Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland van 31 januari 2023 (DOS-2022-0007509, PZH-2022-821967546), houdende de vaststelling van een organisatieregeling voor de provincie Zuid-Holland (Regeling opgavegerichte organisatie provincie Zuid-Holland)

Geldend van 01-03-2023 t/m 30-12-2023

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland van 31 januari 2023 (DOS-2022-0007509, PZH-2022-821967546), houdende de vaststelling van een organisatieregeling voor de provincie Zuid-Holland (Regeling opgavegerichte organisatie provincie Zuid-Holland)

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

Overwegende:

dat de ambities van ons college het startpunt vormen voor het werken bij de Provincie Zuid-Holland;

dat de snelheid en complexiteit van maatschappelijke ontwikkelingen in toenemende mate vragen om flexibiliteit en wendbaarheid van de organisatie;

dat de rol van de overheid verschuift van controlerend naar participerend en regisserend;

dat de provincie Zuid-Holland naast haar onze strategisch partners en burgers wenst te staan om samen te bepalen hoe kennis en kunde het beste kan worden ingezet voor de gewenste kwaliteit van onze dienstverlening;

dat dit vraagt om een wendbare ambtelijke organisatie, met een blik naar buiten, die haar arbeidscapaciteit flexibel in kan zetten;

dat er om deze reden voor is gekozen opgavegericht te werken en de provinciale organisatie dienovereenkomstig in te richten;

gelet op artikel 158 van de Provinciewet;

besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Regeling opgavegerichte organisatie provincie Zuid-Holland

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Ambtelijk opdrachtgever: een Ambtelijk opdrachtgever als bedoeld in artikel 8, vijfde lid van deze regeling

  • Ambtelijk opdrachtnemer: een Ambtelijk opdrachtnemer als bedoeld in artikel 8, zesde lid van deze regeling

  • Arbeidscapaciteit: het totaal van de voor de provinciale organisatie benodigde menskracht, waaronder begrepen de eventueel daarvoor aan te trekken externe medewerkers.

  • Bestuurlijk opdrachtgever: een Bestuurlijk opdrachtgever als bedoeld in artikel 8, derde lid;

  • Concerncontroller: de Concerncontroller als bedoeld in artikel 17.

  • Concerndirecteur: de Concerndirecteur als bedoeld in artikel 5 van deze regeling

  • Directeur compliance en control: de Directeur compliance en control als bedoeld in artikel 16, tweede lid.

  • Directeur Dienst Beheer Infrastructuur: de Directeur van de Dienst beheer infrastructuur als bedoeld in artikel 18 van deze regeling

  • Directeur mens en organisatie: een Directeur mens en organisatie als bedoeld in artikel 7, derde lid van deze regeling

  • Domein: het samenhangend geheel van de opgaven welke overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, vierde lid aan een Domeindirecteur zijn toegewezen

  • Domeindirecteur: een Domeindirecteur als bedoeld in artikel 8, vierde lid van deze regeling

  • Medewerker: de medewerkers van de provincie Zuid-Holland welke worden ondergebracht in de Professionele teams als bedoeld in artikel 6, vierde lid

  • Opdracht: een opdracht als bedoeld in artikel 11 van deze regeling

  • Opgave: een opgave als bedoeld in artikel 10 van deze regeling

  • Personeelsmanager: een Personeelsmanager als bedoeld in artikel 7, vierde lid van deze regeling

  • Programmadirecteur: een Ambtelijk opdrachtgever als bedoeld in artikel 8, vijfde lid van deze regeling, welke bezoldigd wordt in schaal 16 of hoger

  • Provinciesecretaris: de Provinciesecretaris als bedoeld in artikel 4 van deze regeling

Hoofdstuk 2 Hoofdstructuur van de provinciale organisatie

Artikel 2 Opgavegerichte organisatie

Het Directieteam legt met inachtneming van de onderhavige organisatieregeling de werkingsprincipes vast voor een opgavegerichte organisatie.

Artikel 3 Inrichting van de organisatie

De ambtelijke organisatie kent de volgende geledingen:

  • a.

    de Provinciesecretaris;

  • b.

    de Concerndirecteur

  • c.

    Het Directieteam (DT);

  • d.

    Het Personeelsdomein (P-domein);

  • e.

    Het Opgavendomein (O-domein).

