Regeling vervalt per 31-12-2026

Subsidieverordening “groen blauw Enschede”

Geldend van 09-02-2023 t/m 30-12-2026

Intitulé

Subsidieverordening “groen blauw Enschede”

De raad van de gemeente Enschede;

gelezen het voorstel van het college van 8 november 2022;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening 2016;

besluit:

vast te stellen de

Subsidieverordening groen blauw Enschede

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager:

    • Rechtspersonen en (groepen van) natuurlijke personen, voor zover zij eigenaar zijn van een in de gemeente Enschede gelegen gebouw, of in geval zij huurder of pachter zijn, zij schriftelijke toestemming heeft/hebben van de eigenaar.

    • Een VvE.

  • b.

    afkoppelen: Onderbreken van de afvoer van op schoon verhard oppervlak (dakoppervlakken en/of particuliere erfverhardingen) vallend hemelwater naar openbare rioolstelsels of oppervlaktewater. In plaats daarvan wordt het hemelwater lokaal vastgehouden en verwerkt, bijvoorbeeld via infiltratie in de bodem of nuttig gebruik.

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • d.

    Asv: de op het moment van de subsidieaanvraag geldende Algemene subsidieverordening van de gemeente Enschede. Daar waar wordt verwezen naar een specifiek artikel in de Asv betreft het de artikelnummering van de Asv 2016. Als de Algemene subsidieverordening 2022 van kracht is moet die verwijzing worden gelezen als een verwijzing naar het op inhoud corresponderende artikel in de Algemene subsidieverordening 2022.

  • e.

    BAG: Basisregistraties Adressen en Gebouwen.

  • f.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede.

  • g.

    bebouwde kom: Begrenzing van bebouwde kern als bepaald in art. 20a Wegenverkeerswet 1994.

  • h.

    bestaand gebouw: Een gebouw dat is opgericht minimaal 3 jaar vóór inwerkingtreding van deze verordening.

  • i.

    dakoppervlak: De horizontale projectie van een dakoppervlak van een gebouw.

  • j.

    gemengde riolering: Riolering in de openbare ruimte voor de gecombineerde inzameling en afvoer van afvalwater en hemelwater naar de rioolwaterzuivering.

  • k.

    groen dak: Dakoppervlak dat bedekt is met een laag vegetatie als onderdeel van de dakconstructie, waarbij het dak een minimaal waterbergend vermogen van 20 liter per m² dak heeft en de vegetatie zeer traag groeiend en sterk ‘zelfvoorzienend’ is.

  • l.

    hemelwater: Water uit de hemel in welke vorm dan ook, zoals regenwater, ijzel, sneeuw en hagel.

  • m.

    hemelwater riolering: Riolering in de openbare ruimte alleen bestemd voor de inzameling en afvoer van hemelwater, doorgaans naar oppervlaktewater.

  • n.

    infiltratie: het op eigen terrein laten wegzakken van hemelwater in de bodem, van een afgekoppeld dakoppervlak of bestrating via het maaiveld (bodempassage) of door middel van een boven- of ondergrondse voorziening.

  • o.

    nuttig gebruik hemelwater: Buffering en filtering van neerslag ten behoeve van laagwaardig gebruik (=niet voor consumptiedoeleinden) ter vervanging van drinkwater.

  • p.

    oppervlaktewater: Openbaar water, bijvoorbeeld een vijver, beek of sloot, waarop hemelwater geloosd kan worden.

  • q.

    gebouw: Woning inclusief aanbouw(en), uitbouw(en) en bijgebouw(en), bedrijfspand, kantoorgebouw of school, alle met bijbehorend erf, tuin, terrein en ondergrond en opgenomen in de BAG en legaal gebouwd.

  • r.

    vergroenen: Verharding, in de vorm van asfalt, beton, steen of ander slecht waterdoorlatend materiaal, in een tuin of op een terrein vervangen door beplanting als gras, planten, struiken of bomen; ook wel ontstenen genoemd.

