Standplaatsenbeleid Land van Cuijk

2.2.1 Reguliere standplaats

Voor het innemen van een reguliere standplaats zijn er vaste locaties die staan vermeld in hoofdstuk 3.2. Een vergunning voor een reguliere standplaats is geldig voor maximaal 3 jaar, kan op iedere dag van het jaar ingaan en eindigt altijd per 31 december van dat betreffende jaar.

2.2.2 Tijdelijke standplaats

Een tijdelijke standplaats geldt voor maximaal 7 dagen per week per ondernemer per locatie. Deze vergunning is maximaal 4 maanden geldig. Een periodieke standplaats is bedoeld voor producten die gebonden zijn aan een bepaalde periode, zoals de verkoop van ijs, oliebollen of kerstbomen. Voor het innemen van een tijdelijke standplaats zijn er vaste locaties die staan vermeld in hoofdstuk 3.2. Uitsluitend op deze vaste locaties kan een tijdelijke standplaats worden ingenomen. De vergunning voor een tijdelijke standplaats kan op iedere dag van het jaar ingaan en geldt voor een genoemd aantal dagen met een maximale duur van 4 maanden.

2.2.3 Incidentele standplaats

Een incidentele standplaats is bedoeld om incidenteel een standplaats in te nemen. Denk aan een incidentele verkoop, reclamekraam of jaarlijkse verkoopacties door verenigingen. Deze vergunning is geldend voor maximaal 2 maanden per jaar. Voor het innemen van een incidentele standplaats geldt dat deze ook op een plek kan worden ingenomen die niet is benoemd in dit standplaatsenbeleid. De vergunning voor een incidentele standplaats kan op iedere dag van het jaar ingaan.

3.4.1. Weigeringsgronden

In artikel 1:8 en 5:18 APV zijn weigeringsgronden opgenomen welke kunnen of zullen leiden tot het weigeren op een aanvraag voor een standplaatsvergunning.

De aanvraag voor een standplaatsvergunning wordt op grond van artikel 5:18 van de APV geweigerd wegens strijdigheid met een geldend bestemmingplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

De aanvraag voor een standplaatsvergunning kan worden geweigerd:

• •

  In het belang van de openbare orde (artikel 1:8 APV);

• •

  In het belang van de openbare veiligheid (artikel 1:8 APV);

• •

  In het belang van de volksgezondheid (artikel 1:8 APV);

• •

  In het belang van de bescherming van het milieu (artikel 1:8 APV);

• •

  De standplaats hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand (artikel 5:18, lid 3 onder a en b APV);

• •

  Een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang (artikel 5:18, lid 3 onder a en b APV).

Op basis van artikel 1:8 lid 2 APV kan de vergunning of ontheffing ook worden geweigerd als de aanvraag minder dan vijf weken voor de beoogde datum van het innemen van de standplaats is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

3.4.2. Locaties standplaatsen

Voor het innemen van een standplaats zijn er locaties aangewezen per kern in de gemeente Land van Cuijk. Per locatie wordt ook aangegeven wat de maximale standplaatsen per locatie zijn.

Nadere toelichting op standplaatsen in het centrum van Cuijk

In het centrum conflicteren verschillende functies steeds vaker met elkaar. Het centrum wordt compacter, maar moet tevens meer ruimte bieden aan toerisme, recreatie en evenementen.

Op het Louis Jansenplein komen verschillende functies met elkaar in de knel. Het plein wordt zodanig aangepast dat het aantrekkelijker wordt om te verblijven. Zo komt op het plein een fontein en meer beplanting. Daarnaast wordt het plein intensief gebruikt voor (kleinschalige) evenementen. Vaste standplaatsen passen niet goed (meer) in deze functies van het Louis Jansenplein. Bij het herontwerp van het Louis Jansenplein is rekening gehouden met de verschillende evenementen die afgelopen jaren op het plein hebben plaatsgevonden, vaste standplaatsen staan dit in de weg.

Ook op de Zwaanstraat is er sprake van verschillende conflicterende functies. De hoofdfunctie van het plein is parkeren voor de aanliggende supermarkt en het winkelend publiek. De druk op het plein van auto’s en parkeerstromen neemt toe. Standplaatsen vergroten de druk en maken de situatie verkeersonveiliger.

Nadere voorwaarden op standplaatsen in Grave, Escharen, Velp en Gassel

Het totale aantal te verlenen standplaatsvergunningen per standplaatslocatie per dag(deel) mag niet groter zijn dan vijf per week. Van deze vijf standplaatsvergunningen mogen maximaal twee vergunningen verleend worden voor de verkoop van seizoensgebonden producten en mogen maximaal drie vergunningen verleend worden aan verenigingen, stichtingen en instellingen. Het aantal voor commerciële doeleinden te verlenen standplaatsvergunningen mag niet hoger zijn dan twee.