Artikel 4 Provinciesecretaris

  • 1. De Provinciesecretaris heeft in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      fungeert als algemeen directeur voor de gehele provinciale organisatie;

    • b.

      is adviseur van het college van Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning;

    • c.

      is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de ambtelijke advisering en de uitvoering van collegebesluiten;

    • d.

      bewaakt de integriteit binnen de ambtelijke organisatie;

    • e.

      is bestuurder in de zin van de WOR;

    • f.

      is Personeelsmanager van de Concerndirecteur en de Concerncontroller;

    • g.

      is Personeelsmanager van de Directeuren mens en organisatie, de Domeindirecteuren, de Programmadirecteuren of de Directeur beheer infrastructuur als bedoeld in artikel 18, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 3 onder c door het Directieteam aan de Provinciesecretaris zijn toegewezen;

    • h.

      is aanspreekpunt voor, en voert periodiek overleg met de statengriffier en de voorzitter van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten.

  • 2. Op het bepaalde in het eerste lid onder f en g is het bepaalde in artikel 7, vierde lid, onder a t/m e voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Concerndirecteur

  • 1. De Concerndirecteur heeft in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      is lid van het Directieteam

    • b.

      is eerste loco-secretaris

    • c.

      draagt op basis van een in de tijd wisselende portefeuilleverdeling bij aan de sturing van het concern als één samenhangend geheel.

    • d.

      is Personeelsmanager van de Directeur van de opgave compliance en control;

    • e.

      is Personeelsmanager van de Directeuren mens en organisatie, de Domeindirecteuren, de programmadirecteuren of de Directeur beheer infrastructuur als bedoeld in artikel 18, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 3 onder c door het Directieteam aan de Concerndirecteur zijn toegewezen;

    • f.

      Vertegenwoordigt de provincie extern op strategisch niveau.

  • 2. Op het bepaalde in het eerste lid onder b is het bepaalde in artikel 7, vierde lid onder a t/m e voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Directieteam (DT)

  • 1. Het Directieteam wordt gevormd door de provinciesecretaris en de concerndirecteur.

  • 2. De Provinciesecretaris is voorzitter van het Directieteam.

  • 3. Het Directieteam heeft in ieder geval de volgende taken en bevoegdheden:

    • a.

      is systeemverantwoordelijk voor, en neemt besluiten over samenhangend functioneren van de organisatie als geheel;

    • b.

      is ambtelijk eindverantwoordelijk voor de voor de organisatie, vastgestelde arbeidscapaciteit;

    • c.

      bepaalt welke van de leden van het Directieteam fungeren als Personeelsmanager van de Directeuren mens en organisatie, de Domeindirecteuren, de Programmadirecteuren en de Directeur beheer infrastructuur als bedoeld in artikel 18;

    • d.

      is ambtelijk verantwoordelijk voor de opgave compliance en control.

  • 4. Het Directieteam besluit in beginsel op basis van unanimiteit.

  • 5. Besluiten van het Directieteam worden ondertekend door de voorzitter.

  • 6. Het Directieteam regelt de orde van haar vergaderingen

  • 7. Het Directieteam wijst desgewenst één of meerdere loco-provinciesecretarissen aan. De aanwijzing van loco-provinciesecretarissen behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.

  • 8. Het DT wordt voorzien van een eigen ambtelijke ondersteuning..

Artikel 7 Personeelsdomein (P-domein)

  • 1. Het Personeelsdomein omvat het organisatiedeel dat verantwoordelijk is voor de duurzame inzetbaarheid van medewerkers in opgaven en opdrachten binnen het Opgavendomein.

  • 2. Het Personeelsdomein kent de volgende geledingen:

    • a.

      Directeuren mens en organisatie (Directeur M&O);

    • b.

      Personeelsmanagers (P-managers);

    • c.

      Professionele teams (P-teams).

  • 3. Directeuren mens en organisatie worden als zodanig aangewezen door de Provinciesecretaris en hebben ten aanzien van de onder hun verantwoordelijkheid vallende Professionele teams in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      het voeren van de regie op de totale arbeidscapaciteit;

    • b.

      zorgdragen voor de flexibele en duurzame inzet van medewerkers;

    • c.

      visieontwikkeling over strategische vraagstukken betreffende de organisatie.

