Grootschalige opwekking van zonne-energie in Oss

Geldend van 24-06-2021 t/m heden

Intitulé

Grootschalige opwekking van zonne-energie in Oss

De raad van de gemeente Oss;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 april 202I;

gelet op het advies van de raadscommissie Advies Commissie Ruimte van 20 mei 2021;

besluit:

  • 1.

    Kennis te nemen van de evaluatie van het beleid voor grootschalige opwekking van zonne-energie in Oss;

  • 2.

    Het beleid voor zonne-energie te actualiseren op basis van het besluit met betrekking tot de verkenning Duurzame Polder en de invulling van de RES-opgave (d.d. 28 januari 202t), inhoudende:

    • a.

      Ruimte te bieden aan projecten voor zonne-energie op reststroken zoals parkeerplaatsen, langs infrastructuur, op waterplassen en gemengde gebieden zoals braakliggende terreinen, de stads- en dorpsranden, rondom de bebouwingsconcentraties/gemengd landelijk gebied en de randen rondom bedrijventerreinen.

    • b.

      Niet mee te werken aan zonnevelden binnen primair en overig agrarisch gebied, tenzij er sprake is van bedrijfsmatig agrarisch dubbelgebruik waarbij de grond bedrijfsmatig agrarisch wordt benut door bijvoorbeeld gewassen onder de zonnepanelen te telen, natuurgebieden en alle gronden binnen het zoekgebied voor de Duurzame polder.

Grootschalige opwekking van zonne-energie in Oss

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Oss wil in 2050 energieneutraal zijn. De energietransitie die hiervoor nodig is, vraagt grote inspanningen van ons als gemeente, onze inwoners en onze partners in het bedrijfsleven. Om dit doel te bereiken, zetten we in op 50% energiebesparing, 25% opwekking van duurzame energie op eigen grondgebied en 25% inkoop van groene stroom.

In de duurzaamheidscirkel van 2016 hebben we beschreven hoe we dat willen bereiken. We kijken niet alleen naar de lange termijn maar ook naar de korte termijn en stellen daarop gerichte doelen. Daarbij gaat het om gezamenlijke acties waarbij we samen met andere organisaties aan de slag gaan om de massa te bewegen. We spreken niet alleen met elkaar over de doelen en resultaten maar handelen er ook naar en spreken elkaar er op aan.

  • -

    Ambitie

    Van veilig ver weg naar concreet dichtbij!

  • -

    Impact

    Van initiatieven met een beperkt bereik naar “massa” maken!

  • -

    Samen

    Alleen samen met anderen kunnen we de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid halen. We faciliteren en brengen partijen samen.

  • -

    Commitment

    Van het samen eens zijn naar concrete prestatie leveren! We spreken onze partners aan op de voortgang

  • -

    Voorbeeldgedrag

    In onze eigen aanpak laten we zien dat het ons menens is

  • -

    Voorlichting en educatie

    We geven informatie en stimuleren anderen. Extra aandacht gaat uit naar de generatie van de toekomst.

Vanuit die basis hebben we afgesproken om in de lijn van het nationale energieakkoord ons erop te richten dat in 2023 16% van de in Oss gebruikte energie duurzaam wordt opgewekt op eigen grondgebied. Inmiddels hebben we ook de opdracht om als regio noordoost Brabant een plan te maken voor duurzame energie-opwekking. Dat vraagt dat we niet alleen voor onze eigen Osse energieopgave gaan, maar ook aan de gezamenlijke regionale opgave onze bijdrage leveren. In deze regionale energie strategie (RES) zal blijken wat dit gaat betekenen voor de opgave op het Osse grondgebied.

Dit betekent dat we de komende jaren flink vaart moeten maken. Vooralsnog richten we ons voor het grootschalig opwekken van duurzame energie op ons eigen grondgebied primair op windmolens en zonnedaken en –velden. Daarmee kunnen we massa maken. Andere al bestaande voorbeelden zijn de biomassacentrale in Odiliapeel, waarin wij participeren en de waterkrachtcentrale van de stuw bij Lith. En we staan open voor nieuwe mogelijkheden, zoals riothermie, aardwarmte/geothermie, waterstof, ed.

1.2. Bespreking van de nota in de gemeenteraad

Tijdens de opiniërende commissievergadering van 16 mei 2019 bespraken wij een nota over zonnevelden. Daarin werden vanuit de Commissie allerlei suggesties gedaan. Ook een ontwikkelaar van een van de zonneveld leverde als inspreker zijn bijdrage. Nadien hebben wij nog gesprekken gevoerd met deze en andere initiatiefnemers. De suggesties vanuit de Raad zijn meegewogen in deze nota.

Dat betreft het volgende:

  • -

    De energieopgave is leidend. Zorg voor een voldoende open kader.

  • -

    Maak nu vaart met de beoordeling van ieder initiatief op zijn merites op een aantal aandachtspunten

  • -

    Beperk je niet tot het faciliteren van zonnevelden op land, maar stimuleer vooral ook de plaatsing van zonnepanelen op daken

  • -

    Maak vaart met laaghangend fruit, ook wat betreft kansen op eigen grond.

  • -

    Voeg biodiversiteit/bodembeheer toe als aandachtspunt

  • -

    Hanteer een afwegingskader, zoals de landelijke in voorbereiding zijnde zonneladder.

  • -

    Faciliteer alleen zonnevelden in het buitengebied als dit ook echt nodig is voor de opgave.

  • -

    Stuur aan op meervoudig ruimtegebruik

  • -

    Ga met beleid om met aanvragen voor primair agrarisch gebied

  • -

    Stimuleer ook de installatie van zonnepanelen op daken

  • -

    Ga voor de geldigheidsduur van de omgevingsvergunning voor zonnevelden uit van minimaal 25 jaar om te zorgen dat businesscases positief zijn

  • -

    Onderzoek of er niet toch mogelijkheden zijn om aanvragen in het gebied Lithse Polder in behandeling te nemen

  • -

    de meningen waren erover verdeeld of zonnevelden op de lijst van projecten moeten worden gezet waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen van de Raad nodig is.

