Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Ouder-Amstel 2023

Geldend van 09-02-2023 t/m heden

Intitulé

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Ouder-Amstel 2023

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE OUDER-AMSTEL;

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en gelet op de artikelen 10, 11, 12, 18, 19 en 23 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Ouder-Amstel 2020;

besluit vast te stellen het financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Ouder-Amstel 2023.

1 Financieel besluit

Het financieel besluit biedt een uitwerking van specifieke bepalingen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Ouder-Amstel 2020. De bevoegdheid voor het opstellen van het financieel besluit is dan ook opgenomen in deze verordening.

1.1 Vaststellen hoogte van persoonsgebonden budget voor ondersteuning

  • 1. De maximale hoogte van een PGB voor ondersteuning (hulp bij huishouden, begeleiding, dagbesteding en logeeropvang) is begrensd op de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate door het college ingekochte maatwerkvoorziening in natura.

  • 2. Er wordt bij de bepaling van de hoogte van het pgb onderscheid gemaakt tussen ondersteuning van een professioneel ondersteuner en een niet-professioneel ondersteuner.

  • 3. Het vaststellen van de hoogte van het persoonsgebonden budget gebeurt op basis van het aantal geïndiceerde uren x het uurtarief.

1.2 Vaststellen hoogte van persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel

  • 1. De hoogte van het pgb voor een hulpmiddel dient in beginsel toereikend en vergelijkbaar te zijn met de natura voorziening. De bedragen zijn afgeleid van de bedragen die gelden voor de natura voorzieningen, zonder de voor gemeente geldende kortingen.

  • 2. De kosten van de individuele afgestemde aanpassingen worden op grond van de offerte van de hulpmiddelenleverancier vastgesteld. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening (of herverstrekking) betreft, wordt de hoogte van het pgb daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven.

  • 3. In de berekening van de hoogte van het pgb is rekening gehouden met verzekering, onderhoud en reparaties. Deze kosten worden vergoed op declaratiebasis zolang de kosten binnen de maximale hoogte van het pgb blijven en nog niet het volledige pgb is benut.

1.3 Vaststellen hoogte van persoonsgebonden budget voor woningaanpassingen

  • 1. De hoogte van een PGB voor bouwkundige of woon-technische voorzieningen aan de eigen woning waarvan het college inschat dat deze hoger zullen zijn dan het verhuizen naar andere adequate woonruimte, wordt vastgesteld op basis van twee of meer offertes. De hoogte van het persoonsgebonden budget is het bedrag van de goedkoopste door het college geaccepteerde offerte.

  • 2. Bij het vaststellen van de hoogte van het persoonsgebonden budget van een bouwkundige woningaanpassing wordt rekening gehouden met de volgende kostensoorten:

    • a.

      de aanneemsom (waarin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening;

    • b.

      de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991;

    • c.

      in gevallen dat het noodzakelijk wordt is een architect in te schakelen: het architectenhonorarium tot ten hoogste tien procent van de aanneemsom, met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1997 van de Bond van Nederlandse Architecten;

    • d.

      de kosten van het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is, tot een maximum van twee procent van de aanneemsom;

    • e.

      de leges voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening;

    • f.

      de verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting;

    • g.

      renteverlies in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover dit verband houdt met de bouw dan wel het treffen van de voorziening;

    • h.

      de kosten van het verwerven van extra bouwrijpe grond indien noodzakelijk als niet gebouwd kan worden binnen de oorspronkelijke kavel;

    • i.

      de door burgemeester en wethouders schriftelijk goedgekeurde kostenverhogingen die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

    • j.

      de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

    • k.

      de kosten van heraansluiting op de openbare nutsvoorziening;

    • l.

      de administratiekosten die de verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van de voorziening, voor zover de kosten onder a tot en met k meer bedragen dan € 1.115,26 voor tien procent van die kosten tot maximaal € 437,06.

  • 3. Aan een persoonsgebonden budget voor een bouwkundige woningaanpassing zijn de volgende voorwaarden verbonden:

    • a.

      De door het college aangewezen personen toegang wordt verstrekt tot de woonruimte waar de woningaanpassing zal worden gerealiseerd;

    • b.

      Aan de onder a. genoemde personen inzicht wordt geboden in de vereiste bescheiden en tekeningen welke betrekking hebben op de woningaanpassing;

    • c.

      De onder a. genoemde personen de gelegenheid wordt geboden tot het controleren van de woningaanpassing;

    • d.