    • d.

      fungeren als Personeelsmanager van de Personeelsmanagers van de Professionele teams die tot hun verantwoordelijkheid behoren. Het bepaalde in het vierde lid is daarbij van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Personeelsmanagers worden als zodanig aangewezen door een Directeur mens en organisatie en hebben de volgende taken:

    • a.

      zijn de formeel leidinggevenden van de medewerkers van de aan hen toegewezen Professionele teams;

    • b.

      zijn verantwoordelijk voor de arbeidscapaciteit van hun Professionele team, waaronder het verrichten van de werving en selectie van medewerkers ten behoeve van hun Professionele team, waaronder begrepen externe inhuur van arbeidskrachten;

    • c.

      hebben een faciliterende, coachende en sturende rol ten aanzien van hun Professionele team;

    • d.

      verschaffen zich inzicht in de kennis, competenties, ervaring, capaciteiten en ambities van de medewerkers van hun Professionele team;

    • e.

      dragen zorg voor een leerklimaat voor zowel het Professionele team als geheel, als voor de individuele medewerkers van hun Professionele team.

  • 5. Op tactisch en operationeel niveau bestaat de mogelijkheid om een rol als Ambtelijk opdrachtgever of Ambtelijk opdrachtnemer) te combineren met een rol als Personeelsmanager.

  • 6. Professionele teams worden als zodanig door het Directieteam geformeerd en aan een Directeur mens en organisatie toegewezen en vormen de eenheden waarin de medewerkers van de provincie Zuid-Holland worden ondergebracht op basis van de uitgangspunten die worden uitgewerkt in de werkingsprincipes als bedoeld in artikel 2.

  • 7. De aanwijzingsbesluiten als bedoeld in het derde en vierde lid worden aan de opdrachtgever gezonden welke belast is met de HR aangelegenheden binnen de organisatie en aldaar gearchiveerd.

  • 8. De functies binnen de provincie Zuid-Holland zijn specialist, operationeel medewerker, regisseur/verbinder, realisator en ondersteuner, strategisch leider en tactisch/operationeel leidinggevende. Vanuit die functies vervullen medewerkers onder meer de rollen van opdrachtgever, opdrachtnemer, toeleveraar, directeur en P manager.

Artikel 8 Opgavendomein (O-domein)

  • 1. Het Opgavendomein (O-domein) omvat het organisatiedeel waarbinnen invulling gegeven wordt aan alle opgaven en opdrachten die nodig zijn om de bestuurlijke ambities, maatschappelijke opgaven en uitvoerende werkzaamheden te realiseren, alsmede het prioriteren daarvan en het formuleren van de vraag naar de daarvoor benodigde arbeidscapaciteit.

  • 2. Het Opgavendomein kent de volgende geledingen:

    • a.

      Bestuurlijk opdrachtgevers (BOG);

    • b.

      Domeindirecteuren;

    • c.

      Ambtelijk opdrachtgevers (AOG);

    • d.

      Ambtelijk opdrachtnemers (AON).

  • 3. Bestuurlijk opdrachtgevers zijn de leden van Gedeputeerde Staten tot wier portefeuille een opgave of opdracht behoort of aan wie door gedeputeerde Staten het bestuurlijk opdrachtgeverschap van een opgave op opdracht is toegewezen en hebben tot taak bestuurlijke sturing te geven aan deze opgaven en opdrachten. Een opdracht kan meerdere Bestuurlijk opdrachtgevers hebben.

  • 4. Domeindirecteuren worden als zodanig aangewezen door de Provinciesecretaris en hebben voor het geheel van de overeenkomstig het bepaalde in artikel 10, tweede lid aan hen toegewezen opgaven in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      sturen op de samenhang tussen deze opgaven, de opgave-overstijgende wijzigingen daarin en het maken van nieuwe afwegingen;

    • b.

      ambtelijk prioriteren tussen deze opgaven en de daaronder ressorterende opdrachten;

    • c.

      formuleren de tot het Personeelsdomein te richten vraag naar arbeidscapaciteit welke benodigd is voor de uitvoering van de opgaven ;

    • d.

      coördineren van de bestuurlijke en ambtelijke verantwoording van de uitvoering van deze opgaven en de daaronder ressorterende opdrachten;

    • e.

      vertegenwoordigen de provincie in opgave-overstijgende externe netwerken.