1.3 Best practices

Wij informeerden bij de gemeente Houten, Drimmelen en Apeldoorn naar de ervaringen met hun beleid op zonnevelden. Er zijn 4 belangrijke elementen van beleid op zonnevelden benoemd, die wij hebben meegewogen bij het opstellen van deze nota:

  • -

    Als kader is het voldoende om een set van aandachtspunten en een te doorlopen procedure voor een aanvraag op te nemen.

  • -

    Stem vervolgens ambtelijk goed af met initiatiefnemers over de invulling van de aandachtspunten en het met elkaar te doorlopen proces.

  • -

    Goede inpassing vormt de basis van een goed plan.

  • -

    ‘Participatie’ heeft in toenemende mate de aandacht, maar er is nog weinig ervaring met de uitwerking.

  • -

    Neem de gemeenteraad goed mee in de beoordeling van vergunningaanvragen.

1.4 Kern van deze nota

De kern van deze nota is als volgt:

  • 1.

    Wij stimuleren actief grootschalige energieopwekking door middel van zonnevelden op daken.

  • 2.

    Wij bieden ruimte voor grootschalige energieopwekking door middel van zonnevelden op grond als volgt:

    • a.

      We realiseren ons de grote impact op andere opgaven zoals met betrekking tot, natuur-, landschappelijke- en agrarische waarden. Daarin zoeken wij naar de juiste balans.

    • b.

      Elk initiatief beoordelen we afzonderlijk. Maatwerk dus.

    • c.

      We hanteren een afwegingskader voor deze beoordeling, zoals beschreven.

    • d.

      We hanteren een tijdelijk plafond van 150 hectare zonnevelden tot 1 januari 2023 (excl. het grondgebied binnen het project Duurzame Polder).

    • e.

      Wij zijn alert op kansen voor zonnevelden op onze eigen gronden en kansen om partijen te verbinden voor gronden waar wij het plaatsen van zonnevelden als een logische stap zien.

    • f.

      Projecten voor zonnevelden wijzen we aan als categorie, als bedoeld in artikel 6.5. lid 3 Besluit omgevingsrecht, waarvoor geen 'verklaring van geen bedenkingen' (vvgb) van de Raad nodig is.

In de nota worden bovenstaande punten verder toegelicht.

Tot slot illustreren wij in de bijlagen 3 concrete voorbeelden van in ontwikkeling zijnde initiatieven voor zonnevelden. De gemeente heeft contact met de initiatiefnemers van deze en andere zonnevelden in de geest van deze nota.

1.5 Afbakening

Het in deze nota gestelde geldt voor het Osse grondgebied exclusief de Lithse en Geffense Polder. Initiatieven voor zonnevelden in deze polder neemt de gemeente Oss niet nu in behandeling. Binnen het project Duurzame Polder verkennen we samen met onze partners Provincie Noord-Brabant en gemeente ’s-Hertogenbosch de mogelijkheden voor grootschalige duurzame energie in dit gebied, waaronder ook zonne-energie. Deze notitie is in het kader van het samenwerkingsproject Duurzame Polder voorgelegd aan de partners de gemeente ’s-Hertogenbosch en de provincie Noord Brabant. Beiden hebben aangegeven akkoord te zijn met deze notitie.

In het traject van deze verkenning zal duidelijk worden of en hoe initiatieven voor zonnevelden daar een plek kunnen krijgen. Begin 2020 zal de Osse gemeenteraad besluiten over het te volgen proces voor het project Duurzame Polder.

1.6. RES-besprekingen

Grootschalige opwekking van zonne-energie is ook onderdeel van de besprekingen in RES-verband. Clustering van zonnevelden is daarbij een van de thema’s. De uitkomst van deze besprekingen kan consequenties hebben voor ons beleid in Oss. Wij willen echter niet wachten met het formuleren van onze visie en het in behandeling nemen van enkele initiatieven die naar onze verwachting niet geraakt zullen worden door de regionale uitkomst. Deze visie helpt ons bij het bepalen van onze inbreng in de RES-besprekingen. Als mocht blijken dat onze visie knelpunten oplevert in RES-verband, bijvoorbeeld door ons afwegingskader of door de beperking van het maximum oppervlak tot 2023, bespreken wij dat in de gemeenteraad.

Hoofdstuk 2 Zonne-energie op daken in Oss

Op steeds meer daken liggen zonnepanelen, ook in Oss. Dit stimuleren we door particulieren, woningcorporaties, ZLTO, bedrijven en woningeigenaren te informeren en waar dat speelt op afspraken te wijzen. CE Delft heeft in 2017 een grove inschatting gemaakt van de hoeveelheid dakoppervlak in Oss dat geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen. Zij hebben hierbij gekeken naar al het beschikbare dakoppervlak zonder obstakels (zoals schoorstenen, dakramen, e.d.) en zonder slagschaduw van hoge gebouwen. Zij komt uit op een geschikt dakoppervlak met een maximale opbrengst van ongeveer 1.200 TJ. Dit is gelijk aan 16% van de totale Osse energiebehoefte. Binnenkort komen actuele cijfers van CE Delft beschikbaar.

Bij zon-op-dak maken we onderscheid tussen twee situaties:

  • 1.

    Kleinschalige gebouwgebonden PV-installaties (<15 kWp; < 100m2): Deze zijn bedoeld om te voorzien in de elektriciteitsbehoefte van de gebruikers van het pand. Er wordt netto weinig tot geen elektriciteit geleverd aan het net. Daarom rekenen we dit tot onze opgave voor energiebesparing.

  • 2.

