Regeling vervallen per 15-02-2024

Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur

Geldend van 22-02-2023 t/m 14-02-2024

Intitulé

Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn en de Financiële verordening gemeente Apeldoorn;

BESLUIT:

De Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn.

  • 2. Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn;

    • b.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • d.

      vereniging: een binnen de gemeente Apeldoorn gevestigde sportvereniging of een aan de vereniging gelieerde andere rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie zonder winstoogmerk op het terrein van sport.

Hoofdstuk 2 Rentesubsidie sport

Artikel 2.1 Begripsbepalingen

Geldverstrekker: een bancaire instelling, een rechtspersoon of natuurlijk persoon die aan een geldnemer een lening verstrekt.

Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college kan aan een vereniging waarvan tenminste 50% van de aangesloten leden woonachtig is binnen de gemeente Apeldoorn, subsidie verstrekken in de kosten van rente van een geldlening bij een geldverstrekker ten behoeve van investeringen in de sportinfrastructuur van de eigen sportaccommodatie.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de door de vereniging verschuldigde rente van een lineaire, marktconforme geldlening over de looptijd van de leningsovereenkomst.

  • 3. In afwijking van artikel 6, lid 1 van de Asv wordt subsidie verstrekt voor de periode die gelijk is aan de looptijd van de lening.

  • 4. De subsidie wordt beëindigd wanneer de vereniging de geldlening bij de geldverstrekker in zijn geheel vervroegd aflost.

  • 5. De subsidie wordt naar evenredigheid verminderd wanneer door de vervroegde aflossing de restantlening bij de geldverstrekker minder is dan het bedrag waarover nog subsidie wordt verstrekt.

  • 6. Wanneer het rentepercentage gedurende de looptijd van de lening wijzigt kan de vereniging en verzoek indienen om de hoogte van de rentesubsidie te herzien. Ook het college kan bij een rentewijziging ambtshalve besluiten de hoogte van de rentesubsidie te herzien.

  • 7. Een herziening als bedoeld in lid 6 vindt alleen plaats indien het rentepercentage van de lening bij de geldverstrekker 50% hoger of lager ligt dan het rentepercentage waarop de daarvoor toegekende rentesubsidie is gebaseerd.

  • 8. Indien de lening waarvoor rentesubsidie is toegekend geheel of gedeeltelijk vervroegd wordt afgelost of indien het rentepercentage van de lening 50% lager komt te liggen dan het rentepercentage waarop de daarvoor toegekende rentesubsidie is gebaseerd, dan is de vereniging verplicht dit aan het college te melden.

Hoofdstuk 3 Gemeentegarantie

Artikel 3.1 Begripsbepalingen

  • 1. Gemeentegarantie: een financieringsinstrument, waarbij de gemeente zich, door middel van een borgtochtovereenkomst als bedoeld in artikel 7:850 Burgerlijk Wetboek tegenover een geldverstrekker verplicht in te staan voor de betalingsverplichtingen van een geldnemer, waarvoor deze geldverstrekker bereid is een lening te verstrekken.

  • 2. Geldverstrekker: een bancaire instelling, een rechtspersoon of natuurlijk persoon die aan een geldnemer een lening verstrekt.

Artikel 3.2 Gemeentegarantie

  • 1. Het college kan aan een vereniging een gemeentegarantie verlenen voor een geldlening verstrekt door een geldverstrekker ten behoeve van investeringen in de sportinfrastructuur van de eigen sportaccommodatie.

  • 2. Een gemeentegarantie wordt verleend onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      De Stichting Waarborgfonds Sport neemt 50% van de garantie voor zijn rekening.

    • b.

      De vereniging is naar het oordeel van het college financieel gezond en wordt in staat geacht aan haar leningsverplichtingen te voldoen.

    • e.

      Indien tussenkomst van de gemeenteraad is vereist, wordt op de aanvraag beslist nadat de gemeenteraad zijn wensen en bedenkingen kenbaar heeft gemaakt.

  • 3. Bij het verstrekken van een gemeentegarantie bedingt het college indien mogelijk zekerheden.

Hoofdstuk 4 Eenmalige investeringssubsidie

Artikel 4.1 Eenmalige investeringssubsidie

  • 1. Het college kan aan een vereniging een eenmalige subsidie verstrekken in de kosten van investeringen in de eigen sportinfrastructuur.

  • 2. In afwijking van artikel 8 Asv moet een aanvraag voor een eenmalige investeringssubsidie tussen 1 maart en 1 mei ingediend worden bij het college via het daarvoor ter beschikking gestelde digitale aanvraagformulier.

  • 3. De vereniging overlegt een investeringsplan waaruit de redelijkheid en noodzakelijkheid van de voorgenomen investering blijkt.

  • 4. Alleen investeringen van minimaal € 2.000,- komen in aanmerking voor subsidie.

  • 5. De eenmalige subsidie bedraagt maximaal € 100.000,-.

  • 6. Het college rangschikt de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen aan de hand van de investeringscategorieën en bijbehorende vergoedingspercentages als vermeld in artikel 4.2.