3.4.3. Verzorgingsniveau / brancheverdeling

Voorkomen dient te worden dat een permanente voorziening vervalt ten gunste van een voorziening die slechts één of enkele malen per week gedurende enkele uren geboden wordt, waardoor dus het verzorgingsniveau ter plaatse zou worden aangetast. Om die reden zijn er regels opgesteld ten aanzien van het verzorgingsniveau.

Daar waar een kernwinkelgebied is aangewezen mag in het kernwinkelgebied niet een standplaats worden ingenomen als er reeds een bestaande gevestigde speciaalzaak (winkel) aanwezig is. In de overige kernen kan een standplaats niet worden ingenomen indien het assortiment hetzelfde assortiment bevat als van een bestaande gevestigde speciaalzaak (winkel) of indien het assortiment hetzelfde assortiment bevat als van een gelijktijdig vigerende standplaats in de betreffende kern.

3.4.4. Tijden innemen standplaats

Voor alle soorten standplaatsen geldt dat deze op tijdstippen mogen worden ingenomen conform de tijden van de Winkeltijdenwet. Deze tijden zijn:

• •

  Werkdagen tussen 06:00 uur en 22:00 uur;

• •

  Zondagen tussen 06:00 uur en 22:00 uur, mits het gaat om het te koop aanbieden of verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

In afwijking hiervan, mag geen standplaats worden ingenomen:

• •

  op een door het college, dan wel de burgemeester, aan te wijzen en tijdig vooraf bekend te maken dagen;

• •

  tijdens kermissen, evenementen of andere bijzondere omstandigheden (en de opbouw en afbouw daarvan);

• •

  op donderdagen in Boxmeer tijdens de weekmarkt;

• •

  op woensdagen in Mill tijdens de weekmarkt tot 12.00 uur;

• •

  op vrijdagen in Grave-stad tijdens de weekmarkt tot 13.30 uur, met uitzonderingen van standplaatsen door verenigingen, stichtingen of instellingen die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard wanneer het te verhandelen artikel niet reeds op de weekmarkt wordt aangeboden.

In de gevallen dat geen standplaats mag worden ingenomen door de aanwijzing van college, dan wel de burgemeester, of tijdens kermissen, evenementen of andere bijzondere omstandigheden (en de opbouw en afbouw daarvan), kan tijdelijk een andere locatie worden aangewezen dan waarvoor vergunning is verleend.

In het belang van de openbare orde, in het belang van het voorkomen of beperken van overlast en/of in het belang van de verkeersveiligheid, kunnen afwijkende tijden voor het innemen van een standplaats worden vastgesteld.

3.5.1. Duur standplaatsvergunning

De vergunninghouder van een vergunning als bedoeld in het eerste lid van artikel 5:18 APV, kan voor het nieuwe kalenderjaar een vergunning aanvragen. De vergunning wordt verleend voor maximaal 3 jaar. Standplaatsvergunningen zijn namelijk aan te merken als schaarse vergunningen. De Europese Dienstenrichtlijn en jurisprudentie geven aan dat schaarse vergunningen een beperkte geldigheidsduur moeten hebben. Dit betekent dat standplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd niet meer zijn toegestaan.

3.5.2. Vergunningsvoorschriften

Op grond van artikel 1:4 van de APV kunnen er voorschriften aan de vergunning worden verbonden. De vergunninghouder is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. Onderstaand de voorschriften die kunnen worden opgenomen in de standplaatsvergunning. Indien noodzakelijk kunnen er aan de vergunning andere nadere voorschriften worden verbonden.

Algemeen

• 1.

  De vergunning is persoonsgebonden en niet aan derden overdraagbaar;

• 2.

  De vergunning wordt verleend voor het innemen van een standplaats voor de volgende activiteiten: <activiteiten>;

• 3.

  De standplaats mag uitsluitend op de volgende dag(en) en tijdstip(pen) worden ingenomen: <dagen>, <tijdstip(pen)>;

• 4.

  De vergunning is geldend tot <einddatum>. Voor het continueren van uw activiteiten op dezelfde locatie bent u zelf verantwoordelijk voor het tijdig indienen van een nieuwe vergunningsaanvraag;

• 5.

  De standplaats dient te worden ingenomen overeenkomstig de bij deze vergunning gevoegde situatietekening(en);

• 6.

  U moet zelf zorgdragen voor het autovrij maken en houden van uw standplaats;

• 7.

  De standplaats mag alleen worden ingenomen met een verkoopwagen, kraam o.i.d. welke mobiel is (elke dag verrijdbaar);

• 8.