    Grootschalige gebouwgebonden PV-installaties (>15 kWp; > 100m2): Deze zijn bedoeld om te voorzien in de elektriciteitsbehoefte van meer dan de gebruikers van het pand alleen. Tot deze categorie behoren ook de gebouwen waarvan het dak ter beschikking wordt gesteld voor zonnepanelen die uitsluitend aan het net leveren. Dit rekenen wij tot onze opgave voor energie-opwekking.

2.1 Landelijke regelgeving om zon op dak te stimuleren

Naar aanleiding van een motie in de Tweede Kamer (de gewijzigde motie Dik-Faber (ChristenUnie) van 28 mei 2019)) informeerde de Minister de Tweede Kamer over voorgenomen aanpassing van regelgeving die moet zorgen voor een versnelling van de uitrol van zonnepanelen op daken (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/08/23/beantwoording-moties-dik-faber-over-een-zonneladder-als-nationaal-afwegingskader-bij-inpassing-van-zonne-energie). Het betreft het volgende:

  • -

    via een wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving wil de rijksoverheid gemeenten de mogelijkheid geven om de plaatsing van zonnepanelen op nieuwbouw te verplichten. Omdat de potentie van een dak vaak groter is dan de elektriciteitsbehoefte van de dakeigenaar wil de Minister het ook makkelijker maken voor derde partijen om op een dak een zonneproject te exploiteren via een opstalovereenkomst met de dakeigenaar.

  • -

    in de systematiek van de SDE++ zal in de rangschikking van de CO2-reducerende technieken gecorrigeerd worden voor eigen verbruik. Het resultaat daarvan zal zijn dat systemen waarbij (een deel van) de elektriciteitsopbrengst direct voor eigen gebruik wordt aangewend, zoals typisch het geval is bij een zonsysteem op een bedrijfsdak, de voorkeur krijgen boven systemen zonder eigen verbruik. Zonneparken op het platteland, ver verwijderd van bedrijven of woonkernen, zullen daardoor minder snel in aanmerking komen voor subsidie.

  • -

    bij verdere vormgeving van de subsidieregeling SDE++ wordt onderzocht of het nodig is de regeling te verbeteren, zodat realisatie van zon-pv op parkeerdaken en andere grote overkappingen wordt gestimuleerd.

  • -

    Er komt een nieuwe eis in de regeling van de energie-investeringsaftrek (EIA), die bedrijven toestaat om 45% van investeringen in energiebesparing of duurzame opwek af te trekken van de winstbelasting. De eis luidt dat alleen investeringen in zon-PV op daken -en dus niet op (landbouw)grond- kunnen worden afgetrokken van de winst.

  • -

    Tot slot meldt de minister dat in de bestaande SDE+-regeling sinds dit jaar dakgebonden systemen financieel worden voorgetrokken boven landgebonden systemen. Het subsidiebedrag voor zon op dak is hoger dan voor zon op land, waardoor de doorgaans hogere kosten voor eerstgenoemde systemen worden ondervangen. Ook wordt bij zon op land geen rekening gehouden met de kosten die een exploitant maakt voor huur van de grond.

2.2 Actieplan Oss voor grootschalige gebouwgebonden PV-installaties

Acties en resultaten in Oss voor wat betreft kleinschalige gebouwgebonden PV-installaties komen terug in de opiniërende nota over de Uitvoeringsagenda Energiebesparing die dit najaar in de raad wordt besproken. Kort samengevat gaat het hier om acties gericht op particuliere huiseigenaren, woningcorporaties en huurders in de vrije sector.

Deze paragraaf beschrijft het actieplan van de gemeente Oss met betrekking tot het stimuleren van grootschalige gebouwgebonden PV-installaties. De potentie voor grootschalige gebouwgebonden PV-installaties is vooral aanwezig bij Osse bedrijven inclusief boerenbedrijven en ons eigen gemeentelijke vastgoed.

2.2.1 Huidige stimulering

Zonnepanelen op nieuwe bedrijven

Sinds december 2018 wijst onze afdeling ruimtelijke ontwikkeling bij de intake van ruimtelijke plannen met betrekking tot de bouw van bedrijfspanden, expliciet op het belang van stevige daken in verband met het plaatsen van zonnepanelen. Daarnaast worden ondernemers die zich in Oss willen vestigen, geïnformeerd door de accountmanagers over de mogelijkheden om zonnepanelen te plaatsen. Dit is conform de motie “Zonnepanelen op nieuwe bedrijven” van 15 november 2018.

Zonnepanelen op agrarische daken

We faciliteren ZLTO om samen met de Osse Industriële Kring (OIK), Kracht van Oss, de energiecoöperaties en het MKB, zonnepanelen op bedrijfsdaken (w.o. agrarische) te plaatsen. Wij hebben Econnetic benaderd om hierin te begeleiden en financieren de opstartkosten (€40.000) via een achtergestelde lening. Dit verkeert nog in een pril stadium.

Zonnepanelen op Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)

In 2018 deed de HAS onderzoek of het voor vrijkomende agrarische bebouwing een duurzame optie is om energie uit zonnepanelen op te wekken. Hieruit werd geconcludeerd dat het geen één op één oplossing biedt. Voor omschakeling naar een bedrijfsvoering gebaseerd op zonne-energie is meer oppervlak nodig dan het huidige bouwvlak. In onze contacten met ZLTO en agrariërs wijzen wij expliciet op de mogelijkheid van opwekken van zonne-energie op het dak van de bebouwing en zijn we bereid om de inzet van extra grond buiten het bouwvlak te verkennen.

