Regeling vervallen per 26-01-2024

Beleidsregels briefadres gemeente Pijnacker-Nootdorp 2020

Geldend van 09-02-2023 t/m 25-01-2024

Intitulé

Beleidsregels briefadres gemeente Pijnacker-Nootdorp 2020

Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het advies van de afdeling Ruimte, Belastingen Gegevensbeheer d.d. 31 januari 2023;

gelet op het bepaalde in de artikelen 1.1, 2.23 tot en met 2.42, 2.45, 2.47 en 4.17 van de Wet Basisregistratie Personen (Wet BRP); artikel 29 van het Besluit Basisregistratie (Besluit BRP), de artikel 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP);

gelet op het bepaalde in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de circulaire BRP en briefadres (2016-0000656211) van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties van 18 oktober 2016 en het Protocol voor ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing (NVVB-2016);

besluit:

vast te stellen de Beleidsregels briefadres gemeente Pijnacker-Nootdorp 2023:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen in deze Beleidsregels gebruikt en niet nader omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet basisregistratie personen (Wet BRP), het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      briefadres: het adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen en waar, indien het post van de overheid betreft, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken (artikel 2:45, lid 3 Wet BRP);

    • b.

      briefadresgever: de natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 2.42 van de Wet BRP, die een briefadres ter beschikking stelt;

    • c.

      briefadreshouder: degene die een briefadres houdt bij een briefadresgever;

    • d.

      het College: Burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp;

    • e.

      gezinshuishouden:

      • 1.

        twee personen die volgens de Basisregistratie Personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

      • 2.

        twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

      • 3.

        een alleenstaande ouder met kind(eren).

    • f.

      kort verblijf in het buitenland: hiervan is sprake als betrokkene gedurende één jaar ten hoogste twee derde van de tijd in het buitenland verblijft;

    • g.

      woonadres:

      • 1.

        het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft, of indien betrokken op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten;

      • 2.

        het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder 1, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste tweedere van de tijd zal overnachten.

Artikel 2 Redenen voor het vestigen van een briefadres

Een briefadres kan worden gevestigd, vanwege:

  • 1. Het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- en thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derde van de tijd;

    • e.

      verblijf van maximaal 2 jaar in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat in Nederland de thuishaven heeft;

    • f.

      het behoren tot een kwetsbare groep, zoals verwarde personen;

    • g.

      langdurig vermiste personen.

  • 2. Verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuis).

  • 3. Verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP.

  • 4. Het opnemen van een woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet gewenst is als bedoeld in artikel 2.41 van de Wet BRP.

  • 5. Het opnemen van een woonadres naar het oordeel van het college om sociale redenen niet gewenst is zoals beschreven in lid 1 onder f.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1. De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres wordt gehouden;

  • 2. De aangever is verplicht bij de aangifte de nodige informatie te verstrekken en bescheiden te overleggen.

  • 3. Onder benodigde bescheiden als bedoeld in het vorige wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs als bedoeld in de Wet op de Identificatieplicht;

    • b.

      een schriftelijke verklaring (aangifte) van de aangever met de redenen voor de aangifte en de te verwachten periode waarvoor het briefadres noodzakelijk zal zijn;

    • c.

      een schriftelijke verklaring van instemming van degene bij wie het briefadres wordt gehouden alsmede (een afschrift van) een geldig identiteitsbewijs als bedoeld in de Wet op de identificatieplicht;

    • d.

      een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1.

  • 4. Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 4 is een schriftelijke verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 5. Als een briefadres noodzakelijk is op grond van artikel 2, lid 1 onder f en g en lid 5, dient de noodzakelijkheid te blijken uit een onderliggend dossier.

  • 6. Een briefadresgever mag maximaal toestemming geven een briefadres te houden aan: twee gezinshuishoudens of twee alleenstaanden of aan een gezinshuishouden en een alleenstaande.

  • 7. Lid 6 van dit artikel is niet van toepassing indien de briefadresgever het College betreft of een door dit College aangewezen rechtspersoon als bedoeld in artikel 2.42 onder b van de Wet BRP.

  • 8. Een briefadres kan worden gevestigd bij een als ingezetene in de basisregistratie ingeschrevene of bij een door het College aan te wijzen rechtspersoon.

Artikel 4 Ambtshalve verstrekken briefadres

  • 1. Het College is bevoegd ambtshalve te besluiten tot opneming van een briefadres indien een woonadres ontbreekt en de ingezetene verzuimt aangifte van de vestiging van een briefadres te doen zoals bedoeld in artikel 2.23 lid 2 van de Wet BRP.