      Na voltooiing van de werkzaamheden in het kader van een woningaanpassing, uiterlijk binnen 1 jaar na het toekennen van het persoonsgebonden budget, verklaart de cliënt aan het college dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling van de uiteindelijke hoogte van het persoonsgebonden budget;

    • e.

      De gereedmelding dient te worden vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder het persoonsgebonden budget is verleend.

1.4 Vaststellen hoogte van Persoonsgebonden budget voor een autoaanpassing

Aan het pgb voor een autoaanpassing zijn in ieder geval de voorwaarden verbonden dat:

  • 1.

    De maximale hoogte van het pgb voor een autoaanpassing is ten hoogste de kostprijs van de noodzakelijke aanpassing. De aanvrager is verplicht om minimaal twee offertes op te vragen;

  • 2.

    De besteding van de tegemoetkoming voor een autoaanpassing moet binnen vier weken na realisatie in de vorm van een factuur bij de gemeente worden verantwoord;

  • 3.

    De maximale hoogte van het pgb wordt vastgesteld en betaald binnen 8 weken na het ontvangen van de factuur van de autoaanpassing;

  • 4.

    Als de werkelijke kosten lager zijn dan de aanvraag, wordt de maximale hoogte van het pgb op basis van de werkelijke kosten lager vastgesteld.

1.5 Forfaitaire tegemoetkoming

Voor het verstrekken van een forfaitaire tegemoetkoming dient er sprake te zijn van kosten voor de cliënt ten opzichte van de situatie vóór de aanvraag en ten opzichte van andere personen zonder beperkingen in een vergelijkbare situatie.

  • 1.

    De hoogtes van de forfaitaire tegemoetkomingen zijn vastgelegd in de Verordening maatschappelijke ondersteuning en in het financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Ouder-Amstel.

  • 2.

    De in de Verordening genoemde tegemoetkomingen zijn gebaseerd op het prijspeil van 2020 en kunnen ieder opvolgend kalenderjaar door het college gewijzigd worden aan de hand van ontwikkeling van de consumentenprijsindex.

  • 3.

    De geïndexeerde bedragen worden jaarlijks in het financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Ouder-Amstel gepubliceerd.

1.6 Prijspeil

  • 1. De bedragen van de forfaitaire tegemoetkomingen kunnen jaarlijks worden geïndexeerd aan de hand van de consumentenprijsindex (CPI).

  • 2. De tarieven voor persoonsgebonden budgetten voor Hulp bij het huishouden door een niet professionele ondersteuner komen overeen met 75% van het laagste tarief van deze dienst voor Zorg in Natura (professionele ondersteuner).

  • 3. De tarieven voor persoonsgebonden budgetten voor Individuele Begeleiding en Logeeropvang door een niet professionele ondersteuner zijn gebaseerd op een vast bedrag per eenheid (genoemd in artikel 1.7.2 van het financieel besluit).

1.7 Bedragen en tarieven 2023

1.7.1. Bedragen forfaitaire tegemoetkomingen

  • 1. Forfaitaire tegemoetkoming verhuis- en herinrichtingskosten: € 2.500,-

  • 2. Forfaitaire tegemoetkoming voor het gebruik van

    • Auto (bruikleen of auto derden): € 195,-- per jaar

    • Auto (eigen): 525,-- per jaar

    • Taxi: € 5.547,05 (maximaal op declaratiebasis) per jaar

    • Rolstoeltaxi: € 7.080,35 per jaar (maximaal op declaratiebasis) per jaar

  • 3. Forfaitaire tegemoetkoming voor de aanschaf van een sportvoorziening: € 3.000,-- per 3 jaar.

1.7.2 Tarieven Persoonsgebonden budget voor niet professionele ondersteuner

  • Hulp bij huishouden HH1 € 0,41 per minuut

  • Hulp bij huishouden HH2 € 0,43 per minuut

  • Individuele begeleiding licht, middel en zwaar € 25,-- per uur

  • Logeeropvang: tarief bestaat uit drie uur Individuele begeleiding per etmaal, op basis van tarief voor de niet professionele ondersteuner. Mocht drie uur individuele begeleiding per etmaal onvoldoende zijn dan kan bij uitzondering het aantal uur individuele begeleiding per etmaal gemotiveerd worden verhoogd, zodat het pgb in alle gevallen kostendekkend is.

