Regeling vervallen per 23-01-2024

Nadere regels VVE Peuteropvang gemeente Valkenburg aan de Geul 2023

Geldend van 23-01-2023 t/m 22-01-2024

Intitulé

Nadere regels VVE Peuteropvang gemeente Valkenburg aan de Geul 2023

Het college van de gemeente Valkenburg aan de Geul;

gelet op de artikelen 108 van de Gemeentewet, titel 4.1. en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Valkenburg aan de Geul 2016;

overwegende dat het noodzakelijk is om nadere regels vast te stellen die in acht worden genomen bij het verstrekken van subsidies voor peuteropvang en het onderwijs achterstandenbeleid in de gemeente;

besluit:

vast te stellen de Nadere regels VVE Peuteropvang gemeente Valkenburg aan de Geul 2023.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Valkenburg aan de Geul 2016;

  • b. bestuur: het bestuur van een geregistreerde voorschoolse voorziening in de gemeente waar peuteropvang wordt aangeboden;

  • c. houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • d. bruto-ouderbijdrage: vastgestelde ouderbijdrage waarvan de ouder op basis van het inkomen een deel terugkrijgt via kinderopvangtoeslag of compensatie via de gemeentetoeslag die wordt verrekend met de subsidie aan het geregistreerd kindercentrum;

  • e. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • f. gemeentetoeslag: subsidie die aan de aanbieder van peuteropvang wordt toegekend ten behoeve van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag als tegemoetkoming in de kosten voor het afnemen van peuteropvang.

  • g. geregistreerd kindercentrum: in het landelijk register kinderopvang ingeschreven kindercentrum als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid van de Wet kinderopvang;

  • h. inkomensverklaring: Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI, voorheen IB60-verklaring genoemd) van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar. De inkomensverklaring bevat de volgende gegevens:

    o naam en adres;

  • o het jaar waarover de inkomensverklaring wordt afgegeven;

  • o inkomensgegevens.

  • i. koptarief: verschil tussen de kostprijs per uur en de vastgestelde bruto-ouderbijdrage per uur;

  • j. kostprijs: de maximaal te subsidiëren prijs voor een uur peuteropvang.

  • k. KOT: kinderopvangtoeslag, de toeslag die kinderopvangtoeslaggerechtigden ontvangen van de Belastingdienst voor kinderopvang;

  • l. LRK: landelijk register kinderopvang, register als bedoeld in artikel 1.47b, eerste lid van de Wet kinderopvang;

  • m. ouder: ouder als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

  • n. ouderbijdrage: eigen bijdrage die ouders betalen voor peuteropvang en die afhankelijk is van de hoogte van het gezinsinkomen. Voor de berekening hiervan wordt de kinderopvangtoeslagtabel (zie Besluit kinderopvangtoeslag) gebruikt;

  • o. peuteropvang: regulier VVE aanbod van 8 uur per week en 40 weken per jaar voor peuters vanaf 2 jaar tot en met 3 jaar. Peuters met een VVE-indicatie krijgen in de periode van 2,5 jaar tot en met 3 jaar een extra VVE aanbod van 8 uur per week bovenop het reguliere voorschoolse aanbod;

  • p. reguliere peuter: peuters in de leeftijd van 2 tot en met 3 jaar zonder VVE indicatie. Zij krijgen een aanbod van 8 uur per week en 40 weken per jaar vanaf 2 jaar tot en met 3 jaar.

  • q. VVE (voor- en vroegschoolse educatie): opvang waarbij peuters een gecertificeerd VVE-programma krijgen aangeboden gericht op taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • r. VVE-indicatie: door de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) afgegeven verklaring dat deelname aan het extra VVE aanbod peuteropvang geïndiceerd is.

  • s. VVE peuter: Peuters in de leeftijd van 2,5 jaar tot en met 3 jaar met een VVE-indicatie. Zij krijgen in de periode van 2,5 jaar tot en met 3 jaar een extra VVE aanbod van 8 uur per week bovenop het reguliere voorschoolse aanbod;

  • t. horizontale groepen: opvanggroepen waar uitsluitend kinderen in de leeftijd van 2 t/m 3 jaar worden opgevangen;

  • u. verticale groepen: opvanggroepen waar kinderen in de leeftijd van 0 t/m 3 jaar worden opgevangen;

  • v. Peutermonitor: digitaal systeem met gegevens over de diverse categorieën peuters en het bereik;

  • w. VE-coach: wettelijk verplichte inzet van mbo 4- of hbo geschoolde medewerker in de voorschoolse educatie;

  • x. VVE-indicatie: indicatie afgegeven door de GGD Zuid-Limburg op basis van de door de gemeente Valkenburg aan de Geul vastgestelde doelgroepdefinitie, waaruit blijkt dat het kind dat deze indicatie krijgt gebaat is bij en recht heeft op voorschoolse educatie.

