Beleidslijn wet Bibob gemeente Gorinchem 2023

Geldend van 20-01-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidslijn wet Bibob gemeente Gorinchem 2023

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gorinchem, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van 10 januari 2023;

gelet op het bepaalde in de Wet Bibob, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), artikelen 3, 27, 30a, 31 en 32 van de Alcoholwet, artikelen 30b, 30e en 30f van de Wet op de kansspelen, artikelen 2:25, 2:28, 2:39, 2:74f en 3:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gorinchem (hierna: de Algemene Plaatselijke Verordening), artikel 2 van de Speelautomatenverordening gemeente Gorinchem 2012, artikelen 2.1, 2.20 en 5.19, vierde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Gorinchem 2011 en het Inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Gorinchem 2019;

overwegende dat de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: de Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

besluit vast te stellen:

Beleidslijn wet Bibob gemeente Gorinchem 2023

Paragraaf 1: Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1) De definities in artikel 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidslijn.

  • 2) In deze beleidslijn wordt, in aanvulling op artikel 1.1 van de Wet Bibob, verstaan onder:

    • a)

      bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gorinchem (ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft);

    • b)

      bibob-toets: een toets aan de Wet Bibob door het bestuursorgaan / rechtspersoon met een overheidstaak en/of het Bureau bij een aanvraag om beschikking, een verleende beschikking, transactie of een overheidsopdracht. Het eigen onderzoek is een vast onderdeel van de Bibob-toets;

    • c)

      bibob-vragenformulier: een formulier gebaseerd op de regeling als bedoeld in artikel 7a lid 5 van de wet.

    • d)

      RIEC: het Regionaal Informatie en Expertisecentrum Rotterdam, het regionaal samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 28, tweede lid, aanhef en onder onder d., van de wet;

    • e)

      wet: Wet Bibob (Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur).

  • 3) Waar in deze beleidsregel ‘gemeente Gorinchem’ wordt genoemd, wordt hiermee zowel het bestuursorgaan als -wanneer van toepassing- de gemeente Gorinchem (hierna: de gemeente) bedoeld.

Artikel 1.2 Doel beleidslijn

In deze beleidslijn geeft het bestuursorgaan aan hoe de wet wordt toegepast bij aanvragen om beschikkingen of intrekkingen van beschikkingen als bedoeld in paragraaf 2 (publiekrechtelijke beschikkingen) van deze beleidslijn. Daarnaast geeft deze beleidslijn aan hoe de gemeente de wet toepast bij de gunning dan wel intrekking van aanbestedingen (overheidsopdrachten) als bedoeld in paragraaf 3 (privaatrechtelijke transacties) van deze beleidslijn. Voor vastgoedtransacties geldt een afzonderlijke beleidslijn: de Beleidslijn Wet Bibob vastgoed gemeente Gorinchem.

Paragraaf 2: Publiekrechtelijke beschikkingen

Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen

De toepassing van de wet zal door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden:

  • 1)

    Uitvoering van de Bibob-toets vindt plaats bij elke aanvraag van een nieuw bedrijf 1 , voor een beschikking als bedoeld in:

    • a)

      artikel 3 van de Alcoholwet, niet zijnde een horecabedrijf van een paracommerciële rechtspersoon of een slijtersbedrijf (vergunning op grond van de Alcoholwet);

    • b)

      artikel 30b van de Wet op de kansspelen; (aanwezigheidsvergunning kansspelautomaat / -automaten);

    • c)

      artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening; (exploitatievergunning ‘commerciële’ openbare inrichting, zoals een coffeeshop, hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, afhaalpunten en maaltijdbezorging) en een publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt of bereid;

    • d)

      artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening (exploitatievergunning speelgelegenheid);

    • e)

      artikel 2:74f van de Algemene Plaatselijke Verordening (exploitatievergunning smartshop of headshop);

    • f)

      artikel 3:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening (exploitatievergunning seksbedrijf).

