Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Nadere regels gemeentelijke begraafplaats Aalsmeer 2023

Geldend van 11-02-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Nadere regels gemeentelijke begraafplaats Aalsmeer 2023

Zaaknummer: Z23-012503

Burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer;

gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, vierde lid, 7, tweede lid, 11, 12, tweede lid, 14, eerste, tweede en derde lid, 15, tweede lid, 16, 17, eerste, tweede en vierde lid, 18, tweede, derde en vierde lid, 19, eerste en tweede lid, 22, derde lid, 24, vierde lid, 25, eerste lid, 26, tweede lid, 30, zesde lid en 31, vijfde lid van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaats Aalsmeer 2023;

overwegende nadere regels te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Aalsmeer;

besluiten vast te stellen de:

Nadere regels gemeentelijke begraafplaats Aalsmeer 2023

Artikel 1 Definities

Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als de begrippen in de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaats Aalsmeer 2023.

Artikel 2 Openstelling

De begraafplaats is dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

Artikel 3 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is verboden om met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden. Ondernemers die werkzaamheden voor derden op de begraafplaats verrichten kunnen ontheffing aanvragen bij de beheerder. Motorvoertuigen waarvoor toestemming is verleend mogen niet harder dan 10 km per uur.

  • 2.

    Het is niet toegestaan om op de begraafplaats te fietsen, tenzij anders bepaald.

  • 3.

    De beheerder is bevoegd om bezoekers met een beperking toestemming te verlenen voor het bezoeken van de begraafplaats met een aangepast voertuig.

  • 4.

    Bezoekers met honden kunnen uitsluitend met een aangelijnde hond de begraafplaats bezoeken en dienen uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen.

  • 5.

    Asverstrooiing op de begraafplaats is alleen mogelijk in overleg met, na toestemming van en in het bijzijn van een medewerker. De beheerder bepaalt waar as verstrooien mogelijk is.

  • 6.

    Bovengrondse asverstrooiing op grafbedekkingen, urnenplaatsen en gedenkplaatsen is niet toegestaan.

  • 7.

    Het verontreinigen van de begraafplaats, waaronder het achterlaten van afval buiten de daarvoor bestemde bakken, is niet toegestaan.

  • 8.

    Het is niet toegestaan om vazen, potten, gieters, gereedschap en bankjes buiten de grafafmetingen te plaatsen.

  • 9.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers, vrijwilligers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van de beheerder, werkzaamheden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

Artikel 4 Samenvoegen van overledenen in een graf

  • 1.

    Het samenvoegen van de stoffelijke resten op de onderste laag van een graf, om daarmee ruimte te maken voor een nieuwe overledene, is mogelijk indien de wettelijke grafrusttermijn van tenminste tien jaar wordt gerespecteerd, de resterende graftermijn nog minimaal tien jaar bedraagt, begraven op meer dan één laag mogelijk is en het samenvoegen technisch en op een milieu hygiënische verantwoorde wijze uitvoerbaar is.

  • 2.

    Per graf kan slechts één keer een samenvoeging plaatsvinden.

Artikel 5 Tijden van begraven, cremeren en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as op maandag t/m zaterdag is van 9.00 tot 15.30 uur en in de maanden april t/m september van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur.

  • 2.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as buiten de genoemde uren van lid 1 is in de maanden april t/m september tegen betaling van een toeslag van 50% mogelijk op maandag t/m vrijdag vanaf 17.00 uur tot 19.00 uur.

  • 3.

    De burgemeester kan in bijzondere gevallen van de genoemde tijden in het eerste en tweede lid van dit artikel afwijken. In die gevallen wordt een toeslag van 100% in rekening gebracht.

Artikel 6 Aantal overledenen in graven en asvoorzieningen

  • 1.

    In afdeling I mogen per particulier graf maximaal twee overledenen worden begraven en maximaal vier asbussen worden bijgezet, tenzij anders bepaald. De rechthebbende bepaalt wie wordt begraven en bijgezet.

  • 2.

    In afdeling II t/m IV mogen per particulier graf maximaal drie overledenen worden begraven en maximaal vier asbussen worden bijgezet, tenzij anders bepaald. De rechthebbende bepaalt wie wordt begraven en bijgezet.