Artikel 2 Doel

Met deze subsidieregeling wordt beoogd ouders te stimuleren om hun kinderen een voorschoolse voorziening te laten bezoeken en te laten deelnemen aan de peuteropvang.

Artikel 3 Reikwijdte subsidieregeling

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verleend voor peuteropvang in horizontale groepen en verticale groepen in een in het LRK geregistreerd kindercentrum met VVE registratie in de gemeente Valkenburg aan de Geul.

  • 2. De subsidie wordt verleend aan de desbetreffende aanbieder waar de ouders peuteropvang afnemen.

  • 3. De subsidie kan bestaan uit:

  • a. gemeentetoeslag;

  • b. koptarief;

  • c. subsidiëring van extra VVE aanbod;

  • d. een locatie gebonden subsidie voor de inzet van een pedagogisch VE-coach.

  • 4. Voor subsidie van de gemeente toeslag voor ouders zonder aanspraak op KOT is de voorwaarde verbonden dat de ouders een inkomensverklaring overleggen aan de aanbieder op basis waarvan de aanbieder de ouderbijdrage vaststelt. De ouderbijdrage wordt berekend aan de hand van de kinderopvangtoeslagtabel (zie Besluit kinderopvangtoeslag).

  • 5. Voor subsidie van het extra VVE aanbod binnen de peuteropvang voldoet de aanbieder daarvan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de locatie met het aanbod staat als VVE locatie geregistreerd in het LRK;

  • b. voor het te leveren VVE aanbod is een VVE-indicatie afgegeven.

Artikel 4 Subsidieplafond

Het college stelt voor de subsidiabele activiteiten jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 5 Subsidiehoogte en nadere regels

  • 1. In het kader van het verstrekken van de subsidies, bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdelen a tot en met e stelt het college de hoogte vast van:

  • a. het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar;

  • b. de maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang;

  • c. de bruto-ouderbijdrage;

  • d. de gemeentetoeslag;

  • e. de VVE subsidie voor extra uren VVE aanbod.

  • 2. De subsidieopbouw is nader gespecificeerd in bijlage A en wordt jaarlijks, voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar, vastgesteld door het college.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de kwaliteit van VVE of met betrekking tot maatwerk door een geregistreerd kindercentrum.

Artikel 6 Verlengde opvang

  • 1. Indien een peuter in juni of juli 4 jaar wordt en nog niet naar school kan voor de zomervakantie, kan de opvang automatisch verlengd worden tot de eerste dag van de zomervakantie.

  • 2. Indien een peuter een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) heeft voor speciaal (basis) onderwijs maar nog op een wachtlijst staat, kan de peuter de opvang ook op 4-jarige leeftijd vervolgen totdat er plaats is op school.

  • 3. Indien een peuter in een andere maand 4 jaar wordt en om een andere reden dan hierboven genoemd niet naar het (speciaal) basisonderwijs kan, dan wordt door de gecertificeerde voorschoolse voorziening toestemming gevraagd aan het College voor een verlenging van de VVE-plaats tot een maximum van 3 maanden. De aanvraag bevat:

  • a. De reden waarom de peuter niet kan starten op het (speciaal) basisonderwijs;

  • b. Het plan dat uitgevoerd zal worden door de gecertificeerde voorschoolse voorziening, (speciaal) basisonderwijs en eventueel andere betrokken organisaties;

  • c. Tijdsduur van het plan (maximaal 3 maanden);

  • d. Ondertekend door zowel de gecertificeerde voorschoolse voorziening als de school (incl. naam en functie);

  • e. Advies team jeugd/knooppunt.

  • f. Het besluit op de verlengingsaanvraag vanuit de gemeente volgt maximaal 2 weken na dagtekening en mag ambtelijk en per mail worden afgedaan. Toetsingscriteria zijn: belang van het kind, toelaatbaarheid onderwijs en knelpunten hierbij.

  • 4. Het verzoek tot verlenging zoals bedoeld in lid 3 wordt minimaal 1 maand voordat de peuter 4 jaar wordt via een beveiligd bericht verzonden naar de gemeente Valkenburg aan de Geul. Indien er redenen zijn waardoor nog niet duidelijk is wat de vervolgleerweg zal zijn wordt de gemeente door de gecertificeerde voorschoolse voorziening schriftelijk geïnformeerd over de nog te nemen stappen en redenen van deze vertraging.