    • g)

      artikel 2 van de Speelautomatenverordening gemeente Gorinchem (speelautomatenhal);

  • 2)

    Uitvoering van de Bibob-toets vindt plaats bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:

    • a)

      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a., van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit), voor zover dat onderdeel betrekking heeft op het bouwen in één van de volgende risicocategorieën:

      • -

        commerciële openbare inrichtingen (horecabedrijven), zoals een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis, clubhuis, afhaalpunten en maaltijdbezorging;

      • -

        elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was:

        • logies wordt verstrekt (waaronder hotels, kamerverhuurbedrijven, pensions);

        • dranken worden verstrekt/geschonken (waaronder commerciële openbare inrichtingen);

        • spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid (waaronder een commerciële openbare inrichting); of

        • rookwaren voor directe consumptie worden verstrekt (waaronder een coffeeshop);

      • -

        een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren (speelgelegenheid);

      • -

        een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met dan wel inherent zijn aan het exploiteren van hetgeen in het maatschappelijk verkeer vaak wordt aangeduid als een smartshop of headshop;

      • -

        een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar of in combinatie met een horecabedrijf/openbare inrichting;

      • -

        een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt of daarin bemiddelt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (waaronder een escortbedrijf);

      • -

        een inrichting, bestemd om het publiek de gelegenheid te geven een spel door middel van onder andere speelautomaten te beoefenen als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder b., van de Wet op de kansspelen (waaronder een speelautomatenhal);

      • -

        de volgende categorieën bedrijven:

        • afvalbewerkings- en verwerkingsbedrijf;

        • wisselkantoor;

        • wellnessbedrijf, zoals massagesalon, beautysalon, nagelstudio, zonnebankstudio of saunabedrijf;

        • sportschool of fitnesscentrum;

        • kapperszaak;

        • belwinkel;

        • internetcafé;

        • uitzendbureau;

        • opkoper en/of handelaar in gebruikte of ongeregelde goederen;

        • belwinkel, internetcafé of gamecenter;

        • kamerverhuurbedrijf;

        • transportonderneming;

        • autoverkoop- of -verhuurbedrijf (waaronder ook koop en verkoop van auto-onderdelen), autosloperij of schadeherstelbedrijf;

        • sloopbedrijf;

        • import- en exportbedrijf (handelsondernemingen; schoenen, kleren, onderdelen);

        • vastgoedbedrijf;

        • vuurwerkbranche;

        • woon-/zorgkantoor waar bedrijfsmatig zorg wordt verleend

        • zorgaanbieder;

        • PGB-bureau;

        • jachthaven;

        • categorieën die een sterke relatie hebben met bovenstaande.

    • b)

      artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening (evenementenvergunning, voor zover het een evenementenvergunning voor vechtsportwedstrijden of -gala’s, bijeenkomsten van motorclubs, dan wel een daarmee gelijk te stellen evenement betreft2 );

    • c)

      vergunning tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat, conform de Algemene Plaatselijke Verordening.

  • 3)

    Uitvoering van het eigen onderzoek kan bij onderstaande aanvragen voor een beschikking plaatsvinden als sprake is van:

    • ambtelijke informatie; en/of

    • informatie afkomstig van één van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC; en/of

    • wanneer vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 dan wel vanuit het OM, een ander bestuursorgaan of een rechtspersoon met een overheidstaak informatie als bedoel in artikel 26 van de wet wordt verstrekt,

  • die duidelijke aanwijzingen bevat die het vermoeden rechtvaardigen, dat ten aanzien van de betrokkene(n) en/of derde(n) als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de wet, mogelijk sprake is van een ernstige dan wel mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet:

    • a)

      artikel 3 van de Alcoholwet (vergunning op grond van de Alcoholwet: ‘commercieel’ horecabedrijf, horecabedrijf paracommerciële rechtspersoon en slijtersbedrijf);

    • b)

      artikel 30a van de Alcoholwetwet (melding wijziging leidinggevende aanhangsel van de vergunning op grond van de alcoholwet: horecabedrijf, horecabedrijf paracommerciële rechtspersoon en slijtersbedrijf);

    • c)

      artikel 30b van de Wet op de kansspelen; (aanwezigheidsvergunning kansspelautomaat(en));

