Verordening wijk overstijgend burgerinitiatief gemeente Geertruidenberg 2023

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• •

  Burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp dat wijkniveau ontstijgt en een maatschappelijk effect heeft op de agenda van de vergadering van de gemeenteraad te plaatsen.

• •

  Initiatiefgerechtigde: inwoner van de gemeente.

Artikel 2 Agendering door de raad

• 1.

  Wanneer het burgerinitiatief wordt ingediend wordt het initiatief getoetst in de gemeentelijke organisatie. De organisatie toetst of het initiatief voldoet aan de voorwaarden omschreven in deze verordening. Daarnaast wordt getoetst of er lopende projecten zijn die het burgerinitiatief raken en wat de verwachte ambtelijke capaciteit is ten aanzien van het voorbereiding en realiseren van het initiatief mocht de gemeenteraad akkoord gaan met de uitvoering van het initiatief.

• 2.

  De uitslag van de toetsing door de gemeentelijke organisatie wordt gedeeld met de gemeenteraad.

• 3.

  Het burgerinitiatief wordt op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst wanneer er door minimaal 3 initiatiefgerechtigden een geldig verzoek is ingediend.

• 4.

  Een verzoek is geldig indien:

• a.

  Het voorstel is ingediend conform artikel 3.

• b.

  Voldoende draagvlak voor het voorstel kan worden aangetoond.

• 5.

  Een verzoek is niet geldig indien:

• a.

  De raad oordeelt dat er onvoldoende draagvlak voor het voorstel is.

• b.

  Het voorstel over een onderwerp gaat als bedoeld in artikel 4.

• c.

  Het verzoek niet op de juiste wijze is ingediend zoals beschreven in artikel 3.

Artikel 3 Wijze van indienen

• 1.

  Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de gemeenteraad middels het aanmeldformulier wijk overstijgend burgerinitiatief.

• 2.

  Het verzoek bevat tenminste:

  • a.

    Een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel, waarin tenminste het onderwerp, het beoogde doel van het voorstel en het besluit dat van de raad wordt gevraagd wordt opgenomen.

  • b.

    Een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel met daarin in ieder geval het beoogde budget en de beoogde wijze van borging.

  • c.

    De achternaam, de voornamen, het adres, het e-mailadres, het telefoonnummer en de handtekening van de verzoekers.

Artikel 4 Onderwerpen die niet geschikt zijn

• 1.

  Een burgerinitiatief houdt niet in:

• a.

  Onderwerpen die privébelangen betreffen.

• b.

  Een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad.

• c.

  Een vraag over het gemeentelijk beleid.

• d.

  Een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedragen van het gemeentebestuur.

• e.

  Een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur.

• f.

  Een onderwerp waarover korter dan 2 jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de gemeenteraad een besluit is genomen

• g.

  Onderwerpen die een wijziging van beleid betreffen dat al in een vergevorderd stadium van ontwikkeling of reeds in uitvoering is.

Artikel 5 Inwerkingtreding

• 1.

  Deze verordening treedt in werking na publicatie.