Artikel 7 Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1. De subsidie wordt aangevraagd door de houder van een geregistreerd kindercentrum dat peuteropvang en/of VVE aanbiedt.

  • 2. In afwijking van artikel 7, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag uiterlijk vóór 1 december van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het college ingediend.

  • 3. Onverminderd artikel 4 van de ASV bevat de subsidieaanvraag:

  • a. het nummer waaronder het geregistreerd kindercentrum in het LRK geregistreerd staat;

  • b. een prognose van het aantal op te vangen peuters in het volgende kalenderjaar;

  • c. een onderverdeling waaruit blijkt:

  • i. het aantal peuters zonder VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor KOT;

  • ii. het aantal peuters met VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor KOT;

  • iii. het aantal peuters zonder VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor gemeentetoeslag;

  • iv. het aantal peuters met VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor gemeentetoeslag;

  • 4. De houder van het geregistreerd kindercentrum vraagt de subsidie aan met een door het college vastgesteld aanvraagformulier en peildatum 1 oktober.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, een aanvraag voor subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

  • a. de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen te behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft of zal kunnen verkrijgen;

  • b. niet voldaan wordt aan de wettelijke vereisten voor het te exploiteren voorschoolse aanbod;

  • c. de behoefte aan het te subsidiëren aanbod onvoldoende is onderbouwd.

Artikel 9 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. Het bestuur stelt op basis van de aanvraag van ouders vast tot welke categorie (zie artikel 7 lid 3 c.) de ouder behoort.

  • 2. Het bestuur vraagt ouders die in aanmerking komen voor gemeentetoeslag een inkomensverklaring aan te leveren en stelt op basis daarvan de ouderbijdrage vast.

  • 3. Het bestuur brengt de subsidie in mindering op de door ouders van peuters te betalen kosten voor het gebruik van peuteropvang.

  • 4. Peuters met een VVE indicatie worden warm overgedragen naar het primair onderwijs.

  • 5. Het geregistreerd kindercentrum dat peuteropvang aanbiedt, werkt samen met jeugdgezondheidszorg en andere partners om preventie en zorg te bieden aan de peuters die het nodig hebben.

  • 6. De subsidieontvanger dient zich te houden aan het gemeentelijk VVE-beleid en deel te nemen aan bijbehorende overlegstructuur.

  • 7. De subsidieontvanger levert na afloop van elk kwartaal een rapportage in bij het college. Deze rapportage bevat de volgende elementen:

  • a. klantnummer peuter/ouder(s), toegepast naar de categorieën als genoemd in artikel 7, derde lid, onder c;

  • b. aantal contracturen toegepast naar de categorieën als genoemd in artikel 7, derde lid, onder c;

  • c. onderbouwing ouderbijdrage.

  • 8. De subsidieontvanger heeft een inspanningsverplichting om te zorgen dat peuters met een VVE-indicatie zonder wachtlijst geplaatst worden.

Artikel 10 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt uiterlijk 1 mei van het kalenderjaar, opvolgend aan het subsidiejaar, ingediend met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Het bestuur rapporteert per locatie per geplaatste peuter de volgende gegevens:

  • a. klantnummer peuter / ouder(s);

  • b. aantal contracturen;

  • c. toepasselijkheid categorieën als genoemd in artikel 7, derde lid, onder c;

  • d. onderbouwing ouderbijdrage;

  • e. VVE indicatie.

Het bestuur levert hiertoe gegevens aan via de peutermonitor.

  • 3. De subsidie wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijk aantal opgevangen peuters en opvanguren per peuter aan de hand van de afgesproken subsidiehoogte, de berekende ouderbijdrage en de toepasselijkheid van de categorieën, genoemd in artikel 7, lid 3, onder c.

  • 4. Indien in de subsidiebeschikking of de ASV is vastgelegd dat een accountantsverklaring moet worden aangeleverd bij de verantwoording is het controle protocol in bijlage B. van toepassing.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12 Relatie tot de Algemene Subsidieverordening gemeente Valkenburg aan de Geul 2016

Voor zoverre deze regeling niet uitputtend is, gelden de bepalingen uit de Algemene Subsidieverordening gemeente Valkenburg aan de Geul 2016.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De overeenkomstig artikel 7 lid 2 ingediende aanvraag heeft betrekking op de subsidie over het jaar 2023.