  • 3.

    In een enkelgraf mag maximaal één overledene worden begraven. Bijzetting van asbussen is niet toegestaan.

  • 4.

    In een onderhoudsvrij natuurgraf mag maximaal één overledene worden begraven. Bijzetting van asbussen is niet toegestaan.

  • 5.

    Per algemeen graf is het maximaal aantal te begraven overledenen afhankelijk van het aantal beschikbare lagen. Bijzetting van asbussen is niet toegestaan. De beheerder van de begraafplaats bepaalt wie in het graf worden begraven.

  • 6.

    Per particulier (kelder)urnengraf en urnenplaats mogen maximaal vier asbussen worden bijgezet, voor zover de ruimte het toelaat. De rechthebbende bepaalt wiens asbus wordt bijgezet.

  • 7.

    Per particuliere urnennis mogen maximaal twee asbussen of één urn worden bijgezet.

  • 8.

    Per particuliere gedenkplaats mogen meerdere overledenen herdacht worden.

  • 9.

    Per particulier graf zijn in de begraafrechten inbegrepen een tijdelijke markering gedurende maximaal één jaar en een laag (plant)aarde.

Artikel 7 Reserveren van graven

  • 1.

    Het reserveren van een particulier graf kan voor een periode van tien jaar of een veelvoud van tien jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat en plaatsing van een graffundering verplicht is.

  • 2.

    Het reserveren van een particulier urnengraf, urnenplaats , urnennis en particuliere gedenkplaats kan voor een periode van vijf jaar of een veelvoud van vijf jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 3.

    Het reserveren van een particulier graf, urnengraf, urnenplaats, urnennis of gedenkplaats kan voor een periode van 10 jaar tegen een reserveringstarief zonder grafrecht. Het grafrecht gaat pas in op het moment van begraven of bijzetten.

  • 4.

    Het reserveren van graven in vakken waar op rij begraven wordt is niet mogelijk.

  • 5.

    De beheerder beoordeelt en bepaalt welke graven voor reservering in aanmerking komen.

Artikel 8 Categorieën

  • 1.

    Graven worden mede ingedeeld op basis van grafafmetingen:

    • a.

      categorie A (afdeling I en II), respectievelijk 2 en 3 lagen: 2.00 x 0.90 meter;

    • b.

      categorie AA (afdeling III en IV), 3 lagen: 2.00 x 1.00 meter;

    • c.

      categorie B (afdeling III en IV, 3 lagen: 2.00 x 0.90 meter;

    • d.

      categorie D: natuurgraven, 1 laag: 2.00 x 0,90 meter;

    • e.

      categorie E, kindergraven, 1 laag: 0.90 x 0.80 meter;

  • 2.

    Asbestemmingen worden mede ingedeeld op basis van type en voorzieningen:

    • a.

      categorie N: nis met afdekplaat voor twee asbussen;

    • b.

      categorie O: ondergrondse (kelder)urnenplaats voor vier asbussen;

    • c.

      categorie P: bovengrondse urnenplaats voor maximaal vier asbussen;

    • d.

      categorie Q: natuururnengraven voor één ecologisch afbreekbare asbus.

  • 3.

    Specifieke regelgeving voor de categorieën van lid 1 t/m lid 2 is uitgewerkt in bijlage 1.

Artikel 9 Afmetingen van de graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen

De maximale afmetingen voor een graf en urnenplaats zijn:

  • a.

    de standaardafmeting van een particulier graf categorie AA: 2.00 x 1.00 meter (l x b);

  • b.

    de standaardafmeting van een particulier graf categorie A, B, D en een algemeen graf bedraagt 2.00 x 0.90 meter (l x b);

  • c.

    de standaardafmeting van een particulier kindergraf categorie E bedraagt 0,90 x 0.80 meter (l x b);

  • d.

    de afmeting van een oud particulier (kelder-)urnengraf bedraagt 0.60 x 0.60 meter (l x b);

  • e.

    de afmeting van een nieuw particulier (kelder-)urnengraf bedraagt 0.80 x 0.90 meter (l x b);

  • f.

    de afmeting van een particuliere bovengrondse urnenplaats en particuliere gedenkplaats bedraagt 0.80 x 0.90 meter(l x b);

  • g.

    de afmeting van een urnennis in een urnenmuur of columbarium varieert en is afhankelijk van het type voorziening.