  • 7. Investeringen in de aanleg van kunststof sportvelden, waarvoor een beroep wordt gedaan op een renteloze lening als bedoeld in hoofdstuk 5, komen niet voor de eenmalige subsidie als bedoeld in lid 1 van dit artikel in aanmerking.

Artikel 4.2 Categorieën en subsidiehoogte eenmalige investeringssubsidie

  • 1. De aanvragen die in aanmerking komen voor een eenmalige investeringssubsidie worden ingedeeld in de volgende categorieën:

    • a.

      Categorie A:

      • investeringen noodzakelijk voor het mogelijk maken van fusies tussen sportverenigingen;

      • investeringen voor groot onderhoud, vernieuwing en renovatie van natuurgras-sportvelden;

      • investeringen in duurzaamheid.

    • b.

      Categorie B:

      overige investeringen.

  • 2. Subsidie voor de redelijk te maken investeringskosten worden voor de investeringen als bedoeld in lid 1 van dit artikel verstrekt tot maximaal de volgende percentages:

    • a.

      Categorie A:

      • 50% voor investeringen noodzakelijk voor het mogelijk maken van fusies tussen sportverenigingen;

      • 75% voor investeringen voor groot onderhoud, vernieuwing en renovatie van natuurgras sportvelden;

      • 50% voor investeringen in duurzaamheid;

    • b.

      Categorie B: 25% voor overige investeringen.

Artikel 4.3 Subsidieplafonds

  • 1. Het college stelt jaarlijks subsidieplafonds vast voor de categorieën A en B, als genoemd in artikel 4.2, eerste lid.

  • 2. Indien een subsidieplafond niet wordt uitgeput, kan dit bedrag worden toegevoegd aan het andere subsidieplafond indien deze is overvraagd.

Hoofdstuk 5 Ondersteuning aanleg sportvelden

Artikel 5.1 Begripsbepalingen

Vereniging: een binnen de gemeente Apeldoorn gevestigde hockey-, korfbal- of voetbalvereniging, die haar activiteiten in hoofdzaak binnen de gemeente Apeldoorn uitvoert, of een aan de vereniging gelieerde andere rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie zonder winstoogmerk op het terrein van sport.

Artikel 5.2 Subsidie vervanging kunstgrasveld voor sportveld zonder kunststof infill

Het college kan aan een vereniging een subsidie verstrekken voor de meerkosten van vervanging van een kunstgrasveld met een kunststof infill (in zijn geheel of van de toplaag) door een natuurgrasveld of door een kunstgrasveld met een natuurlijke infill of zonder infill van maximaal € 100.000 eenmalig per veld.

Artikel 5.3 Renteloze leningen aanleg sportvelden

  • 1. Het college kan aan een vereniging, aanvullend op de subsidie aanleg sportvelden zonder kunststof infill, een renteloze lening, met een totale looptijd van 25 jaar, verstrekken voor de aanleg of vervanging van een kunstgrasveld als volgt:

    • a.

      Voor de noodzakelijke kosten voor de aanleg of vervanging van een kunstgrasveld met een natuurlijke infill of zonder infill met een maximum van:

      • € 650.000,- voor investeringen in een standaardvoorziening (eerste aanleg);

      • € 225.000,- voor vervanging van een toplaag dat door slijtage niet meer voldoet.

    • b.

      Voor de vervanging van een kunstgrasveld door een natuurgrasveld met een maximum van € 500.000,- en tot het bedrag van de noodzakelijke investering in een standaardvoorziening (eerste aanleg).

    • c.

      Ter aanvulling op een reeds bestaande leningsovereenkomsten met de gemeente Apeldoorn voor renteloze leningen inzake kunstgrasvelden gesloten voor 1 augustus 2022, tot maximaal € 225.000 wanneer bestaande toplagen worden vervangen voor een toplaag met natuurlijke infill of zonder infill.

  • 2. Om in aanmerking te komen voor een renteloze lening ten behoeve van de aanleg van een nieuw kunstgrasveld met natuurlijk infill of zonder infill of het vervangen van een kunstgrasveld (onder- en toplaag) voor een nieuw kunstgrasveld met natuurlijk infill of zonder infill is de voorwaarde verbonden dat de aanleg van een kunstgrasveld aantoonbaar noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de speel- en trainingsbehoefte. Deze noodzaak wordt aan de hand van de rekentool van de betreffende sportbond aangetoond.

  • 3. Voor het eerste lid, sub a, b en c geldt dat de vereniging enkel voor een renteloze geldlening voor de aanleg of vervanging van een kunstgrasveld met natuurlijk infill of zonder infill in aanmerking komt wanneer naar het oordeel van het college de vereniging financieel gezond is en in staat wordt geacht aan haar leningsverplichtingen te voldoen.

  • 4. Een renteloze geldlening wordt verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat voor de uitvoering van het subsidieverleningsbesluit een overeenkomst (overeenkomst van geldlening) als bedoeld in artikel 4:36, eerste lid, van de Awb tot stand komt.