  • 3. De ‘Nadere regels VVE Peuteropvang gemeente Valkenburg aan de Geul 2022’ worden ingetrokken.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Nadere regels VVE Peuteropvang gemeente Valkenburg aan de Geul 2023”.

Ondertekening

Bijlage A.: Subsidie opbouw 2023

De subsidie opbouw van de Nadere regels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Valkenburg aan de Geul 2023 is opgebouwd uit verschillende componenten en wordt - conform artikel 5 lid 1en lid 2 - jaarlijks door het College vastgesteld. Het collegebesluit omvat:

  • a.

    het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar;

  • b.

    de maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang;

  • c.

    de bruto-ouderbijdrage;

  • d.

    de gemeentetoeslag;

  • e.

    de subsidie voor de extra uren VVE aanbod.

A. het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar 2023

Jaarlijks stelt het college het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar vast. Daarbij worden de volgende 2 categorieën onderscheiden: 1. reguliere peuters zonder VVE-indicatie en 2. VVE peuters mét VVE indicatie.

1. Reguliere peuters 2023: een maximum van 320 uur per peuter per jaar met een maximum van 6 uur per dag

Dit zijn peuters waarvoor geen indicatie voor voorschoolse educatie geldt. Een indicatie is een door de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) afgegeven verklaring waarin staat dat deelname aan voorschoolse educatie (VVE) geïndiceerd is.

2. VVE peuters 2023: een maximum van 640 uur per peuter per jaar met een maximum van 6 uur per dag

Dit zijn peuters waarvoor wel een indicatie voor voorschoolse educatie geldt.

B. maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang

De maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang bedraagt in 2023 € 10,43.

C. 1. Bruto-ouderbijdrage per uur en 2. Koptarief

Het normtarief voor de bruto-ouderbijdrage bedraagt in 2023 € 8,97 per uur. Dat betekent dat de gemeente een koptarief subsidieert van € 1,46 per uur (€ 10,43 maximum te subsidiëren kostprijs minus € 8,97 aan bruto-ouderbijdrage).

Het koptarief is van toepassing op:

- maximaal 320 uur per jaar per peuter;

- een gecontracteerd opvang aanbod dat maximaal 6 uur per dag omvat en geen onderdeel is van een opvang aanbod dat meer uren per dag is.

Voor berekening van de netto-ouderbijdrage per uur na verrekening van de gemeentelijke subsidiebijdrage wordt gebruik gemaakt van de kinderopvangtoeslagtabel (zie Besluit kinderopvang).

D. Gemeentetoeslag

De gemeentetoeslag is gelijk aan de landelijke kinderopvangtoeslagregeling (zie Besluit kinderopvangtoeslag) en geldt uitsluitend voor peuters van ouders die geen aanspraak hebben op kinderopvangtoeslag.

Deze subsidiebijdrage is van toepassing op maximaal 320 uur per jaar per peuter.

E. VVE subsidiebijdrage per uur

De maximale VVE subsidiebijdrage per uur bedraagt in 2023 € 10,43 en is van toepassing op de extra 320 uren per jaar waarop VVE peuters aanspraak kunnen maken.

Over de eerste helft van het aanbod (320 uur per jaar) is de inkomensafhankelijke ouder- en subsidiebijdrage van toepassing (zie c.). Over de tweede helft van het aanbod (tot een maximum van 320 uur per jaar) geldt geen ouderbijdrage en subsidieert de gemeente het uurtarief volledig tot een maximum van € 10,43 per uur.

F. Locatie gebonden subsidie voor de inzet van een pedagogisch VE-coach

Deze subsidie wordt als volgt berekend: 10 uren vermenigvuldigd met het aantal doelgroep peuters vermenigvuldigd met € 66,00 als vergoeding voor de kosten per uur van de Pedagogisch coach. De pedagogisch coach dient te voldoen aan de vereisten gesteld in geldende CAO kinderopvang.

Toelichting subsidiebijdrage

In onderstaande figuur is de opbouw van de subsidiebijdrage per uur nader toegelicht:

afbeelding binnen de regeling

De doelstelling van het koptarief is om voor alle peuters een laagdrempelige en goed toegankelijke voorbereiding op de basisschool te bieden. De gemeentetoeslag vervangt de kinderopvangtoeslag voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en borgt voor kinderen uit deze gezinnen de toegankelijkheid.

De VVE subsidie borgt dat kinderen met een onderwijsachterstandsrisico geen financiële belemmeringen hebben om een extra VVE aanbod van 320 uur per jaar te volgen.