  • h.

    voor grotere kistmaten zijn beperkte mogelijkheden, door de beheerder te bepalen. Een verzoek daartoe moet uiterlijk twee werkdagen voor een begrafenis schriftelijk worden aangevraagd.

Artikel 10 Termijnen graven, urnenvoorzieningen en gedenkplaatsen

  • 1.

    Particuliere graven worden uitgegeven voor een termijn van tien jaar of een veelvoud van tien jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, waarbij het te heffen tarief hetzelfde veelvoud is van het tarief van een grafrecht voor tien jaar.

  • 2.

    Particuliere urnengraven, urnennissen, urnenplaatsen en gedenkplaatsen worden uitgegeven voor een termijn van tien jaar of een veelvoud van tien jaar voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat en mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Particuliere graven, urnengraven, urnennissen, urnenplaatsen en gedenkplaatsen worden op verzoek verlengd met een termijn van vijf jaar of een veelvoud van vijf jaar, waarbij het te heffen tarief de helft bedraagt van het tarief van tien jaar, of hetzelfde veelvoud van het tarief van vijf jaar.

  • 4.

    Tussentijdse verlenging van grafrechten per jaar is verplicht indien bij een bijzetting de resterende termijn korter is dan de vereiste grafrusttermijn van tien jaar. Het tarief bedraagt een tiende deel per te verlengen jaar, uitgaande van het vastgestelde tarief van een verlenging met tien jaar.

  • 5.

    Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van tien jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

Artikel 11 Keldergraven

  • 1.

    Voor de oprichting van keldergraven, bovengrondse wandgraven en graftomben inbegrepen, is een vergunning vereist.

  • 2.

    De voorwaarden waaraan nieuwe keldergraven moeten voldoen zijn:

    • a.

      de gebruikte materialen duurzaam zijn;

    • b.

      de fundering en constructie stabiel en veilig zijn;

    • c.

      het keldergraf beheer technisch en esthetisch aanvaardbaar is;

    • d.

      de binnen afmetingen van een keldergraf minimaal 240 x 120 cm (l x b) zijn;

    • e.

      de vergunningaanvraag voldoet aan het bestemmingsplan en overige wetten;

    • f.

      plaatsing geschiedt door de beheerder van de begraafplaats op kosten van de aanvrager.

  • 3.

    De voorwaarden waaraan begraven in bestaande particuliere keldergraven moet voldoen zijn:

    • a.

      de afmetingen binnen maats voldoende ruimte bieden voor de te plaatsen kistafmetingen;

    • b.

      het keldergraf waterdicht is en voorzien is van adequate ventilatie;

    • c.

      de werkzaamheden veilig uit te voeren zijn;

    • d.

      het samenvoegen c.q. ruimen van een vol graf beheer technisch en miliehygienisch verantwoord uitvoerbaar is.

  • 4.

    Een vergunning voor een reeds bestaand keldergraf kan worden gewijzigd of ingetrokken indien:

    • a.

      de duurzaamheid van de gebruikte materialen onvoldoende is;

    • b.

      de fundering en constructie onvoldoende stabiel en veilig zijn;

    • c.

      ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • d.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen;

    • e.

      van de vergunning geen gebruik gemaakt wordt binnen de daarin gestelde termijn;

    • f.

      de houder van de vergunning dit verzoekt;

    • g.

      de beheerder om redenen van beheer technische aard dit wenselijk of noodzakelijk acht.

  • 5.

    Aan de afhandeling van de aanvraag van een vergunning voor een keldergraf zijn kosten verbonden.

Artikel 11 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Wanneer nabestaanden ontbreken, kan de rechthebbende bij laatste wil of bij notariële akte bepalen dat de rechten worden overgeschreven op naam van de notaris die de nalatenschap beheert, een stichting of instelling voor grafzorg of een kerkgenootschap.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in het voorgaande lid afwijken.

