit de gemeente en tijdig betrokken wordt bij de ontwikkeling en/of wijziging van

beleid. Regelmatige communicatie en goede afstemming met de contactambtenaar is

hierbij van belang. De contactambtenaar is tevens aanspreekpunt voor de leden bij

vragen en opmerkingen, maar maakt geen deel uit van de participatieraad.

De in lid 5 genoemde ambtelijk secretaris, aangewezen door het college, zal de

participatieraad ondersteunen, daar waar nodig. Denk hierbij aan het delen van

informatie met de leden, mede-opstellen en rondsturen van de agenda en dergelijke.

Ambtelijk secretaris maakt geen deel uit van de participatieraad.

In lid 7 staat dat de participatieraad in voorkomende gevallen een beroep kan doen op

externe ondersteuning. Onder ‘’voorkomende gevallen’’ valt alle externe ondersteuning

die redelijkerwijs nodig is om de participatieraad goed te laten functioneren. Denk

hierbij aan training/scholing en het ter beschikking stellen van externe mensen en

kennis.

Artikel 10 Onkostenvergoeding

De onkostenvergoeding in artikel 10 lid 1 en 2 valt aan te merken als een

vrijwilligersvergoeding