  • 2. Het college wijst de gemeente Pijnacker-Nootdorp aan om als gemeentelijk briefadresgever op te treden, als bedoeld in artikel 2.42 onderdeel b van de wet BRP, in de gevallen dat een briefadresgever ontbreekt. Het adres van de gemeentelijk briefadresgever is Emmastraat 165, 2641 ED Pijnacker.

Artikel 5 Volledige aangifte

  • 1. De aangifte is volledig als alle benodigde gegevens als bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3 zijn ingeleverd.

  • 2. Bij het ontbreken van één of meer gegevens wordt de aangever in de gelegenheid gesteld om het verzuim binnen 14 dagen te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3. De in het vorige lid genoemde termijn kan op verzoek van belanghebbende eenmalig met nog eens 14 dagen worden verlengd.

  • 4. Indien de aangifte niet binnen 14 dagen na aangifte wordt aangevuld of niet om verlenging van de hersteltermijn wordt verzocht, wordt de aangifte van toepassing van het bepaalde in artikel 4.5 van de Awb buiten behandeling gesteld.

Artikel 6 Verplichtingen briefadresgever en briefadreshouder

  • 1. De briefadresgever is verplicht om op verzoek van het College, desverlangd in persoon, alle inlichtingen te verschaffen die noodzakelijk zijn voor de bijhouden van de basisregistratie.

  • 2. De identiteit van de briefadresgever die desverlangd in persoon verschijnt wordt vastgesteld aan de van een geldig legitimatiebewijs als bedoeld in de Wet op de identificatieplicht;

  • 3. De briefadresgever draagt er zorg voor, dat geschriften van de overheid de briefadreshouder daadwerkelijk bereiken. Daartoe overlegt de briefadresgever bij de aangifte een schriftelijke verklaring waaruit blijkt, dat deze akkoord gaat met het in ontvangst nemen van de voor betrokkene bestemde geschriften en garandeert dat geschriften of inlichtingen daarover de briefadreshouder bereiken.

  • 4. De briefadreshouder moet zich houden aan de afspraken die zijn vermeld in de bevestigingsbrief briefadres.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • a.

    de aangever een woonadres heeft, tenzij hij in de situatie verkeerd zoals beschreven in artikel 2, lid 1 onder f , lid 4 en lid 5;

  • b.

    de aangever langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft;

  • c.

    de aangever beroepsmatig varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft of zal verblijven;

  • d.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever dan wel is vastgesteld dat de briefadresgever zich bewust van zijn verplichtingen als genoemd in artikel 5 onttrekt;

  • e.

    het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend met inachtneming van de uitzonderingen bedoeld in artikel 3, lid 7 en artikel 4, lid 2;

Artikel 8 Termijn briefadres

  • 1. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onderdeel b, kan een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal drie maanden. Deze termijn kan telkens met maximaal drie maanden worden verlengd.

  • 2. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onderdeel d en e kan een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal de periode dat de aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 3. Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid geen aangifte heeft gedaan van een woonadres, wordt door de aangever een verzoek ingediend om het briefadres te verlengen.

  • 4. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 4 wordt een briefadres verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 5. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 5 kan een briefadres worden verleend voor de duur van maximaal 6 maanden. Deze termijn kan telkens met maximaal 6 maanden worden verlengd.

  • 6. De aanvraag voor de verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 en 6.

  • 7. Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het derde lid, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuw adres heeft.

Artikel 8 Inlichtingenplicht

  • 1.

    Onverminderd het gestelde in artikel 2 tot en met 6 is de zowel de briefadresgever als de briefadreshouder verplicht om op verzoek van het College inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres.

  • 2.

    De betrokkene verschijnt hierbij desgevraagd in persoon.

Artikel 9 Bestuurlijke boete

Op de naleving van deze beleidsregels is het bepaalde in artikel 4.17 van de Wet BRP en artikel 6 van de Regeling oplegging bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen van toepassing.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden en afwijking van de beleidsregels

  • 1. In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het College.

  • 2. Indien strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling vanwege individuele bijzondere omstandigheden leidt tot onredelijkheid of onbillijkheid, kan van deze regeling worden afgeweken.

Artikel 11 Citeertitel en Inwerkingtreding

  • 1. Bij de inwerkingtreding van deze beleidsregels worden de “Beleidsregels briefadres gemeente Pijnacker-Nootdorp 2020” zoals vastgesteld op 9 juli 2020 ingetrokken.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: “Beleidsregels briefadres gemeente Pijnacker-Nootdorp 2023”.

  • 3. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 31 januari 2023.

het college van Pijnacker-Nootdorp,

Annelies Kroeskamp

secretaris

Björn Lugthart

burgemeester,