Artikel 12 Voorwaarden voor particuliere gedenktekens

  • 1.

    Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, verduurzaamde houtsoorten en gehard glas.

  • 2.

    De lengte en de breedte van de grafbedekking en het daarop geplaatste gedenkteken, ornamenten inbegrepen, mogen de afmetingen van het (urnen-)graf, bovengrondse urnenplaats en gedenkplaats niet overschrijden.

  • 3.

    Gedenktekens moeten geplaatst worden op een fundament of afdekplaat die verzakking van het gedenkteken uitsluit. De begraafplaats draagt zorg voor het plaatsen van de fundering. De vergoeding voor deze werkzaamheden wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 4.

    De regelgeving en maatvoering kan per categorie verschillen. In bijlage 1 zijn de voorwaarden per categorie vermeld.

  • 5.

    Afsluitplaten en voorzetplaten van urnennissen zijn afhankelijk van het type nis. De beheerder bepaalt de afmetingen, de kleur en de beletteringsmogelijkheden per object.

  • 6.

    Bodembedekking of strooibedekking, zoals grind en schelpen zijn alleen toegestaan binnen een deugdelijke omranding van minimaal 10 cm hoogte boven het maaiveld en indien voorzien van een bodemplaat.

  • 7.

    Op het gedenkteken dient aan de achterzijde het grafnummer zichtbaar aanwezig te zijn.

  • 8.

    De namen van leveranciers, ontwerpers of uitvoerders van gedenktekens mogen alleen aan de achterkant van het gedenkteken worden aangebracht, in de vorm van een klein koperen of bronzen naamplaatje van maximaal 2 x 4 centimeter.

  • 9.

    Op en in de nabijheid van verstrooivelden en verstrooiplaatsen zijn permanente en tijdelijke voorwerpen en gedenktekens niet toegestaan.

Artikel 13 Vergunning grafbedekking en gedenkteken

  • 1.

    De melding tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een gedenkteken op een (urnen-)graf, urnenplaats en gedenkplaats moet schriftelijk worden gedaan bij de beheerder van de begraafplaats, uiterlijk een maand voor plaatsing. Het verzoek dient te bevatten:

    • a.

      NAW-gegevens en handtekening van de rechthebbende van het graf, de urnenplaats of de gedenkplaats;

    • b.

      de naam en het adres van de aanvrager en indien deze een ander is dan de rechthebbende tevens de toestemming van de betreffende rechthebbende om eigenaar van de grafbedekking te zijn;

    • c.

      de naam van de begraafplaats, de ligging (grafveld) en nummer van het graf of de plaats;

    • d.

      naam en adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op de begraafplaats uitvoert;

    • e.

      een werktekening (in tweevoud), schaal 1:10, waarin aangegeven:

      • een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

      • de soort en kleur van het materiaal van het gedenkteken en de bewerking ervan;

      • de vermelding of de letters en/of tekens, ingehakt, opgehakt of van een ander materiaal zijn;

      • de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

      • de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

      • de soort vaste planten indien het een levende grafbedekking betreft.

  • 2.

    Voor gewenste grafbedekkingen die niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 12, lid 1 t/m 4 van de nadere regels, ornamenten voor op het (urnen-)graf, een bovengrondse urnenplaats of een gedenkplaats inbegrepen, kan de beheerder afwijkend besluiten mits het gedenkteken duurzaam en esthetische inpasbaar is.

  • 3.

    De beslissing op de vergunningaanvraag wordt door de beheerder schriftelijk meegedeeld.

Artikel 14 Plaatsen gedenkteken.

  • 1.

    Voor plaatsingswerkzaamheden van een gedenkteken en vaste beplanting is toestemming nodig van de beheerder.

  • 2.

    Het gedenkteken met toebehoren moet volgens aanwijzingen van door de beheerder daarmee belaste medewerkers worden geplaatst.

  • 3.

    Alle sporen van werkzaamheden, ontstaan door of ten gevolge van plaatsingswerkzaamheden, moeten worden opgeruimd.