  • s.

    verhard oppervlak: Het oppervlak van daken, wegen, verharde terreinen.

  • t.

    voorziening: Maatregel, product of activiteit gericht op het beperken van de gevolgen van een veranderend klimaat. Bijvoorbeeld het plaatsen van een regenton, -zuil of -schutting, het afkoppelen van verhard oppervlak, het ontstenen en vergroenen, het aanleggen van een groen dak, of het realiseren en in werking hebben van een voorziening voor nuttig gebruik van hemelwater.

  • u.

    VvE: Vereniging van Eigenaren.

Artikel 2 Afstemming Asv

Voor zover in deze verordening daarvan niet wordt afgeweken, is de geldende Asv van de gemeente Enschede van toepassing.

Hoofdstuk 2 Subsidiebepalingen

Artikel 3 Toepassingsbereik; doel

  • 1. Deze verordening is een bijzondere subsidieverordening als bedoeld in artikel 3 van de Asv.

  • 2. Deze subsidie heeft betrekking op het beleidsterrein “klimaatadaptatie”.

  • 3. Deze subsidie heeft als doel om inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisatie in de gemeente Enschede te stimuleren om zelf klimaatadaptieve maatregelen te treffen. Op eigen terrein of op/aan het gebouw om zo hemelwateroverlast en droogte problemen te beperken.

Artikel 4 Subsidiabele voorzieningen

Subsidie kan worden verstrekt voor de noodzakelijke kosten van de volgende voorzieningen:

  • a.

    Een ontsteende en vergroende tuin

  • b.

    Een groen dak

  • c.

    Van de riolering afgekoppeld verhard oppervlak

  • d.

    Een geveltuin

  • e.

    Een op de regenpijp aangesloten regenton, -zuil, -schutting, watertank, en/of waterreservoir

Artikel 5 Vereisten subsidieaanvrager

Subsidie wordt slechts verstrekt aan:

  • 1.

    Rechtspersonen en (groepen van) natuurlijke personen, voor zover zij eigenaar zijn van een in de gemeente Enschede gelegen gebouw, of in geval zij huurder zijn, zij hiervoor schriftelijke toestemming hebben van de eigenaar.

  • 2.

    In het geval sprake is van een groep van personen als bedoeld in het eerste lid, kan één aanvraag worden ingediend waarbij de indiener een volmacht heeft van de andere eigenaren.

Artikel 6 Subsidiecriteria

De subsidie kan alleen worden verstrekt als de aanvraag aan de volgende algemene criteria voldoet:

  • 1.

    De aanvraag kan pas worden ingediend als de voorziening is gerealiseerd.

  • 2.

    De aanvraag moet betrekking hebben op een bestaand gebouw. Nieuwbouw komt niet in aanmerking.

  • 3.

    Buiten de bebouwde kom betreft het een groendak, regenton, -zuil, schutting, watertank, en/of waterreservoir. Buiten de bebouwde kom komt het onstenen en vergroenen, het afkoppelen en de aanleg van geveltuinen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 4.

    Het resultaat van de werkzaamheden moet minimaal tien jaar in stand worden gehouden.

  • 5.

    Herstel, reparatie of uitbreiding van een bestaande voorziening is uitgesloten van subsidie.

  • 6.

    Er moeten kleuren foto’s of filmpjes worden verstrekt van de voor-situatie en van de na-situatie.

  • 7.

    De subsidieaanvrager is verplicht ten behoeve van controle op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, toegang te verlenen tot de onroerende zaak waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 8.

    De voorziening is gerealiseerd na 1 januari 2022.

  • 9.

    Per categorie voorzieningen zoals genoemd in artikel 4 kunnen maximaal twee aanvragen per jaar, per gebouw worden ingediend.

  • 10.