Rijkssubsidie (SDE+)

Tussen 2013 en 2019 is bij het Rijk subsidie aangevraagd voor een equivalent van 2,5% van het Osse energiegebruik aan grootschalige gebouwgebonden PV-installaties. 18% van die aanvragen is inmiddels gerealiseerd. Voorbeelden zijn de installaties op de grote dakoppervlakken van boerenbedrijven, zoals Van Kilsdonk (1.200 zonnepanelen) en van de distributiecentra Vice Versa op de Kanaalstraat, Verhees Textiles (3.124 zonnepanelen) op Vorstengrafdonk en XPO (4.500 zonnepanelen) op De Geer. De Kracht van New Business telt in haar netwerk inmiddels 18 bedrijven met in totaal 16.196 geïnstalleerde zonnepanelen op hun daken. Bureau Over Morgen rekent voor dat 7% van het dakoppervlak van de bedrijfsdaken groter dan 1.000m2 in Oss in 2019 is voorzien van zonnepanelen. Daarmee staat Oss op plaats 25 van de 62 Brabantse gemeenten. Daar waar bedrijven zelf niet zijn geïnteresseerd in het installeren en exploiteren van zon-pv worden zij in toenemende mate benaderd met aanbiedingen van ontwikkelaars.

2.2.2 Nieuwe verdergaande stimulering

Nieuwe regelgeving door de Rijksoverheid

Via een wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving wil de rijksoverheid gemeenten de mogelijkheid geven om de plaatsing van zonnepanelen op nieuwbouw te verplichten. Omdat de potentie van een dak vaak groter is dan de elektriciteitsbehoefte van de dakeigenaar wil de Minister het ook gemakkelijker maken voor derde partijen om op een dak een zonneproject te exploiteren via een opstalovereenkomst met de dakeigenaar. In navolging kunnen wij als lokale overheid het proces versnellen door te helpen vraag en aanbod bijeen te brengen en te bundelen.

Zon op grond, dan ook zon op dak

Inmiddels vragen wij grondeigenaren, die grondgebonden zonnevelden willen ontwikkelen, om (geschikte) daken van gebouwen die zij in eigendom hebben ook van zonnepanelen te voorzien. Dit is op dit moment juridisch niet afdwingbaar.

Eigen vastgoed

We geven zelf het goede voorbeeld aan inwoners en ondernemers. Inmiddels liggen op verschillende van onze panden zonnepanelen, w.o. ons kantoor op de Diddewerf, het gemeentehuis en de multifunctionele accommodaties (MFA) in Lith en Oijen. We inventariseren wat verder de potentie is van zonnepanelen op de daken van onze eigen panden. We bespreken begin 2020 aan de hand van een opinienota Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed wanneer en op welke wijze we beschikbare daken van zonnepanelen kunnen voorzien of kunnen laten voorzien (door bijv. energiecoöperaties).

De week van de duurzaamheid

In de Week van de Duurzaamheid begin oktober brachten wij de energietransitie op verschillende manieren voor het voetlicht. Wij organiseerden onder andere voor bedrijven een bijeenkomst over energieopwekking op daken en boden de mogelijkheid aan om met deskundige ondersteuning SDE+ subsidie aan te vragen en offertes op te vragen bij de door Techniek Nederland (voorheen Uneto-VNI) geselecteerde gecertificeerde regionale installateurs.

Agenda Energietransitie 2020-2024

We gaan met stakeholders in overleg over de energietransitie in Oss en bereiden de Agenda Energietransitie 2020-2024 voor. Doel is om aan de afspraken uit het Nationaal Energieakkoord te voldoen.

Hoofdstuk 3 Zonnevelden

Op dit moment zijn er 17 locaties bij de gemeente in beeld waar particulieren en/of ontwikkelaars een zonneveld willen realiseren voor in totaal ca. 254 ha. Vijf daarvan (126,5 ha) liggen binnen het verkenningsgebied Duurzame Polder. Deze nota is van toepassing op het overige gebied binnen de gemeente Oss. Op dit moment zijn voor dit gebied 12 initiatieven bij de gemeente bekend. Deze tellen op tot 121 hectare. Met deze 121 hectare zouden we in de orde van grootte van 5% van onze totale energiebehoefte duurzaam kunnen opwekken.

3.1 Weerstand

Zonnevelden op grond roepen groeiende weerstand op. Schaarse grond wordt ingezet, daar waar in de beleving volstaan kan worden met het combineren van zonnepanelen met daken en andere functies. Zo pleit na landbouworganisatie ZLTO nu ook natuurvereniging IVN voor een ban op zonnevelden op landbouwgronden.

Zonneladder

Op 28 mei nam de Tweede Kamer de gewijzigde motie Dik-Faber (ChristenUnie) aan. De aanvankelijke motie om voorlopig geen nieuwe zonneparken op natuur- en landbouwgronden toe te staan, had onvoldoende steun. De herziene motie, die is aangenomen, vraagt om toetsing aan de nationale zonneladder of aan een vergelijkbaar door decentrale overheden vastgesteld afwegingskader. Daarbij wil men tevens weten op welke wijze kaders conform de zonneladder worden meegegeven aan de Regionale Energiestrategieën.

De Minister geeft in een kamerbrief (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/08/23/beantwoording-moties-dik-faber-over-een-zonneladder-als-nationaal-afwegingskader-bij-inpassing-van-zonne-energie) antwoord en wijst op het volgende:

  • -

    In het ontwerp van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is een voorkeursvolgorde opgenomen voor de locaties voor opwekking van zonne-energie.

    De in de NOVI opgenomen voorkeursvolgorde luidt:

    • 1.

      Eerste voorkeur voor zonnepanelen op daken en gevels van gebouwen.

    • 2.

      Daarna voor onbenutte terreinen in bebouwd gebied.

    • 3.

      Daarna voor meervoudig ruimtegebruik in het landelijk gebied (Rioolwaterzuiveringsinstallaties, vuilstortplaatsen, binnenwater, bermen van wegen en spoor, areaal in beheer van overheidsinstanties)

    • 4.

      Daarna voor overig landelijk gebied.

    • De voorkeursvolgorde houdt geen volgtijdelijkheid in. Dat houdt in dat zonnepanelen op daken én zonnepanelen op land, ook in landelijk gebied, gelijktijdig nodig kunnen zijn om aan de gestelde energiedoelen te voldoen. Als zonnevelden in landelijk gebied ook nodig zijn, gaat de voorkeur uit naar het zoeken van slimme functiecombinaties.