Artikel 15 Onderhoud door de houder van de begraafplaats

  • 1.

    De houder van de begraafplaats is verantwoordelijk voor algemeen onderhoud van de begraafplaats. Hieronder wordt verstaan: onderhoud algemeen groen, onderhoud bomen, nieuwe aanplant plantsoen, verwijderen bladafval, onderhoud van paden, servicepunten en banken.

  • 2.

    Als bijdrage aan het algemeen onderhoud van particuliere graven is een vergoeding verschuldigd. Dit vastrecht wordt jaarlijks vastgesteld en kan voor tien jaar of een veelvoud van tien jaar worden afgekocht.

  • 3.

    Het verplichte jaarlijks grafonderhoud bestaat, voor zover van toepassing, uit:

    • a.

      periodieke onkruidbeheersing van de grafbedekking;

    • b.

      jaarlijks snoeien van de grafbeplanting;

    • c.

      één maal per jaar verwijderen van oppervlakkig vuil op het gedenkteken;

    • d.

      vijf jaarlijks onderhoud van letters en gedenktekens.

  • 4.

    Als bijdrage in het algemeen onderhoud van de begraafplaats en het onderhoud van een algemeen graf is een vergoeding verschuldigd. Dit vastrecht moet bij aanvang van het grafrecht worden voldaan voor de volledige periode van tien jaar.

  • 5.

    Als bijdrage in het algemeen onderhoud van de begraafplaats is voor rechthebbenden van particuliere urnengraven, bovengrondse urenplaatsen, gedenkplaatsen en urnennnissen een vergoeding verschuldigd. Dit vastrecht wordt jaarlijks vastgesteld en kan voor vijf jaar of een veelvoud van vijf jaar worden afgekocht.

Artikel 16 Onderhoud door de eigenaar van een grafbedekking

  • 1.

    De eigenaar van een grafbedekking is eindverantwoordelijk voor het onderhoud van de grafbedekking. Onder onderhoud wordt mede verstaan het schoonhouden van het gedenkteken, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen op de grafbedekking, het rechtzetten van verzakkingen van de grafbedekking of het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken niet vallend onder het onderhoud door de houder van de begraafplaats (artikel 15, lid 3.d.) en het uitvoeren van overige herstellingen van het gedenkteken niet vallend onder het onderhoud door de houder van de begraafplaats (artikel 15, lid 3).

  • 2.

    De houder van de begraafplaats voert in opdracht van de eigenaar van de grafbedekking tegen betaling van een vergoeding de volgende werkzaamheden uit:

    • a.

      Aanvullen van grind/grond niet behorend bij het jaarlijks onderhoudsschema

    • b.

      Lakken van de zilveren/zwarte letters, niet behorend bij vijf jaarlijks onderhoud;

    • c.

      Reinigen monument, niet behorende bij jaarlijks onderhoudsschema;

    • d.

      Verwijderen/vervangen van grind/grond/teelaarde;

    • e.

      Verwijderen van beplanting die niet is toegestaan (artikel 17).

  • 3.

    Voor het schoonmaken van de gedenktekens zijn alleen biologisch afbreekbare middelen toegestaan.

Artikel 17 Grafbeplanting

  • 1.

    De beplanting op een graf moet binnen de afmeting van het graf blijven en mag niet hoger worden dan de maximaal toegestane hoogte van de toegestane hoogte van het gedenkteken, conform bijlage 1.

  • 2.

    Verboden zijn sterk woekerende planten, invasieve exoten en planten met stekels en doornen.

Artikel 18 Losse bloemen, planten en ornamenten

  • 1.

    Het plaatsen op graven van losse bloemen in steekvazen en planten in potten of bakken is toegestaan, mits geplaatst binnen de maximale afmetingen van de grafbedekking. Glazen vazen en voorwerpen waarin glas verwerkt is, zijn vanuit veiligheidsoogpunt niet toegestaan.

  • 2.

    De eigenaar van de grafbedekking draagt zelf zorg voor regelmatig onderhoud, het verwijderen van verwelkte bloemen en planten die in verwaarloosde staat verkeren en het terugsnoeien van beplanting binnen de toegestane afmetingen.