    Per categorie voorzieningen en per gebouw kan meerdere keren een subsidie aanvraag worden ingediend, mits wordt voldaan aan de in artikel 6, lid 9 genoemde voorwaarden en:

    • De in artikel 7, lid b genoemde maximum bijdrage voor die categorie voorzieningen nog niet is bereikt. Indien meer subsidie wordt aangevraagd, dan de maximale bijdrage, kan tot het maximum bedrag subsidie worden ontvangen. Dit kan in één aanvraag, of in meerdere aanvragen.

  • 11.

    De voorziening is maximaal 6 maanden voor realisatie gekocht.

  • 12.

    De aanvraag is ingediend via een in te vullen formulier op de gemeentelijke website, of ingediend via een te downloaden formulier op de gemeentelijke website.

  • 13.

    Een aanvrager mag per jaar voor maximaal 5 gebouwen een aanvraag indienen.

  • 14.

    De voorziening voldoet aan de geldende wet- en regelgeving en is voorzien van de vereiste vergunningen (bijvoorbeeld een omgevingsvergunning of monumentenvergunning).

  • 15.

    Water dat valt op afgekoppeld of ontsteend oppervlak moet op eigen terrein worden verwerkt en mag niet tot overlast bij de buren leiden. Een noodoverloop naar de openbare ruimte is wel toegestaan.

Naast deze algemene criteria, gelden er per voorziening nog specifieke voorwaarden en verplichtingen. Deze zijn in artikel 9 per type voorziening opgenomen.

Artikel 7 Subsidiehoogte

De in dit artikel genoemde bedragen zijn inclusief BTW

  • 1. De subsidie voor een ontsteende en vergroende tuin bedraagt:

    • a.

      €7,50,=/ ontharde en vergroende m2.

    • b.

      Met een maximale bijdrage voor een ontsteende en vergroende tuin van € 1500,=

  • 2. De subsidie voor een groen dak bedraagt:

    • a.

      €20,=/ m2, met een bonus van €10,= per m2 indien wordt voldaan aan de voorwaarden in artikel 9, lid 2c. Dit met een maximum van 50% van de subsidiabele kosten (Hier valt niet onder sloop-, onderhouds- en advieskosten).

    • b.

      Met een maximale bijdrage voor een groen dak van € 3.000,=

  • 3. De subsidie voor een van de riolering afgekoppeld verhard oppervlak bedraagt:

    • a.

      €10,=/ afgekoppelde m2 verhard oppervlak

    • b.

      Met een maximale bijdrage voor van de riolering afgekoppeld verhard oppervlak van € 2.000,=

  • 4. De subsidie voor een geveltuin (ontstenen en vergroenen) bedraagt:

    • a.

      €15,= / ontharde en vergroende m2.

    • b.

      Met een maximale bijdrage voor een geveltuin van € 100,=

  • 5. De subsidie voor een op de regenpijp aangesloten regenton, -zuil, -schutting, watertank of waterreservoir bedraagt:

    • a.

      50% van de subsidiabele kosten van aanschaf en plaatsing van de elementen.

    • b.

      Met een maximale bijdrage voor regentonnen, of -zuilen van € 250,=

    • c.

      Met een maximale bijdrage voor waterschuttingen, -tanks, -reservoirs c.a. van € 1.000,=, mits de inhoud minimaal 1000 liter is. Anders gelden de voorwaarden genoemd in lid 5b.

Artikel 8 Subsidieplafond; verdeling beschikbaar subsidiebedrag en behandeling van aanvragen

De in dit artikel genoemde bedragen zijn inclusief BTW.

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt totaal € 484.000,= per jaar (= €400.000,=, excl. BTW) voor de periode 2022 – 2026. Per subsidiabele activiteit geldt een subsidieplafond:

    • a.

      Het subsidieplafond voor een ontsteende en vergroende tuin bedraagt jaarlijks €60.500,= incl. BTW

    • b.

      Het subsidieplafond voor een groen dak bedraagt jaarlijks € 211.750,=

    • c.

      Het subsidieplafond voor een van de riolering afgekoppeld verhard oppervlak bedraagt jaarlijks €121.000,=

    • d.

