Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel tot vaststelling van de Beleidsregel Zonnepanelen/-collectoren en buitenunits

Geldend van 09-02-2023 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel tot vaststelling van de Beleidsregel Zonnepanelen/-collectoren en buitenunits

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel;

Overweegt dat;

  • de regels voor het plaatsen van zonnepanelen/-collectoren en buitenunits uit het Besluit omgevingsrecht leidend zijn, een eerste stap is de vergunningscheck in het omgevingsloket om te bepalen of een vergunning nodig is.

  • deze beleidsregel enkel van toepassing is op vergunningplichtige zonnepanelen/-collectoren en buitenunits.

  • deze beleidsregel de volgende doelen heeft:

    • het beleidsmatig mogelijk maken van zonnepanelen en buitenunits ter verduurzaming van woningen en gebouwen;

    • het bieden van een duidelijk kader voor inwoners en pandeigenaren;

    • het bieden van houvast aan de welstandscommissie en de monumentencommissie voor het behandelen van deze verzoeken;

    • het versnellen van de behandeling van aanvragen voor zonnepanelen en buitenunits.

gezien het voorstel van 24 januari 2023;

gelet op het bepaalde in Besluit omgevingsrecht;

gelet op het bepaalde in het Bouwbesluit 2012;

gelet op de advieslijn van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE);

b e s l u i t

vast te stellen de Beleidsregel Zonnepanelen/-collectoren en buitenunits;

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen verstaan we onder:

  • a.

    het college: college van burgemeester en wethouders van gemeente Beesel.

  • b.

    zonnepaneel/-collector: een collector of paneel voor warmteopwekking of elektriciteitsopwekking.

  • c.

    buitenunit: een installatie voor warmte-, koude- of elektriciteitsopwekking die aan de buitenzijde van een bouwwerk wordt geplaatst.

Alle andere begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die hierboven niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Algemene wet bestuursrecht, alsmede andere wet- en regelgeving.

Artikel 2. Nieuwbouw

Het uitgangspunt bij nieuwbouw is om zonnepanelen/-collectoren en buitenunits te integreren in het totaalontwerp van het nieuwe gebouw/woning.

Artikel 3. Buitenunit(s) bij bestaande woning/gebouw, niet zijnde monument of beschermd dorpsgezicht

  • a.

    Indien vergunningvrij: geen vergunning nodig om de buitenunit te plaatsen. Let wel: de buitenunit mag alleen op of boven eigen grond komen, tenzij vooraf afspraken zijn gemaakt met de eigenaar van de grond.

  • b.

    Indien vergunningplichtig gelden de volgende kaders:

    • Een vergunning voor een buitenunit aan de zijgevel en achtergevel wordt in principe verleend, indien de buitenunit op meer dan 1 meter achter de voorgevel wordt geplaatst en deze op/boven eigen terrein wordt geplaatst.

    • Buitenunits mogen niet aan de voorgevel worden geplaatst en aan de zijgevel op minder dan 1 meter achter de voorgevel. Voor deze aanvragen wordt de omgevingsvergunning geweigerd.

    • In de navolgende afbeelding is dit gevisualiseerd:

    • afbeelding binnen de regeling

    • In alle gevallen geldt dat de buitenunit moet voldoen aan het Bouwbesluit 2012 (o.a. geluidsnormen art. 3.9).

  • c.

    Een aanvraag hoeft niet voorgelegd te worden aan de welstandscommissie, in geval er sprake is van:

    • Buitenunits die op basis van bovenstaande kaders geweigerd worden.

    • Buitenunits die op basis van bovenstaande kaders vergund kunnen worden.

Artikel 4. Zonnepanelen/-collectoren op het dak plaatsen van bestaande woning/gebouw, niet zijnde monument of beschermd dorpsgezicht

  • a.

    Indien vergunningvrij: geen vergunning nodig om de zonnepanelen/-collectoren te plaatsen.

  • b.

    Indien vergunningplichtig gelden de volgende kaders:

    • Een vergunning voor het plaatsen van zonnepanelen en/of zonnecollectoren kan verleend worden als het plan naar het oordeel van het bevoegd gezag naar aard, omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met zonnepanelen en/of zonnecollectoren die vergunningvrij kunnen worden geplaatst.

  • c.

    Een aanvraag hoeft niet voorgelegd te worden aan de welstandscommissie, in geval er sprake is van:

    • Een vergunningplichtig plan voor zonnepanelen en/of zonnecollectoren die naar aard, omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan een vergunningvrij plan.