  • 5. Ambtelijk opdrachtgevers worden na een in de werkingsprincipes als bedoeld in artikel 2 te beschrijven matchingsproces als zodanig door een Directeur mens en organisatie aangewezen en aan een opdracht verbonden en hebben in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      zijn ambtelijk eindverantwoordelijk voor de opdracht waarvoor zij als Ambtelijk opdrachtgever zijn aangewezen;

    • b.

      zijn verantwoordelijk voor de sturing, inrichting en afstemming van de onder hun verantwoordelijkheid vallende opdrachten in relatie tot de ambities van het college en het totaal van de overige opgaven en opdrachten.

    • c.

      Verstrekken actief en tijdig informatie aan Bestuurlijk opdrachtgever en de Domeindirecteur

  • 6. Ambtelijk opdrachtnemers worden na een in de werkingsprincipes als bedoeld in artikel 2 te beschrijven matchingsproces als zodanig aangewezen door de Personeelsmanager van het professioneel team waartoe zij behoren en hebben tot taak om in teamverband met de aan de opdracht werkende medewerkers zorg te dragen voor, en indien van toepassing operationeel sturing te geven aan, de uitvoering van de opdracht of deelopdracht waaraan zij als zodanig zijn verbonden.

  • 7. Het matchingsproces als bedoeld in het vijfde en zesde lid wordt transparant ingericht en dient voldoende waarborgen te bevatten voor gelijke kansen. Matchen vindt alleen plaats met wederzijdse instemming met inachtneming van persoonlijke en organisatiebelangen.

Hoofdstuk 3 Organisatie van het werk

Artikel 9 Indeling van taken en werkzaamheden

Alle taken en werkzaamheden die door de provincie Zuid-Holland worden verricht, worden ingedeeld in opgaven en opdrachten.

Artikel 10 Opgaven

  • 1. Opgaven kunnen zijn de beleidsprestaties als bedoeld in de Financiële verordening van de provincie Zuid-Holland, welke door Gedeputeerde Staten zijn geformuleerd ter realisatie van de in de begroting opgenomen beleidsdoelen en de beleidskeuzes binnen het Omgevingsbeleid.

  • 2. Het Opgavenberaad wijst de opgaven toe aan de verantwoordelijkheid van een Domeindirecteur, behoudens gevallen waarin de Provinciesecretaris anders besluit.

Artikel 11 Opdrachten

  • 1. Een opdracht is een concreet gedefinieerd te bereiken resultaat, als onderdeel van de realisatie van een opgave, en beleidskeuzes binnen het Omgevingsbeleid.

  • 2. De Domeindirecteur definieert en initieert in overeenstemming met de begroting de opdrachten ter uitvoering van de aan hen toegewezen opgaven.

  • 3. Opdrachten kunnen door de Ambtelijk opdrachtgever van de betreffende opdracht in overeenstemming met de begroting worden onderverdeeld in deelopdrachten. De Ambtelijk opdrachtgever van een deelopdracht is de Ambtelijk opdrachtgever van de opdracht ten dienste waarvan de deelopdracht wordt uitgevoerd.

Artikel 12 Opdrachtenregister

Het Opgavenberaad is verantwoordelijk voor de inrichting en een goed beheer van een Opdrachtenregister, dat overeenkomstig de structuur van de provinciale begroting wordt ingericht en waarin per opdracht of deelopdracht in ieder geval wordt opgenomen:

  • a.

    de formele naamsaanduiding, waaronder de opdracht of deelopdracht binnen de organisatie zal worden aangeduid en bekend zal staan;

  • b.

    de opgave ten dienste waarvan de opdracht of deelopdracht is geformuleerd

  • c.

    de reikwijdte van de opdracht of deelopdracht;

  • d.

    de naam van de te eniger tijd aangewezen Ambtelijk opdrachtgever van de opdracht of deelopdracht en diens eventuele plaatsvervanger, alsmede de datum waarop de betreffende aanwijzingen blijkens het daartoe strekkende besluit is ingegaan;

  • e.

    de naam van de te eniger tijd aangewezen Ambtelijk opdrachtnemer van de opdracht of deelopdracht en diens eventuele plaatsvervanger, alsmede de datum waarop de betreffende aanwijzingen blijkens het daartoe strekkende besluit is ingegaan.

Hoofdstuk 4 Coördinatie en afstemming

Artikel 13 Personeelsberaad

  • 1. Er is een Personeelsberaad dat in ieder geval tot taak heeft:

    • a.

      voeren van de centrale regie op arbeidscapaciteit;

    • b.

      geven sturing aan het gehele personeelsbestand;

    • c.

      strategische personeelsplanning;

    • d.

      zorgdragen voor de flexibele en duurzame inzet van medewerkers.