      Het subsidieplafond voor een geveltuin (ontstenen en vergroenen) bedraagt jaarlijks €30.250,=

    • e.

      Het subsidieplafond voor een op de regenpijp aangesloten regenton, zuil, schutting, of watertank bedraagt jaarlijks €60.500,=

  • 2. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst tot het vastgestelde subsidieplafond is bereikt. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag volledig is.

  • 3. Volledige aanvragen die op dezelfde datum in de volgorde van ontvangst zijn opgenomen, worden geacht tegelijkertijd te zijn ontvangen. Tussen deze aanvragen wordt geloot, indien toekenning tot overschrijding van het subsidieplafond zou leiden.

  • 4. Voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de subsidie geheel geweigerd.

Artikel 9 Aanvullende subsidieverplichtingen

Naast de verplichtingen genoemd in de Awb, de Asv 2016 en in Artikel 6, gelden voor de subsidieontvanger de volgende aanvullende specifieke verplichtingen:

  • 1. Een ontsteende en vergroende tuin

    • a.

      De te verwijderen verharding dient een oppervlak van minimaal 1 m2 te hebben.

    • b.

      De verwijderde verharding moet worden vervangen door levend groen, dus niet door kunstgras, grind of andere halfverharding.

  • 2. Een groen dak

    • a.

      Men moet onderzoek laten doen (en aantonen) dat het dak geschikt is voor de aanleg van een groen dak. Dit kan bijvoorbeeld worden nagevraagd bij een erkend (dakdekkers-)bedrijf, een architect of een bouwkundige. Bovendien moet het groene dak worden aangelegd volgens de geldende regelgeving.

    • b.

      Het groene dak moet minimaal 1m2 groot zijn.

    • c.

      Elke m2 groen dak moet minimaal 20 liter water kunnen bergen. Dit moet met een waterbergingsnorm worden aangetoond. Bijvoorbeeld op de factuur van de leverancier.

    • d.

      Bestaat het groene dak voor 50% of meer uit (inheemse) grassen, kruiden en struiken en voor het overige oppervlak uit sedum, of wordt minimaal 40 liter water per m2 groen dak geborgen, dan kan € 10,= meer per m2 worden verkregen (dus totaal € 30,=/m2).

  • 3. Van de riolering afgekoppeld verhard oppervlak

    • a.

      Het afgekoppelde oppervlak moet minimaal 9m2 zijn; (lengte x breedte van dak, recht van boven gezien).

    • b.

      Er moet worden voldaan aan de waterbergingsnorm van 20 liter voor elke m2 afgekoppeld verhard oppervlak. Als een opvangvoorzieningen (bijvoorbeeld een regenton) wordt toegepast en de inhoud is niet toereikend, moet een aanvullende maatregel worden toegepast zoals een (bovengrondse) infiltratievoorziening. Ook hiervan moet de waterbergingsnorm worden aangetoond. Na benutting van deze waterberging mag hemelwater eventueel via regenwaterleidingen overlopen naar groene zones in de tuin of naar de openbare ruimte.

    • c.

      Voor de maatregel ‘afkoppelen van de riolering’ moeten kleuren foto’s en filmpjes van de wateropslagvoorziening (20 liter/m2) tijdens aanleg worden gemaakt. Hierop moet duidelijk te zien zijn waar en hoe het water er in komt maar ook waarin het leegloopt.

    • d.

      Desgewenst kan van de gemeente een locaties specifiek advies worden verkregen welke wijze van afkoppelen het meest geschikt is.

    • e.

      Indien een subsidiebijdrage van de gemeente is ontvangen en binnen 5 jaar na uitkering van dit bedrag in de betreffende straat op kosten van de gemeente kan worden afgekoppeld, dan kan de subsidieontvanger na aanvraag een extra vergoeding ontvangen, van 50% van de destijds ontvangen subsidie.

