Uitvoeringsprogramma BVTH (Bestemmen, Vergunnen, Toezicht en Handhaven) 2023 gemeente Enschede

Geldend van 19-01-2023 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsprogramma BVTH (Bestemmen, Vergunnen, Toezicht en Handhaven) 2023 gemeente Enschede

SAMENVATTING

Voor u ligt het uitvoeringsprogramma voor de taken die liggen op het terrein van Bestemmen, Vergunnen, Toezicht en Handhaven in het fysieke domein, het BVTH-uitvoeringsprogramma voor 2023. Dit programma beschrijft de inzet van capaciteit en middelen op het gebied van de uitvoering van het omgevingsrecht (o.a. bouwen, slopen, ruimtelijke ordening, monumenten, brandveilig gebruik en milieu); ook zijn de taken op het gebied van openbare ruimte (o.a. APV/Verordening Kwaliteit Leefomgeving, parkeren, Alcoholwet) en wet Bibob opgenomen in dit programma.

In 2022 waren er veel ontwikkelingen op landelijk, regionaal en lokaal niveau

De Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zijn opnieuw uitgesteld. De beleidsregel BOA is aangepast. Er is intensief regionaal samengewerkt op VTH gebied; wat resulteert in een nieuw opgesteld regionaal VTH-beleid voor de Omgevingsdienst Twente. En ook binnen gemeente Enschede zijn nieuwe visies en beleidsstukken vastgesteld zoals de Gids Buitenkans. Het zijn ontwikkelingen die in 2023 doorwerken in taken voor het uitvoeringscluster Omgeving & Recht.

In 2023 ligt de focus op het reguliere werk

Bestemmingsplannen ontwikkelen, het vergunnen van evenementen en woningen, het toezicht op de bouw van deze woningen of handhaven op illegale bouwwerken en overlast in de openbare ruimte; het is een kleine greep uit de taken die voor het cluster Omgeving & Recht regulier werk zijn. Het werk wordt complexer: omdat we als gemeente ambities hebben maar ook vanuit regelgeving. De krapte op de arbeidsmarkt helpt daarbij niet mee. Om dit op te vangen is in dit uitvoeringsprogramma gekozen om de focus op het reguliere werk te leggen. Projecten, die boven het reguliere werk uitstijgen, zijn alleen in dit programma opgenomen bij wettelijke of politieke urgentie of wanneer middelen beschikbaar zijn gesteld.

In 2023 wordt de visie op het uitvoeren van BVTH-taken opnieuw tegen het licht gehouden

Dit wordt vertaald in nieuw BVTH-beleid. In dit beleid worden nieuwe doelen gesteld en worden de ambities voor de komende jaren vastgelegd. Onderdeel hiervan is beleid voor de nieuwbouw van woningen én voor bestaande woningen. Het BVTH-beleid moet daarnaast ook balans brengen in het werkaanbod, capaciteit en middelen.

Extra aandachtspunten

In 2023 ligt de focus op een aantal complexe omgevingsrechtelijke dossiers zoals o.a. het Euregiobedrijvenpark, het luchthaventerrein en de energietransitie. Na de periode van COVID-19 wordt in 2023 de toezicht en handhaving op de horeca projectmatig opgepakt. Daarnaast is er extra aandacht voor nieuwbouw.

De provincie als interbestuurlijk toezichthouder ziet toe op de beleids- en uitvoeringscyclus

Het BVTH-Uitvoeringsprogramma 2023 en het bijbehorende jaarverslag zijn onderdeel van de beleids- en uitvoeringscyclus. De Provincie Overijssel beoordeelt vanuit haar rol als interbestuurlijk toezichthouder of het uitvoeringsprogramma voor wat betreft de Wabo-taken voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen.

INLEIDING

Gemeenten zijn wettelijk verplicht jaarlijks een uitvoeringprogramma voor vergunnen, toezicht en handhaven op te stellen: het VTH-uitvoeringsprogramma. Dit programma beschrijft de inzet van capaciteit en middelen op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. In Enschede ligt die taak bij het Cluster Omgeving & Recht (O&R). Omdat de VTH-taken onlosmakelijk verbonden zijn met taken op het vlak van bestemmen en handhaven openbare ruimte koos Enschede ervoor het VTH-uitvoeringsprogramma uit te breiden met deze “B”- en “HOR”-taken. Daarmee is het een programma dat de opeenvolgende schakels in de keten beschrijft. Het uitgangspunt van het “BVTH’’-uitvoeringsprogramma is dan ook een ketengerichte uitvoering van taken.

GRONDSLAG IN BELEID

Het BVTH-uitvoeringsprogramma is gebaseerd op het in 2018 vastgestelde BVTH-beleid Enschede. Het BVTH-beleid is de Enschedese visie op de uitvoering van de BVTH-taken. Het beschrijft de kaders waarbinnen het cluster werkt, binnen welke organisatiestructuur en -cultuur het dat doet en welke doelen ze stellen om de kwaliteit van het werk voortdurend te verbeteren. Het hogere doel van het BVTH-beleid is: ‘het leveren van een kwalitatieve bijdrage aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving’.

BELEIDS- EN UITVOERINGSCYCLUS

Het uitvoeringsprogramma is in de beleids- en uitvoeringscyclus de verbindende schakel tussen beleid en uitvoering. In april en september monitort het cluster O&R de voortgang van het uitvoeringsprogramma, om tijdig te kunnen bijsturen en/of opschalen naar het bestuur.

afbeelding binnen de regeling

BVTH-JAARVERSLAG

Om de beleids- en uitvoeringscyclus helemaal sluitend te maken, stelt het cluster O&R jaarlijks een BVTH-jaarverslag op. Daarin rapporteren we over de uitgevoerde taken van het voorgaande jaar. Het BVTH-jaarverslag over 2022 wordt in het eerste kwartaal van 2023 separaat aangeboden aan het college. De opgedane kennis in 2022, zoals vermeld in de twee monitoringsrapportages, dienen mede als input voor het opstellen van dit BVTH-uitvoeringsprogramma 2023.

SCOPE

Dit uitvoeringsprogramma gaat over de hele keten van BVTH binnen de fysieke leefomgeving. Naast de taken op basis van het omgevingsrecht (o.a. bouwen, slopen, ruimtelijke ordening, monumenten, brandveilig gebruik en milieu) zijn ook de taken op het gebied van openbare ruimte (o.a. Verordening Kwaliteit Leefomgeving (VKL), APV, parkeren, Alcoholwet) en wet Bibob opgenomen in dit programma.

RANDVOORWAARDEN

In 2023 speelt een aantal zaken die de volledige uitvoering van dit BVTH-uitvoeringsprogramma onzeker kan maken. Hierop wordt toegezien via de monitoringsrapportages in april en september. Wanneer blijkt dat significant afgeweken moet worden van het programma zal het bestuur geïnformeerd worden over deze keuzes.

De betreffende randvoorwaarden zijn:

1. Arbeidsmarktproblematiek

De arbeidsmarkt is krap. Dit merken de afdelingen binnen het cluster O&R ook. Er staan veel vacatures open die (deels) niet op korte termijn ingevuld kunnen worden. Dit heeft invloed op de uitvoering van dit BVTH-uitvoeringsprogramma. Indien vacatures open blijven staan wordt er geprioriteerd in de werkzaamheden. Om dit probleem zo veel mogelijk op te vangen aan de voorkant is in dit uitvoeringprogramma de focus gelegd op de reguliere taken, extra taken zoals projecten zijn enkel opgenomen bij wettelijke en/of bestuurlijke prioriteit of wanneer middelen beschikbaar zijn gesteld.

2. Een complexer takenpakket

De focus van het uitvoeringsprogramma 2023 ligt op het reguliere werk. In het BVTH-uitvoeringsprogramma 2022 is al geconstateerd dat het reguliere takenpakket steeds complexer wordt. Dat is voor 2023 niet anders. In combinatie met de krapte op de arbeidsmarkt kunnen de te bereiken resultaten onder druk komen te staan.

3. Covid-19

De Covid-19 pandemie is afgezwakt. Toch is er geen zekerheid dat de samenleving wederom te maken gaat krijgen met maatregelen hieromtrent. In dit programma wordt ervan uitgegaan dat de situatie met betrekking tot Covid-19 verder normaliseert. Blijkt dat toch niet het geval, dan leidt dat tot andere keuzes bij de uitvoering van dit uitvoeringsprogramma.

KLEURBEELD INTERBESTUURLIJK TOEZICHT

Het interbestuurlijk toezicht (IBT) heeft bepaald dat voor 2022 het kleurbeeld voor de gemeente Enschede groen is. Daarbij moet worden opgemerkt dat IBT zich zorgen maakt over het capaciteitsvraagstuk waardoor de uitvoeringskwaliteit onder druk komt te staan.

TOT SLOT

De ketengerichte uitvoering reikt tot buiten onze eigen organisatie. Het BVTH-uitvoeringsprogramma 2023 is dan ook afgestemd met de BVTH-samenwerkingspartners Brandweer Twente en Omgevingsdienst Twente (ODT). Het BVTH-Uitvoeringsprogramma 2023 wordt door het college van B&W vastgesteld en ter informatie aan de gemeenteraad gestuurd. De Provincie Overijssel beoordeelt vanuit haar rol als interbestuurlijk toezichthouder of het uitvoeringsprogramma voor wat betreft de Wabo-taken voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen.

TERUGBLIK

Dit uitvoeringsprogramma beschrijft de werkzaamheden voor 2023. Verschillende daarvan vinden hun oorsprong in 2022. Om een goed beeld te krijgen wat het cluster Omgeving en Recht verwachten kan, wordt eerst teruggekeken naar de ontwikkelingen in 2022.

2.1 NIEUWE LANDELIJKE WET- EN REGELGEVING EN BELEID

In 2022 is er veel gebeurd op het gebied van nieuwe wet- en regelgeving. Hieronder wordt teruggeblikt op een aantal belangrijke ontwikkelingen en beleidstukken.

OMGEVINGSWET

In 2022 is opnieuw besloten de Omgevingswet uit te stellen. Ondanks het uitstellen van de wet heeft Enschede besloten in dezelfde lijn door te blijven werken aan de organisatorische maatregelen die nodig zijn om met de wet te kunnen werken en uit te gaan van spoedige inwerkingtreding. In 2022 is gefocust op de zogeheten “minimale vereisten voor inwerkingtreding”.

WET KWALITEITSBORGING VOOR HET BOUWEN

De inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is gekoppeld aan de Omgevingswet. Dat betekent dat de Wkb tegelijkertijd met de Omgevingswet in werking treedt. Enschede maakt onderdeel uit van het landelijke ambassadeursnetwerk Wkb en is samen met één andere gemeente trekker van het ambassadeursnetwerk Twente. De afgelopen jaren heeft Enschede met dit netwerk, door proefprojecten uit te voeren, veel ervaring en kennis opgedaan over de consequenties van de Wkb voor de gemeentelijke organisatie. Specifiek voor Enschede betrof het zes proefprojecten. Met de resultaten kan Enschede zich adequaat voorbereiden op de Wkb. Samen met alle marktpartijen die oefenen met de Wkb zijn meerdere (online) netwerkbijeenkomsten georganiseerd. De ervaringen hieruit zijn via de begeleidingsgroep met het Ministerie en de VNG gedeeld. In 2022 is er actief verder gewerkt aan de voorbereidingen van de Wkb, zowel landelijk, regionaal als lokaal.

VERSTERKEN VTH-STELSEL

Het versterken van het VTH-stelsel wordt de komende jaren verder vormgegeven in het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel. Er is voor de zomer 2022 een kamerbrief verstuurd met het programmaplan van het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel voor milieu (IBP). Met het IBP werken partijen primair aan het realiseren van een schonere, gezondere en veiligere leefomgeving voor alle burgers in Nederland. Milieucriminaliteit zal hierdoor steviger kunnen worden aangepakt.

BELEIDSREGEL BOA

De (landelijke) beleidsregel BOA is in 2022 aangepast. In 2023 wordt de nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur (Amvb) verwacht. Met deze ontwikkelingen is landelijk beweging gekomen in de aanvraag van verdedigingsmiddelen voor BOA’s. Zie ook visie op inzet BOA’s onder hoofdstuk 3.

OPVANG VAN VLUCHTELINGEN

In 2022 is het aantal vluchtelingen flink toegenomen. Dit heeft geresulteerd in meermaals beroepen op gemeenten voor opvang. Ook heeft het geleid tot het wetsvoorstel ‘voldoende opvangplekken beter verdelen over Nederland’. Dit wetsvoorstel moet de taak voor asielopvang en een eerlijke verdeling onder gemeenten bij gemeenten en provincies neerleggen. Mogelijk zorgt dit voor extra taken en werkzaamheden voor bestemmingsplannen en vergunningverlening en toezicht en handhaving.

2.2 SAMENWERKING IN TWENTE

Het cluster Omgeving & Recht werkt op onderdelen intensief samen met de regio (14 Twentse gemeenten en de provincie). In onderstaande paragraaf wordt teruggeblikt op de ontwikkelingen in 2022.

REGIONALE SAMENWERKING OP VTH

Doorontwikkeling VTH-beleid

In 2020 hebben de bestuurders akkoord gegeven om het VTH-beleid Twente, inclusief Nadere Uitwerking voor de taken die door de Omgevingsdienst Twente worden uitgevoerd door te ontwikkelen. Inmiddels is een nieuw regionaal VTH-beleid opgesteld, inclusief Nadere Uitwerking, dat “Omgevingswetproof” is. In oktober 2022 is het vrijgegeven door de portefeuillehouders, zodat elk bevoegd gezag het kan laten vaststellen in het eigen college (GS en B&W). De komende jaren zullen er nog ontwikkelingen zijn die nieuwe aanpassingen van het VTH-beleid noodzakelijk maken. Het VTH-beleid Twente is uitgewerkt in dit uitvoeringsprogramma 2023, zie hoofdstuk 6.

Samenwerking Twente

In de regio Twente werken de 14 gemeenten, de provincie, ODT en diverse ketenpartners samen in het VTH-veld. De VTH-samenwerking omvat de reikwijdte van de Wabo, vindt op diverse niveaus (beleidsmatig en uitvoerend) plaats en is geformaliseerd in de samenwerkingsstructuur (bestuurlijk, management en uitvoering). Eind 2021 is gebleken dat er behoefte is om de VTH-samenwerking te verbeteren. Dit heeft geleid tot de regionale opdracht ‘VTH-samenwerking Twente’. Het portefeuillehoudersoverleg van oktober 2022 is akkoord gegaan met deze opdracht. De opgave is te komen tot verbetering van de VTH-samenwerking in brede betekenis. Enschede zit in de begeleidingsgroep.

Samenwerking en bundeling constructieve kennis Twente

In Twente worden de mogelijkheden verkend voor samenwerking en bundeling van constructieve kennis. Er zijn verschillende redenen hiervoor zoals: de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging die leidt tot een verminderd werkaanbod voor constructeurs; de komende tijd is sprake van uitstroom van constructeurs vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en het aantrekken van nieuwe constructeurs in de huidige arbeidsmarkt is lastig; constructieve veiligheid is in de kwaliteitscriteria aangemerkt als specialistisch deskundigheidsgebied. Het verplaatsen van taken naar de markt leidt mogelijk tot minder robuuste uitvoering en hiermee tot verhoogde kwetsbaarheid bij de gemeenten en toenemende kosten. Daarbij komt dat bij een aantal gemeenten nu al sprake is van onderbezetting. Hiervoor is een opdracht opgesteld en het portefeuillehoudersoverleg van december 2022 is akkoord gegaan met deze opdracht.