Toepassing van de zonneladder voor Oss; zonnevelden in landelijk gebied zijn ook nodig

Doorlopen we de zonneladder voor de situatie op het Osse grondgebied, dan zien we aan de hand van onderzoek van CE Delft dat we het gestelde energiedoel van 16% duurzame opwekking bij lange na niet halen met alleen zon op dak. 530 hectare zonneveld is nodig voor 25% duurzame opwekking in 2050.

Onbenutte terreinen in bebouwd gebied of voor de hand liggende terreinen waar functies kunnen worden gecombineerd leveren maar een beperkte bijdrage. In Oss kunnen we ongeveer 4 hectare zonneveld plaatsen op niet-agrarische gronden en buiten de natuur, te weten braakliggend terrein, voormalige stortplaatsen, spoorbermen en geluidsschermen. De grotere parkeerplaatsen in Oss en haar kernen tellen op tot ongeveer 3 hectare. Het betreft kleine versnipperde oppervlaktes, die een relatief kleine bijdrage kunnen leveren aan de energie-opgave en waar winstgevende exploitatie vanwege die kleinschaligheid moeilijker is.

Ervanuitgaande dat andere bronnen van grootschalige duurzame energie-opwekking de komende jaren niet voldoende zijn om onze ambitie in te vullen, hebben we initiatieven voor zonnevelden in landelijk gebied nodig voor het behalen van de doelstelling van 16% duurzame opwekking van de Osse energiebehoefte op eigen grondgebied in 2023.

Hoofdstuk 4 Uitgangspunten, beoordelingskader en aanpak

3.1 Inleiding

Met grootschalige zonnevelden kunnen we de beoogde massa maken. Tegelijkertijd zijn we realistisch. Omvangrijke zonnevelden hebben grote impact op hun omgeving. Niet alleen landschappelijk en vanuit het oogpunt van natuur en bodemkwaliteit. Ook omwonenden maken deel uit van die omgeving en hebben hier een mening over. Nu zonnevelden elders – onder meer in Uden en Veghel – zichtbaar worden, worden ook de meningen daarover meer uitgesproken.

Om onze ambitie te realiseren, nemen we onze energie-opwekkingsopgave als vertrekpunt. Daarbij streven we naar een zo goed mogelijke landschappelijke inpassing, wegen we alle belangen zo evenwichtig mogelijk af en letten we op mogelijkheden voor koppeling met andere opgaven in het bijzonder in verband met natuur, klimaatadaptatie, circulaire economie en de transitie van de landbouw. We kijken zowel naar algemeen maatschappelijke belangen, als naar die van belangengroepen, initiatiefnemers en omwonenden. Ook kijken we naar de technische inpasbaarheid, zoals de netwerkcapaciteit.

Maatwerk-aanpak

We kiezen hierbij voor maatwerk, zij het binnen een kader van aandachtspunten. Elk initiatief voor een zonneveld is immers uniek en elk gebied heeft een eigen karakter. Daar past geen standaardaanpak bij. Een klein zonneveld op eigen terrein zonder direct omwonenden heeft immers een andere impact dan een groot, vrijliggend zonneveld. Daarom beoordelen wij elk initiatief apart.

Beoordelingskader

Hoewel wij maatwerk willen leveren, hebben wij wel een beoordelingskader nodig. Met de aandachtspunten voor zonnevelden in de volgende paragraaf bieden wij een kader waarmee initiatiefnemers hun initiatief inhoudelijk en procesmatig vorm kunnen geven en waarbinnen wij hun initiatieven kunnen beoordelen.

3.2 Beoordelingskader

De aandachtspunten in deze paragraaf vormen het kader, waarbinnen de gemeente Oss initiatieven voor zonnevelden beoordeelt.

1. Geldende wet- en regelgeving

We toetsen uiteraard aan de wet- en regelgeving van het Rijk en de provincie Noord-Brabant. Dit betekent bijvoorbeeld dat het realiseren van een zonneveld binnen het Natuurnetwerk Brabant niet aan de orde is.

2. Geschiktheid van gronden

We kijken naar de geschiktheid van gronden vanuit voor ons belangrijke locatie- en gebiedswaarden. Aspecten waar wij in onze afwegingen aandacht aan besteden zijn:

  • -

    landschappelijke kenmerken (landschapstypen),

  • -

    de ecologische waarden en biodiversiteit,

  • -

    cultuurhistorische waarden,

  • -

    het landbouwgebruik,

  • -

    opgaven voor ruimtelijke ontwikkeling (bv. woningbouw of bedrijventerrein),

  • -

    de aanwezigheid of reserveringen voor (gas)leidingstroken en

  • -

    water(veiligheid)opgaves

  • -

    effect op bodemkwaliteit

Dit zetten we af tegen het belang van het realiseren van onze energie-opgave. Het is per locatie afhankelijk hoe de uitgangspunten ten opzichte van elkaar worden gewogen. In bijlage 1 gaan wij hier nader op in.

Wij doen op dit moment onderzoek naar kansen voor clustering in Oss. Ook in regionaal verband (RES) heeft clustering de aandacht:

  • -

    Met clustering kan mogelijk worden voorkomen dat de landschapsbeleving in de regio teveel gedomineerd wordt door energieopwekking

  • -

    Dit is ook van invloed op de maatschappelijke acceptatie.

  • -

    Clustering kan meer kansen bieden om nieuwe landschapskwaliteit te ontwerpen met een onderscheidende landschapsbeleving en investeringen daarin stimuleren.

  • -

    Bijkomend voordeel is dat clustering tot lagere kosten kan leiden voor aansluiting op het elektriciteitsnetwerk.

We wegen mogelijkheden en kansen tot clustering af tegen de kwaliteiten van de individuele initiatieven.