    • d)

      artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening; (evenementenvergunning);

    • e)

      artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening; (exploitatievergunning openbare inrichting (‘commercieel’ en ‘niet-commercieel’), zoals een coffeeshop, hotel, restaurant, pensioncafé, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis, afhaalpunten of maaltijdbezorging of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt of bereid);

    • f)

      artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening (vergunning speelgelegenheid);

    • g)

      artikel 3:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening (exploitatievergunning seksbedrijf);

    • h)

      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a., van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit);

    • i)

      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e., van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning inrichting Wet Milieubeheer, waaronder de gevallen die behoren tot de afval en/of vuurwerkbranche);

    • j)

      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i., van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 Wet Bibob, kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets, waaronder gevallen die onder de categorie afvalstoffen vermelde activiteiten autodemontage, banden van voertuigen, kunststofafval, medisch en hygiënisch afval, mengen van afval in de betonindustrie en schroot vallen).

  • 4)

    Uitvoering van het eigen onderzoek kan bij overige aanvragen om een beschikking, wanneer deze aanvragen niet genoemd zijn in deze beleidsregel, plaats vinden wanneer uit:

    • ambtelijke informatie; en/of

    • informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC; en/of

    • wanneer vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 dan wel vanuit het OM, een ander bestuursorgaan of een rechtspersoon met een overheidstaak informatie als bedoel in artikel 26 van de wet wordt verstrekt,

  • die duidelijke aanwijzingen bevat die het vermoeden rechtvaardigen, dat ten aanzien van de betrokkene(n) en/ of derden als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de wet, mogelijk sprake is van een ernstige dan wel mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

Artikel 2.1a Uitbreiding toepassing Bibob-toets bij aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 2.1

Naast de in artikel 2.1 aangeduide gevallen, voert het bestuursorgaan een Bibob-toets uit als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking en/of derden als bedoeld in artikel 11a, eerste lid, aanhef en onder b t/m f van de wet, in de afgelopen vijf jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Bureau.

Artikel 2.1b Beperking toepassing Bibob-toets bij aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 2.1

De Bibob-toets wordt ten aanzien van de in artikel 2.1 aangeduide gevallen niet toegepast, als de aanvraag afkomstig is van:

  • 1)

    overheidsinstanties;

  • 2)

    semi-overheidsinstanties3 ;

  • 3)

    toegelaten woning(bouw)corporaties (toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform het Woningbesluit 1932 met een daartoe verstrekte vergunning);

  • 4)

    door het college van burgemeester en wethouders bij (specifiek) besluit aangewezen aanvragers (b.v. PPS-constructies van particuliere ondernemingen en overheid).

Artikel 2.2 Toepassingsbereik weigering volledig invullen Bibob-vragenformulieren en verleende beschikkingen

Artikel 2.2a Weigering volledig invullen Bibob-vragenformulieren

Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, zullen bij aanvragen om een beschikking de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) toegepast worden. Bij volharding zal de gevraagde beschikking buiten behandeling worden gesteld ingevolge artikel 4:5 van de Awb.

Artikel 2.2b Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen

  • 1) Het bestuursorgaan past de wet toe met betrekking tot reeds verleende beschikkingen als:

    • a)

      de verstrekte beschikking betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in bijlage 3 in deze beleidslijn en/of op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het bestuursorgaan na de verstrekking van de beschikking is aangewezen als risicogebied;

    • b)

      de verstrekte beschikking onderdeel uitmaakt van een branche of onderdeel in deze branche, die op basis van een door het bestuursorgaan genomen besluit na de verstrekking van de beschikking is aangewezen voor een generieke Bibob-toets;

    • c)

      er vanuit eigen informatie, vanuit informatie van het Bureau, dan wel vanuit informatie van één of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC, aanwijzingen zijn dat er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • d)

      informatie als bedoeld in artikel 26 jo. artikel 11 van de wet wordt verkregen vanuit het OM, direct of als reactie op een door haar ontvangen signaal van het Bureau, die duidt op een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • e)

      informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet wordt verkregen vanuit een ander, tevens tot toepassing van de wet bevoegd, bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak;

    • f)

      bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-toets een ernstig gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, verzoekt het bestuursorgaan het RIEC om coördinatie in de Bibob-toets.