BRANDWEER TWENTE

Met de Brandweer Twente is de samenwerking op het gebied van de BVTH-taken structureel van aard en vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst. De BVTH-taken die door Brandweer Twente in 2023 worden uitgevoerd zijn daarom afzonderlijk vastgelegd. Het programma dat zij voor ons uitvoert staat in hoofdstuk 7 van dit document.

OMGEVINGSDIENST TWENTE

Vanaf 1 januari 2022 hebben alle deelnemende gemeenten hetzelfde “standaardpakket”, ondergebracht bij de ODT. In 2022 is een vervolg gegeven aan de herijking financiering ODT. Doel daarvan is te komen tot outputfinanciering. Ook streeft ODT er naar de uitvoeringsprogramma’s van de deelnemers zoveel mogelijk af te stemmen op de financiële bijdrage. Daarmee wordt een eind gemaakt aan de jaarlijkse naheffingen. De uitkomsten van deze financiële herijking vertaalt zich in de begroting ODT 2024 en de gemeentebegroting. De invoering van de Omgevingswet maakt dat extra tijd is besteed aan werkprocessen, standaarden en werkafspraken om ze “Omgevingswetproof” te maken.

De bevoegd gezagen vullen jaarlijks samen met de ODT een sjabloon uitvoeringsprogramma in en leggen dit voor aan de individuele colleges. Het uitvoeringsprogramma ODT is onderdeel van dit BVTH-uitvoeringprogramma, zie hoofdstuk 6. ODT levert kwartaalrapportages over de monitoring op de geplande werkzaamheden zoals deze staan genoemd in het uitvoeringsprogramma. De kwartaalrapportages behoeven een verdere ontwikkeling om ook te kunnen beoordelen of de beleidsdoelstellingen worden gehaald en uitgevoerd zijn. Hierover zijn in 2022 afspraken met het ODT gemaakt.

2.3 ONTWIKKELINGEN VOOR ENSCHEDE EN HET CLUSTER O&R

In 2022 heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die invloed hebben op de uitvoering in 2023.

ENERGIE EN KLIMAAT

Eind 2021 is de Energievisie vastgesteld. Enschede wil een aantrekkelijke en leefbare gemeente zijn voor iedereen die er woont, werkt of op bezoek komt. Het doel van de Energievisie is het aandeel duurzame energie tot 2030 met minimaal 8% te verhogen.

In 2022 is het Water- en klimaat adaptatieplan vastgesteld. Dit Water- en Klimaatadaptatieplan beschrijft hoe de gemeente Enschede omgaat met water en riolering en wat er wordt gedaan om Enschede voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering. De gemeente Enschede werkt samen met inwoners, ondernemers en partners aan een stad waar iedereen graag wil zijn en (ver)blijven. Het water- en klimaatadaptatieplan beschrijft hoe Enschede invulling geeft aan de zorgplichten op het gebied van afvalwater, regenwater en de grondwater.

Daarnaast is in 2022 het Groenambitieplan Enschede 2050 vastgesteld. Er zijn drie hoofdprincipes om Enschede verder te vergroenen: beschermen, benutten en bouwen. In de uitvoering zien we drie belangrijke uitwerkingsonderdelen: het zelf vergroenen als gemeente om het goede voorbeeld te geven, het samen (met bewoners, ondernemers en instellingen) vergroenen en het uitwerken van de benodigde instrumenten om verder te vergroenen. Denk daarbij aan het uitwerken van de groene principes naar uitvoering, het vertalen van de principes naar dorpen en buurten en het uitwerken van de benodigde uitvoeringsmiddelen voor het plan.

In de aanpak van het verduurzamen van gebouwen wordt verwacht dat vanuit cluster O&R in 2023 en de jaren erna inzet nodig is. De omvang en vormgeving van de gevraagde inzet is momenteel nog niet duidelijk.

WONINGBOUWOPGAVE/FLEXWONINGEN

In de Enschedese woonvisie is het uitgangspunt een groei naar 170.000 inwoners. Dat betekent dus logischerwijs ook de bouw van nieuwe woningen. Er is een netto-toename van 9.300 woningen voorzien (ambitie). Om daar vorm aan te kunnen geven is er een woningbouwprogrammering welke twee keer per jaar wordt geactualiseerd. Op dit moment is er op de Enschedese woningmarkt onvoldoende ruimte voor mensen met een tijdelijke woonvraag die zich soms plotseling en dringend voordoet. Voor deze groepen wordt het concept van flexwonen uitgewerkt. Samen met de landelijke ontwikkelingen leidt dit tot een stevige woningbouwopgave die consequenties kan hebben voor de werkzaamheden van het cluster Omgeving & Recht. Denk aan bestemmingsplannen, vergunningverlening, toezicht handhaving en adviseren omtrent nieuwe initiatieven/projecten.

OPKOOPBESCHERMING

De gemeenteraad heeft besloten de ‘Huisvestingsverordening Opkoopbescherming 2022’ in te voeren per 1 januari 2023. Het doel is het beschermen van betaalbare koopwoningen voor starters en middeninkomens. In de huisvestingsverordening wordt geregeld dat het kopen en vervolgens verhuren van een bestaande woning met een WOZ-waarde tot 288.000,-- euro in bepaalde wijken niet is toegestaan. In enkele situaties kan er een vergunning worden aangevraagd. Denk aan een (groot)ouder die een woning koopt om te verhuren aan een (klein)kind. Nieuwe woningen, jonger dan drie maanden, vallen niet onder deze verordening.

VISIE LANDELIJK GEBIED – GIDS BUITENKANS

De Visie landelijk gebied (juli 2021) gaat over een vitaal, leefbaar en mooi buitengebied. De hoge kwaliteit van natuur, landschap en cultuurhistorie vraagt om bescherming. In de Visie landelijk gebied heeft de gemeente het beleid voor de langere termijn (2030) vastgelegd. De Gids Buitenkans (2022) werkt het beleid o.a. uit in regels. De Gids kent vier grote regelingen voor bouwen en slopen: Rood voor Rood, Sloopregistratie, Vrijkomende Agrarische Bebouwing en Rood voor Groen. Verder bevat de Gids regels per thema. Dat zijn regels over wonen, landbouw, niet-agrarisch werken, natuur, zorg, recreatie, landgoederen, bos en energie. De Gids dekt niet alle denkbare nieuwe initiatieven. Voor initiatieven waar de regels geen uitkomst bieden vindt ‘maatwerk’ plaats. Dan zijn er geen uitgewerkte regels en wordt o.a. bekeken of het plan past binnen bestaande beleidskaders van de gemeente. De Gids schetst voor alle initiatieven welke stappen een plan moet doorlopen van initiatief tot goedkeuring tot medewerking vanuit de gemeente. Een actuele Gids zorgt voor een goed handvat en beoordelingskader op ‘papier’. Dat is niet voldoende om initiatiefnemers ook op klantvriendelijke wijze in hun initiatief te begeleiden. Die begeleiding vraagt aandacht. De begeleiding van de initiatieven moet op orde zijn. Naast de invoering van de Gids vraagt het op orde brengen van de interne organisatie voor de intake en begeleiding van plannen de nodige aandacht.

EVENEMENTEN

In 2022 is een start gemaakt met het opstellen van een nieuwe evenementenvisie en bijbehorend toetsingskader. Zie hoofdstuk 3.2 evenementen - visie en toetsingskader vergunnen.

DRONES

Er is in 2022 een gemeentebreed actieplan drones opgesteld. In 2023 onderzoekt het cluster O&R of drones een waardevolle aanvulling of ondersteuning op toezicht en handhaving kan zijn.

CLUSTERBREDE OPGAVEN IN 2023

De BVTH-uitvoeringsorganisatie is bij de gemeente Enschede ondergebracht in het cluster Omgeving & Recht. Dit cluster bestaat sinds 2019 uit de afdelingen Bestemmen, Vergunnen, Handhaven Bouwen & Milieu (HBM), Handhaven Openbare Ruimte (HOR) en Staf.

3.1 VERBINDEN BELEID- EN UITVOERINGSCYCLUS

Het cluster Omgeving & Recht werkt met diverse beleidsstukken. In deze paragraaf wordt uiteen gezet welke opgaven in 2023 opgepakt worden.

BVTH-BELEID

In het BVTH-beleid is vastgelegd:

  • onze visie op de uitvoering van de BVTH-taken;

  • welke in- en externe kaders de context bepalen waarin wij werken;

  • hoe en met wie we willen werken (organisatiestructuur en -cultuur);

  • welke doelen wij onszelf stellen om de kwaliteit van ons werk voortdurend te verbeteren.

Het bestaande BVTH-beleid dateert uit 2018. Sindsdien is er nieuwe wet- en regelgeving gekomen, spelen er maatschappelijke ontwikkelingen, verschuiven er taken en ook heeft Enschede zelf verschillende ambities. Veranderingen die vragen om nieuw beleid. In 2022 zijn daarvoor al enkele stappen gezet. In 2023 wordt het BVTH-beleid voor het gehele cluster O&R doorontwikkeld. Dit is inclusief de cluster- en beleidsdoelen, in het uitvoeringsprogramma van 2024 worden deze doelen gekoppeld aan de inzet.

BELEID- EN UITVOERINGSCYCLUS (OMGEVINGSWET) VERBINDEN MET DE IPC

Het cluster O&R werkt met de beleid- en uitvoeringscyclus en de IPC-cyclus. Er is een beleidskader en jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma en een jaarverslag gemaakt voor de taken van het cluster O&R. Daarnaast vindt tussentijds monitoring plaats om zo te weten of er bijgesteld moet worden. Dit gebeurt niet alleen op aantallen, maar ook op beleidsdoelen en ontwikkelingen. Daarbij wordt waar mogelijk aansluiting gezocht bij de concernopgaven, het college-akkoord, het regeerakkoord, clusterdoelen etc. Ketensamenwerking is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Er wordt steeds meer verbinding tussen deze twee cyclussen gelegd om beter te kunnen sturen op langere termijn doelstellingen. De wens is meer zicht hebben op ontwikkelingen en of het werk voldoende bijdraagt aan de gestelde doelen. Daarnaast is het streven te kunnen beoordelen of er voldoende kwaliteit geleverd wordt.

3.2 BELEIDSONTWIKKELING

OMGEVINGSWET

Als gevolg van het hernieuwde uitstel van de Omgevingswet is de afronding van een aantal voorbereidende onderwerpen op onderdelen naar 2023 geschoven. Uitgaande van de invoeringsdatum van 1 juli zijn de belangrijkste punten:

  • Training en opleiding voor de medewerkers op het gebied van de nieuwe regelgeving én in het werken met de nieuwe applicaties.

  • Werken aan de Omgevingsvisie: een aantal collega’s van het cluster zal ook in 2023 een bijdrage leveren aan de totstandkoming van de Omgevingsvisie.

  • Werken aan het Omgevingsplan – dit is het grootste onderdeel dat nog moet gebeuren en dat uiteindelijk in 2029 volledig gereed dient te zijn. Dit project ligt voor het overgrote deel bij de afdeling bestemmen – in hoofdstuk 5 is dit project iets verder beschreven.

  • Er moeten verschillende teams worden samengesteld om vanaf de invoeringsdatum problemen in het werken met de Omgevingswet of de nieuwe applicaties snel te kunnen oplossen.

  • En verder nog een groot aantal aandachtspunten, waaronder: het opstellen van toepasbare regels, het opstellen van een handreiking voor participatie door initiatiefnemers, Omgevingswetproof maken van onze brieven en website, opstellen van afwijkingenbeleid en eventueel een paraplubestemmingsplan, aanpassen van het mandaatbesluit, etc.

WET KWALITEITSBORGING VOOR HET BOUWEN (WKB)

Voor zover nu bekend, treedt op 1 juli 2023 de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in werking, tegelijkertijd met de Omgevingwet. Door de Wkb verandert de rol van gemeenten tijdens het bouwproject. In de eerste fase wordt het bouw- en woningtoezicht op kleinere bouwprojecten overgeheveld naar private partijen (kwaliteitborgers). In 2022 is een eerste beleidslijn opgesteld. De komende periode wordt het beleid doorontwikkeld aan de hand de opgedane kennis en ervaringen met proefprojecten. Daarbij is aandacht voor onder andere ICT, werkprocessen/werkprotocollen, communicatieplan, opleidingsplan, verbinding met de Omgevingswet, etc.

KERKENVISIE: INZICHT KRIJGEN IN TOEKOMST KERKGEBOUWEN

Enschede heeft financiële ondersteuning gekregen van het Rijk voor het opstellen van een kerkenvisie. In 2021 is een start gemaakt met de opstelling van de visie. In 2023 zal deze worden afgerond. Met de kerkenvisie wordt zicht gecreëerd op vragen die er spelen bij kerkgenootschappen over de toekomst van de kerkgebouwen en ontstaat een beter beeld van de cultuurhistorische waarde van deze gebouwen. Zie voor verder informatie hoofdstuk 5.1 inzicht krijgen in toekomst kerkgebouwen.

EVENEMENTEN – VISIE EN TOETSINGSKADER VERGUNNINGEN

Er wordt een nieuwe evenementenvisie voor Enschede opgesteld. Daarin worden keuzes gemaakt hoe evenementen kunnen bijdragen aan de strategische opgaves van de stad. In het Toetsingskader voor evenementenvergunningen worden voorwaarden gesteld aan evenementen voor wat betreft zaken als openbare orde en veiligheid, overlastbeperking, e.d.

De evenementenvisie en het toetsingskader voor evenementenvergunningen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Sommige keuzes in de visie hebben consequenties voor het toetsingskader, bijvoorbeeld over evenementenlocaties. Het ligt dan ook voor de hand beide documenten tegelijkertijd vast te laten stellen. Volgens plan gebeurt dat in het tweede kwartaal van 2023. Dat heeft onder andere tot gevolg dat ook in 2023 een begin wordt gemaakt met het opstellen van de beoogde locatieprofielen. Daarin staan specifieke informatie en maatwerkvoorschriften per evenementenlocatie. Bovendien kan er meer aandacht zijn voor onderwerpen zoals duurzaamheid en inclusie. De locatieprofielen worden als project opgepakt, zie hoofdstuk 5.2 locatieprofielen evenementen.

BIBOB BELEID

De Wet bibob is op 1 oktober 2022 gewijzigd. Dat leidt onder andere tot een verruiming van de bevoegdheden tot informatiedeling tussen het Landelijk Bureau Bibob en overheden en tussen overheden onderling. Daarnaast leidt de wijziging tot een uitbreiding van het toepassingsbereik van de wet, bijv. op het gebied van vastgoedtransacties en aanbestedingen. Dat maakt aanpassing van de ‘Beleidsregel wet bibob gemeente Enschede 2019’ noodzakelijk.

VISIE OP INZET BOA’S

De afgelopen jaren hebben buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) steeds meer taken gekregen. Complexe taken, zoals: overlast door jeugdgroepen, ondermijning, handhaving op de alcoholwet. Voor de aanpak hiervan is een goede inzet van BOA’s cruciaal. Daarvoor is afstemming nodig tussen handhaving en diverse partners op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. Waar begint de taak van de BOA en waar houdt deze op? Los van die vraag is het de plicht als goed werkgever om zorgvuldig af te wegen welke (verdedigings)middelen en bijbehorende opleiding een BOA dient te hebben voor een veilige uitvoering van zijn taak. De minister heeft hierin ook stappen gezet (Meerjarige beleidsagenda BOA en Voortgangsbrief BOA juni 2022, Ministerie J&V). Met de aangepaste beleidsregel BOA en de aanstaande Amvb is een logische vervolgstap om in 2023 een visie voor de inzet van de BOA’s op te stellen en hier uitvoering aan te geven.