1.7.3 Tarieven Persoonsgebonden budget voor professionele ondersteuner

  • Hulp bij huishouden HH1 € 0,55 per minuut

  • Hulp bij huishouden HH2 € 0,57 per minuut

  • Individuele begeleiding licht € 0,96 per minuut

  • Individuele begeleiding middel € 1,04 per minuut

  • Individuele begeleiding zwaar € 1,33 per minuut

  • Dagbesteding licht € 39,43 per dagdeel

  • Dagbesteding middel € 50,08 per dagdeel

  • Dagbesteding zwaar € 61,35 per dagdeel

  • Vervoer naar dagbesteding € 19,47 per etmaal

  • Vervoer naar dagbesteding (rolstoelvervoer) € 30,86 per etmaal

  • Logeeropvang € 230,29 per etmaal

2 Regels voor eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen

Artikel 2.1 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen en bij Verordening aangewezen algemene voorzieningen

  • 1. Een cliënt is een eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen verschuldigd. Deze eigen bijdrage wordt ook wel abonnementstarief genoemd.

  • 2. De eigen bijdrage is gelijk aan de kostprijs van de voorziening (artikel 11 Verordening maatschappelijke ondersteuning Ouder-Amstel 2020) , tot aan ten hoogste maximaal € 19,-- per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a, vijfde lid, van de wet of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.

  • 3. Het totaal aan betaalde eigen bijdrage per maatwerkvoorziening mag niet hoger zijn dan de kostprijs van deze maatwerkvoorziening.

  • 4. Er is geen eigen bijdrage verschuldigd voor het collectief vervoer (Wmo-vervoer).

  • 5. De bijdrage voor een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.

  • 6. De eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een pgb wordt door het CAK vastgesteld en geïnd.

  • 7. Start inning eigen bijdrage

    • a.

      Begeleiding, Dagbesteding, Logeeropvang, Hulp bij het huishouden: vanaf moment dat de zorg/ondersteuning daadwerkelijk is gestart

    • b.

      Hulpmiddelen/woningaanpassingen: datum indicatie + 1 maand

  • 8. Stop inning eigen bijdrage

    • a.

      Bij de producten onder artikel 3.1 lid 7 onder a genoemd: stopmoment zorg

    • b.

      Bij de producten onder artikel 3.1 lid 7 onder a genoemd: bij inname van de voorziening

    • c.

      Bij overlijden, verhuizen

  • 9. Bij tijdelijk stopzetten van de ondersteuning loopt de inning van de eigen bijdrage door.

  • 10. Er zijn geen bij Verordening aangewezen algemene voorzieningen benoemd (artikel 11 Verordening maatschappelijke ondersteuning) .

Artikel 2.2. Eigen bijdrage persoonsgebonden budget

Ook voor een pgb geldt een eigen bijdrage (abonnementstarief). De gemeente keert een “bruto” PGB uit aan het SVB, hierop is geen eigen bijdrage in mindering gebracht. De eigen bijdrage wordt via het CAK (Centraal Administratie Kantoor) separaat in rekening gebracht.

Artikel 2.3 Bijdrage collectief vervoer

Een cliënt is een bijdrage verschuldigd in de kosten voor het gebruik van collectief vervoer (Wmo-vervoer), ter hoogte van:

2023

Opstaptarief

Km-tarief

Reiziger

€ 1,08

€ 0,198

Medereiziger

€ 1,08

€ 0,198

Kind 4-12

€ 1,08

€ 0,198

Artikel 2.4 Bijdrage algemene voorzieningen

De in dit artikel opgenomen algemene voorzieningen zijn niet bij Verordening aangewezen algemene voorzieningen (artikel 12 Verordening maatschappelijke ondersteuning). Het gaat om algemene voorzieningen waarbij geen sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie.

  • 1.

    Een cliënt is een bijdrage verschuldigd in de kosten voor het gebruik van de HHT Diensten Thuis ter hoogte van € 10,00 per uur.

  • 2.

    Het maximaal in te kopen aantal uren HHT Diensten Thuis per cliënt bedraagt twee uur per week.

3. Slotbepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

Het financieel besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

Artikel 3.2 Citeertitel

Het financieel besluit wordt aangehaald als: Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Ouder-Amstel 2023.

Artikel 3.3 Intrekking en overgangsrecht

De Nadere Regels maatschappelijke ondersteuning Ouder-Amstel 2022 worden ingetrokken. Aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van het financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Ouder-Amstel 2023 worden afgehandeld krachtens de Nadere Regels maatschappelijke ondersteuning Ouder-Amstel 2022.

Ondertekening