3. Wij geven principes voor de landschappelijke inpassing mee

Ieder gebied, ieder dorp en iedere plek heeft zijn eigen identiteit en kenmerken. Daarom vragen we bij ieder initiatief aandacht voor drie zaken:

  • -

    de afstemming van de aard en omvang van het zonneveld op de maat en schaal van het landschap en het landschapstype

  • -

    de aansluiting op/overgang van het zonneveld naar de directe omgeving

  • -

    de vormgeving van het zonneveld zelf (hoogte, toegankelijkheid, etc.)

Per project geven we steeds per gebieds- en/of landschapstype aan welke specifieke ontwerpprincipes gebruikt kunnen worden. De door de Raad in 2017 vastgestelde visie op hoofdlijnen van Bosch Slabbers is hiervoor het vetrekpunt. Zie bijlage 2. Een nuancering hierbij geldt het uitsluiten van zonnevelden in het komgebied – zoals in deze visie is vastgelegd. Ook hier willen we in afwijking van de visie op basis van maatwerk kijken waar eventueel initiatieven ingepast kunnen worden, zonder de karakteristieke openheid van het landschap hier sterk aan te tasten.

4. Wij vragen een bijdrage aan kwaliteitsverbetering van het landschap

Conform provinciale en gemeentelijke beleidsregelingen is een bijdrage aan kwaliteitsverbetering van het landschap nodig. Wij vragen hiervoor geschikte tegenprestaties van de initiatiefnemer. Daarbij kan gedacht worden aan investeringen op de locatie zelf, maar ook daarbuiten. Per project geven wij aan welke vormen wij in ieder geval als kansrijke en passende bijdragen zien. Deze kwaliteitsverbetering kan onder meer ingevuld worden door een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

5. Wij vragen een plan voor de bodemkwaliteit en de bescherming en stimulering van de biodiversiteit

Zonnevelden kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor de bodemkwaliteit. Essentieel voor een combinatie zonnepark en biodiversiteit is dat er voldoende licht en water op de bodem blijft komen. De hoogte, het aantal panelen en de hellingshoek bepalen de hoeveelheid licht die nog op de bodem komt en de verdeling van het neerslagwater. Aandacht hiervoor willen wij terugzien in een plan voor een zonneveld. Dat betekent dat zowel de voorziene consequenties als de wijze waarop daarmee wordt omgegaan in kaart wordt gebracht.

Daarnaast verwachten wij van een initiatiefnemer dat hij aangeeft hoe de biodiversiteit gestimuleerd wordt. Inzicht in de beheermaatregelen moet onderdeel daarvan zijn.

6. Maatschappelijke acceptatie

6.1 Procesparticipatie

We vragen een initiatiefnemer om direct omwonenden met zicht op de beoogde locatie en andere belanghebbenden actief te betrekken en hun mening te polsen over de plannen. We verwachten van een initiatiefnemer dat hij een eerste idee voor een zonneveld toetst in de omgeving om de haalbaarheid van het idee in beeld te krijgen. De initiatiefnemer legt vast hoe hij de dialoog heeft gevoerd en levert daarover verslaglegging aan bij de gemeente.

Op het moment dat een idee uitgewerkt wordt tot een verzoek aan de gemeente en de gemeente het project en de locatie voorstelbaar vindt, overleggen de gemeente en de initiatiefnemer samen hoe de procesparticipatie in het vervolgtraject wordt vormgegeven. Dit is maatwerk per project (afhankelijk van locatie, omvang project en impact op omgeving). We vragen initiatiefnemers om bij hun verzoek aan te geven hoe zij denken over tegemoetkomingen, compensatie, afdracht in een omgevingsfonds en/of duurzaamheidsfonds en andere vormen van financiële participatie.

6.2 Financiële participatie

De gemeente ziet graag maximaal profijt voor de omgeving. Tegelijk is er een grens tot waar in een project tegemoet kan worden gekomen aan mogelijkheden/maatregelen ten behoeve van profijt/compensatie voor de gemeenschap. Alleen met rendabele business cases worden projecten gerealiseerd en kan snelheid worden gemaakt in de energietransitie. Het rendement van een project wordt in beginsel beïnvloed door wettelijke eisen en normen, die gelden voor de kortste afstanden tot de installaties, zoals het vergoeden van planschade. Deze maatregelen kan men desgewenst uitbreiden of ook voor grotere afstanden toepassen en tot slot kan men nog kiezen voor financiële afdrachten en het bieden van de mogelijkheid voor mede-eigenaarschap. Deze zogenaamde bovenwettelijke maatregelen zijn resultaat van onderhandeling met de eigenaren van de projecten. We zetten in op het zo veel mogelijk mee laten profiteren van de omgeving.

6.3 Omgevings- en/of duurzaamheidsfonds

Afhankelijk van de aard en omvang van het zonneveld wordt bekeken of een deel van het rendement van het project in Oss terecht kan komen. Met initiatiefnemers maken we afspraken over hoe dat kan worden ingevuld. De gemeente wil zo min mogelijk overlast voor de omgeving en wil dat daar waar voorkomen van overlast niet te verenigen is met het project, de omgeving wordt gecompenseerd. Het instellen van een omgevingsfonds is één van de mogelijkheden. Daarnaast denken wij aan een fonds dat kan worden ingezet voor een groter gebied en/of voor duurzaamheidsdoelstellingen.

6.4 Mede-eigenaarschap

Bij voorkeur kunnen inwoners niet alleen meepraten, maar ook mee-investeren in zonnevelden. We vragen een initiatiefnemer met een voorstel te komen en toetsen dit aan onze principes, die we dit jaar verwoorden in onze nota over participatie en compensatie bij grootschalige opwekking. Daar waar dat op dit moment al nodig is, adviseren we initiatiefnemers op basis van de huidige kennis en best practices.