    • e.

      visieontwikkeling over strategische vraagstukken betreffende de organisatie.

  • 2. Het Personeelsberaad wordt gevormd door de Directeuren mens en organisatie.

  • 3. Het Personeelsberaad wijst uit haar midden een voorzitter aan en regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4. Het Personeelsberaad wordt voorzien van eigen ambtelijke ondersteuning

Artikel 14 Opgavenberaad

  • 1. Er is een Opgavenberaad dat in ieder geval tot taak heeft:

    • a.

      ambtelijk prioriteren van de opgaven en opdrachten;

    • b.

      formuleren van de vraag naar arbeidscapaciteit en financiële middelen, benodigd voor de uitvoering van opgaven en opdrachten;

    • c.

      sturen op de samenhang tussen deze opgaven, de opgave-overstijgende wijzigingen daarin en het maken van nieuwe afwegingen;

    • d.

      coördineren van de bestuurlijke en ambtelijke verantwoording va de uitvoering van opgaven en opdrachten;

    • e.

      signaleren, verkennen, onderzoeken en laten doorwerken van nieuwe relevante maatschappelijke ontwikkelingen en andere interne en externe ontwikkelingen.

  • 2. Het Opgavenberaad wordt gevormd door de Domeindirecteuren.

  • 3. Het Opgavenberaad wijst uit haar midden een voorzitter aan en regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4. Het Opgavenberaad wordt voorzien van eigen ambtelijke ondersteuning.

Artikel 15 Programmeerberaad

  • 1. Er is een Programmeerberaad dat in ieder geval tot taak heeft:

    • a.

      het verbinden van vraag naar, en aanbod van arbeidscapaciteit en financiële middelen;

    • b.

      ambtelijke besluitvorming ten aanzien van voorstellen tot her-prioritering van werkzaamheden;

    • c.

      ten behoeve van het begrotingsproces of op andere momenten proactief en reactief formuleren van voorstellen inclusief arbeidscapaciteit ten behoeve van Gedeputeerde Staten betreffende bijstelling van beleidsprestaties en beleidsdoelen;

    • d.

      geven van uitvoering aan door Gedeputeerde Staten geïnitieerde verkenningen en onderzoeken.

  • 2. Het Programmeerberaad wordt gevormd door een lid van het Directieteam, de leden van het Opgavenberaad, de leden van het Personeelsberaad en de programmadirecteuren tezamen.

  • 3. De Concerndirecteur is voorzitter van het programmeerberaad. Het Directieteam regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4. Het Programmeerberaad wordt voorzien van eigen ambtelijke ondersteuning

Hoofdstuk 5 Compliance & Control

Artikel 16 Compliance en Control

  • 1. Onder eindverantwoordelijkheid van de Provinciesecretaris wordt een onafhankelijk en centrale opgave compliance en control ingericht, welke gericht is op:

    • a.

      financial control, gericht op financiële informatievoorziening en de inrichting van de financiële structuur;

    • b.

      business control, gericht op de financiële, personele en juridische compliance en ondersteuning van O- en P domeinen;

    • c.

      planning en Control, gericht op de kaderstelling en de regievoering op de P&C producten;

    • d.

      i-control, gericht op de inrichting, bewaking en borging van het informatiebeheer;

    • e.

      risicomanagement, gericht op de werking en inrichting van risicomanagement;

    • f.

      audit, gericht op het uitvoeren van audits en de interne controle werkzaamheden;

    • g.

      de wettelijk verplicht gestelde toezichthoudende en controlerende functies en de rechtsbeschermingsfuncties binnen de provincie Zuid-Holland;

  • 2. De opgave compliance en control wordt door de Concerndirecteur ondergebracht bij een Directeur compliance en control.

  • 3. De compliance en control-opgave als bedoeld in dit artikel wordt in verschillende opdrachten nader beschreven.

  • 4. Medewerkers die werkzaam zijn ter invulling van de opdrachten in de opgave compliance en control als bedoeld in dit artikel hebben gevraagd en ongevraagd een adviserende, toetsende en signalerende rol ten behoeve van (de leden van) het college en de provinciale organisatie.

  • 5. De medewerkers die werkzaam zijn ter invulling van de opgave als bedoeld in dit artikel hebben een onafhankelijke positie in de ondersteuning van de opgaven en opdrachten van de O- en P-domeinen.