  • 2) Ten aanzien van de reeds verleende beschikking wordt de volharding in de weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, beschouwd als een ernstig gevaar als genoemd in artikel 4 jo. artikel 3 van de wet. De reeds verleende beschikking wordt als gevolg daarvan ingetrokken.

Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij subsidies

Het bestuursorgaan (het college) past de wet toe met betrekking tot een aanvraag voor dan wel de intrekking van een reeds verleende subsidie als bedoeld in de Algemene subsidieverordening gemeente Gorinchem. Een Bibob-toets wordt uitgevoerd als:

  • 1)

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd valt onder één of meer van de in de bijlage 1 genoemde risicocategorieën; of

  • 2)

    sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of wanneer er vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 dan wel vanuit het OM, een ander bestuursorgaan of een rechtspersoon met een overheidstaak informatie als bedoel in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, die duidelijke aanwijzingen bevat die het vermoeden rechtvaardigen, dat ten aanzien van de betrokkene(n) en/of derden als bedoeld in artikel 3 lid 4 van de wet, mogelijk sprake is van een ernstige dan wel mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

Artikel 2.4 Aanvullend toepassingsbereik

Uitvoering van de Bibob-toets vindt plaats bij aanvragen voor een beschikking, die niet in artikel 2.1, eerste tot en met het derde lid en artikel 2.3 van deze beleidslijn zijn opgesomd, als:

  • 1)

    de aanvraag betrekking heeft op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het bestuursorgaan is aangewezen als risicogebied;

  • 2)

    de aanvraag onderdeel uitmaakt van een branche of onderdeel in deze branche, die op basis van een door het bestuursorgaan genomen besluit is aangewezen voor een generieke Bibob-toets.

Paragraaf 3: Privaatrechtelijke transacties

Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij aanbestedingen

  • 1) De gemeente kan een Bibob-toets uitvoeren ten aanzien van alle overheidsopdrachten als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012, als op grond van de activiteiten behorend tot een als zodanig door de gemeente Gorinchem benoemde risicocategorie en/of risicogebied zoals benoemd in bijlage 3;

  • 2) De gemeente kan een Bibob-toets uitvoeren als er op grond van eigen ambtelijke informatie en/of informatie verkregen van het Bureau (artikel 11 en/of 11a van de wet) en/of informatie verkregen vanuit het OM, een ander bestuursorgaan of een rechtspersoon met een overheidstaak conform artikel 26 van de wet (tip-bevoegdheid) en/of informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC, vragen ontstaan of bestaan over de integriteit van de betrokkene en/of zijn potentiële, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de Wet Bibob en/of over de organisatiestructuur en/of wijze van financiering.

  • 3) De gemeente kan in iedere fase van een aanbesteding ter zake een overheidsopdracht als in het eerste lid van dit artikel bedoeld, een Bibob-toets uitvoeren. Derhalve kunnen aan een Bibob-toets worden onderworpen zowel degenen die de gemeente voornemens is te selecteren tot een volgende fase van de aanbesteding, dan wel degene(n) aan wie de gemeente voornemens is de betreffende overheidsopdracht te gunnen.

De gemeente kan ook na gunning van een overheidsopdracht als bedoeld in dit artikel besluiten een Bibob-toets uit te voeren. Daartoe wordt in de betreffende aanbestede (concept)overeenkomst(en) een nadere bepaling opgenomen. Die bepaling heeft als strekking dat de overeenkomst kan worden ontbonden door het bestuursorgaan, als (alsnog) feiten of omstandigheden in relatie tot het bedrijf of de persoon van de opdrachtgever bekend zijn geworden die, ware deze bekend geweest vóór het tot stand komen van de overeenkomst, aanleiding zouden zijn geweest om de opdrachtnemer uit te sluiten van verdere deelname aan de aanbesteding. De gemeente kan in het hiervoor bedoelde geval besluiten niet tot ontbinding over te gaan, als zij van oordeel is dat uit de Bibob-toets gebleken mate van gevaar in voldoende mate valt te reduceren door het stellen van (nadere) uitvoeringsvoorwaarden.