3.4 KWALITEITSVERORDENING/-CRITERIA VTH

VASTSTELLEN NIEUWE KWALITEITSVERORDENING

De Verordening kwaliteit omgevingsrecht moet vastgesteld worden in de aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet. De verordening regelt de kwaliteitscriteria bij de (B)VTH-taken onder de Omgevingswet, zowel voor de ODT als voor het cluster O&R.

DIENSTVERLENING

Als gemeente streven we naar een zo goed mogelijke dienstverlening in de brede zin. Daartoe is de gemeentebrede Uitvoeringsagenda stedelijke dienstverlening opgesteld. Die vormt op het gebied van dienstverlening het kader voor de BVTH-uitvoeringsorganisatie.

Specifiek vanuit het cluster Omgeving en Recht wordt in 2023 gewerkt aan:

  • verdere verbetering van de website als informatiebron voor inwoners;

  • verbetering van de (schriftelijk) communicatie met het traject “direct duidelijk”, door brieven in begrijpelijke taal te herschrijven;

  • meten/monitoren van wat de klanten vinden van de producten en hoe zij de contacten en communicatie met het cluster ervaren hebben.

UITVOERINGSKWALITEIT

Kwaliteitscriteria en Verordening uitvoering en handhaving

Er zijn landelijk kwaliteitscriteria vastgesteld om de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken), te professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen: de Kwaliteitscriteria VTH inclusief competentieprofielen. Die gaat over de kwaliteit van medewerkers en borging van minimale vereiste capaciteit op bepaalde onderdelen, maar ook over het borgen van werkprocessen. In december 2016 heeft de gemeenteraad de hierop gebaseerde “ Verordening Kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Enschede 2016” vastgesteld gebaseerd op de VTH- kwaliteitscriteria 2.1. Met de komst van de Omgevingswet veranderen de (landelijk opgestelde) VTH- Kwaliteitscriteria en competentieprofielen. Er zal een nieuwe gemeentelijke verordening worden opgesteld om de kwaliteitscriteria VTH versie 2.3 van toepassing te verklaren.

Vakbekwaamheid en competenties

Ook voor wat betreft de deskundigheid van de medewerkers blijft het uitgangspunt voor 2023 dat alle medewerkers binnen de BVTH-organisatie (blijven) voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.2. Tegelijk heeft ook Enschede te maken met krapte op de arbeidsmarkt waardoor de eisen die gesteld worden soms onder druk komen te staan. In 2022 wordt naar verwachting het project Functiehuis afgerond, zodat alle medewerkers vanaf 2023 een actuele resultaatbeschrijving, inclusief competenties, van hun functie hebben.

PROCESSEN

Het actualiseren en (door)ontwikkelen van werkprotocollen (procesbeschrijvingen) is in 2023 om meerdere redenen extra actueel. Wanneer de Omgevingswet (en de Wet kwaliteitsborging bouwen) per 1 juli 2023 wordt ingevoerd betekent dit een actualisatie van nagenoeg alle werkprocessen aan de nieuwe wetgeving. Bovendien is een nieuw systeem CLO (Centric leefomgeving) aangeschaft.

Datagericht werken

Zowel landelijk als binnen onze eigen organisatie wordt datagericht en informatiegestuurd werken steeds belangrijker. Door beleid, systemen/processen en informatie met elkaar te verbinden, zijn we beter en sneller in staat voor te sorteren op (maatschappelijke) ontwikkelingen. Dit komt onze kwaliteit en dus ook onze dienstverlening ten goede.

De afdeling Handhaven Openbare Ruimte wil informatiegestuurd handhaven, zodat inzichtelijk wordt welke bijdrage de afdeling levert aan het wegnemen van de ergernissen in de openbare ruimte in Enschede. De capaciteit van BOA’s kan op deze manier effectiever worden ingezet. Hierin zijn de eerste stappen gezet waarbij nu de aandacht verlegd moet worden naar implementatie (data-analyse uitvoeren). Vergunnen en Bestemmen kunnen op deze manier beter financieel sturen en verantwoorden. Handhaven, Bouwen en Milieu kan hiermee sturen op de belangrijkste thema’s veiligheid en gezondheid in specifieke branches voor nieuwbouw en bestaande bouw.

HET REGULIERE WERK

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de urenverdeling en het reguliere werk van elk van de vijf afdelingen. In de uren voor het reguliere werk zijn ook de uren opgenomen voor werkzaamheden die de kwaliteit van het werk verbeteren.

4.1 CAPACITEIT EN VERDELING

In 2023 heeft het cluster Omgeving & Recht verdeeld over de vijf afdelingen 133,6 FTE tot haar beschikking. Daarmee voert zij taken uit die in drie categorieën zijn onder te verdelen: regulier, projecten en onvoorzien. Onder regulier vallen de basistaken; deze komen in hoofdstuk 4 per afdeling aan de orde. “Projecten” zijn de taken met een eindig karakter waar in het komende jaar een accent op ligt, bijvoorbeeld omdat er politieke urgentie is. Als laatste is er onvoorzien. Elk jaar wordt een percentage aan uren vrijgehouden voor onvoorziene zaken en/of spoedwerkzaamheden. Door de aard van de werkzaamheden van de afdelingen HOR en Staf werken zij niet met deze verdeling. Voor hen geldt dat zowel het projectmatig werk als onvoorzien onder reguliere werkzaamheden valt, dit betekent niet dat er geen rekening wordt gehouden met onvoorziene werkzaamheden. In hoofdstuk 5 worden de projecten per afdeling beschreven. In onderstaande tabel is de urenverdeling over regulier/project/onvoorzien weergegeven.

Totaal beschikbaar (in FTE)

Benodigd voor regulier werk (in FTE)

Beschikbaar voor projecten en onvoorzien (in FTE)

Benodigd voor projecten (in FTE)

Benodigd voor onvoorzien (in FTE)

Bestemmen

18,8

18,8

0

0

nvt.

Vergunnen

39

36

3

1,4

1,6

HBM

29

22,6

3,5

3,5

2,9

HOR

32

31,9

nvt.

0,1

nvt.

STAF

14,8

14,7

nvt.

0,1

nvt.

4.2 AFDELING BESTEMMEN

De afdeling Bestemmen werkt aan toekomstgerichte bestemmingsplannen. Ze adviseert vroegtijdig over de haalbaarheid van plannen, de mogelijkheden en randvoorwaarden voor gebiedsontwikkelingen, de inzet van juridisch instrumentarium en beleidsproducten en -processen, zoals Omgevingsvisie, structuurvisies en sectorale beleidsnota’s. Dat geldt zowel voor de bestemmingsplanjuristen als voor de specialisten op het gebied van geluid, bodem, luchtkwaliteit, externe veiligheid, milieueffectrapportage (MER), natuur, cultuurhistorie en archeologie. Ter voorbereiding op de Omgevingswet is de afdeling Bestemmen druk bezig met de voorbereiding op het nieuwe Omgevingsplan. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan het kwaliteitsprogramma van de afdeling. Dit programma omvat activiteiten gericht op inhoud en werkstijl, waarbij gericht wordt gewerkt aan het verbeteren van de inhoudelijke kwaliteit en aan thema’s op het gebied van (keten)samenwerking, communicatie en dienstverlening (werkstijl). De beschikbare capaciteit wordt in 2023 voor het grootste deel ingezet op de reguliere (wettelijke) taken.

PRIORITERING WERKZAAMHEDEN

Binnen Bestemmen wordt voornamelijk vraaggestuurd gewerkt. De urgentie van de werkzaamheden wordt bezien vanuit de opgaven en het programma voor de stad. De prioriteit wordt voornamelijk door de ambtelijk opdrachtgevers en ontwikkelingsmanagers bepaald, maar wordt tevens beïnvloed door concrete aanvragen van particulieren, bedrijven en instellingen en overeenkomsten met initiatiefnemers.

CAPACITEIT BESTEMMEN

De afdeling Bestemmen beschikt over 15 FTE, exclusief 4 FTE inhuur.

Functie

FTE

Planjuristen

5,8

Senior planjuristen

2

Inhuur

4

Geo adviseur

0,8

Specialistische adviseurs:

Geluid/externe veiligheid/lucht/bodem

3

Natuurwetgeving/archeologie

0,8

Cultuurhistorie

2,4

Totaal

18,8

REGULIER WERK PLANJURISTEN

In grote lijnen ligt het werk van de planjuristen in het faciliteren van gewenste particuliere en maatschappelijke initiatieven, stedelijke ontwikkelingsprojecten via planherzieningen en afwijkingsbesluiten en daar aan verwante zaken. De kern van het werk zit in het ontwikkelen en herzien van (paraplu)bestemminsplannen en deze procedureel, waaronder op het gebied van participatie, begeleiden. Daarbij adviseren zij over tal van onderwerpen. Denk aan planschade, M.e.r.-procedures, monumenten, stedelijke ontwikkelingsprojecten en beleidsontwikkelingen

Voor 2023 worden onder andere de volgende belangrijke stedelijke ontwikkelingsprojecten voorzien:

  • 1.

    Centrumkwadraat

In 2023 worden twee (deel) bestemmingsplannen voor het centrumkwadraat ter besluitvorming voorgelegd aan de raad. Het Centrumkwadraat bevat het ruimtelijke toekomstplan voor de stationsomgeving. Een stedelijke woon/werkomgeving, maar tegelijkertijd ruim en groen. Wonen en werken, maar ook cultuur en horeca en bomen en monumenten blijven behouden. De Molenstraat is inmiddels verkeersluw gemaakt, en daarmee aantrekkelijk voor fietsers. Door wadi’s wordt water in het gebied opgevangen. Daarmee is het een gevarieerd gebied met veel aspecten die deels in het bestemmingplan moeten worden vastgelegd.

  • 2.

    Cromhoff

Er is door de raad een ontwikkelvisie vastgesteld voor de transformatie van de locatie Cromhoff. Deze geeft de kaders aan waarbinnen plannen verder kunnen worden uitgewerkt. Tot het moment dat de uiteindelijke plannen gerealiseerd gaan worden is er ruimte voor tijdelijke initiatieven op de locatie. Op basis van de ontwikkelvisie starten we met de procedure voor het bestemmingsplan Cromhoff en leggen dat ter besluitvorming voor aan de raad. Met de ontwikkeling van Cromhoff ontstaat een uniek stuk stad, waarin de bestaande kwaliteiten en bijzondere ligging van het gebied goed tot hun recht komen. Diverse specialisten binnen de afdeling (cultuurhistorie, natuur, bodem en geluid) zijn en blijven nauw betrokken bij het plan.

  • 3.

    Eschmarkerveld

Eschmarkerveld wordt ontwikkeld als groene, toekomstbestendige wijk voor ca. 650 woningen, waarvan ruim de helft van de geplande woningen valt in de betaalbare categorie. De raad heeft het Koersdocument Eschmarkerveld vastgesteld en daarmee het kader waarbinnen het gebied ontwikkeld kan worden. De plannen voor de wijk worden verder uitgewerkt. Op basis van die uitwerking volgt een grondexploitatie, waarna we een bestemmingsplan/wijziging omgevingsplan opstellen, dat we in procedure brengen en ter besluitvorming voorleggen aan de raad.

REGULIER SPECIALISTISCH WERK

Geluid

Een belangrijk deel van de reguliere adviestaken voor geluid hebben betrekking op (bouw)vergunningen, ruimtelijke plannen en projecten, waarvoor geluidsaspecten standaard in beeld worden gebracht.

Andere werkzaamheden op hoofdlijn:

  • Het schrijven en uitvoeren van saneringsplannen voor woningen met een te hoge geluidsbelasting vanwege wegverkeer, railverkeer en bedrijven.

  • De geluidzonering rond industrieterreinen wordt voortdurend bijgehouden. Onder de Omgevingswet, in 2023, worden deze omgezet naar een geluidproductieplafond.

  • Opstellen van het wettelijke verplichte actieprogramma omgevingslawaai. Dat gebeurt in samenwerking met Hengelo en Almelo, op basis van de in november 2022 vastgestelde EU-geluidsbelastingenkaart.

Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over de risico's voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarom zijn risicovolle bedrijven, transportroutes of buisleidingen exact in beeld. De reguliere adviestaken op het vlak van Externe veiligheid hebben betrekking op advisering bij (bouw)vergunningen en ruimtelijke plannen waarbij externe veiligheid een rol speelt.

Bodem

De Wet bodembescherming (Wbb) stelt regels om de bodem te beschermen. De Wbb maakt duidelijk dat grondwater een onderdeel van de bodem is. Daarnaast wordt de sanering van verontreinigde bodem en grondwater door middel van de Wbb geregeld. De reguliere adviestaken onder de Wet Bodembescherming bestaan voornamelijk uit adviezen bij vergunningen en ruimtelijke plannen maar ook bij toezicht en handhavingszaken.

Luchtkwaliteit en stikstof

De luchtkwaliteit in Enschede voldoet in principe aan wettelijke normen en de adviezen op dat gebied kosten daarom in verhouding minder tijd. Anders is dat bij stikstof. De Wet stikstofreductie en natuurverbetering is sinds 1 juli 2021 van kracht. Door de wet moet de stikstofdepositie op natuurgebieden, met name Natura 2000 gebieden, sterk afnemen. In de zorg voor die gebieden ligt ook een belangrijke taak voor gemeenten. Voor de aanpak van de stikstofproblematiek is een gemeentelijke werkgroep in voorbereiding met deelnemers uit relevante vakdisciplines, o.a. vanuit het cluster Omgeving en Recht. De werkgroep inventariseert het stikstof probleem voor Enschede en komt met oplossingen, waaronder een stappenplan voor projectleiders over hoe om te gaan met de stikstofproblematiek (welke stappen, welke oplossingsmogelijkheden, hoe de oplossing te realiseren). Er is aansluiting bij een provinciale werkgroep die in 2023 gebiedsagenda’s opzet. Tegelijkertijd worden binnen het cluster stikstofberekeningen uitgevoerd en/of getoetst om de gevolgen van ontwikkelingen te bepalen en daarop te adviseren.

Natuurwetgeving ecologie

De reguliere adviestaken voor ecologie houden advisering in bij vergunningen (onder andere bouw, kap en aanleg), ruimtelijke plannen, opstellen beleid en nieuwe initiatieven/projecten en deelname aan de werkgroep herzieningen. Vanaf 2023 maakt ook de NNN-toets deel uit van het reguliere werk. Meeadviseren in bezwaar- en beroepsprocedures maken ook onderdeel uit van de reguliere taken. Daarnaast zijn er diverse werkzaamheden waaronder advisering van burgers en andere gemeentelijke afdelingen (ontwerp openbare ruimte) over ecologie.

Cultuurhistorie

De advisering heeft betrekking op monumenten, karakteristieke panden en cultuurhistorie bij monumentenvergunningen en ruimtelijke plannen, deelname in de werkgroep herzieningen en advisering bij andere beleidsvelden. In 2023 is er specifiek aandacht voor de volgende werkzaamheden:

  • Onder de Omgevingswet wordt advisering over cultuurhistorie een nieuwe structurele taak. Dan gaat het om digitalisering van gegevens, onderhouden van beschikbare gegevens, ontwikkelen van methodes om erfgoed te vertalen in het omgevingsplan, verankeren van de geactualiseerde cultuurhistorische waardenkaart in het Omgevingsplan, en ook opgaven als het borgen van de omgeving van monumenten in het omgevingsplan.

