Besluit mandaatverlening tijdelijke gebiedsontzegging Maashorst

Geldend van 08-02-2023 t/m heden

Intitulé

Besluit mandaatverlening tijdelijke gebiedsontzegging Maashorst

De burgemeester van de gemeente Maashorst,

gelet op het bepaalde in artikel 10:11 van de Algemene wet bestuursrecht; artikel 172 en 177 van de Gemeentewet en artikel 2:78 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Maashorst 2022 (hierna: APV).

b e s l u i t

mandaat te verlenen aan de politieambtenaren van de politie eenheid Oost-Brabant en aan de buitengewoon opsporingsambtenaren en toezichthouders als bedoeld in artikel 6.2 APV werkzaam voor de gemeente Maashorst tot het opleggen van een gebiedsontzegging zoals bedoeld in artikel 2:78 van de APV tijdens evenementen en horecanachten, onder de volgende voorwaarden:

  • I.

    Algemene instructies

Het mandaat wordt uitgeoefend met inachtneming van de volgende bepaling:

Artikel 2:78 APV Gebiedsontzeggingen

  • 1. De burgemeester kan aan een persoon in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een bevel geven zich gedurende ten hoogste 24 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.

  • 2. Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie ten minste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste 4 weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.

  • 3. Een bevel als bedoeld in het tweede lid kan slechts worden gegeven als het strafbare feit of de openbare orde verstorende handeling binnen 6 maanden na het geven van een eerder bevel, gegeven op grond van het eerste of tweede lid, plaatsvindt.

  • 4. De burgemeester beperkt de krachtens het eerste of tweede lid gegeven bevelen, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een bevel.

Aanwijzing gebied

Als gebied, waar de gemandateerden een gebiedsontzegging kunnen opleggen wordt aangewezen het centrum van Uden, Volkel, Odiliapeel, Schaijk, Zeeland, Reek en 5 meter daaromheen zoals aangegeven op bijgevoegde kaarten in bijlage II.

Tijdsduur gebiedsontzegging

Een gebiedsontzegging kan worden bevolen voor de duur van:

  • 1.

    ten hoogste 24 uur bij een eerste constatering;

  • 2.

    ten hoogste 4 weken bij een tweede constatering, tenzij aannemelijk is dat een kortere periode ook het gewenste effect zal hebben.

    • a.

      Indien een persoon zich schuldig maakt aan de gedragingen als bedoeld in de bijlage wordt eerst een verblijfsontzegging voor de duur van drie aaneengesloten weekenden opgelegd. Onder weekend wordt in dit verband verstaan de periode van donderdag om 18.00 uur tot de maandag daarna om 06.00 uur. De verblijfsontzegging geldt eveneens op alle erkende feestdagen en carnavalsmaandag en –dinsdag aansluitend aan of tussen de weekenden waarvoor de ontzegging geldt, waarbij de verblijfsontzegging alsdan eindigt de dag na deze feest- of carnavalsdagen om 6.00 uur.

    • b.

      Indien een persoon zich binnen een periode van een jaar na een eerste aan hem opgelegde verblijfsontzegging wederom schuldig maakt aan de gedragingen als bedoeld in de bijlage wordt een verblijfsontzegging voor de duur van zes aaneengesloten weekenden opgelegd. Onder weekend wordt in dit verband verstaan de periode van donderdag om 18.00 uur tot de maandag daarna om 06.00 uur. De verblijfsontzegging geldt eveneens op alle erkende feestdagen en carnavalsmaandag en –dinsdag aansluitend aan of tussen de weekenden waarvoor de ontzegging geldt, waarbij de verblijfsontzegging alsdan eindigt de dag na deze feest- of carnavalsdagen om 6.00 uur.

Procedure gebiedsontzegging

  • 1.

    Voordat een gebiedsontzegging wordt opgelegd, krijgt de belanghebbende de kans een zienswijze te geven, tenzij de vereiste spoed zich daartegen verzet. Vanwege de vereiste spoed gebeurt dit in principe mondeling. De zienswijze wordt later vastgelegd in de beschikking. Wanneer een gebiedsontzegging wordt verlengd, krijg de belanghebbende de kans een schriftelijke zienswijze te geven.

  • 2.

    In het besluit tot oplegging van een gebiedsontzegging staat een bezwaarclausule die bezwaar maken naderhand mogelijk maakt.

  • 3.

    In de gebiedsontzegging wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak en welk gebied het verbod geldt. In de gebiedsontzegging wordt aangegeven op grond van welk(e) feit(en) de persoon de gebiedsontzegging opgelegd heeft gekregen. Indien iemand woont, werkt of aangewezen is op zorg in het betreffende gebied, wordt daarvoor een looproute gegeven. Ook dit dient te worden aangegeven op het formulier.

  • 4.

    De gebiedsontzegging wordt in persoon door de politie, buitengewoonopsporingsambtenaar of toezichthouder van de gemeente Maashorst uitgereikt. De gebiedsontzegging is van kracht op het moment dat de gebiedsontzegging aan de betrokkene is uitgereikt.