Artikel 5. Zonnepanelen/-collectoren op de grond plaatsen

Bij een kleinschalig initiatief voor het plaatsen van zonnepanelen/-collectoren gaat de gemeente altijd uit van het uitgangspunt om eerst het dakvlak te benutten. Dit geldt voor zowel woningen als ook voor bedrijven. Bij hoge uitzondering kan een kleinschalige grondopstelling van zonnepanelen worden toegestaan. Zonnepanelen op de grond zijn vergunningplichtig. Er is dan een omgevingsvergunning voor bouwen nodig. Het initiatief wordt daarbij tevens getoetst aan het bestemmingsplan. In een situatie waarbij het initiatief niet past binnen de bestemmingsplanregels, is er naast het onderdeel bouwen ook een omgevingsvergunning nodig voor het afwijken van het bestemmingsplan.

Er wordt vanuit de gemeente meegedacht met initiatieven voor zonnepanelen/-collectoren op de grond, indien:

  • het plaatsen van zonnepanelen/-collectoren op het dak vanuit de monumentale status van het pand ontoelaatbaar is en blijft;

  • het plaatsen van zonnepanelen/-collectoren op het dak in strijd is met het beschermd dorpsgezicht;

  • de dakconstructie niet geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen/-collectoren;

  • opwekking op daken niet rendabel is vanwege dakrichting of beschaduwing;

  • de daken van de gebouwen onvoldoende opwekcapaciteit bieden voor de eigen energiebehoefte;

  • het ruimtelijk beeld onevenredig wordt aangetast door het plaatsen van zonnepanelen/-collectoren op het dak.

In genoemde situaties vraagt de gemeente aan initiatiefnemer om met een onderbouwing aan te tonen dat het dak niet (nog meer) gebruikt kan worden.

Voor medewerking van de gemeente aan een omgevingsvergunning voor grondgebonden initiatieven gelden verder de volgende voorwaarden:

  • Er zijn ter plaatse geen planologische belemmeringen.

  • De grondgebonden zonnepaneleninstallatie wordt bij voorkeur binnen het in het bestemmingsplan opgenomen bouwvlak gerealiseerd.

  • Als de grondgebonden zonnepaneleninstallatie toch buiten het bouwvlak wordt gerealiseerd, dient de noodzaak daartoe gemotiveerd aangetoond te worden.

  • Een grondgebonden zonnepaneleninstallatie buiten het bouwvlak wordt landschappelijk ingepast met gebiedseigen beplanting.

  • De bouwhoogte van de grondgebonden zonnepaneleninstallatie is maximaal 2 meter.

  • Bij de te plaatsen grondgebonden zonnepaneleninstallatie is er geen sprake zijn van hinderlijke schittering.

  • Procedureel: Op een grondgebonden zonnepaneleninstallatie van meer dan 50 m² die wordt gerealiseerd buiten het bouwvlak is de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing.

Artikel 6. Algemene uitganspunten bij verduurzaming monument en/of woning/gebouw gelegen in beschermd dorpsgezicht

  • a.

    Voor monumenten en voor gebouwen/bouwwerken binnen het Rijksbeschermd dorpsgezicht Ronkenstein geldt altijd een vergunningplicht.

  • b.

    Bij deze aanvragen wordt de monumentencommissie altijd om advies gevraagd.

  • c.

    De advieslijn van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) wordt in beginsel gevolgd en onderstaande artikelen 7 t/m 10 zijn daarop gebaseerd.

Artikel 7. Zonnepanelen/-collectoren op het dak plaatsen bij monument en/of woning/gebouw gelegen in beschermd dorpsgezicht

  • a.

    Installaties uit het zicht:

    • Bij monumenten wordt positief geadviseerd over installaties die uit het zicht liggen, geen aantasting vormen van waardevolle onderdelen en zorgvuldig (op het dak) worden aangebracht. Uit het zicht betekent dat de installatie (panelen/-collectoren en eventuele andere onderdelen) niet zichtbaar of nauwelijks zichtbaar is vanuit de publiek toegankelijke omgeving.

  • b.

    Installaties in het zicht:

    • Het in het zicht plaatsen van zonnepanelen/-collectoren op een monument heeft niet de voorkeur, maar als alternatieven (andere plaatsen op het erf of het dak, geen mogelijkheden op gebouwen in de omgeving, andere vormen van energie opwekken) ontbreken, is het in menig geval wel denkbaar indien het zorgvuldig wordt gedaan. Het plaatsen van zonnepanelen/-collectoren in het zicht vraagt altijd om een zorgvuldig ontwerp zodat er geen sprake is van een onevenredige aantasting van monumentale waarden in de vorm van een ernstige visuele verstoring en/of schade aan bouwhistorische waarden/materiaal.

  • c.

    Voorwaarden voor een positief advies in het zicht:

    • 1.

      Alternatieven elders op het perceel of uit het zicht zijn afgewogen en leveren geen rendabele installatie op.

    • 2.