Artikel 17 Concerncontroller

  • 1. Er is een Concerncontroller, welke ambtelijk opdrachtgever is van een opdracht Concerncontrol.

  • 2. De opdracht Concerncontrol wordt in samenhang met de opgave compliance en control gedefinieerd en als zodanig op voordracht van de Concerncontroller door de Provinciesecretaris vastgesteld.

  • 3. De Concerncontroller geeft gevraagd en ongevraagd advies over de (samenhang) van beleid, uitvoering en bedrijfsvoering en heeft een toetsende en signalerende rol ten behoeve van (de leden van) het college en de provinciale organisatie, waaronder in ieder geval het Directieteam, het Personeelsberaad, het Opgavenberaad en het Programmeerberaad.

  • 4. De Concerncontroller heeft een onafhankelijke positie en is werkzaam onder directe verantwoordelijkheid van de Provinciesecretaris.

  • 5. De Concerncontroller heeft een toezichthoudende en signalerende functie met betrekking tot de integriteit binnen de ambtelijke organisatie.

Hoofdstuk 5a Beheer infrastructuur

Artikel 18 Organisatie beheer infrastructuur

  • 1. Het beheer van infrastructuur wordt behartigd binnen de opgave “Beheer en onderhoud op orde en duurzaam”.

  • 2. Teneinde bij inwerkingtreding van deze regeling de bestaande Dienst Beheer Infrastructuur in staat te stellen de bestaande organisatie en werkwijze voort te zetten, vervult de Directeur Beheer infrastructuur zowel de rol van Domeindirecteur, als die van Directeur mens en organisatie, een en ander voor zover het de opgave Beheer en onderhoud op orde en duurzaam betreft.

  • 3. De Directeur vervult tevens de rol van Ambtelijk opdrachtgever ten aanzien van de opdrachten welke ter uitvoering van de opgave Beheer en onderhoud op orde en duurzaam worden behartigd.

  • 4. De eenheden welke bij inwerkingtreding van de onderhavige regeling bestaan binnen de Dienst Beheer Infrastructuur verkrijgen voor de werking van deze regeling de positie van Professionele teams. De hoofden van deze eenheden vervullen zowel de rol van Personeelsmanager van deze teams, als die van Ambtelijk opdrachtnemer van de werkzaamheden welke binnen de opdracht van deze teams worden uitgevoerd.

Hoofdstuk 6 Overgangs- en Slotbepalingen

Artikel 19 Archivering aanwijzings- en benoemingsbesluiten

De besluiten tot aanwijzing in rollen, of benoemingsbesluiten van functionarissen als bedoeld in deze regeling worden aan de opdracht gezonden, welke belast is met de HR-aangelegenheden binnen de organisatie en aldaar gearchiveerd.

Artikel 20 Overgangssituatie

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 7, vierde lid en artikel 8, vijfde en zesde lid, is de Provinciesecretaris bij inwerkingtreding van de onderhavige regeling eenmalig bevoegd de daarin genoemde functionarissen in de desbetreffende rollen aan te wijzen.

  • 2. Voor zoveel van toepassing, is de Provinciesecretaris bevoegd de aanwijzingen als bedoeld in het eerste lid op te nemen in een voorlopig opdrachtenregister als bedoeld in artikel 12. In dit register worden in ieder geval de gegevens opgenomen als bedoeld in artikel 12 onder a, d en e.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in artikel 7, vierde en zesde lid is de Provinciesecretaris bij inwerkingtreding van de onderhavige regeling eenmalig bevoegd de daarin bedoelde Personeelsmanagers aan te wijzen en de Professionele teams te formeren.

  • 4. De besluiten als bedoeld in het eerste en derde lid vervallen op 1 januari 2024, of zoveel eerder als de betreffende functionarissen overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, vierde lid en artikel 8, vijfde tot en met het zesde lid, zullen zijn aangewezen, of de Professionele teams overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, zesde lid zullen zijn geformeerd.

  • 5. Het voorlopige opdrachtenregister als bedoeld in het derde lid vervalt op 1 januari 2024.

Artikel 21 Intrekken oude regeling

De Organisatieregeling opgavegericht werken 2018 - Hoe werken we bij PZH, wordt ingetrokken.

Artikel 22 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling opgavegerichte organisatie provincie Zuid-Holland.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2023.

Ondertekening

Den Haag, 31 januari 2023

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

drs. J. Smit,

voorzitter

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

secretaris