  • 5.

    Wanneer een evenemententerrein buiten de kaart van de gebiedsontzeggingen valt, moet duidelijk worden aangegeven welke gebied het betreft.

Strafbare gedrag en/of openbare orde verstorende handelingen waarvoor eengebiedsontzegging kan worden opgelegd

De gedragingen waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd, zijn opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

Foto

Indien een verdachte toestemming geeft, dient een foto van de verdachte te worden gemaakt. Deze wordt toegevoegd aan de stukken betreffende de gebiedsontzegging.

Registratie

Van de toepassing van de gebiedsontzeggingen wordt door de politieambtenaren eenheid Oost Brabant, buitengewoonopsporingsambtenaren en toezichthouders een registratie bijgehouden. De burgemeester wordt zo spoedig mogelijk – uiterlijk de eerste werkdag na het opleggen van een gebiedsverbod – geïnformeerd.

Ondertekening

Dit besluit treedt in werking op 23 januari 2023.

Burgemeester van gemeente Maashorst,

M.J.D. Donders-de Leest (wnd.)

Bijlage 1 overzicht feiten

Algemene Plaatselijke Verordening

Feiten

BOA

Politie

samenscholing en ongeregeldheden (art. 2:1 APV)

 

orde verstoren bij evenement (art. 2:26 APV)

handel binnen openbare inrichtingen (art. 2:32 APV)

vervoeren etc. inbrekerswerktuigen (art. 2:44 APV)

hinderlijk gedrag op openbare plaatsen (art. 2:47 APV)

verboden drankgebruik (art. 2:48 APV)

verboden lachgasgebruik met overlast (2.48a lid 1 APV)

verboden gedrag bij of in gebouwen (art. 2:49 APV)

hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten (art. 2:50 APV)

handelen in strijd met een aanlijn- en/of muilkorfgebod (art. 2:59 APV)

drugshandel op straat (art. 2:74 APV)

openlijk drugsgebruik (art. 2:74a APV)

straatprostitutie (art. 3:19 APV)

venten onder verboden omstandigheden (art. 5:15 APV)

Wetboek van Strafrecht, Wet Wapens en Munitie, Opiumwet, Gemeentewet

Feiten

BOA

Politie

opruiing (art. 131 en 132 WvSr)

 

belediging, aanzetten tot haat/discriminatie wegens ras etc. (art. 137c tot en met 137g WvSr)

 

huisvredebreuk, kraken en lokaalvredebreuk (art. 138, 138a en 139 WvSr)

 

openlijke geweldpleging in vereniging (art. 141 WvSr)

 

voorbereiding van geweldpleging (art. 141a WvSr)

 

brandstichting (art. 157 en 158 WvSr)

 

dwang en wederspannigheid tegen ambtenaar (art. 179 tot en met 182 WvSr)

niet-voldoen aan ambtelijk bevel of beletten etc. ambtshandeling (art. 184 WvSr)

opschudding veroorzaken en negeren verwijderingsbevel (art. 185 WvSr)

deelneming aan samenscholing (art. 186 WvSr)

 

post in brievenbus beschadigen (art. 201 en 202 WvSr)

 

openbare schennis van de eerbaarheid (art. 239 onder 1 en 2 WvSr)

aanranding (art. 246 WvSr)

 

belediging (art. 266 en 267 WvSr)

dwang (art. 284 WvSr); (eigen veiligheid)

bedreiging (art. 285 WvSr); (eigen veiligheid)

mishandeling 300 juncto 304 (eigen veiligheid

 

deelnemen aan een aanval of vechterij (art. 300 WvSr)

diefstal, afpersing, afdreiging, verduistering, oplichting en flessentrekkerij (art. 310 tot en met 312, 317 en 318, 321, 326, 327 WvSr)

 

vernieling etc. (art. 350, 351 en 351bis WvSr)

heling en witwassen (art. 416 tot en met 417bis)

(420bis tot en met 420quater WvSr)

straatschenderij (baldadigheid) (art. 424 WvSr)

gevaarlijke openbare dronkenschap (art. 426 WvSr)

opdringen/volgen (art. 426bis WvSr)

schieten, vuurwerk of vuur met brandgevaar (art. 429 onder 1 WvSr)

rumoer of burengerucht (art. 431 WvSr)

 

Openbare dronkenschap (art. 453 WvSr)

verboden toegang voor onbevoegden (art. 461 WvSr);

meer dan een gebruikershoeveelheid drugs bezitten etc. (art. 2 en 3 Opiumwet)

 

voorhanden hebben etc. wapen/munitie (art. 13, 22, 26, 27 en 31 Wet wapens en munitie);

 

in strijd met een verbod op grond van de Wet aanpak woonoverlast aanwezig zijn in of bij de woning of op of bij het erf (art. 151d lid 3 Gemw);

 

Om administratieve en/of organisatorische redenen maken wij gebruik van een digitale ondertekening. Daarom bevat dit document mogelijk geen fysieke handtekening.