  • Duurzaamheid, waaronder energiebesparing, komt steeds nadrukkelijker aan de orde bij monumenten en karakteristieke gebouwen. De vragen van eigenaren nemen toe en worden complexer. Dat vraagt iets van onze advisering (meer werk, maar ook behoefte aan bepaalde expertise)

Archeologie

De reguliere adviestaken voor archeologie hebben betrekking op vergunningen (zoals bouw en aanleg) en ruimtelijke plannen en ontwikkelingsprojecten en deelname aan de werkgroep herzieningen. Ook is er regulier afstemming met de regioarcheoloog en buurgemeenten.

4.3 AFDELING VERGUNNEN

De afdeling Vergunnen heeft als doel de kwaliteit, de leefbaarheid en de veiligheid in de fysieke leefomgeving te waarborgen en verbeteren. Zij doet dat door vergunningen te verstrekken of te weigeren en meldingen te behandelen, waarbij het belang van de aanvrager en het algemeen belang in acht worden genomen. Binnen de kaders wordt maatwerk toegepast. Aspecten als constructieve veiligheid, energie, milieu en de mate waarin de aanvraag past binnen ruimtelijke gewenste ontwikkelingen spelen hierbij een rol.

CAPACITEIT VERGUNNEN

De afdeling Vergunnen heeft een capaciteit van 39 FTE. Daarvan is 25 FTE in vaste dienst, 14 FTE wordt ingehuurd.

Functie

FTE

Bouwplantoetser

9,7

Jurist

10,1

Kap, onzelfstandige bewoning en overig

5,4

Constructeur

3,0

Evenementen

2,5

Horeca/drank

2,5

Milieu / ODT

1,8

Senior adv Sturen en Verantwoorden

1,0

Onvoorzien / projecten

3,0

Totaal

39

De beschikbare capaciteit zal in 2023 voor het grootste deel worden ingezet op de reguliere (wettelijke) taken, de invoering van de Omgevingswet (verder Ow) en de invoering van de Wet kwaliteitsborging (verder Wkb). Dit betekent dat de afdeling alleen aan de overige taken toekomt als vacatures zijn ingevuld of dat onvoorziene taken ten koste gaan van regulier werk.

Onderwerp

Aantallen

Bouwactiviteit                                                             

725 stuks 

Evenementenvergunning

200 stuks

Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening         

330 stuks 

Instemmingsbesluit kabels en leidingen

300 stuks

Kappen (meldingsplicht)                                             

210 stuks 

Kappen (vergunningplicht)                                           

260 stuks 

Melding 8.40 (milieumelding)                                      

120 stuks 

Melding brandveilig gebruik                                         

240 stuks 

Melding lozen buiten inrichting                                    

50 stuks 

Sloopmeldingen (voornamelijk sloop asbest)                

900 stuks 

Uitvoeren van een werk (aanlegvergunning)                

25 stuks 

Uitweg / inrit                                                               

45 stuks 

REGULIER WERK VERGUNNEN

Activiteiten bij ODT

Hoewel de gemeente Enschede voor een deel van de reguliere werkzaamheden weliswaar het bevoegde gezag is, is de uitvoering ervan belegd bij de ODT. Het gaat dan om alle milieuvergunningen- en meldingen, evenals de sloopmeldingen, voor zover die betrekking hebben op sloop met asbest.

Bouwen

In 2023 verwacht de afdeling vergunnen circa 725 aanvragen voor omgevingsvergunningen met een bouwactiviteit te behandelen. Voor de bouwactiviteit wordt in zo'n 350 gevallen een concept aanvraag (ook wel vooroverlegplan genoemd) ingediend. Deze 350 conceptaanvragen maken geen onderdeel uit van de eerder genoemde 725 bouwactiviteiten.

Balie advies & informatieverstrekking (vooroverleg)

Gemiddeld worden er 20 inwoners/initiatiefnemers per week fysiek aan de bouwbalie geholpen. Wanneer de Wkb en de omgevingswet inwerking treden wordt verwacht dat er veel vragen komen rond de invoeringsdatum.

Melding brandveilig gebruik gebouwen

De afdeling vergunnen verwacht in 2023 dat er circa 240 meldingen brandveilig gebruik voor gebouwen worden afgehandeld.

Melding kappen

De afdeling vergunnen verwacht circa 210 meldingen voor het kappen van bomen.

Demonstraties

Het aantal aanvragen voor demonstraties is afhankelijk van de politieke ontwikkelingen en gebeurtenissen in het land. of de wereld. Gemiddeld worden 50 demonstraties per jaar georganiseerd in Enschede. Een 15-tal is complex en risicovol en daarvoor is de keteninzet noodzakelijk (inzet van o.a. politie, team veiligheid, de vergunningverlener, verkeersregelaars etc.).

Instemmingsbesluit kabels en leidingen

De afdeling vergunnen verwacht in 2023 circa 300 meldingen voor het aanleggen van kabels en/of leidingen.

Evenementen

Nu de beperkingen van COVID-19 zijn opgeheven, worden er weer volop evenementen georganiseerd. De verwachting is dat ook het aantal evenementen in 2023 zal stijgen. Naar verwachting komen er circa 200 evenementenaanvragen in 2023. Voor kleine evenementen met relatief weinig invloed op hun omgeving kan met een melding worden volstaan. Ervaringsgewijs gaat het om zo’n 250 meldingen per jaar. Om organisatoren te ondersteunen in het aanvragen van een vergunning gaan we in 2023 gebruik maken van “Makkie”. Met dit instrument wordt het voor organisatoren eenvoudiger een vergunning aan te vragen en voor vergunningverleners efficiënter een vergunning te verlenen.

Overige producten – afdeling KCC

De afdeling KCC functioneert als eerste lijn helpdesk voor afdeling Vergunnen en handelt diverse aanvragen af. Voorbeelden daarvan zijn het plaatsen van voorwerpen in de openbare ruimte, meldingen van een klein evenement, de gehandicaptenparkeerplaats en collectevergunning. De uren die hiervoor geraamd zijn, maken onderdeel uit van het uitvoeringsplan van de afdeling KCC.

Bezwaar en Beroep

Bezwaar- en beroepsprocedures worden intensiever en steeds meer. De verwachting voor 2023 is circa 200 dossiers met daarin (prematuur) bezwaar, (hoger) beroep en voorlopige voorzieningen. In 2022 zijn werkafspraken gemaakt met de secretarissen en procesondersteuners van de bezwarencommissie. Doel van de werkafspraken is een goede kwaliteit van besluiten op bezwaar en een bezwaarbehandelin binnen 12 weken. Daarnaast is er in de werkafspraken aandacht voor verbetering van de dienstverlening, maatwerk en menselijke maat. In 2022 is een motie aangenomen om het aantal bezwaar en beroepszaken met 20% te verminderen, dit wordt via de IPC cyclus gemonitord.

Advisering

Juristen van Vergunnen, maar ook vergunningverleners adviseren vroegtijdig mee bij het verbeteren van werkprocessen, opstellen van bestemmingsplannen, beleid(sregels) en de haalbaarheid van nieuwe ontwikkelingen/initiatieven o.a. door deel uit te maken van de werkgroepen nieuwe initiatieven.

Kwaliteit

De kwaliteitsslag voor vergunnen in 2023 is gericht op dienstverlening. Om de huidige kwaliteit te waarborgen (en waar mogelijk te verbeteren) wordt gestuurd op onderdelen als: goede besluiten (juridisch, duidelijk), heldere communicatie over stappen in het proces van vergunningverlening en de indieningsvereisten. Met het van kracht worden van de Ow en Wkb is de verwachting dat het niveau van dienstverlening mogelijk (tijdelijk) onder druk komt te staan. Redenen hiervoor zijn het (nog niet stabiele) DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet), nieuwe procedures, nieuwe werkprocessen, extra vragen vanuit initiatiefnemers en het tekort aan kwaliteitsborgers.

4.4 AFDELING HANDHAVEN BOUWEN & MILIEU

De afdeling HBM is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op het gebied van bouwen, milieu, evenementen, monumenten, slopen etc. Voor 2023 is, met de incidentele middelen op knelpunten in de, 29 FTE capaciteit beschikbaar. Dit is onderverdeeld in 16 FTE inspecteurs en 13 FTE juristen.

De structurele capaciteit is onvoldoende om al het werk uit te kunnen voeren, daarom zijn keuzes gemaakt. In 2023, net als in 2022, wordt geen inzet gepleegd op de volgende activiteiten: het signaaltoezicht, het toezicht en de juridische handhaving op de A meldingplichtige evenementen (dat zijn de kleinere evenementen). Dit zijn projecten met relatief geringe risico’s voor milieu en veiligheid. Om meer in te zetten op omgevingsklachten en de opmaat naar nieuw beleid op bestaande bouw heeft de afdeling HBM incidentele middelen gekregen in de gemeentebegroting 2023. In het BVTH-beleid uit 2018 is bepaald dat jaarlijks een aangepast toezichtprotocol wordt vastgesteld bij het uitvoeringsprogramma. In 2023 wordt in het toezichtprotocol voorgesteld om, vanwege beperkte capaciteit, geen toezicht te houden op de kleinere bouwwerken (categorie 1), waarvoor nog in 2022 een vergunning is aangevraagd. De uitzondering hierop is wanneer een brandscheiding aanwezig is. Voor de categorie 1 bouwwerken vervalt het toezicht op het bouwtechnische deel als de vergunning hiervoor wordt aangevraagd na inwerkingtreding van de Wkb. Dit wordt dan de verantwoordelijkheid van de kwaliteitsborger. Het toezichtprotocol is in bijlage 1 toegevoegd.

BOUWEN: NIEUW- EN VERBOUW

De werkzaamheden voor het bouwen bestaan uit het houden van toezicht op nieuw- en verbouw. Dit toezicht wordt uitgevoerd volgens het jaarlijks vastgestelde toezichtprotocol. Dit lokale toezichtprotocol wijkt af van het landelijke protocol. De aantallen voor toezicht op nieuw- en verbouw zijn gebaseerd op verwachte aantallen die voortkomen uit ervaring(en) van 2022 en de inwerkingtreding van de Wkb.

Sloop- en bouwveiligheid

Het toezicht op slopen waarbij geen sprake is van asbest of wanneer dit asbest minder dan 35 m2 betreft ligt bij gemeente Enschede. De gemeente blijft ook verantwoordelijk voor bouw- en sloopveiligheid.

BOUWEN: BESTAANDE BOUW

Meldingen/klachten omgeving

Hiervoor geldt een prioritering die wordt aangehouden conform het BVTH-beleid. De afdeling HBM verwacht dat er ca. 600 klachten/meldingen binnenkomen.

Toezicht Energielabel C kantoren

De afdeling gaat in 2023 toezien en handhaven op het wettelijk verplichte energielabel C bij kantoren. Daarvoor wordt een plan van aanpak opgesteld, het tijdspad uitgezet en de bijbehorende werkzaamheden uitgevoerd. Dit is een nieuwe taak voor de afdeling.

Opkoopbescherming

In september 2022 besloot de raad over te gaan tot opkoopbescherming per 1 januari 2023. Toezicht en handhaving hierop zal uitsluitend reactief zijn en wordt onderdeel van het reguliere werk van de afdeling HBM. Dit is een nieuwe taak voor de afdeling.

Onzelfstandige bewoning - monitoring

Het project onzelfstandige bewoning liep in 2022 vertraging op door capaciteitsgebrek. Het projectmatige deel blijft in 2023 bestaan. Het actueel houden van de lijst gelegaliseerde onzelfstandige bewoning verschuift naar de reguliere werkzaamheden van HBM. Dit is een nieuwe taak voor de afdeling, die samen met de andere ketenpartners moet worden uitgevoerd.

Monumenten

Bij toezicht op monumenten wordt reactief aandacht besteed aan de specifieke voorwaarden voor het monument. Hiernaast behandelt de afdeling HBM klachten en meldingen die binnenkomen door hierop controles uit te voeren. Op basis van de controle en het nader onderzoek wordt met behulp van de prioritering besloten om wel of geen vervolg gegeven aan toezicht en handhaving.

JURIDISCHE HANDHAVING

Onze juridische werkzaamheden bestaan uit het voorbereiden van de juridische besluitvorming en de vertegenwoordiging van de gemeente in bezwaar- en (hoger)beroep. De bestuursrechtelijke handhaving gebeurt niet alleen op het gebied van bouw-, milieu-, en ruimtelijke regelgeving, maar ook op Alcoholwet en de APV/ Verordening Kwaliteit Leefomgeving (VKL). De juridische handhaving wordt uitgevoerd conform de landelijke handhavingsstrategie zoals bepaald in het BVTH-beleid. De te verwachten in te zetten capaciteit is bij de diverse onderwerpen genoemd. De werkzaamheden met betrekking tot de bestuurlijke boete zullen echter naar verwachting ook in 2023 een substantieel deel van de beschikbare capaciteit in beslag nemen, meer dan in 2020 was voorzien.

MIA’S

De afdeling HBM neemt deel aan meerdere MIA’s per jaar. Het gaat om +/-10 acties per jaar. De benodigde capaciteit voor deze acties wisselt.

EVENEMENTEN

Het nieuwe evenementenbeleid en toetsingskader evenementen worden in 2023 aan de raad voorgelegd. Afhankelijk van de gemaakte keuzes zal het toezicht en de handhaving op evenementen gelijk blijven, danwel toenemen.

MILIEU

Vanaf 1 januari 2022 verzorgt de ODT de milieucontroles. Gemeente Enschede blijft echter bevoegd gezag en blijft ook verantwoordelijk voor bezwaar en beroep In 2023 krijgt de overdracht van dossiers een vervolg. De afdeling HBM blijft zelf toezien en handhaven op de andere taken, zoals drank & horeca en terrassen.

PROJECTEN

Voor 2023 is een aantal projecten geagendeerd. Deze zijn in de tabel hieronder te vinden. Niet ieder project is in de begroting opgenomen, waarmee bij capaciteitsgebrek projecten vertraagd kunnen worden.

ONVOORZIEN

Voor zogenoemde ‘binnenvliegers’ calculeert de afdeling 10% van de capaciteit. In het verleden bleek dit niet voldoende. Wanneer zich ergens een incident voordoet, dat mogelijk elders herhaling kan krijgen, kan er een onderzoeksvraag/onderzoekplicht volgen. Een dergelijk onderzoek vergt vaak veel capaciteit van de afdeling, Andere werkzaamheden komen dan onder druk te staan.

Inzet HBM 2023 (prognose) 

Team Toezicht (inspecteurs)

Team Handhaving (juristen)

Totaal FTE

Nieuwbouwtoezicht 

5,15

0,2

5,35

Omgevingsklachten/HH verzoeken 

2,5

4,7

7,2

Energielabel C/klimaatdoelen 

0,8

0,2

1

Opkoopbescherming 

0,25

0,5

0,75

OZB Monitoring 

0,75

0,75

1,5

Monumenten (klachten) 

0,1

0,1

0,2

Bestuurlijke Boete 

0

3

3

MIA Acties 

0,8

0,2

1

Evenemententoezicht 

1

0,1

1,1

Milieu/ODT/Horeca/terrassen/SHG 

0,8

0,7

1,5

Totaal regulier werk 

12,15

10,45

22,6

Totaal projecten  

2,25

1,25

3,5

Onvoorzien (10%) 

1,6

1,3

2,9

Totaal begrote inzet 1

16

13

29

4.5 AFDELING HANDHAVEN OPENBARE RUIMTE

In de afdeling Handhaven Openbare Ruimte (HOR) zijn de Buitengewoon Opsporingsambtenaren ondergebracht.

