Beleidsregels kleinschalige initiatieven grondgebonden zonnepanelen

Geldend van 16-02-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels kleinschalige initiatieven grondgebonden zonnepanelen

zaaknummer: 3267-2023

datum: 7 februari 2023

Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb), Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro)

Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor kleinschalige initiatieven voor grondgebonden zonnepanelen voor het eigen energieverbruik van woningen in het buitengebied.

Besluiten vast te stellen de:

Beleidsregels kleinschalige initiatieven grondgebonden zonnepanelen

Hoofdstuk 1 Inleiding

Aanleiding

Vanwege de energie- en warmtetransitie zien we een toegenomen behoefte om zonnepanelen voor eigen gebruik bij woningen te plaatsen. Het aantal panelen dat nodig is om in de eigen energiebehoefte te voorzien neemt ook toe, bijvoorbeeld door de opkomst van elektrische auto’s of door verduurzaming van de warmtevoorziening van woningen (warmtepompen bijvoorbeeld).

Meestal bieden daken van de woning en bijgebouwen voldoende ruimte om zonnepanelen te plaatsen. Met enige regelmaat doen zich echter situaties voor waarin op het dak onvoldoende ruimte is of het dak in zijn geheel niet geschikt is. Voorbeelden hiervan zijn:

  • -

    Rieten daken (risico op brand)

  • -

    Schaduwrijke daken

  • -

    Karakteristieke of monumentale panden

In het buitengebied is er, vanwege ruime percelen, meestal een alternatief door zonnepanelen op de grond te plaatsen. Dit past niet altijd in het bestemmingsplan. Deze beleidsregels geven aan onder welke voorwaarden grondgebonden zonnepanelen bij woningen in het buitengebied geplaatst kunnen worden.

Status van deze beleidsregels

Dit zijn beleidsregels zoals bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht. Hiermee geeft het college van B&W aan hoe zij met de bevoegdheid omgaat om op grond van artikel 2.12, eerste lid onder a onder 2° van de Wabo juncto artikel 4 van bijlage II van het Bor af te wijken van het bestemmingsplan[1], wat betreft kleinschalige initiatieven voor grondgebonden zonnepanelen bij woningen in het buitengebied.

Reikwijdte van deze beleidsregels

Deze beleidsregels zijn van toepassing op grondgebonden zonnepanelen voor het eigen energieverbruik van woningen in het buitengebied van de gemeente Raalte. De beleidsregels zijn van toepassing op vergunningaanvragen die niet aan het bestemmingsplan voldoen[2].

Zonnepanelen voor de energievoorziening van bedrijven en zonneparken vallen buiten de reikwijdte van deze beleidsregels. Voor zonneparken geldt afzonderlijk beleid: de Richtlijnen zonneparken. Bij grondgebonden zonnepanelen voor de eigen energievoorziening van bedrijven maken we per geval een afweging.

[1] Of de opvolger van deze wettelijke grondslag onder de Omgevingswet: de buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

[2] Grondgebonden zonnepanelen die binnen een bouwvlak en binnen een woonbestemming worden geplaatst, zullen over in de meeste gevallen voldoen aan het bestemmingsplan: het gaat dan om een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat ten dienste van de bestemming wordt gebouwd.

Hoofdstuk 2 Beleidsregels

Doel

Het doel van deze beleidsregels is eigen energieopwekking door middel van zonnepanelen mogelijk te maken, waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met het landschap en belangen van omwonenden. We hanteren daarom het principe dat eerst zoveel mogelijk de ruimte op daken wordt benut. Als het dak onvoldoende ruimte biedt, wordt naar mogelijkheden binnen het bouwvlak gekeken. Als daken en gronden binnen het bouwvlak onvoldoende ruimte bieden dan is een plek buiten het bouwvlak onder voorwaarden mogelijk. Met onderstaand stappenplan kan worden bepaald of aan dit doel wordt voldaan.

Stappenplan

Aan de hand van de volgende stappen wordt bepaald of een omgevingsvergunning voor plaatsing van grondgebonden zonnepanelen verleend kan worden. Waar nodig is cursief een toelichting opgenomen.

  • 1.

    Kunnen de zonnepanelen redelijkerwijs op een dak geplaatst worden?

    • a.

      Zo ja, dan werken we niet mee aan grondgebonden zonnepanelen.

    • b.

      Zo nee, ga naar stap 2.

Mogelijke situaties waarin zon op dak geen redelijke mogelijkheid is, zijn bijvoorbeeld een schaduwrijk dak, (brand)veiligheidsrisico’s (bijvoorbeeld bij een rieten dak), aantasting van monumentale of karakteristieke waarden of een onpraktische dakindeling. Een reden kan ook zijn dat het dak niet voldoende ruimte biedt om in de gehele energiebehoefte te voorzien. De aanvrager dient dit te motiveren.

  • 2.

    Zijn grondgebonden zonnepanelen binnen het bouwvlak redelijkerwijs mogelijk?

    • a.

      Zo ja, dan werken we niet mee aan grondgebonden zonnepanelen buiten het bouwvlak.

    • b.

      Zo nee, ga naar stap 3.

Mogelijke redenen waarom grondgebonden zonnepanelen binnen het bouwvlak niet mogelijk zijn, zijn bijvoorbeeld: onvoldoende beschikbare ruimte, schaduw. De aanvrager dient dit te motiveren.

  • 3.

    Grondgebonden zonnepanelen buiten het bouwvlak zijn mogelijk als aan de volgende voorwaarden voldaan wordt:

    • a.

      De zonnepanelen worden gebruikt voor de energiebehoefte van het huishouden van het erf waarbij de panelen worden geplaatst;

    • b.

      De maximale hoogte van de zonnepanelen is 1,30 meter;

      Met deze hoogte is een balans gezocht tussen zo min mogelijk zichtbaarheid in het landschap en praktische uitvoerbaarheid i.v.m. hoogte van panelen in combinatie met een redelijke hellingshoek.

    • c.

      Er mag geen onevenredige hinder voor de omgeving optreden;

    • d.

      Er wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing en een dusdanige situering dat zicht op de panelen vanaf de openbare weg en omliggende erven zoveel mogelijk wordt voorkomen;

      Een goede inpassing in het landschap begint met een doordachte situering op/bij het erf. Zicht op de panelen kan worden gebroken of voorkomen door bijvoorbeeld een haag met streekeigen beplanting.

    • e.

      De zonnepanelen worden aansluitend aan het bouwvlak gerealiseerd;

    • f.

      De netto oppervlakte aan zonnepanelen is maximaal 100 m².

Met de zogenaamde ‘kruimelafwijking’ (artikel 4, lid 3 van bijlage II van het Bor) kan voor maximaal 50 m2 vergunning worden verleend. Bij een groter oppervlak kunnen twee afwijkingsvergunningen worden verleend.

‘Netto’ betekent dat alleen de oppervlakte van de panelen wordt meegerekend. Daarbij wordt loodrecht gemeten met een verticale projectie van de zonnepanelen op het maaiveld.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Raalte op 7 februari 2023

burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte,

de secretaris

Monique van Esterik

de burgemeester

Martijn Dadema