Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening toeristenbelasting Krimpenerwaard 2023

Geldend van 03-02-2023 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening toeristenbelasting Krimpenerwaard 2023

[Deze publicatie betreft een rectificatie vanwege het ontbreken van het cijfer 2 in artikel 5, lid 4, onderdeel a. De oorspronkelijke publicatie is op 22 december 2022 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2022, 561679.]

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      (mobiele) kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn en gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden.

    • b.

      kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van (mobiele) kampeeronderkomens en stacaravans hoofdzakelijk ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

    • c.

      vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde (mobiel) kampeeronderkomen of stacaravan gedurende een seizoen of een jaar en dat gedurende het jaar gebruikt wordt door één en hetzelfde gezin of echtpaar, dan wel dezelfde persoon of personen.

    • d.

      volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende (mobiele) kampeeronderkomens.

    • e.

      woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een zelfstandig deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.

  • 2. Voor verhuurde woningen en voor (mobiele) kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen kan het aantal overnachtingen bedoeld in artikel 4 op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld. Bij de forfaitaire vaststelling wordt het aantal overnachtingen gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten, overeenkomstig het bepaalde in het derde tot en met vijfde lid.

  • 3. Bij de forfaitaire berekening voor verhuurde woningen wordt per woning:

    • a.

      het aantal overnachtende personen gesteld op het aantal slaapplaatsen.

    • b.

      het aantal nachten gesteld op:

      als een woning, het vakantieonderkomen en de niet beroepsmatig verhuurde ruimte in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:

       

      meer dan

      maar niet meer dan

      1° 30 nachten

      -

      3 maanden

      2° 45 nachten

      3 maanden

      6 maanden

      3° 52 nachten

      6 maanden

      9 maanden

      4° 56 nachten

      9 maanden

      -

  • 4. Bij de forfaitaire berekening voor (mobiele) kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen wordt per standplaats:

    • a.

      het aantal overnachtende personen gesteld op:

      • i.

        2 indien het aantal slaapplaatsen 3 of minder bedraagt;

      • ii.

        3 indien het aantal slaapplaatsen meer dan 3 bedraagt.

    • b.

      het aantal nachten gesteld op:

      als het kampeermiddel in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:

       

      meer dan

      maar niet meer dan

      1° 30 nachten

      -

      3 maanden

      2° 45 nachten

      3 maanden

      6 maanden

      3° 52 nachten

      6 maanden

      9 maanden

      4° 56 nachten

      9 maanden

      -

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting per persoon € 1,81.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

  • 1. Belastingaanslagen van minder dan € 9 worden niet opgelegd.

  • 2. Voor de toepassing van de bepaling in het eerste lid, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht

De Verordening toeristenbelasting Krimpenerwaard 2022 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2023, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting Krimpenerwaard 2023.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 13 december 2022.

de griffier,

dr. M.L. van Muijen

de voorzitter,

P.J. Bouvy-Koene