  • 3.

    Ornamenten, linten en dergelijke die na een teraardebestelling op het graf worden achtergelaten moeten binnen vier weken na de dag van de teraardebestelling door de rechthebbende of de gebruiker worden verwijderd. Indien niet aan de genoemde termijn voldaan wordt heeft de beheerder het recht om deze ongevraagd te verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende zes weken na een begrafenis ter beschikking gehouden van de rechthebbende, indien deze daartoe tevoren een verzoek heeft ingediend bij de beheerder.

  • 5.

    De beheerder is gerechtigd om losse voorwerpen, buiten de toegestane afmetingen groeiende planten, verwelkte bloemen en dode planten te verwijderen indien de eigenaar van de grafbedekking dat niet tijdig zelf doet, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 6.

    Het verstrooien van as op een grafbedekking is vanuit ethische en esthetische gronden niet toegestaan.

Artikel 20 Crematie en herbegraven na ruiming

  • 1.

    Transport van stoffelijke resten voor crematie of herbegraving elders buiten de begraafplaats is alleen toegestaan door medewerkers van de begraafplaats, een erkende uitvaartonderneming of een erkend gespecialiseerd bedrijf.

  • 2.

    Voor transport is het gebruik van een door de begraafplaats te leveren beenderkist verplicht.

Artikel 21 Plaatsing gedenkplaatje

  • 1.

    Ter nagedachtenis van een overledene kan na ruiming van het graf een gedenkplaatje geplaatst worden op een algemene herdenkingszuil.

  • 2.

    Ter nagedachtenis van een overledene wiens as verstrooid is kan een gedenkplaatje geplaatst worden op een algemene herdenkingszuil.

  • 3.

    Het plaatsingsrecht voor een gedenkplaatje wordt uitgegeven voor een termijn van tien jaar.

  • 4.

    Aan het plaatsingsrecht zijn kosten verbonden.

Artikel 22 Lijst historische graven

  • 1.

    De lijst met historische graven wordt minimaal 1 keer per tien jaar geactualiseerd.

  • 2.

    Het college voorziet na afloop van de graftermijn in het onderhoud van deze graven.

Artikel 23 Slotbepalingen

Deze nadere regels treden op de dag na bekendmaking in werking en met terugwerkende kracht tot 1 januari 2023. De nadere regels behorende bij de Begraafplaatsverordening Aalsmeer 2012, aangehaald als “Uitvoeringsbesluit voor de gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Aalsmeer en vastgesteld op 18 september 2012, worden ingetrokken gelijktijdig met het in werking treden van deze nieuwe nadere regels.

Artikel 24 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels gemeentelijke begraafplaats Aalsmeer 2023”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 december 2022.

De secretaris,

drs. Sj. Vellenga

De voorzitter,

mr. G.E. Oude Kotte

Bijlage 1

  • 1.

    Voorwaarden monumenten met afmeting 80/90 x 200 cm

  • Staande steen minimaal 8 cm dikte, vanaf 125 cm hoogte minimaal 10 cm dikte.

  • Banden minimaal 8 x 10 cm.

  • Zerk minimaal 8 cm dikte.

  • Zerk op roef minimaal 8 cm dikte.

  • Zerk < 1 m2 minimaal 5 cm dikte.

  • 2.

    Voorwaarden monumenten met afmeting 80/90 x 200 cm

  • Staande steen minimaal 8 cm dikte, vanaf 125 cm hoogte minimaal 10 cm dikte.

  • Banden minimaal 10 x 12 cm.

  • Zerk minimaal 8 cm dikte.

  • Zerk op roef minimaal 8 cm dikte.

  • Zerk < 1 m2 minimaal 5 cm dikte.

  • 3.

    Voorwaarden alle grafafmetingen

  • Liggende en staande glasplaat minimaal 10/12 mm dikte.

  • Afdekplaat exclusief tekst minimaal 3 cm dikte.

  • Afdekplaat inclusief tekst minimaal 5 cm dikte.

  • Inlegplaten verplicht bij aanvulling van aarde, grind, split, tegels en keitjes.