CAPACITEIT HANDHAVEN OPENBARE RUIMTE

De afdeling bestaat uit 32 FTE waarvan 30 FTE BOA is en 2 FTE operationeel expert.

MEER BOA’S IN DE WIJKEN

In 2021 zijn door de raad middelen beschikbaar gesteld om het aantal BOA's te kunnen laten groeien en ontwikkelen naar een formatief basisniveau zoals dit in 2018 uit de benchmark vanuit de G40 naar voren is gekomen. Dit heeft geresulteerd in een uitbreiding van 8 FTE in 2021 en nog eens 4 FTE in 2022. De maatschappelijke vraag naar inzet van onze BOA’s groeit. Het aantal BOA’s is het afgelopen jaar uitgebreid en moet nog verder ingevuld worden om aan de maatschappelijke opgave te kunnen voldoen. Met het uitbreiden van het aantal BOA’s is er meer zichtbaarheid in de wijken en wordt de leefbaarheid en het veiligheidsgevoel verhoogd.

De afdeling HOR heeft ook in 2023 een uitdaging in werven en het binden van medewerkers aan de organisatie. De jonge formatie BOA’s is ambitieus en met enige regelmaat vliegen medewerkers uit naar andere (overheids)organisaties. Dit bemoeilijkt de uitbreiding van de afdeling. In 2022 is de functie voor BOA’s opnieuw geactualiseerd en beoordeeld. Dit heeft geresulteerd in een hogere waardering (inschaling). In 2023 wordt verder ingezet op het behouden van medewerkers en het zijn van een aantrekkelijke werkgever.

INZETVERDELING

De afdeling HOR heeft te maken met gelabelde gelden voor de inzet op afval en parkeren en daarnaast met algemene middelen voor alle andere taken. Het onderstaande diagram is een weergave van het reguliere werk van de afdeling HOR.

afbeelding binnen de regeling

Grafiek 2: Weergave van inzet per thema voor afdeling HOR

REGULIER WERK HANDHAVEN OPENBARE RUIMTE

Zoals in voorgaande diagram weergegeven heeft de afdeling HOR te maken met vijf reguliere taken. De afdeling is aangewezen om te handhaven op de parkeerverordening. Iets meer dan een kwart van de inzet gaat hiernaartoe. Ook afval is een belangrijk onderdeel van het takenpakket. We verstaan hieronder de inzet op het handhaven op de afvalstoffenverordening zoals het controleren op bijplaatsingen. Het grootste deel van de inzet gaat naar handhaving op overige APV-taken, een groot deel van de regelgeving in de APV is op 1 mei 2021 overgegaan in de Verordening Kwaliteit Leefomgeving (VKL). Onder andere hondenoverlast wordt hieronder verstaan. Om deze ‘kleine overlast’ effectief tegen te gaan wordt, als een van weinigen in Nederland, met de bestuurlijke boete gewerkt. Een klein deel van de inzet wordt besteed aan handhaving op horeca (Alcoholwet). Daarnaast wordt ook een deel van de tijd besteed aan cameratoezicht. In 2022 is een pilot gestart met cameratoezicht bij milieupleinen, ook wordt het betreden van het stadserf met camera’s gecontroleerd.

STADSDEELGERICHT WERKEN

BOA’s werken stadsdeelgericht. Binnen de afdeling HOR bestaan 3 stadsdeelteams; (1) noord-oost, (2) zuid-west en (3) centrum. Elk stadsdeelteam wordt geleid door één of twee senior BOA’s. De senior is meewerkend voorman en in het stadsdeel het eerste aanspreekpunt. Deze werkvorm zorgt voor vaste gezichten in de wijk wat prettig is voor bewoners, ondernemers en collega’s van stadsdeelmanagement. Daarnaast maakt stadsdeelgericht werken het mogelijk om per stadsdeel of wijk te anticiperen en in te zetten op de specifieke problemen die daar spelen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2: Weergave van stadsdeelgericht werken

Binnen de stadsdeelteams zijn specialisaties en taakaccenten aanwezig. Dit zijn jeugdboa, wijkboa, Dhw/alcoholwet, parkeren, afval en citycontrol. In elk van de drie stadsdeelteams zijn jeugdboa’s, wijkboa’s en dhw/alcoholwet vertegenwoordigd. De overige specialismen werken teamoverstijgend. De afspraken over samenwerking op de afdeling HOR is in 2022 vastgesteld in het afdelingsplan ‘Werkwijzer Handhaven Openbare Ruimte’.

4.6 AFDELING STAF

De Afdeling Staf draagt (deels) direct bij aan de uitvoering van het BVTH-Uitvoeringsprogramma 2023. De afdeling Staf bestaat uit medewerkers die werkzaam zijn in de bedrijfsvoering en medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van de BVTH-taken. Alleen de uitvoering van de BVTH-taken worden hier benoemd. Deze medewerkers ondersteunen, voeren regie, managen en regisseren op clusterbrede/afdelingsoverstijgende activiteiten. Het gaat hier om de functies: Bibob-coördinator, Bibob-onderzoeker, regisseur uitvoering veiligheid, omgevingsmanagers, adviseur omgevingsrecht, adviseur processen omgevingswet, adviseur bedrijfsvoering, medewerker bedrijfsvoering, adviseur dienstverlening, coördinator omgevingsplan en procesondersteuners. De procesondersteuners zijn bij verschillende trajecten betrokken en ondersteunen de hele BVTH-keten en worden onder de Wkb een belangrijke schakel. Voor de uitvoering van de BVTH-taken is voor 2023 in totaal 14,8 FTE geprogrammeerd.

BIBOB / ONDERMIJNING

De bestuurlijke aanpak van ondermijning krijgt een steeds betere plek binnen de organisatie. Waar voorheen vooral uitsluitend dienstverlenend werd gekeken ontstaat nu ook een kritische blik naar criminele indicatoren bij nieuwe initiatieven en bestaande activiteiten.

Zo worden, ter voorkoming van het faciliteren van criminele activiteiten, meer vergunningaanvragen en vastgoedtransacties1 (beschikkingen en overeenkomsten), getoetst aan het Bibob-beleid Enschede. Gezien de wetswijziging van de Wet Bibob van 1 oktober 2022 zal het beleid wederom onder de loep genomen worden. Tevens wordt de tipfunctie voor het starten van een Bibob-onderzoek uitgebreid en wordt het meer mogelijk gemaakt om keteninformatie uit te wisselen met partners. Op deze manier kunnen bestuurlijke middelen effectiever worden ingezet, kan een waterbedeffect beter worden voorkomen en kan zorgvuldiger worden onderzocht of vergunningaanvragen, nieuwe initiatieven, overige ontwikkelingen en signalen van toezichthouders mede door hun informatieplicht gerelateerd kunnen worden aan criminogene factoren.

De afdelingen Staf, Bestemmen, Vergunnen, Toezicht en Handhaven werken met volle aandacht aan dit onderwerp. Zowel in het reguliere toezicht – onze ogen en oren in de stad ter verbetering van onze informatiepositie – als via een structurele Multidisciplinaire Integrale Aanpak (MIA-acties) waar met o.a. bouwinspecteurs, BOA’s en externe partners ‘verdachte’ (overlast)panden en locaties gecontroleerd worden. Ook zal er aandacht worden geschonken aan het instellen van een vergunningplicht voor extra risicobranches waarbij een Bibob-traject standaard onderdeel uitmaakt van de inhoudelijke beoordeling en de controle op deze vergunning. In 2023 wordt verdergegaan met de professionalisering van taskforce ondermijning.

MIA-ACTIES

Naast het reguliere toezicht, al dan niet in samenwerking met andere partners, wordt ook in 2023 weer acties uitgevoerd vanuit de Multidisciplinaire Integrale Aanpak (MIA). De verzoeken om gerichte MIA-acties blijven constant, m.n. vanuit casussen woonoverlast, themagerichte aanpak (huisjesmelkers), wonen op recreatieparken, probleemgebieden (industrieterreinen) en actuele ondermijningsthema’s. Er wordt ingezet op hoogwaardige signalen vanuit casustafels, het Regionaal Informatie en Expertisecentrum (RIEC), vanuit de Bibob en via verzoeken van in- en externe handhavingspartners. Er wordt gewerkt met een prioriteringsmodel.

Ook wordt in 2023 aangesloten bij de regionale ondermijningsweken die 2 keer per jaar in het kader van de ‘VRT-aanpak ondermijning’ in de gehele regio (gelijktijdig door alle handhavingsinstanties) worden uitgevoerd. Voor 2023 zijn er 6 reguliere MIA-acties geprogrammeerd waarbij er tussen de 10 á 15 panden per actie worden bezocht. Ook kunnen er 4 MIA-flex acties extra worden ingezet.

EVENEMENTEN

In 2023 wordt rekening gehouden met 35 grotere vergunningplichtige evenementen (17 C- en ongeveer 18 B-evenementen) die door de regisseur uitvoering veiligheid samen met de toezichthoudende en handhavende partners (capaciteit programmeren voor Vergunnen, Toezicht en Handhaven) worden begeleid.

COMPLEXE OMGEVINGSRECHTELIJKE DOSSIERS

De omgevingsmanagers worden ingezet bij onder andere grote ruimtelijke initiatieven, complexe dossiers of dossiers met politieke gevoeligheid.

In 2023 hebben een aantal grote/complexe omgevingsrechtelijke dossiers de afdelingsoverstijgende inzet nodig onder regie van de omgevingsmanagers van de Afdeling Staf. Dit gaat o.a. om de volgende dossiers:

  • Luchthaven;

  • Kop Boulevard;

  • Centrumkwadraat;

  • Energietransitie (aanleg zonnevelden);

  • Kennispark & UT;

  • Euregiobedrijvenpark;

  • Opvang vluchtelingen.

PROJECTEN / GEPROGRAMMEERD

Naast het reguliere werk worden onderwerpen waar nodig in projectvorm uitgevoerd. In 2023 ligt de focus voornamelijk op het reguliere werk. Toch staan een aantal projecten op de planning om verschillende redenen, bijvoorbeeld omdat er politiek belang bij is of omdat er middelen beschikbaar zijn gesteld.

5.1 AFDELING BESTEMMEN

Project 

Voorbereiden Omgevingsplan

Onderbouwing prioritering  

Gedekt uit programmageld

Geraamde uren

Reguliere uren 

Ketenafhankelijkheid 

Nee 

Omschrijving project  

In het programma voor de invoering van de Omgevingswet staan alle onderdelen grotendeels klaar in afwachting van de definitieve invoeringsdatum. De grootste opgave die er nog ligt en die ook niet gereed hoeft te zijn voor de invoeringsdatum is de voorbereiding van het Omgevingsplan. Dat is een grote operatie die uiterlijk in 2029 moet zijn afgerond. Rondom dit project hangen grote onzekerheden die samenhangen met het digitale stelsel – voor het omgevingsplan is dat nog niet stabiel, waardoor mogelijk uitgeweken moet worden naar een Tijdelijke Alternatieve Maatregel. De onzekerheden zorgen ervoor dat op voorhand niet goed is aan te geven welke stappen er in 2023 gezet gaan worden. We leggen de nadruk op no-regret-stappen: stappen die sowieso nuttig zijn om te zetten, zelfs als het nieuwe stelsel niet wordt ingevoerd. De projectleider bereidt deze stappen voor in het eerste kwartaal van 2023.

Project 

Het ondergronds brengen van hoogspanningstracé 

Onderbouwing prioritering  

Middelen beschikbaar vanuit het Rijk

Geraamde uren

Reguliere uren 

Ketenafhankelijkheid 

Nee 

Omschrijving project  

In Twekkelerveld is een hoogspanningstracé gelegen dat onder de subsidieregeling voor verkabeling valt.  In 2020 is een haalbaarheidsonderzoek naar het mogelijke ondergrondse tracé uitgevoerd, gevolgd door een aanvullend onderzoek in 2021. Vanwege capaciteitsproblemen bij Tennet en op het elektriciteitsnet ligt de grootste prioriteit van de netwerkbeheerder momenteel bij verzwaring van het netwerk. De verwachting is dat het daadwerkelijke ondergronds brengen van de hoogspanningsleiding in Twekkelerveld om die reden wordt uitgesteld en niet voor 2026 beginnen. 

Project 

Inzicht krijgen in toekomst kerkgebouwen 

Onderbouwing prioritering  

Gesubsidieerd project

Geraamde uren

Reguliere uren 

Ketenafhankelijkheid 

Nee 

Omschrijving project  

Enschede heeft in 2019 financiële ondersteuning (decentralisatie – uitkering van het rijk) gekregen voor het opstellen van een kerkenvisie. In 2021 is een start gemaakt met de ontwikkeling van de visie. In 2023 zal deze worden afgerond. Met de kerkenvisie willen we zicht krijgen op vragen die er spelen bij kerkgenootschappen over de toekomst van de kerkgebouwen. Ook willen wij een beter beeld bij de cultuurhistorische waarde van de gebouwen krijgen. Hier ligt een relatie met de Cultuurhistorische waardenkaart. En tot slot willen we komen tot procesafspraken bij vragen over ontwikkelingen aan de kerken. We gaan daarbij uit van een faciliterende rol van de gemeente. De aanpak is met name gericht op de kerkgenootschappen zelf, maar ook andere belanghebbenden hebben een plek gekregen in het proces.

Project 

Ontwikkelen interactieve GIS kaart  

Onderbouwing prioritering  

Middelen beschikbaar gesteld door raad

Geraamde uren

Extern weggezet

Ketenafhankelijkheid 

Nee 

Omschrijving project  

Cultuurhistorie krijgt onder de Omgevingswet een nadrukkelijke(re) rol. De wetgever verwacht dat gemeenten cultuurhistorische waarden een nadrukkelijke plek geven in de Omgevingsvisie en bij ontwikkelingsprojecten. Ter voorbereiding op de omgevingsvisie actualiseren wij de Cultuurhistorische Waardenkaart. Het wordt een publieksvriendelijke, interactieve GIS-kaart, gericht op de cultuurhistorische waarderingen van objecten en gebieden. In deze kaart benoemen wij cultuurhistorisch waardevolle objecten en gebieden. En daaraan voegen wij (eerst op hoofdlijnen) de waardering toe die aan de objecten en gebieden wordt toegekend. Daarvoor wordt onderzoek verricht, betrekken we erfgoedvrijwilligers en maken we gebruik van alle aanwezige kennis over aangewezen objecten en gebieden en de waarderingen, die nu nog in diverse kaarten en bestanden zijn opgenomen. Het uiteindelijke resultaat (denk aan de hoeveelheid informatie en de mate van diepgang) is sterk afhankelijk van het budget. De CHWK moet uiteindelijk een vertaling krijgen in andere producten en beleid, zoals o.a. Omgevingsvisie, een structuurvisie cultuurhistorie voor zover deze niet direct onderdeel is van de Omgevingsvisie en het omgevingsplan.

De ontwikkeling van de kaart wordt over enkele jaren gespreid. In 2022 zijn we gestart met een plan van aanpak voor het opstellen van de kaart. In 2023 en daarna vullen we de kaart verder aan. Er is voor enkele jaren geld vrijgemaakt om de kaart te ontwikkelen.