Hoofdstuk 6 Bijzondere bepalingen

Artikel 6.1 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1. Voor het subsidiëren van de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2 (rentesubsidie) en in artikel 5.2. (aanleg sportvelden) is het bedrag beschikbaar zoals dat in de begroting voor het betreffende kalenderjaar is vastgesteld. Dit bedrag is tevens het subsidieplafond.

  • 2. Subsidie wordt aangevraagd bij het college via het daarvoor ter beschikking gestelde digitale aanvraagformulier.

  • 3. Met uitzondering van de verzoeken om een eenmalige subsidiebijdrage als bedoeld in artikel 4.1. worden alle overige volledig ingediende aanvragen behandeld in volgorde van binnenkomst.

  • 4. Indien de binnen de aanvraagperiode ingediende volledige subsidieaanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 4.1 het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 4.3 te boven gaan, verdeelt het college de subsidie naar evenredigheid onder de voornoemde subsidieaanvragen.

  • 5. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 6. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

  • 7. De eerst getrokken aanvraag voor de dag bedoeld in het derde lid wordt als hoogste gerangschikt.

  • 8. De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie.

  • 9. Subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 6.2 Aanvullende weigeringsgronden

  • 1. Het college kan in aanvulling op artikel 9 van de Asv een subsidieaanvraag ook afwijzen indien de vereniging:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd zonder voorafgaande gemeentelijke toestemming al zijn gestart;

    • b.

      niet beschikt over een gezonde financiële positie en ledenbestand;

    • c.

      indien demografische ontwikkelingen of overcapaciteit uitwijzen dat er op termijn geen behoefte is aan de betreffende sportaccommodatie of sportvoorziening.

Artikel 6.3 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

  • 1. De vereniging overlegt een investeringsplan waaruit de redelijkheid en noodzakelijkheid van de voorgenomen uitgaven blijkt.

  • 2. In aanvulling op artikel 7 van de Asv legt de aanvrager bij een aanvraag om een subsidie op grond van deze regeling de volgende gegevens over:

    • a.

      dekkingsvoorstel kosten (investering en exploitatie);

    • b.

      indien dit volgens de statuten van de vereniging is vereist, een besluit van de algemene ledenvergadering van de sportvereniging waaruit blijkt dat de algemene ledenvergadering instemt met de investering en/of het aangaan van de lening.

  • 3. Het college kan bij toekenning van een subsidie voorwaarden stellen met betrekking tot het bevorderen door de sportvereniging van een gezonde sportomgeving voor hun sporters en ter bevordering een veilig sportklimaat.

  • 4. Het college kan bij toekenning van een subsidie voorwaarden stellen met betrekking tot de termijn waarop een aanvang moet zijn gemaakt met de uitvoering van de werkzaamheden waarop de subsidie betrekking heeft en/of met de aanschaf of oplevering.

  • 5. In bijzondere gevallen kan het college besluiten af te wijken van deze regeling.

Artikel 6.4 Voorschotten

Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag uitbetaald.

Artikel 6.5 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Ondersteuningsregeling sportinfrastructuur vastgesteld d.d. 17 januari 2023.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Ondersteuningsregeling sportinfrastructuur’.

  • 3. Op aanvragen tot het verlenen van een subsidie die op basis van de onder het eerste lid genoemde ingetrokken regeling zijn ingediend en waarover bij de inwerkingtreding van deze regeling nog niet is beslist, wordt beslist met toepassing van de regeling als bedoeld in lid 2.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 februari 2023

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

T.J.H.M. Berben

de burgemeester,

A.J.M. Heerts

Toelichting op de Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur

Algemeen

Onder “sportinfrastructuur” wordt verstaan:

  • Nieuwbouw, verbouw, renovatie van clubhuizen, asbestsanering, hekwerken

  • Investeringen in duurzaamheid waaronder isolatie, led-verlichting, zonnepanelen, maatregelen ter bescherming van het milieu (bijvoorbeeld voorkomen verspreiding rubbergranulaat)

  • Investeringen in installaties (verwarming, luchtbehandeling)

  • Groot onderhoud en renovatie van natuurgras sportvelden (geen regulier onderhoud van sportvelden of van kunstgrasvelden)

  • Kostbare sportinventaris

Onder ‘kostbare inventaris’ wordt begrepen: machines voor het onderhoud van sportvelden, turntoestellen, sportrolstoelen en trampolines. Andere vormen van inventaris, zoals ballen, netten, rackets, shuttles en clubkleding, vallen niet onder sportinfrastructuur.

Artikel 5.2

Met deze subsidie wordt een impuls gegeven om de met kunststof ingestrooide sportvelden te vervangen door natuurgrasveld of door een kunstgrasveld met een natuurlijke infill of zonder infill. De subsidie voorziet in de (meer)kosten van het vervangen van een met kunststof ingestrooide veld naar een sportveld met natuurlijke infill of zonder infill of natuurgrasveld.