  • Inlegplaten alleen toegestaan met fundering.

  • Flackstones moeten verlijmd zijn op fundatie.

  • Geen onderdelen van het monument, met uitzondering van flackstones en keien, verlijmen aan de fundering.

  • 4.

    Gedenktekens algemeen graf

  • Op een algemeen graf mag door iedere gebruiker één gedenkteken in schuin-liggende vorm worden geplaatst, waarbij het gedenkteken niet meer ruimte mag innemen dan 1/3 van de oppervlakte van het graf.

  • De schuin-liggende zerk mag maximaal 60 cm lang en 70 cm breed zijn.

  • 5.

    Gedenktekens particulier graf

  • Op een particulier graf van categorie A en B mag een staande steen geplaatst worden van maximaal 150 cm hoog en 90 cm breed zijn, lager dan 125 cm minimaal 8 cm dik en boven de 125 cm minimaal 10 cm dik.

  • De liggende zerk voor categorie A en B mag maximaal 200 cm lang, 90 cm breed en minimaal 8 cm dik zijn.

  • Op een particulier graf van categorie AA mag een staande steen geplaatst worden van maximaal 150 cm hoog en 100 cm breed, lager dan 125 cm minimaal 8 cm dik en boven de 125 cm minimaal 10 cm dik.

  • De liggende zerk voor categorie AA mag maximaal 200 cm lang, 100 cm breed en minimaal 8 cm dik zijn.

  • 6.

    Gedenktekens particulier kindergraf

  • Op een particulier graf van categorie E mag een staande steen geplaatst worden in schuin of plat liggende vorm of een staande steen.

  • Het staande gedenkteken mag maximaal 80 cm hoog , 70 cm breed en minimaal 5 cm dik zijn.

  • Een schuin of platliggende zerk mag minimaal 90 cm lang, 80 cm breed en minimaal 5 cm dik zijn.

  • 7.

    Gedenkteken particulier onderhoudsvrij natuurgraf

  • Op een particulier onderhoudsvrij natuurgraf is slechts een boomschijf toegestaan van inheems hout.

  • De diameter van de boomschijf bedraagt maximaal 50 cm.

  • 8.

    Gedenkteken nieuw particulier urnengraf

  • Op een nieuw particulier urnengraf mag een gedenkteken in schuin of platliggende vorm worden geplaatst of een staande steen.

  • Het gedenkteken mag maximaal 80 cm hoog, 70 cm breed en 5 cm dik zijn.

  • Een schuin of platliggende zerk mag maximaal 90 cm lang, 80 cm breed en minimaal 5 cm dik zijn.

  • 9.

    Gedenkteken oud particulier urnengraf

  • Op een oud particulier urnengraf mag een gedenkteken in schuin of platliggende vorm worden geplaatst of een staande steen.

  • Het gedenkteken mag maximaal 80 cm hoog, 60 cm breed en 5 cm dik zijn.

  • Een schuin of platliggende zerk mag maximaal 60 cm lang, 60 cm breed en minimaal 5 cm dik zijn.

  • 10.

    Algemene voorwaarden gedenktekens

  • Het gedenkteken moet zonder het verbreken van cementvoegen in eenvoudig verplaatsbare delen uit elkaar genomen kunnen worden, indien dit nodig is voor het openen van het graf c.q. de tijdelijke verwijdering.

  • Het gewicht van de staande stenen mag niet meer dan 200 kg zijn.

  • Staande gedenktekens mogen maximaal 30 cm uit het hoofdeinde van het graf worden geplaatst.

  • Staande gedenktekens dienen per grafplek gefundeerd te worden op een onder het maaiveld liggend fundatieraam dat geleverd wordt door de begraafplaats Aalsmeer.

  • Het gedenkteken dient zodanig geconstrueerd te zijn dat staande delen niet kunnen omwaaien.

  • Onder de bovenrand van een schuin-liggend gedenkteken dient een zodanige steun (stut) te worden aangebracht, dat de lengte daarvan gelijk is aan de breedte van de grafsteen. De stut mag geen grotere hoogte hebben dan 10 cm.