5.2 AFDELING VERGUNNEN

Project 

Verbeteren en versnellen stadserfontheffingen

Onderbouwing prioritering  

Bestuurlijke opdracht

Geraamde uren

0,4 FTE

Ketenafhankelijkheid 

Ja HBM, HOR, stadsdeel, KCC 

Omschrijving project  

Uit een eerder leantraject zijn een aantal verbeterpunten naar voren gekomen. Die verbeterpunten richten zich op het efficiënter laten verlopen van de ontheffingen en aanvragen in het binnenstad gebied. Deze verbeterpunten zijn aangemerkt als bestuurlijke opdracht.   

Project 

Werken aan toekomstgerichte regels voor de bescherming van bomen

Onderbouwing prioritering  

Bestuurlijke opdracht

Geraamde uren

0,5 FTE

Ketenafhankelijkheid 

Nee

Omschrijving project  

In opdracht van de raad dient het bomenbeleid op een aantal punten te worden aangepast met als doel het beschermen van bomen. In 2022 is dit in gang gezet, in 2023 wordt dit verder uitgewerkt.  

Project 

Locatieprofielen evenementen

Onderbouwing prioritering  

Het toetsingskader is aangepast, evenementenbeleid wordt 2023 vastgesteld. Uitwerking van locatie gestuurd maatwerk in locatieprofielen, als onderdeel van het evenementenbeleid. 

Geraamde uren

0,5 FTE

Ketenafhankelijkheid 

Ja HBM, Evenementen & citymarketing 

Omschrijving project  

Het toetsingskader voor evenementenvergunningen is in concept klaar en wordt op een beperkt aantal punten gewijzigd. Daarnaast wordt gewerkt aan een verbetering van de gebruiksvriendelijkheid. Tegelijkertijd wordt een nieuwe evenementenvisie voor Enschede opgesteld. Volgens plan wordt die in het tweede kwartaal van 2023 ter vaststelling aan college en raad aangeboden. Omdat de keuzes die in de visie gemaakt worden invloed kunnen hebben op het toetsingskader, ligt het voor de hand beide documenten tegelijkertijd vast te laten stellen. Dat heeft onder andere tot gevolg dat ook in 2023 een begin wordt gemaakt met het opstellen van de beoogde locatieprofielen. Daarin staan specifieke informatie en maatwerkvoorschriften per evenementenlocatie.  

5.3 AFDELING HANDHAVEN BOUWEN & MILIEU

Project 

Toezicht nieuwbouw herijken

Onderbouwing prioritering  

Wens bestuur

Geraamde uren

0,5 FTE (0,25 inspecteur/0,25 jurist) 

Ketenafhankelijkheid 

Nee

Omschrijving project  

Het BVTH-beleid is in 2018 vastgesteld door het college. Dit beleid is vooral nog kadergericht. In 2023 wordt het onderdeel nieuwbouw van gebouwen teruggebracht naar het Enschedese niveau van toezicht. In 2023 wordt in beeld gebracht wat nodig is om het toezicht naar het landelijk niveau te brengen en wordt het beleid daarop meegenomen in het BVTH-beleidsproces. 

Project 

Beleid bestaande bouw ontwikkelen

Onderbouwing prioritering  

Wens bestuur

Geraamde uren

0,5 FTE (0,25 inspecteur/0,25 jurist) 

Ketenafhankelijkheid 

Ja, vergunnen 

Omschrijving project  

Momenteel heeft Enschede geen beleid t.a.v. toezicht op bestaande bouw anders dan reactief op meldingen. Een deel van de activiteiten van de afdeling HBM valt wel onder toezicht bestaande bouw. Wettelijke plichten (zoals energieklasse C), te maken beleidskeuzes (zoals evenementen) zijn structureel ingebed bij HBM. Het hoge aantal klachten & meldingen zorgt voor een toename van het werk op bestaande bouw. De verordening kwaliteit VTH, het daarop volgende BVTH-beleid en de uitwerking daarvan op onderdelen bieden mogelijkheden een adequaat beleid bestaande bouw te ontwikkelen, dat recht doet aan ‘moeten’ en ‘willen’. Gezien de extra tijdsinvestering die het opzetten hiervan kost, is gekozen voor de projectvorm.  

Project 

Onzelfstandige bewoning illegale panden incl. brandveilig gebruik

Onderbouwing prioritering  

Vloeit voort uit voorbereidingsbesluit onzelfstandige bewoning Enschede 2021 / Beleidsregel onzelfstandige bewoning Enschede 2021

Geraamde uren

1,5 FTE (1,25 inspecteur/0,25 jurist)

Ketenafhankelijkheid 

Ja, vergunnen 

Omschrijving project  

Afgelopen jaar is gewerkt aan het in kaart brengen van alle kamerverhuurpanden in Enschede. Een aantal van die panden is niet gelegaliseerd. Ook zijn bestaande kamerverhuurpanden die geen melding brandveilig gebruik hadden ingediend gecontroleerd. Daarnaast is afgelopen jaar gewerkt aan de aanbevelingen uit de evaluatie van de beleidsregels voor onzelfstandige bewoning. Deze aanbevelingen zijn relevant in de regulering van onzelfstandige bewoning, maar niet direct gerelateerd aan de regels. Het ging hierbij om:

a. De samenwerking tussen de afdelingen van het cluster op dit onderwerp moet worden geoptimaliseerd.

b. De monitoring en registratie van vergunningen en handhaving moet worden geoptimaliseerd.

c. De wijze van communiceren met omwonenden kan worden geoptimaliseerd.  

Aan deze aanbevelingen wil de afdeling blijven werken: 

In 2023 wil de afdeling HBM inzetten op handhaven bij die illegale panden waarbij zicht is op legalisatie. Door legalisatie worden namelijk zoveel mogelijk potentieel risicovolle situaties uitgesloten en kan dit woningaanbod voor Enschede worden behouden. De afdeling handhaaft verder alleen op excessen, ontbreken van de melding brandveilig gebruik en zal reageren op meldingen/handhavingsverzoeken*.

* mede ingegeven door de bevindingen uit het KENCES-onderzoek.

Project 

Illegale bewoning op campings

Onderbouwing prioritering  

Urgentie College uitgesproken november 2020, incidentele middelen, loopt door vanuit 2022 

Geraamde uren

0,5 (0,05 inspecteur/0,2 jurist) 

Ketenafhankelijkheid 

Nee  

Omschrijving project  

Illegale bewoning in recreatiewoningen (op campings) is een probleem dat al jaren speelt. In november 2020 is vanuit het college urgentie voor dit onderwerp uitgesproken. In afwachting van het beleid van de provincie Overijssel is al gestart met gesprekken met campinghouders over de aanpak van de permanente bewoning. Hier is nog geen concreet plan uit voortgekomen. Wel is al duidelijk dat behoefte aan handhaving op illegale bewoning en daarbij ook de bouwwerken gewenst is.  Het project blijft de aandacht houden van HBM.  

Project 

Controle op strijdig gebruik garageboxen 

Onderbouwing prioritering  

Incidentele middelen, loopt door vanuit 2022 

Geraamde uren

0,25 (0,125 inspecteur/0,125 jurist) 

Ketenafhankelijkheid 

Nee  

Omschrijving project  

Strijdig gebruik van garageboxen kan onwenselijke of zelfs gevaarlijke situaties opleveren voor omwonenden. Door meer toezicht te houden, kunnen deze worden voorkomen of weggenomen. 

Project 

Visie Landelijk gebied (per 2023 inclusief Motie Gids Buitenkans) 

Onderbouwing prioritering  

Incidentele middelen, loopt door vanuit 2022 

Geraamde uren

0,25 FTE (0,125 inspecteur/0,125 jurist) 

Ketenafhankelijkheid 

Nee  

Omschrijving project  

Voor toezicht en handhaving op (bestaande) bouw in het landelijk gebied is geen visie of beleid ontwikkeld. HBM onderneemt hierin geen actie. Dit project zou daarin moeten voorzien. Met het aannemen van de motie Gids Buitenkans, waarin de raad het College van B&W verzoekt toe te zien en te handhaven in het buitengebied, is dit project actueler geworden.  

Project 

Haven 

Onderbouwing prioritering  

Incidentele middelen, loopt door vanuit 2022 

Geraamde uren

0,25 FTE (0,125 inspecteur/0,125 jurist) 

Ketenafhankelijkheid 

Nee  

Omschrijving project  

In het havengebied is sprake van strijdig gebruik (planologische overtredingen). In kaart brengen welke bedrijven betreft en wat de strijdigheid met het bestemmingsplan is. Daarnaast wordt gekeken of sprake is van bewoning.  

5.4 AFDELING HANDHAVEN OPENBARE RUIMTE

Project 

Basis op orde alcoholwet 

Onderbouwing prioritering  

Basis op orde, betreft extra inzet op een primair proces

Geraamde uren

200 uur

Ketenafhankelijkheid 

Ja, vergunnen, HBM

Omschrijving project  

Met de inzet op smart-, head- en giftshops is afgesproken dat ook de basis op orde gebracht wordt voor de horecavergunningen. In 2023 wordt fase 1 gestart, deze richt zicht in eerste instantie op commerciële inrichtingen zonder vergunning. Daarna zal gekeken worden naar (1) gewijzigde eigenaar en (2) leidinggevende. In de 2de fase van het project wordt gekeken naar een efficiëntere inrichting van horecacontroles.

5.5 STAF

Project 

Centraal kennispunt Bibob

Onderbouwing prioritering  

Actiepunt voor 2023 in de gemeentebegroting 2023-2026

Geraamde uren

0,1 FTE

Ketenafhankelijkheid 

Ja

Omschrijving project  

Een belangrijk instrument om te voorkomen dat we criminaliteit faciliteren is het Bibob beleid en de uitvoering ervan. De wet wordt binnenkort uitgebreid waardoor meer werkvlakken binnen de gemeentelijke organisatie onder deze toetsing gaan vallen. Hierdoor zal het aantal onderzoeken en de complexiteit daarvan toenemen.  Om de kwaliteit bij de uitvoering van de Wet Bibob te optimaliseren en ons Bibob beleid zo effectief mogelijk te kunnen inzetten richten we een centraal kennispunt in. Met dit kennispunt zorgen we dat de gemeentelijke organisatie voldoende robuust is en het kennisniveau voor het doen van de benodigde onderzoeken op peil blijft. In 2023 worden de voorbereidingen voortgezet, er zullen samenwerkingsafspraken worden gemaakt, de automatisering wordt ingeregeld ed.

6. UITVOERINGSPROGRAMMA OD TWENTE

6.1. Inleiding

Voor u ligt het uniforme programma voor vergunningen, toezicht en handhaving (VTH) van alle gemeenten in de regio Twente en de provincie Overijssel. De verplichting om jaarlijks het uitvoerings- (vergunningen en toezicht) en handhavingsbeleid uit te werken in een uitvoeringsprogramma (UVP), staat omschreven in artikel 13.8 van het Omgevingsbesluit. Gezien de verwachte inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2023, is dit UVP 2023 opgesteld op basis van de uitgangspunten van de Omgevingswet. Dit programma geeft de (milieu)taken weer, zoals die in 2023 door de Omgevingsdienst Twente (OD Twente) worden uitgevoerd voor de gemeente Enschede

6.1.1. Het uitvoeringsprogramma

Het UVP 2023 is gebaseerd op het uniforme VTH-beleid Twente inclusief Nadere uitwerking sept 2022, de productindeling van de Producten en Diensten Catalogus (PDC 2022) en de periodieke rapportages ter monitoring van de uitvoering in het jaar 2022. In oktober van dit jaar is het door ontwikkelde Twentse VTH-beleid met Nadere uitwerking vrijgegeven door de portefeuillehouders (PHO), zodat elke bevoegd gezag het beleid kan laten vaststellen in eigen college (GS en B&W).

De basis van dit UVP 2023 is uniform. Conform de basisafspraken zoals benoemd in het VTH-beleid Twente, is het voor deelnemers mogelijk op onderdelen lokale nuances aan te brengen om eigen beleidsambities te realiseren. Dit dient gerealiseerd te worden binnen de gezamenlijke basisafspraken en boven een minimale ondergrens. Partners die hebben bijgedragen aan het opstellen van dit programma zijn de veertien Twentse gemeenten, de provincie Overijssel, de Veiligheidsregio Twente, betrokken waterschappen en de OD Twente. De individuele uitvoeringsprogramma’s van de deelnemers vormen gezamenlijk het jaarplan van de OD Twente.

6.1.2. Scope van het programma

De basis van het UVP 2023 wordt gevormd door de taken die door de OD Twente worden uitgevoerd. In Twente gaat het om het zogenaamde basistakenpakket, welke is uitgebreid tot het milieu brede takenpakket, ook wel het standaardpakket genoemd. Dit programma heeft betrekking op het jaar 2023 waarbij de VTH-werkzaamheden middels voor- en najaarsrapportages gedurende het jaar worden gemonitord. Na afloop van het jaar wordt middels het jaarverslag VTH geëvalueerd of de geplande werkzaamheden en de geprioriteerde beleidsdoelstellingen uit het UVP 2023 zijn behaald. De focus zal bij dit programma liggen op het wegwerken van de werkvoorraad. Daarnaast zullen het aantal projecten inzichtelijk worden gemaakt en de monitoring hiervan worden verbeterd.

6.2 Terugblik en ontwikkelingen

De OD Twente heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld. De toenemende aantal producten en de complexiteit van het werk maakt dat de uitvoering van de VTH taken onder druk staat. Dit wordt versterkt door de arbeidsmarktproblematiek. Het VTH beleid is doorontwikkeld waarmee wordt gestuurd op kwaliteit in relatie tot de uitvoering. Datagericht werken is een belangrijk onderdeel hiervan.

6.2.1. Terugblik 2022

In het voorjaar van 2022 heeft het Algemeen Bestuur (AB) ingestemd met de ‘Out of the box maatregelen’ (OOTB). Deze set tijdelijke werkafspraken heeft bijgedragen aan beheersbaarheid van de hoge werkvoorraad en de bijbehorende hoge werkdruk en lange doorlooptijden voor een aantal producten binnen de programma’s vergunningen en advies. Hierbij hebben de OOTB-maatregelen op onderdelen vruchten afgeworpen, voornamelijk voor industriële vergunningprocedures en geluidsadviezen. Agrarische vergunningaanvragen en de bijbehorende stikstofadviezen (luchtkwaliteit) worden ondanks de maatregelen echter nog sterk beïnvloed door de stikstofproblematiek, waaronder de uitspraak rondom het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Hierdoor blijft de werkvoorraad binnen het cluster agrarisch, ondanks de OOTB-maatregelen, onverminderd hoog. Dit is terug te zien in de voorjaar- en najaar rapportages. Daarom ligt de focus voor 2023 om eerst de basis op orde te krijgen. Dit programma is daarom sober en doelmatig opgesteld.

Twentebreed blijft ook het aantal handhavingszaken relatief hoog als gevolg van de consequente toepassing van de Landelijke Handhavingsstrategie. Hieronder vallen ook verschillende complexe casussen, verdeeld over de gehele regio. Deze structurele ontwikkeling van meer handhavingszaken van de afgelopen jaren heeft zich ook in 2022 doorgezet. Zowel de OOTB-maatregelen als verhoogde capaciteit op het cluster juridisch hebben in 2022 geleid tot een hogere productie ten opzichte van voorgaande jaren. Hierdoor is de werkvoorraad weer enigszins genormaliseerd.

De OD Twente heeft in 2022 op verschillende manieren ingespeeld op de hoge toestroom van werkzaamheden enerzijds, en krapte op de arbeidsmarkt voor geschikt personeel anderzijds. Naast de OOTB-maatregelen, heeft de OD Twente zich andermaal gericht op het aantrekken van geschikt personeel. Zo zijn de meeste vrijgekomen vacatures in de loop van 2022 adequaat gevuld en is gestart met een nieuwe ronde van het gezamenlijk traineeprogramma met de OD IJsselland. Daarnaast heeft de jaarrekening 2021 geleid tot extra financiële middelen, welke in 2022 zijn ingezet om opgelopen achterstanden verder in te lopen.