      De energieopwekking is ten bate van het eigen (monumentale) pand en er wordt geen cultuurhistorisch waardevol groen gekapt om de bezonning te verbeteren.

    • 3.

      Er is een zorgvuldig ontworpen plan voor het aanbrengen van de zonnepanelen/-collectoren, zodat er geen sprake is van een onevenredige visuele verstoring van het monument of zijn omgeving. Dit blijkt onder meer uit:

      • a.

        historische dak-elementen of opbouwen (schoorstenen, dakkappellen, decoraties, et cetera) worden behouden;

      • b.

        de panelen/-collectoren worden in een rechthoekig en regelmatig geordend plan gelegd (legplan) dat ondergeschikt blijft aan de hoofdvorm van het dak en de daarop aanwezige elementen;

      • c.

        de panelen/-collectoren hebben een zoveel mogelijk op de aard en kleur van het dak afgestemde kleur, zonder hinderlijke patronen of opvallende randen;

      • d.

        maximeren van de opbrengst (aantal panelen/-collectoren of keuze dakvlak) mag niet ten koste gaan van de monumentale waarden;

    • 4.

      Wanneer sprake is van een bijzonder geval gelden aparte uitganspunten. Welke gevallen dit betreft en welke regels hier gelden zijn beschreven in artikel 8 ‘Bijzondere gevallen’.

Artikel 8. Bijzondere gevallen

In de volgende gevallen is er sprake van bijzondere situatie die vraagt om extra aandacht, naast het hierboven genoemde.

  • 1.

    Bijzondere daken

  • Op daken met een bijzondere vorm of afwerking is het plaatsen van zonnepanelen/-collectoren in principe ongewenst. Dit betreft bijvoorbeeld ronde, spitse of veelhoekige daken, daken met een bijzonder decoratief patroon of daken van bijzondere materialen, zoals zeldzame dakpannen, sommige leien daken, de meeste daken van riet, koper, zink of lood.

  • 2.

    Bijzondere ligging: beschermde dorpsgezichten

  • Beschermde stads- en dorpsgezichten vormen historische ensembles van een stedenbouwkundige of landschappelijk geheel met historische bebouwing. (Rijks)monumenten zijn daarin vaak belangrijk. Het advies over zonnepanelen/-collectoren op daken die vanuit de openbaar toegankelijke ruimte niet zichtbaar zijn is positief. Zonnepanelen/-collectoren die in het zicht liggen worden bij voorkeur vermeden.

  • Voor gebouwen die een belangrijke rol spelen in het aanzicht van een beschermd gezicht, is het advies negatief bij installaties in het zicht. Het gaat dan bijvoorbeeld om gebouwen in het zicht die boven de gemiddelde bouwmassa uitsteken, gebouwen die gelegen zijn in de zichtlijnen van bijvoorbeeld straten of grachten of die deel uitmaken van een historische pleinwand. Dit geldt ook voor binnenplaatsen of -tuinen van (rijks)monumenten of (rijks)monumentale complexen.

  • 3.

    Bijzondere ligging: van rijkswege aangewezen historische buitenplaats, gebouwen waarvan ook de tuinaanleg de status van rijksmonument heeft of die onderdeel zijn van een als complex aangewezen monument.

  • Beschermde buitenplaatsen en gebouwen met een historische tuinaanleg vormen bijzondere complexen van groen- en gebouwd erfgoed. De oorspronkelijke aanleg en/of de in der loop der tijd gegroeide situatie heeft bijna altijd een zeer hoge beeld- en ontwerpkwaliteit. Zichtassen spelen er bovendien een belangrijke rol. Zichtbare zonne-energie installaties op de hoofdgebouwen en in de zichtassen van deze ensembles zijn ongewenst. Voor zonnepanelen/-collectoren op ondergeschikte gebouwen geldt dat zij niet in een zichtas of op een in het oog vallend plek mogen liggen en niet goed zichtbaar mogen zijn vanuit de historische tuin of parkaanleg. Ook bij inpassing van zonnepanelen/-collectoren in de groenaanleg geldt dat deze geen visuele verstoring van het beeld mogen opleveren. Bij monumenten die onderdeel zijn van een complexbescherming, waarbij meerdere gebouwen of objecten als monument zijn aangewezen, geldt dat de zonnepanelen/-collectoren geen verstoring van het ensemblebeeld mogen betekenen.

Artikel 9. Buitenunit plaatsen bij monument en/of woning/gebouw gelegen in beschermd dorpsgezicht

  • a.

    Installaties uit het zicht:

    • Bij monumenten wordt positief geadviseerd over installaties die uit het zicht liggen, geen aantasting vormen van waardevolle onderdelen en zorgvuldig worden aangebracht. Uit het zicht betekent dat de buitenunit(s) niet zichtbaar of nauwelijks zichtbaar is vanuit de publiek toegankelijke omgeving.