7.Wij streven naar meervoudig ruimtegebruik

Wij streven naar meervoudig ruimtegebruik. Door functies in een gebied te combineren, kan er efficiënt van de ruimte gebruik worden gemaakt. Door bijvoorbeeld te combineren met zon op dak, parkeren (parkeerplaats overdekt met zonneveld), waterberging (zonnepanelen op het water), veeteelt (met bijvoorbeeld schapen), natuurontwikkeling (met bijenkasten, met plas-dras gebied, natuurlijke oevers of houtwallen).

We verwachten van een initiatiefnemer een motivatie voor de mate waarin meervoudig gebruik wordt gemaakt van de ruimte.

Waar mogelijk streven we ernaar dat er met meervoudig ruimtegebruik ook koppelingen worden gelegd met andere gemeentelijke opgaven. Te denken valt aan voorbeelden zoals energievoorziening van een nabijgelegen wijk, aan de VAB-aanpak of recreatie (met park, speelvoorziening of doolhof).

8.Zonnevelden zijn tijdelijk

Wij verlenen een vergunning voor een zonneveld voor maximaal 25 jaar. Na 25 jaar overwegen we verlenging van de vergunning dan wel ontmanteling van het zonneveld. Dit aan de hand van de tijdgeest en de stand der techniek. Wij maken afspraken over de ontmanteling van de zonnevelden voor het moment dat de vergunning verloopt.

9.Zonnevelden zijn circulair

Oss werkt aan circulariteit. Daarom vragen wij initiatiefnemers om in een beëindigingplan aan te geven hoe zij de zonnepanelen en de overige gebruikte materialen na het verstrijken van de vergunningstermijn recyclen en het perceel in de oorspronkelijke staat terugbrengen. We toetsen aan Europese en Nederlandse wetgeving met betrekking tot verantwoordelijkheden voor recycling van materiaal.

10.Aansluiting van zonnevelden op het netwerk

Netbeheerder Enexis geeft aan dat zij vooralsnog geen problemen voorziet bij het aansluiten van Osse zonnevelden op het regionale netwerk. Hoe dit zich in de toekomst ontwikkelt, weten we niet. Wij blijven hierover in contact met Enexis. Daarnaast vragen wij van initiatiefnemers dat zij bij hun vergunningaanvraag schriftelijk aantonen dat er met de netbeheerder afspraken zijn gemaakt over de aansluiting op het net, dan wel opslag of directe afname. De verantwoordelijkheid voor aansluiting ligt bij de initiatiefnemer.

Hoofdstuk 5 De rol van de gemeente Oss

Met het kader in hoofdstuk 3 geven wij richting aan initiatiefnemers die in Oss zonnevelden willen ontwikkelen. Hierbij is onze rol primair gericht op het beoordelen, faciliteren en toezicht houden op initiatieven voor zonnevelden.

Daarnaast zijn wij alert op kansen voor zonnevelden. Kansen om onze eigen gronden hiervoor in te zetten en kansen om partijen te verbinden voor gronden waar wij het plaatsen van zonnevelden als een logische stap zien.

Soms zijn de eigenaars of ontwikkelaars zelf al in beweging en sluiten wij aan in de faciliterende rol. Bijvoorbeeld in het geval van:

  • -

    vrijkomende agrarische bebouwing (VAB)

  • -

    geluidsschermen langs (spoor)-wegen, waar Rijkswaterstaat experimenteert met integratie van zonnepanelen

  • -

    gronden van het Rijksvastgoedbedrijf

  • -

    gronden van de Gasunie

In andere gevallen hebben wij zelf gronden in eigendom, waar zonnevelden denkbaar zijn, zoals in het geval van:

  • -

    de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Oijen, waar de gemeente ook eigenaar is van een stuk grond. Dit is één van de eerder genoemde 12 bij de gemeente bekende initiatieven voor zonnevelden (zie bijlage 5 voor meer informatie).

  • -

    stukken grond bij bedrijventerrein De Bulk in de buurt van de gronden van de Gasunie

  • -

    de skibaan

  • -

    de vuilstort

  • -

    grond van de oude vuilstort bij Oijen

  • -

    parkeerterreinen

Voor dit type gronden verkennen wij de kansen om snel een voorbeeldproject te realiseren. Op dit moment wordt gekeken naar de mogelijkheden om een parkeerplaats te voorzien van zonnepanelen gekoppeld aan laadfaciliteiten voor elektrische auto’s.

Bij de ontwikkeling van bedrijventerrein Heesch-West zet de gemeente in op duurzame energie-opwekking via zon-op-dak, zonnevelden en windmolens.

In het bijzonder verkennen we de mogelijkheden voor de gemeentelijke gronden direct ten noorden van het bedrijventerrein Elzenburg-De Geer, ter plaatse van het windpark. Omdat daar al een windpark wordt gerealiseerd, waarmee een efficiënte combinatie kan worden gemaakt met het opwekken van zonne-energie. De ontwikkeling van zonnevelden nemen we mee in een verkenning van de haalbaarheid van een Energiepark op deze locatie.

Hoofdstuk 6 Proces

5.1 Tijdelijk plafond

Zonnevelden zijn een nieuw fenomeen in het Osse landschap, voor de Osse inwoners en voor de gemeente zelf. Wij hebben hiermee nog geen ervaring opgedaan. We hebben al aanvragen voor een groot totaal. We houden er rekening mee dat dit zal toenemen. Daarom kiezen wij voor een tijdelijk plafond van 150 hectare tot 2023, exclusief het projectgebied van de Geffense en Lithse polder. In die periode kunnen we wennen aan het verschijnsel zonnevelden en ervaring opdoen met de ontwikkeling en participatie. Op het moment dat wij het plafond bereiken, maar uiterlijk medio 2022, evalueren wij de uitgangspunten, het afwegingskader en proces op basis van onze ervaringen.