6.2.2. Ontwikkelingen

Tijdens het jaar 2023 spelen wederom de nodige thematische en organisatorische ontwikkelingen.

Omgevingswet

Naar verwachting treedt de Omgevingswet (Ow) op 1 januari 2023 in werking. Hiermee zal na alle voorbereidingen een periode aanbreken van het verdere implementeren, zoals het inrichten van nieuwe processen, standaarden en werkbeschrijvingen. De Ow zal vragen om een andere manier van denken en (samen)werken. Wel staan nog veel procedures in werkvoorraad die in de loop van het overgangsjaar 2023 nog moeten worden afgehandeld onder het recht van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo). Hierbij is de verwachting dat eind 2022 nog de nodige Wabo-aanvragen worden ingediend.

De OD Twente heeft in aanloop naar de Omgevingswet de nodige voorbereidingen getroffen. De PDC voor de Omgevingswet is deels afgerond, het begrip ‘inrichting’ is vervangen door het begrip ‘milieubelastende activiteit’ (Mba). De kengetallen moeten nog ontwikkeld worden in 2023.. Tenslotte zal de OD Twente aan de hand van een auditplan reeds opgestelde werkprocessen en werkinstructies monitoren en waar nodig bijsturen.

Stikstofproblematiek

De problematiek rondom stikstof, Natura-2000 gebieden en de PAS-uitspraak binnen de agrarische sector is inmiddels bekend en nog altijd aan de orde. De werkvoorraad en bijbehorende doorlooptijden bij agrarische vergunningen staan hierdoor nog altijd onder druk. In 2023 voorziet de OD Twente ondersteuning bij verschillende ontwikkelingen binnen dit thema, waaronder de gebiedsgerichte aanpak en diverse regelingen die het (gedeeltelijk) beëindigen van een agrarisch bedrijf stimuleren (stoppersregeling en landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties). Ook is tijd gereserveerd voor een nieuw project ‘ontwikkelingen duurzame landbouw’. Gelet op de dynamiek van dit beleidsthema, is niet exact te voorspellen welke inzet dit zal vergen en hoeveel procedures afgerond kunnen worden.

Energie en duurzaamheid

Energie en duurzaamheid is jarenlang een speerpunt van de Nederlandse overheid en ook van de OD Twente. Bestaande stimuleringsmaatregelen voor energiebesparing en duurzaamheid zijn reeds in uitvoering en vinden ook in 2023 doorgang, zoals de ‘Meerjarenafspraken energie-efficiëntie’ (MJA-4), het provinciaal initiatief ‘Subsidieregeling Intensiveren Energietoezicht’ (SIE) en de ‘Versterkte uitvoering energiebesparings- en informatieplicht’ (VUE) vanuit het Rijk.

In de zomer van 2022 is daarnaast een Specifieke Uitkering Energie en Duurzaamheid (SPUK) van kracht geworden. Deze SPUK-regeling voorziet in een flinke financiële stimulans om in de komende vijf jaren te zorgen dat dit thema definitief wordt verankerd bij de Omgevingsdiensten in Nederland. De OD Twente zal hiervoor eind 2022 een projectplan indienen. Belangrijk om te benadrukken is dat deze regeling voorziet in een inzet naast de reguliere uitvoeringstaken. In de komende jaren zullen de inspanningen die gedaan worden op basis van deze middelen dan ook separaat inzichtelijk worden gemaakt.

Evaluatie samenwerking VTH Twente

Binnen het werkveld VTH zijn bevoegde gezagen en ketenpartners steeds meer van elkaar afhankelijk en wordt samenwerking van alsmaar groter belang. In 2019 is daarom begonnen met een governance model. Alhoewel dit model op een aantal onderdelen goed werkte, ontstond tevens behoefte aan verdere doorontwikkeling van dit model. Half 2022 is besloten dat hierin ondersteuning wordt geboden vanuit een externe partij. In dit verbetertraject wordt de begeleidingsgroep meegenomen, bestaande uit accounthouders, de VTH-kerngroep en vertegenwoordigers vanuit de OD Twente. De uitkomsten van dit traject worden begin 2023 verwacht. Het eindresultaat moet middels praktische verbetervoorstellen bijdragen aan betere samenwerking binnen het VTH-werkveld en een betere afstemming tussen beleid en uitvoering, ook in het kader van de Omgevingswet.

Kwaliteitscriteria

Kwaliteitscriteria (KC) maken voor burgers, bedrijven en de overheid inzichtelijk welke kwaliteit verwacht mag worden bij de uitvoering van VTH-taken. Conform het VTH-beleid, zal de OD Twente in het jaarverslag verantwoording afleggen in hoeverre voldaan wordt aan de geldende kwaliteitscriteria en/of welke interventies nodig zijn om te gaan voldoen. De KC 2.2 vormen momenteel de basis voor de verordening kwaliteit VTH omgevingsrecht. Bij inwerkingtreding van de Ow dienen bevoegde gezagen de nieuwe kwaliteitsverordening VTH vast te stellen, waarin wordt verwezen naar een nieuwe set kwaliteitscriteria en competentieprofielen conform de Omgevingswet.

Interbestuurlijk programma

In september 2022 is een Specifieke Uitkering aan de omgevingsdiensten voor de uitvoering van het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel (SPUK IBP) van kracht geworden. Deze SPUK-regeling heeft als doel om in 2023 additionele capaciteit te realiseren bij omgevingsdiensten en financiële middelen ter beschikking te stellen aan omgevingsdiensten ter uitvoering van het IBP. De OD Twente zal hiervoor eind 2022 een aanvraag indienen. Belangrijk om te benadrukken is dat deze regeling voorziet in een inzet naast de reguliere uitvoeringstaken. In de komende jaren zullen de inspanningen die gedaan worden op basis van deze middelen dan ook separaat inzichtelijk worden gemaakt.

6.3. Doelen en prioriteiten

afbeelding binnen de regeling

Herijking beleids- en uitvoeringscyclus

Vooruitlopend op ‘Evaluatie Governance en VTH-samenwerking regio Twente’ heeft tevens doorontwikkeling plaatsgevonden op de voormalige ‘Big-8’. Vanuit een gezamenlijke behoefte aan continue leren en verbeteren, heeft het geactualiseerde VTH-beleid een nieuwe beleids- en uitvoeringscyclus geïntegreerd (zie afbeelding). In deze nieuwe cyclus wordt kwaliteit beter geborgd, door de beleidscyclus en uitvoeringcyclus niet langer te scheiden. Dit heeft geleid tot een integrale cyclus waarbij zowel uitvoering als beleid jaarlijks wordt geëvalueerd en eventueel wordt bijgesteld naar de laatste inzichten. Deze nieuwe werkwijze draagt bij aan een betere koppeling tussen VTH-beleid en uitvoeringspraktijk.

De herijking van de beleids- en uitvoeringscyclus komt in dit programma het beste tot uiting middels de uitwerking van de VTH-beleidsdoelen (zie hoofdstuk 3). In afwijking vanuit het voorgaande VTH-beleid, worden de nieuwe VTH-beleidsdoelen uit de Nadere uitwerking in dit UVP 2023 voor het eerst geprioriteerd uitgewerkt middels indicatoren. Gezien de aanhoudende hoge werkdruk vanuit het primaire proces en het mogelijke extra werk dat ontstaat vanuit de inwerkingtreding van de Omgevingswet, is dit jaar gekozen om prioriteit te leggen op de ‘basis op orde’. Hierdoor zullen de zogenaamde ‘Ambitieonderwerpen’ uit het geactualiseerde VTH-beleid, in een later UVP worden uitgewerkt.

Met de verwachte inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2023, wordt komend jaar gezien als tussenjaar. Gezien de hoge werkdruk in combinatie met de vele veranderingen die de Omgevingswet met zich meebrengt, is de bewuste keuze gemaakt om komend jaar te gebruiken om de basis op orde te krijgen. Onder de basis op orde wordt onder andere verstaan datagericht werken, systemen hierop inrichten en het wegwerken van de werkvoorraad. Dit betekent dat de prioriteit komt te liggen bij het reguliere werk.

In het VTH beleid zijn een aantal ambitieonderwerpen uitgewerkt: veiligheid, ondermijning en gezonde fysieke leefomgeving (asbest, natuur, geluid, geur en luchtkwaliteit). Zodra de basis op orde is, zullen deze ambitieonderwerpen de gerichte aandacht krijgen die deze thema’s verdienen.

In het kader van de basis op orde, wordt in dit UVP 2023 voor de eerste keer doelen vanuit het geactualiseerde VTH-beleid nader uitgewerkt. Deze doelen bevatten wel indicatoren, maar nog geen streefwaarden, omdat er nog onvoldoende gegevens bekend zijn. Dit betekent dat we in 2023 de nullijn gaan bepalen om vervolgens deze doelen nader te concretiseren.

Beheersbare werkvoorraad

  • Doel: OD Twente heeft gebiedskennis in huis en heeft grip op activiteiten.

De OOTB-maatregelen hebben in 2022 op onderdelen vruchten afgeworpen. De werkvoorraad voor industriële vergunningprocedures en geluidsadviezen is hierdoor grotendeels weer onder controle. Agrarische vergunningverlening en de bijbehorende stikstofadviezen worden ondanks deze maatregelen nog sterk beïnvloed door de stikstofproblematiek. Hierdoor blijft de Twentebrede werkvoorraad voor bepaalde producttypen onverminderd hoog, waarmee afhandelingstermijnen onder druk komen te staan.

Eind 2022 vervallen de OOTB-maatregelen, waarbij wordt voorzien dat deze niet worden verlengd. Desondanks zal de OD Twente zich ook in 2023 inzetten voor het beheersbaar krijgen van de werkvoorraad. Zo zal een inhaalslag worden gemaakt op adviezen luchtkwaliteit, voornamelijk in het kader van stikstof. Ook zijn vanaf 2023 extra middelen vrijgekomen voor juridische ondersteuning, waarmee de hoge werkvoorraad binnen het programma Handhaving zal worden teruggedrongen.

Outputfinanciering (OPF)

  • Doel: De begroting is gebaseerd op waarheidsgetrouw en gedragen kentallen.

  • Doel: Er is draagvlak voor de benodigde middelen.

Werkzaamheden: In 2022 is onder begeleiding van Seinstra & Partners een eerste stap gezet richting een outputgerichte begroting gebaseerd op herijkte kentallen, het actuele bedrijvenbestand en het nieuwe Twentse VTH-beleid. Er is samen met accounthouders, financials en bestuurders een opzet gemaakt voor een gedragen begroting voor 2024. Deze begroting wordt in het voorjaar van 2023 voorgelegd aan de raden en staten, waarna besluitvorming in juli 2023 wordt voorzien. Hierdoor zullen begroting en UVP beter in balans komen, waardoor eventuele naheffingen of restituties de komende jaren minder groot zullen zijn.

Projectmatig werken

  • Doel: OD Twente heeft gebiedskennis in huis en heeft grip op activiteiten.

Werkzaamheden: Vanuit de OD Twente en haar partners is de behoefte uitgesproken tot een meer gestructureerde wijze van projectmatig werken en projectmanagement. Komend jaar zal extra worden ingezet op het borgen, registreren en monitoren van projecten. Hierbij dient in de rapportage een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen (deels) extern gefinancierde projecten en gezamenlijke interne projecten.

Naleefgedrag

  • Doel: Het algehele naleefgedrag voor de taken die de OD Twente uitvoert is hoog.

Werkzaamheden: Zowel het oude als het geactualiseerde VTH-beleid benadrukt de sterke wens om naleefgedrag beter in kaart te brengen en hierop in de toekomst te sturen. Naleefgedrag wordt op dit moment gemeten aan de hand van het aantal hercontroles ten opzichte van het aantal uitgevoerde initiële controles. Het afgelopen jaar is hard gewerkt aan het verbeteren van de datakwaliteit rondom naleefgedrag. Zo heeft de PDC 2022 onderscheid gemaakt tussen de producttypen Hercontroles (A2.03) en Handhavingscontroles (A2.12). Dit onderscheid voorkomt dubbelingen, veroorzaakt door vervolgcontroles bij hetzelfde bedrijf na een hercontrole waarin de overtreding niet ongedaan is gemaakt. De komende jaren zullen de benodigde ervaringscijfers voor deze producttypen verder opgebouwd en verfijnd worden. Na verloop van tijd zal de OD Twente steeds beter in staat zijn om te rapporteren en te sturen op zowel spontane naleving bij initiële controles, evenals bredere naleving bij hercontroles.

Naast de behoefte aan betere datakwaliteit rondom het algemene naleefgedrag, omschrijft het nieuwe VTH-beleid hiervoor ook een aparte indicator, namelijk ‘Type overtreder’. Hierbij wordt aangesloten bij de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO: goedwillend, moet kunnen, calculerend en bewust). Het zaaksysteem van de OD Twente wordt momenteel ingericht om hierop te registreren. Tegelijkertijd wordt tevens een pilot gedraaid met digitale checklists in Powerbrowser. In deze digitale checklists zal de mogelijkheid worden ingebouwd om de matrix vanuit de LHSO in te vullen. Komend jaar wordt ervaring opgedaan met deze nieuwe werkwijze, waarna de resultaten worden teruggekoppeld.

Klachtenanalyse

  • Doel: De OD Twente heeft grip op klachten.

Hoewel het aantal klachten inmiddels gemakkelijk inzichtelijk gemaakt kan worden middels PowerBI, kunnen de aard en locatie van deze klachten momenteel alleen handmatig worden herleid. Dit is een arbeidsintensieve handeling die vraagt om verdere doorontwikkeling van de klachtenanalyse. De OD Twente is daarom bezig om komend jaar de aard van klachten (geluid, geur, asbest, licht en overig) te borgen in haar zaaksystemen. Het doel is om de eerste resultaten van deze klachtenanalyse te delen in het jaarverslag 2022.

Doorontwikkeling risicoanalyse

  • Doel: Verbetering van gegevenskwaliteit van de voornaamste risicovariabelen, zodat het informatie gestuurd risicomodel voor de clusters van basistaken optimaal kan functioneren.

Een lang aanbestedingstraject heeft eind 2021 geresulteerd in de vrijgave van de Overijsselbrede risicoanalyse. Deze risicoanalyse is gezamenlijk ingericht en ingevuld door verschillende milieudeskundigen vanuit zowel de OD Twente als OD IJsselland. Het eindresultaat is een risicotool, waarmee VTH-werkzaamheden geprioriteerd kunnen worden op basis van de systematiek van zowel de Wabo (branches) als de Ow (activiteiten). Hoewel de tool voldoet aan de vooraf gestelde eisen, is verdere doorontwikkeling noodzakelijk voor verdere implementatie.

In 2023 zal de OD Twente samen met de OD IJsselland de risicoanalyse verder implementeren. De benodigde doorontwikkeling is ten eerste gericht op een inhoudelijke verfijningsslag van de huidige branchelijst, waarbij wordt gekeken naar de mogelijkheden om aan te sluiten op de systematiek van SBI-codes. Vervolgens dient gekeken te worden naar de mogelijkheden rondom implementatie van de risicoanalyse in de eigen zaaksystemen. Parralel aan bovenstaand traject dient afstemming plaats te vinden met de partners omtrent het zogenaamde ‘ambitieniveau’.