Paragraaf 4: Bibob-register

Artikel 4.1 Melding Bibob-register conclusie eigen onderzoek of terugtrekking betrokkene

  • 1) Ingevolge artikel 7a, zevende en achtste lid, van de wet meldt het bestuursorgaan, ten behoeve van het Bibob-register, aan het Bureau:

    • a)

      elke conclusie van het eigen onderzoek, voor zover:

      • -

        het Bureau niet om advies is gevraagd in het eigen onderzoek; en

      • -

        de conclusie van het eigen onderzoek ernstig gevaar of mindere mate van gevaar luidt;

    • b)

      de terugtrekking uit de procedure van een betrokkene, als het bestuursorgaan vermoedt dat de betrokkene zich terugtrekt vanwege het toepassen van de wet en nadat een eigen onderzoek was gestart of nadat advies was gevraagd aan het Bureau;

    • c)

      elke correctie die van invloed is op de conclusie of sprake is van ernstig gevaar of mindere mate van gevaar.

  • 2) Bij de melding verstrekt het bestuursorgaan de gegevens als bedoeld in artikel 11a, tweede lid van de wet.

Paragraaf 5: Tipbevoegdheid en delen gegevens

Artikel 5.1 Tippen bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak

Het bestuursorgaan wijst (tipt) een ander bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak in alle gevallen op de mogelijkheid om eigen onderzoek te doen en eventueel daarna het Bureau om advies te vragen, als sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 26 van de wet.

Artikel 5.2 Delen gegevens met andere bestuursorganen, rechtspersonen met een overheidstaak en omgevingsdiensten

Het bestuursorgaan geeft gegevens door in de gevallen en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 28 van de wet.

Paragraaf 6: Afwijkingsbevoegdheid en overgangsrecht

Artikel 6.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bestuursorgaan / de gemeente kan op basis van feiten en omstandigheden in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de maatregelen zoals deze zijn vastgesteld in deze beleidslijn (artikel 4:84 van de Awb, de zogenaamde inherente afwijkingsbevoegdheid).

Artikel 6.2 Overgangsrecht

Deze beleidslijn is van toepassing op ontvangen aanvragen, aangevangen onderhandelingen en aanbestedingen, en op reeds verleende beschikkingen, aangegane transacties en gegunde overheidsopdrachten, vanaf de datum van inwerkingtreding.

Paragraaf 7: Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 7.1 Inwerkingtreding beleidslijn en intrekking oude beleidsregels

  • 1) De Beleidslijn Wet Bibob gemeente Gorinchem 2021, vastgesteld op 6 juli 2021, wordt ingetrokken.

  • 2) De Beleidslijn Wet Bibob gemeente Gorinchem 2023 treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Artikel 7.2 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als de ‘Beleidslijn Wet Bibob gemeente Gorinchem 2023’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gorinchem (ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft) op (10 januari 2023).

De burgemeester van

Gorinchem,

R. Melissant – Briene

Burgemeester en wethouders van Gorinchem,

de secretaris,

H. Kromkamp

de burgemeester,

R. Melissant – Briene


Noot
1

Een nieuw bedrijf is een bedrijf dat zich nieuw in de gemeente vestigt, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of een bedrijf dat zijn rechtsvorm wijzigt.

Noot
2

Evenementen die betrekking hebben op free fight, MMA (Braziliaans Mixed Martial Arts), cage fight (kooigevecht), kickboksen en Muay Thai (Thaiboksen) in al hun varianten voorzover zij plaatsvinden in een gebouw in de gemeente.

Noot
3

Semi-overheid is een algemene aanduiding voor allerlei soorten overheidsorganisaties, die "dicht tegen de overheid aan zitten". Kenmerken van semi-overheid is dat er sprake is van:

a. wettelijke taken en/of het dienen van een uitgesproken publiek belang en

b. een (flinke) publieke financiering.