Bijlage B. Controleprotocol subsidieverantwoording

Grondslag

Indien in de subsidiebeschikking of de ASV is vastgelegd dat een accountantsverklaring moet worden aangeleverd bij de verantwoording dan is het volgende controle protocol van toepassing.

Methode

Het controleprotocol vergt een steekproefsgewijze controle op het aantal peuters, het aantal uren en de vaststelling van de ouderbijdrage door de aanbieder conform de subsidieregeling.

Bij aanvraag van de subsidie heeft de houder in het Excel-aanvraagformulier prognoses gegeven voor de uit te voeren activiteiten. Bij de verantwoording vermeldt de houder de werkelijke realisatie van de uitgevoerde activiteiten in het Excel-verantwoordingsformulier.

Indien de in de algemene subsidieverordening of de subsidiebeschikking is vastgelegd dat een accountantsverklaring moet worden toegevoegd bij de verantwoording dan overlegt de houder bij het Excel-verantwoordingsformulier een controlerapport van een onafhankelijk accountant. De accountant waarmerkt het Excel-verantwoordings-formulier. Hieronder is een toelichting en een werkwijze voor de accountant opgesteld.

Onderwerp controle A

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal kinderen en per kind het aantal contracturen gedurende de subsidieperiode voor de voorschoolse voorziening.

De registratie van kinderen en uren gedurende het subsidiejaar wordt ondertekend door een persoon die bevoegd is namens het bestuur voor de verantwoording van de subsidie te ondertekenen.

Als er sprake is van een digitaal registratiesysteem dan is een papieren registratie met ondertekening niet vereist. In dat geval verklaart een daartoe bevoegd persoon dat de hiervoor genoemde gegevens in het digitale registratiesysteem zijn opgenomen.

Toelichting en werkwijze accountantscontrole A

De accountant controleert of de aantallen kinderen en uren zoals opgenomen in het Excel-aanvraag- en verantwoordingsformulier overeenkomen met de contract- en factuurgegevens in het registratiesysteem van de aanbieder.

Onderwerp controle B

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal kinderen aan wie gedurende de subsidieperiode een voorschoolse voorziening is aangeboden en van wie de ouders hebben bevestigd geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag. Deze ouders betalen een inkomensafhankelijke netto-ouderbijdrage conform de voor de subsidieregeling vastgestelde ouderbijdragetabel .

Toelichting en werkwijze accountantscontrole B

De accountant controleert of voor kinderen van wie de ouders hebben bevestigd geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag een verklaring is afgegeven en een inkomensafhankelijke ouderbijdrage is gefactureerd conform de kinderopvangtoeslagtabel (zie Besluit kinderopvangtoeslag).

Onderwerp controle C

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier de gefactureerde ouderbijdrage. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ouderbijdragen van ouders met recht op kinderopvangtoeslag en ouderbijdragen van ouders die hebben bevestigd dat zij geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

Toelichting en werkwijze accountantscontrole C

De accountant controleert of de totalen van de gefactureerde ouderbijdragen zoals vermeld in het Excel-verantwoordingsformulier overeenkomen met de administratie van de houder.

Onderwerp controle D

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal peuters en het aantal uren per peuter met een VVE indicatie.

Toelichting en werkwijze accountantscontrole D

De accountant controleert of van de peuters die in het verantwoordingsformulier geregistreerd zijn als peuters met een VVE indicatie de VVE indicatie van de JGZ instelling beschikbaar is.

Criteria betrouwbaarheid en nauwkeurigheid controle

De controle moet zodanig worden ingepland en uitgevoerd dat een redelijke mate zekerheid wordt verkregen dat deze geen afwijkingen (fouten) en onzekerheden van materieel belang bevat. Indien dit begrip door het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, betekent dit dat een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent gehanteerd moet worden. Een verklaring met een goedkeurende strekking impliceert, dat, gegeven de bovengenoemde betrouwbaarheid, in het verslag geen afwijkingen (fouten) en onzekerheden voorkomen die groter zijn dan de percentages in de hieronder opgenomen materialiteitstabel. Als omvangbasis geldt hierbij het totaalbedrag van de verleende subsidie.

Voor de oordeelsvorming van de accountant en de controleverklaring zijn de volgende goedkeuringstoleranties van toepassing:

afbeelding binnen de regeling

Controleverklaring

Er worden door de gemeente geen specifieke voorwaarden gesteld ten aanzien van de tekst van de controleverklaring