5.2 Bij de gemeente bekende initiatieven

Meerdere initiatiefnemers voor zonnevelden hebben zich bij de gemeente gemeld. Vaak eerst in een oriënterend gesprek, sommigen vervolgens al met een concreet verzoek tot beoordeling. Voor twee locaties is er een aanvraag omgevingsvergunning gedaan. Onderstaande tabel geeft een beeld van de initiatieven en welke informatie er bij de gemeente bekend is. Dit is een momentopname van oktober 2019. De gemeente heeft contact met alle initiatiefnemers in lijn met de geest van deze nota. Geen van de plannen is op dit moment door de initiatiefnemers al voldoende gemotiveerd op alle in deze nota genoemde aandachtspunten.

Locatie

Hectare (bruto)

Oriënterende vraag

Principe-verzoek

Aanvraag Omgevings-vergunning

Verkennings-gebied Duurzame polder

Samenhang met initiatief voor wind

Natuur netwerk

Netwerk GBN Oss

Primair agrarisch gebied

Weidevogel gebied

Maashorst / Maaslandschap

Waarden cultuurhistorie

Dialoog omgeving

Financieel Participatie Model

Inrichtingsplan

Meervoudig ruimtegebruik

1

17,2

 

X

 

X

X

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2

4

 

X

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

3

10,8

 
 

X

 
 
 
 
 
 
 
 

X

 

X

 

4

1,6

 
 

X

 
 
 
 
 
 
 

X

X

 

X

 

5

27

 

X

 
 

X

 

X

 

X

 

X

 
 
 
 

6

75

 

X

 

X

X

 

X

X

 
 

X

 
 
 
 

7

5

 

X

 
 
 
 
 
 
 

X

 
 
 
 
 

8

11,9

X

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

9

4,7

X

 
 
 
 
 
 
 
 
 

X

 
 
 
 

10

9,8

X

 
 
 
 
 

X

 

X

 

X

 
 
 
 

11

30

X

 
 

X

X

 
 
 

X

 
 
 
 
 
 

12

6,2

X

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

13

10

 

X

 
 
 
 

X

 
 
 

X

 
 
 
 

14

17

 

X

 
 
 
 

X

 
 
 

X

 
 
 
 

15

13

X

 
 
 

X

 
 
 

X

 

X

 
 
 
 

16

3

X

 
 

X

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

17

1

 

X

 

X

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

3 initiatiefnemers hebben inmiddels hun plan openbaar gemaakt aan de omgeving. Het betreft nummers 1, 3, 4 uit de tabel, te weten: (1) het plan van dhr. Bekkers in Lith, (3) De Munlaan, (4) Valendonkstraat Berghem.

In bijlagen 3 t/m 5 worden 3 uiteenlopende initiatieven beschreven. Dit ter illustratie van de initiatieven. Het gaat om de Munlaan, de Valendonkstraat in Berghem en gronden bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Oijen.

5.3 Consequenties voor benodigde middelen en mankracht

Met deze nota geven we aan dat we open staan voor initiatieven voor zonnevelden. Behandeling daarvan vraagt financiële middelen en capaciteit. E.e.a. is afhankelijk van de rolverdeling tussen gemeente en ontwikkelaar. Bij ruimtelijke ontwikkelingen is wettelijk vastgelegd dat de initiatiefnemer alle kosten betaalt. De wijze van invulling wordt vastgelegd in de zogenaamde anterieure overeenkomst. Veel is hierbij afhankelijk van de concrete omstandigheden van het project: de omvang van het initiatief, de benodigde compensatie van natuur en milieu in het gebied, afspraken over (directe en indirecte) financiële participatie, etc. Er is altijd een risico dat een initiatief niet wordt gerealiseerd.

We brachten de benodigde financiële middelen en capaciteit in kaart voor vijf aanvragen voor zonnevelden. We maakten een business case voor de gemeente met kosten, opbrengsten en financiering. Deze businesscase gaat ervanuit dat zoveel mogelijk kosten worden doorbelast aan de initiatiefnemers. In de programmabegroting 2019-2022 zijn daarom geen extra middelen gereserveerd.

5.4 Procedure

In bijlage 6 schetsen we de processtappen van een verzoek voor zonnevelden.

Een ‘verklaring van geen bedenkingen’

Voor Wabo-vergunningtrajecten voor grotere projecten, zoals de aanleg van zonnevelden, is een Wabo-projectafwijkingsbesluit nodig. Het college is bevoegd om het projectafwijkingsbesluit te nemen en de vergunning te verlenen, maar hiervoor heeft zij wel een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad nodig. De procedure voor afgifte van zo’n verklaring van geen bedenkingen betekent al gauw een extra doorlooptijd van tenminste 4 maanden. Echter, de gemeenteraad kan volgens de wet ook categorieën van gevallen aanwijzen waarvoor géén verklaring van geen bedenkingen nodig is. Dat heeft de gemeenteraad al voor een aantal categorieën gedaan.

Wij voegen de categorie ‘projecten voor zonnepanelen op grond’ hieraan toe. Hierdoor wordt de proceduretijd voor de aanleg van zonnevelden aanzienlijk verkort. Dit met het oog op het halen van onze duurzaamheidsambities en de dalende trend van de SDE-subsidie.

Over 2 jaar evalueren we dit besluit (uitbreiding van de genoemde lijst). Op dat moment bepalen we of we de situatie willen voortzetten of aanpassen.

Tussentijds stelt het college de gemeenteraad in de gelegenheid een vinger aan de pols te houden. Alle B&W-voorstellen over concrete projecten voor zonnevelden stuurt zij ter kennisname aan de Adviescommissie Ruimte.

Mocht de wijze waarop het college met concrete dossiers omgaat voor de gemeenteraad al eerder aanleiding zijn voor een evaluatie, dan kan de gemeenteraad hier opdracht toe geven.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 9 juni 2021

De gemeenteraad voornoemd,

Mede namens de voorzitter,

De griffier,

drs. P.H.A. van den Akker

Bijlage 1

afbeelding binnen de regeling