  • b.

    Installaties in het zicht:

    • Het in het zicht plaatsen van buitenunit(s) op een monument heeft niet de voorkeur, maar als alternatieven (andere plaatsen op het erf, geen mogelijkheden op gebouwen in de omgeving, andere vormen van energie opwekken) ontbreken, is het in menig geval wel denkbaar indien het zorgvuldig wordt gedaan. Het plaatsen van buitenunit(s) in het zicht vraagt altijd om een zorgvuldig ontwerp zodat er geen sprake is van een onevenredige aantasting van monumentale waarden in de vorm van een ernstige visuele verstoring en/of schade aan bouwhistorische waarden/materiaal.

  • c.

    Leidingen/afvoeren in principe binnendoor leiden.

Artikel 10. Aanvullende uitgangspunten bij verduurzaming monument en/of woning/gebouw gelegen in beschermd dorpsgezicht

  • Primair uitgangspunt is de ‘trias energetica’; het minimaliseren van energiegebruik, gebruik van duurzame energie en het efficiënt gebruiken van fossiele brandstoffen.

  • Omgaan met monumenten is altijd maatwerk. Het kan daarom voorkomen dat in bijzondere gevallen zonnepanelen/-collectoren of buitenunits juist wel of toch niet mogelijk blijken vanwege de beperkte of grotere gevolgen voor de monumentale waarden.

  • Als het voor het plaatsen van installaties nodig is om het dak te versterken of andere aanpassingen te doen in het monument, zal per geval beoordeeld worden of dit passend is vanuit monumentenzorg.

  • De werkzaamheden mogen niet leiden tot onevenredige schade aan het historische materiaal en de constructie van het pand.

  • Technisch gezien gelden bij het aanbrengen van zonnepanelen/-collectoren op een monument in veel gevallen dezelfde aandachtspunten als bij een niet-monument: de dakconstructie moet de installatie goed kunnen dragen.

  • Brandveiligheid. Het plaatsen van de installatie dient te gebeuren door een vakspecialist om een verhoogd brandrisico te voorkomen.

  • Er bestaan systemen, waarbij zonnepanelen/-collectoren in dakpannen of dakleien geïntegreerd worden. Bij deze systemen wordt de bestaande dakbedekking verwijderd. Verwijdering van de bestaande dakbedekking voor het plaatsen van zonnepanelen/-collectoren is bij monumenten ongewenst. Het behoud van de historische dakbedekking is uitgangspunt. Als de dakbedekking om technische redenen vervangen moet worden, wordt geadviseerd om deze in vorm en materiaal identiek te vervangen.

  • De zonnepanelen/-collectoren worden reversibel aangebracht.

  • Bij een schuin dakvlak dienen de zonnepanelen/-collectoren evenwijdig aan de nok en de aandaken van het dakvlak geplaatst te worden en de afstand tot frontons, kil- en hoekkepers, dakranden e.d. is minstens een meter en is in aantal afgestemd op de reeds aanwezige voorzieningen zoals dakkapellen, dakvensters, loggia’s etc..

  • Om de zonnepanelen/-collectoren heen op het dak dient altijd een rand, een soort van 'passe-partout’, van het oorspronkelijke en monumentale dakvlak zichtbaar te blijven.

  • Op een dak van een monument met verschillende eigenaren dient één oplossing of vorm ontwikkeld te worden die over het hele dak van het monument gelijk is. Het is niet wenselijk dat er bij iedere individuele eigenaar een andere vorm wordt toegepast.

Artikel 11. Hardheidsclausule en overgangsrecht

  • a.

    Hardheidsclausule:

    • in het geval dat strikte toepassing van deze beleidsregel leidt tot onredelijke situaties in individuele gevallen, kan maatwerk worden toegepast. Hierbij wordt voor een individueel geval bepaald of een vergunning verleend kan worden en onder welke voorwaarden.

  • b.

    Overgangsrecht:

    • de beleidsregel is van toepassing op aanvragen om omgevingsvergunning, die worden behandeld vanaf het moment van vaststelling van deze beleidsregel. Bestaande situaties die zijn gerealiseerd vóór de vaststelling van deze beleidsregel en niet voldoen aan de uitgangspunten van deze beleidsregel, mogen als zodanig in stand worden gehouden. Zodra deze zonnepanelen/-collectoren en/of buitenunits worden verwijderd, mogen ze echter niet meer opnieuw worden geplaatst in afwijking van deze beleidsregel.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel halen we aan als “Beleidsregel Zonnepanelen/-collectoren en buitenunits”.

  • 2.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel in zijn vergadering van 24 januari 2023.

Rick Nillesen,

secretaris

Bob Vostermans,

burgemeester