Subsidieregeling Armoede en schulden

Doel

Deze beleidsregel heeft tot doel stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek. Daarmee wordt de realisatie van de doelstellingen van Krimpen aan den IJssel op het gebied van armoede- en schuldenproblematiek bevorderd.

De doelstellingen zijn als volgt:

• •

  Inwoners zijn financieel zelfredzaam.

• •

  Minder kinderen (0-18 jarigen) groeien op in een bijstandsgezin.

• •

  Kinderen groeien niet op in armoede.

• •

  Inwoners die in armoede leven doen mee in de maatschappij

• •

  Er is meer sprake van een preventieve aanpak en er wordt meer gebruik gemaakt van ondersteuning in plaats van individuele voorzieningen.

• •

  Het aantal schuldhulpverleningstrajecten neemt af.

Doelgroep

• A.

  Inwoners uit Krimpen aan den IJssel die in armoede leven.

• B.

  Inwoners uit Krimpen aan den IJssel die te maken hebben met schulden.

• C.

  Alle organisaties uit Krimpen aan den IJssel die binnen dit beleidsterrein een project willen uitvoeren.

Subsidieaanvrager

• A.

  Stichting Schuldhulpmaatje Krimpen aan den IJssel

• B.

  Stichting Fair Chance

• C.

  Stichting BlijeGift

• D.

  Stichting Leergeld Hollandsche IJssel

• E.

  Instellingen die binnen dit beleidsterrein een project uit willen voeren

Subsidiesoort

• A.

  Erkenningssubsidie

• B.

  Projectsubsidie

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel geldt voor aanvragen vanaf het subsidiejaar 2023.

Basisvoorwaarden

De organisaties onderschrijven de uitgangspunten en resultaten op het gebied van aanpak armoede en schulden, zoals geformuleerd in het beleid Sociaal Domein.

Specifieke criteria

Niet van toepassing.

Erkenningsubsidie

Bij de aanvraag voor een erkenningsubsidie dienen alle in de ‘Algemene subsidieverordening 2018’ genoemde bescheiden aangeleverd te worden.

Projectsubsidies

Het is mogelijk om binnen dit beleidsterrein voor de uitvoering van projecten een projectsubsidie te ontvangen. De projecten moeten voldoen aan de volgende criteria:

• 1.

  De activiteit sluit aan bij gemeentelijk beleid en mag hier niet mee in strijd zijn.

• 2.

  Er is sprake van een activiteit:

  • a.

    met een eenmalig karakter;

  • b.

    die binnen een beperkt tijdvak wordt uitgevoerd;

  • c.

    die gericht is op het stimuleren van maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteiten;

  • d.

    die bestemd is voor de doelgroep jongeren, senioren, minderheden of mensen met een beperking.

• 3.

  Het project moet een bijdrage leveren aan minimaal één van de volgende doelstellingen:

  • a.

    achterstanden terugbrengen;

  • b.

    meer samenwerking en samenhang tussen welzijns-, sport- en maatschappelijke instellingen;

  • c.

    toename van de zelfredzaamheid van de doelgroep jongeren, senioren, minderheden of mensen met een beperking;

  • d.

    bevordering van integratie en participatie van de doelgroepen in de Krimpense samenleving;

  • e.

    meer sociale samenhang en gemeenschapszin op wijk- en buurtniveau;

  • f.

    verbetering van de laagdrempeligheid van voorzieningen en veiligheid op buurt- en wijkniveau;

  • g.

    meer leden die zich aansluiten bij organisaties en verenigingen;

  • h.

    vernieuwend;

  • i.

    stimulerend voor een grote groep mensen (minimaal 30);

  • j.

    promotie van de gemeente Krimpen aan den IJssel op regionaal of landelijk niveau;

  • k.

    het starten van een nieuwe organisatie, waarvoor draagvlak is binnen de Krimpense gemeenschap, met als doelstelling om één van de beleidsprioriteiten van de gemeenteraad uit te voeren.

Verdeelsleutel

• 1.

  De gemeenteraad stelt met de vaststelling van de programmabegroting het subsidieplafond vast.

• 2.

  De jaarlijkse erkenningsubsidie (a-c) bestaat uit:

  • a.

    Stichting Schuldhulpmaatje Krimpen aan den IJssel: vast subsidiebedrag

  • b.

    Stichting Fair Chance: vast subsidiebedrag

  • c.

    Stichting BlijeGift: vast subsidiebedrag

  • d.

    Stichting Leergeld Hollandsche IJssel: vast subsidiebedrag

• 3.

  Het college bepaalt elk jaar of het subsidiebedrag in aanmerking komt voor indexering.