  • 4. Een gevel tuin

    • a.

      Er moet toestemming van de gemeente worden verkregen voor het aanleggen van een geveltuin. Toestemming van de gemeente is afhankelijk van de breedte van het trottoir en de aanwezigheid van kabels of leidingen, of andere objecten.

    • b.

      De te verwijderen verharding dient een oppervlak van minimaal 1 m2 te hebben; en

    • c.

      De verwijderde verharding moet worden vervangen door levend groen, dus niet door kunstgras, grind of andere halfverharding.

  • 5. Een op de regenpijp aangesloten regenton, -zuil, -schutting, watertank en/of waterreservoir

    • a.

      De voorziening moet zijn aangesloten op de regenpijp en moet een overloop mogelijkheid hebben voor als deze vol is. Bij voorkeur naar een lager gelegen oppervlakte in de tuin, een infiltratiekrat of grindkoffer.

  • 6. Indien men zelf niet aan de in artikel 9 genoemde minimale oppervlakte kan voldoen, kan een gezamenlijke aanvraag worden gedaan (bijvoorbeeld samen met buren). Bij de aanvraag moet dan een volmachtformulier worden ingediend.

Hoofdstuk 3 Procedurele bepalingen

Artikel 10 Indienen subsidieaanvraag

Na het realiseren van de voorziening(en), kan de aanvrager een aanvraag om subsidie indienen door via e-mail of per post het insturen van:

  • 1.

    Een door het college vastgesteld, volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier vergezeld van:

    • a.

      Een factuur, bij voorkeur op naam, met specificaties en aankoopdatum en/of uitvoeringsdatum.

    • b.

      Een kaart waarop de voorziening of voorzieningen zijn aangeduid met vermelding van het aantal vierkante meters.

    • c.

      Een kleurenfoto of -filmpje van de bestaande situatie zonder de voorziening en een kleurenfoto of -filmpje van de nieuwe situatie met voorziening, waarbij het gebouw op de foto of filmpje duidelijk zichtbaar is.

    • d.

      De benodigde vergunningen voor zover deze zijn vereist. Bijvoorbeeld een omgevingsvergunning of monumentenvergunning.

    • e.

      Schriftelijke toestemming van de eigenaar (als de aanvrager een huurder of pachter is).

    • f.

      Indien van toepassing:

      • i.

        een technische omschrijving van het groene dak met daarin minimaal opgenomen de laagopbouw, waterbergend vermogen en noodoverloop/ vertraagde afvoer

      • ii.

        een technische omschrijving van de afkoppelvoorziening met daarin minimaal opgenomen de soort voorziening, inhoud, noodoverloop/vertraagde afvoer en de werking.

  • 2.

    Het college is bevoegd ook andere dan in lid 1 genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van de beslissing op de aanvraag noodzakelijk respectievelijk voldoende zijn.

Artikel 11 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag

  • 2. Het college kan deze termijn eenmalig met vier weken verlengen.

  • 3. Subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande verlening.

  • 4. De betaling van de subsidie vindt plaats binnen vier weken na de subsidievaststelling.

  • 5. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (subsidie van rechtswege) is niet van toepassing.

Artikel 12 Weigeren, intrekken en/of terugvorderen van de subsidie

  • 1. De subsidie kan worden geweigerd indien:

    • a.

      Er sprake is van een situatie beschreven in artikel 4:35 of 4:49 van de Awb of in artikel 9 van de Asv.

  • 2. De subsidie kan worden ingetrokken, indien achteraf komt vast te staan dat zich een weigeringsgrond als omschreven in het eerste lid heeft voorgedaan.

  • 3. Het subsidiebedrag kan worden teruggevorderd indien de subsidie is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Subsidieverordening groen blauw Enschede”

Artikel 14 Onvoorziene gevallen en hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college

  • 2. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze regeling indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 30 januari 2023.

De Griffier, R.M. Jongedijk

De Voorzitter, R.W. Bleker