  U mag geen uitbouwsels aan de verkoopwagen worden gebouwd, of anderszins schotten, schermen o.i.d. worden aangebracht;

• 9.

  Vergunninghouder dient tijdens het innemen van een standplaats in het bezit te zijn van een geldend bewijs van inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

• 10.

  Deze vergunning of een afschrift hiervan moet bij het innemen van de standplaats en tijdens de openingstijden desgevraagd worden getoond aan de door ons aangewezen toezichthouders;

• 11.

  Eventuele aanwijzingen en/of bevelen gegeven door de politie en/of andere door ons aangewezen toezichthouders dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

Veiligheid en zichtbaarheid

• 12.

  U dient obstakels, in welke vorm dan ook, duidelijk te markeren en zodanig te plaatsen dat daardoor geen hinder, schade of overlast wordt veroorzaakt voor derden, noch dat de plaatsing daarvan op enigerlei wijze kan leiden tot gevaarlijke situaties;

• 13.

  U dient ter voorkoming van het ontstaan van gevaarlijke situaties, eventuele stroomkabels, leidingen en dergelijke zodanig neer te leggen en af te dekken dat gebruikers en bezoekers van de standplaats hiervan geen hinder ondervinden;

• 14.

  U treft maatregelen die redelijkerwijs van u verwacht kunnen worden ter waarborging van de veiligheid van het publiek en de medewerkers die zich in of bij de standplaats bevinden;

• 15.

  U bent verplicht erop toe te zien dat de standplaatsen vanaf zonsondergang voorzien zijn van een deugdelijke verlichting, waarmee uitgestalde goederen helder verlicht zijn.

Uitzonderingen innemen standplaatsen

• 16.

  Géén standplaats mag worden ingenomen:

  • a.

    op de door ons college, dan wel de burgemeester, aan te wijzen en tijdig vooraf bekend te maken dagen;

  • b.

    tijdens kermissen, evenementen of andere bijzondere omstandigheden (en de opbouw en afbouw daarvan);

  • c.

    indien de betreffende dag een zon- en/of feestdag is, waarop de verboden als bedoeld in de Winkeltijdenwet van toepassing zijn, met uitzondering van de voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

  • d.

    op donderdagen in Boxmeer tijdens de weekmarkt;

  • e.

    op woensdagen in Mill tijdens de weekmarkt;

  • f.

    op vrijdagen in Grave-stad tijdens de weekmarkt, met uitzonderingen van standplaatsen door verenigingen, stichtingen of instellingen die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard wanneer het te verhandelen artikel niet reeds op de weekmarkt wordt aangeboden;

• 17.

  In het geval genoemd onder 16 onder a en b kan tijdelijk een andere locatie door ons college, dan wel de burgemeester, worden aangewezen dan waarvoor vergunning is verleend.

Eet- en drinkwaren

• 18.

  De bereiding en verkoop van onverpakte eet- en drinkwaren mag uitsluitend vanuit overdekte stands geschieden;

• 19.

  Onverpakte voedingsmiddelen moeten door een vitrine worden beschermd;

• 20.

  De werk- en/of verkooptafels moeten voorzien zijn van een hard, effen en glad voor water ondoordringbaar materiaal.

Afval en opruimen

• 21.

  U zorgt ervoor dat de omgeving van de standplaats steeds in een nette en opgeruimde staat wordt gehouden;

• 22.

  U zorgt voor een deugdelijke en afsluitbare bak, korf, emmer of mand, waarin afval kan worden gedeponeerd indien verpakkingsmaterialen worden gebruikt of anderszins afval wordt geproduceerd op de standplaats;

• 23.

  Iedere keer na het beëindigen van de verkoopactiviteiten zorgt u ervoor dat de omgeving van de standplaats, tot 50 meter rond de standplaats, van eventueel van de standplaats afkomstige afvalstoffen wordt gezuiverd;

• 24.

  U zorgt voor de verwijdering van (dierlijke) afvalstoffen naar een erkende stortplaats;

• 25.

  Het is ten strengste verboden om afvalstoffen zoals vet, olie en andere vloeistoffen op het gemeentelijk rioleringsstelsel te lozen;

• 26.

  Het opruimen en verwijderen van afval(stoffen) is voor uw rekening en risico. Voldoet u niet aan bovengenoemde voorschriften, dan zullen wij in dat geval de noodzakelijke reinigingskosten aan u doorberekenen.

Schade

• 27.

  U treft alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen teneinde te voorkomen dat de gemeente dan wel derden schade lijden ten gevolge van het gebruiken van de vergunning;

• 28.

  U bent verplicht de schade, die door het gebruikmaken van de vergunning aan eigendommen van de gemeente of van derden toebrengt te vergoeden. De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit het gebruiken van de vergunning.