6.4. Programma

Dit programma geeft inzicht in de door de OD Twente uit te voeren taken en werkzaamheden op het gebied van vergunningen evenals toezicht en handhaving voor het komende jaar.

Om tot dit programma te komen, is gekeken naar het bedrijvenbestand van de gemeente Enschede in relatie tot de te verwachten producten, de te controleren bedrijven en de benodigde tijd en capaciteit die dit gaat kosten. Hiervoor wordt de zogeheten ‘inventarisatietool’ gebruikt.

Aan de hand van de risicoanalyse wordt het programma voor toezicht en handhaving bepaald. Dit programma is hiermee in lijn met de uniforme beleidsdoelen die in Twente zijn vastgesteld.

In de tabel hieronder is het bedrijvenbestand van Enschede opgenomen.

Wet

(leeg)

Klasse I

Klasse II

Klasse III

Eindtotaal

Wet Milieubeheer type A

66

674

48

5

791

Wet Milieubeheer type B

188

1493

562

30

2247

Wet milieubeheer type C - IPPC

8

1

9

Wet milieubeheer Type C (niet zijnde IPPC)

1

18

45

9

63

6.4.1 Programma Vergunningen

Voor het taakveld vergunningen wordt de vergunningenstrategie gehanteerd. Deze is opgenomen in het uniforme VTH-beleid Twente en de Nadere uitwerking. Deze strategie biedt de algemene kaders en uitgangspunten voor vergunningverlening en de verschillende keuzemomenten hierin.

Capaciteit beschikbaar gesteld door de gemeente Enschede wordt ingezet op de werkzaamheden zoals deze in onderstaande tabellen zijn beschreven. Hierbij wordt aangesloten bij de vigerende PDC, welke in 2022 is herzien met nieuwe kentallen. Opgemerkt wordt dat het verwachte aantal producten een inschatting betreft die is gebaseerd op aantallen van voorgaande jaren en bekende trends en ontwikkelingen. Het is op voorhand namelijk niet te bepalen hoeveel en welk type vergunningaanvragen / meldingen worden ingediend, dit is immers vraag gestuurd.

Code

Product

Aantal

Kental

(uren)

Totaal

(uren)

A1.01.01

Vooroverleg

5

11

55

A1.02.00

Melding activiteiten (besluit)

107

9

963

A1.02.01

Melding besluit lozen buiten inrichtingen

38

9

342

A1.02.02

Melding mobiele puinbreker

2

9

18

A1.03.00

Omgevingsvergunning regulier

3

20

60

A1.03.01

Milieu neutraal veranderen

6

20

120

A1.03.02

Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM)

3

20

60

A1.04.01

Omgevingsvergunning

6

45

270

A1.04.02

Veranderingsvergunning

5

45

225

A1.04.03

Revisievergunning

3

45

135

A1.04.04

Ambtshalve wijzigen

3

45

135

A1.08.00

(Vormvrije) MER-beoordeling

3

18

54

A1.09.00

Maatwerkvoorschriften

40

10

400

A1.10.01

Melding BBK

134

4

536

A1.10.02

BUS-melding

11

7

77

A1.10.03

Melding AMvB bodemenergie

10

8

80

A1.10.04

Overige melding bodem

2

5

10

A1.11.03

Beoordelen BUS-evaluatieverslag

11

15

165

A1.12.00

Melding sloop / asbest

62

3

186

A1.12.01

Melding slopen bouwwerk

17

3

51

A1.12.02

Melding asbest verwijderen

431

3

1293

A1.12.03

Melding mutatie- of onderhoudswerkzaamheden asbest

261

3

783

A1.13.00

Milieudeel meervoudige omgevingsvergunning

2

65

130

Totaal benodigde capaciteit

6148 uur

De geplande werkvoorraad voor het programma Vergunningen bedraagt 6148 uur (4,39 Fte). 1

De OD Twente verwacht ook in 2023 een hoge werkvoorraad voor het programma Vergunningen als gevolg van de hoge toestroom aanvragen in combinatie met schaarste op de arbeidsmarkt. De komst van de Omgevingswet leidt waarschijnlijk tot meer aanvragen in het eind van 2022, welke nog onder het huidig recht kunnen worden ingediend. De OD Twente probeert deze procedures in de loop van 2023 zo snel mogelijk af te ronden. Voor kleinere procedures zal dit met extra inzet naar verwachting goed mogelijk zijn. Voor de uitgebreide procedures geldt onverminderd dat de stikstofproblematiek zorgt voor complexiteit en vertraging in procedures.

6.4.2 Programma Toezicht & Handhaving

Voor toezicht en handhaving zijn al geruime tijd strategieën in gebruik. Deze zijn opgenomen in het VTH-beleid Twente en de Nadere uitwerking. Door toezicht te houden wordt gecontroleerd of wordt voldaan aan wet- en regelgeving en vergunningvoorschriften worden nageleefd. Voor de toezichthouders die de controle uitvoeren maakt de toezichtstrategie duidelijk hoe zij hun werk moeten uitvoeren. Ook geeft het inzicht in de verschillende soorten controles. Voor de verschillende soorten controles is aangesloten bij de productindeling in de PDC 2022. Om indien nodig een goede uitvoering te geven aan handhaving, wordt aangesloten bij de Landelijke handhavingstrategie omgevingsrecht (LHSO).

Code

Product

Aantal

Kental

(uren)

Totaal

(uren)

A2.01.00

Opleveringscontrole klasse I & II

40

15

600

A2.01.01

Opleveringscontrole klasse III (niet provinciaal)

2

45

90

A2.02.00

Periodieke controle klasse I & II

373

11

4108

A2.02.01

Periodieke controle klasse III (niet provinciaal)

21

22

262

A2.03.00

Hercontrole klasse I & II

78

6

468

A2.03.01

Hercontrole klasse III (niet provinciaal)

21

11

231

A2.03.04

Handhavingscontrole

17

10

170

A2.04.00

Aspectcontrole

29

8

232

A2.05.00

Administratieve controle

7

2

14

A2.05.02

e-MVJ beoordelen

11

10

110

A2.07.00

Vrije veld toezicht / Gevelcontrole

5

6

30

A2.08.00

Klacht / Melding

212

4

848

A2.08.01

Ongewoon voorval

14

6

84

A2.09.00

Bodem toezicht

2

5

10

A2.09.01

Toezicht WBB-saneringen

36

7

252

A2.09.02

Toezicht BUS-saneringen

17

7

119

A2.09.03

Toezicht nazorg

2

6

12

A2.09.05

Toezicht melding BBK

117

5

585

A2.09.06

Toezicht melding / vergunning AMvB bodemenergie

8

5

40

A2.09.07

Toezicht sanering ondergrondse tank

3

5

15

A2.10.01

Toezicht asbest verwijderen

47

3

235

A2.10.02

Toezicht slopen bouwwerk

2

5

10

A2.10.03

Toezicht mobiel breken bouw- en sloopafval

2

5

10

8730

A3.01.00

Handhavingsverzoek

5

12

60

A3.02.00

Handhavingsbesluit

30

10

300

A3.02.01

Last onder dwangsom

12

8

96

A3.03.00

(BOA) Strafrechtelijk vooronderzoek

41

6

246

A3.03.01

(BOA) Strafrechtelijke handhaving -bsbm

3

9

27

A3.03.02

(BOA) Strafrechtelijke handhaving - procesverbaal

3

26

78

807

Totaal benodigde capaciteit

9537 uur

De geplande werkvoorraad bedraagt voor het programma Toezicht en Handhaving 9537 uur (6,81 Fte).

Een aandachtspunt bij enkele partners blijft het aanleveren en aanmaken van dossiers, welke beschikbaar moeten zijn voordat controles kunnen worden ingepland. Aandacht wordt gevraagd voor het structureel hoge aantal handhavingszaken en strafrechtelijke onderzoeken als gevolg van de toepassing van de LHSO. Met deze ontwikkelingen is rekening gehouden in dit UVP middels het ramen van voldoende capaciteit.

6.4.3 Programma Advies

Naast producten op het gebied van vergunningverlening en toezicht en handhaving, kennen we ook adviesproducten. Deze producten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Er wordt aangesloten bij de productindeling van de PDC 2022.

Code

Product

Aantal

Kental

(uren)

Totaal

(uren)

A4.04.00

Juridisch advies

2

8

16

A4.05.00

Bodem advies (extern)

50

6

300

A4.05.03

Beoordelen verkennend bodemonderzoek, nul- en eindsituatie

8

8

64

A4.05.11

Advisering grondverzet

2

8

16

A4.06.00

Advies externe veiligheid

2

8

16

A4.07.00

Advies milieuzonering

2

8

16

A4.08.00

Advies geluid

18

8

144

A4.08.03

Uitvoering geluidmeting

8

16

128

A4.08.05

Advies zonebeheer

9

8

72

A4.09.00

Advies luchtkwaliteit (lucht en geur)

5

11

55

A4.10.00

Milieuadvies ruimtelijke ordening

2

8

16

A4.12.00

Advies algemeen

21

6

126

A4.13.00

Informatieverstrekking

3

4

12

A4.13.01

Korte vragen opdrachtgever

3

3

9

A4.13.02

Informatieverstrekking bodem

2

5

10

Totaal benodigde capaciteit

1016 uur

De geplande werkvoorraad voor het programma Advies bedraagt 1016 uur (0,72 Fte).

6.4.4 Externe Partners

De OD Twente heeft verschillende ketenpartners. Naast de gemeenten en de provincie zijn de waterschappen en de Veiligheidsregio hiervan de meest belangrijke. Met de Veiligheidsregio Twente vindt frequent overleg plaats op meerdere niveaus, maar is geen sprake van gezamenlijke prioriteiten. Bij werkzaamheden op het gebied van veiligheid wordt advies ingewonnen en waar nodig gezamenlijk opgetrokken.

Intentieovereenkomst waterschappen

De OD’s en noordoostelijke waterschappen hebben vanaf 2020 een samenwerkingsovereenkomst. Hierbinnen worden jaarlijks praktische projecten voorbereid en uitgevoerd op thema’s die in alle organisaties spelen. De werkzaamheden worden gecombineerd met reguliere werkzaamheden, waardoor eventuele extra tijdsbesteding relatief beperkt is. Voor 2023 zijn de volgende speerpunten bepaald:

  • 1.

    Zeer zorgwekkende Stoffen (ZZS) (voortzetting 2022);

  • 2.

    Vetproblematiek in riolen (voortzetting 2022);

  • 3.

    Toezicht bij mono- en covergisters.

6.5 Projecten en collectieve werkzaamheden

In dit hoofdstuk wordt inzicht verschaft voor alle lopende projecten en de projecten waar komend jaar uitvoering aan wordt gegeven. Daarnaast wordt voor het eerst de term collectieve werkzaamheden geraamd. Dit zijn werkzaamheden die ten behoeve van de regio Twente door de Omgevingsdienst worden uitgevoerd, maar geen specifiek project zijn en ook niet rechtsreeks op producten geschreven kunnen worden.

De inzet van projecten en collectieve werkzaamheden wordt op basis van geschreven uren toegerekend aan de partners op basis van een verdeelsleutel. Deelnemers kunnen ook capaciteit vrijmaken voor het uitvoeren van lokale projecten. Hiervoor worden geschreven uren direct toegekend. Extern gefinancierde projecten gaan niet ten koste van de reguliere capaciteit.

6.5.1 Regionale projecten

Project

Status

Rol OD Twente

Capaciteit

Omgevingswet

In uitvoering

Op orde brengen van eigen processen. Afspraken maken met bevoegde gezagen over gezamenlijke producten. Dit wordt opgepakt binnen het project ‘Werkende Ketens deel II’.

Daarnaast worden experttrainingen gegeven aan alle medewerkers. Dit verklaart het relatief hoge aantal uren dat is geraamd.

1500 uur

Landelijke vergunning strategie

In uitvoering

Landelijk wordt door ODNL gewerkt aan een landelijke vergunningenstrategie. Het streven is om binnen Nederland een basis op te leveren voor de diepgang van toetsing van vergunningen en meldingen (informatieplicht onder de Omgevingswet). De OD Twente participeert in deze ontwikkeling.

Extern gefinancierd

Energie en Duurzaamheid

Uitvoering

tot 2026

Energie en duurzaamheid kent een stapeling van verschillende deelprojecten. Een groot deel hiervan wordt gefinancierd met externe middelen van de provincie of het rijk. Deze worden in een separaat plan uitwerkt en aan het AB van de OD Twente aangeboden.

Voorgefinancierd / extern gefinancierd

Ontwikkelingen projectmanagement

2023

De OD Twente wil projectmanagement gaan professionaliseren. Er wordt een standaard werkwijze vastgelegd inclusief definities en standaarden.

250

SPUK IBP

2023

Vanuit het rijk wordt een specifieke uitkering gedaan richting de OD Twente ter versterking van de omgevingsdienst. In de aanvraag is beoogd dat hier onder andere de risico analyse, klachtenanalyse en datagericht werken onder vallen. Op dit moment is nog niet duidelijk of deze aanvraag is goedgekeurd. Voortgang hierover zal richting het bestuur worden teruggekoppeld.

Beoogd extern gefinancierd.

Totaal benodigde capaciteit

1750 uur

6.5.2 Collectieve werkzaamheden

Onderwerp

Status

Rol OD Twente

Capaciteit

Ontwikkelingen duurzame landbouw / stikstof

De OD Twente wordt betrokken bij verschillende ontwikkelingen op het gebied van duurzame ontwikkeling van de landbouw gecombineerd met de stikstofproblematiek.

Door de provincie is de gebiedsgerichte aanpak opgestart. Daarnaast zijn bestaande stoppers- en saneringsregelingen die geëffectueerd moeten worden.

Bij lokale projecten kan een deelnemer aangeven of de inzet van de OD Twente voor specifieke projecten gewenst is.

2000 uur

Ketentoezicht

Continu

Projectleiding en coördinatie OD Twente.

Uitvoering wordt gedaan door OD Rivierenland. De OD Twente brengt 600 uur in en samen met de Overijsselse en Gelderse omgevingsdiensten. Hiermee wordt bij branches ketentoezicht uitgevoerd.

100 uur

600 uur

Uitvoeringsagenda Bodembeheer

Continu

Binnen Twente bestaat een gezamenlijke uitvoeringsagenda bodembeheer, waarin beleidsonderwerpen worden besproken zoals ZZS en PFAS. Andere deelprojecten zijn digitalisering, de bodemkwaliteitskaart, asbest, en invasieve exoten.

De OD Twente levert capaciteit om deze ontwikkelingen en projecten uit te voeren en ze is gevraagd om de voorzittersrol op zich te nemen in 2022.

1000 uur

Totaal benodigde capaciteit

3700 uur

6.5.3 Lokale projecten

Project

Status

Rol OD Twente

Capaciteit

Euregiobedrijventerrein

Project 2023

In verband met de hoeveelheid en aard van klachten, handhavingsverzoeken en activiteiten op en rond het Euregiobedrijventerrein is vanuit de gemeente Enschede een regieteam samengesteld. Ook ODT neemt deel in dit regieteam. Werkzaamheden die voortkomen uit het project komen ten laste van het reguliere uitvoeringsprogramma

50 uur

Extra inzet Energie & Duurzaamheid

2023

Bovenop het uitvoeringsprogramma en bovenop de inzet zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma Energie & Duurzaamheid is door de gemeente Enschede budget voor nog een extra fte beschikbaar gesteld om op deze taken extra inzet te plegen

1400 uur

Projectmatige aanpak klachten horeca

2023

Gezien de omvang van het aantal klachten over de horeca in Enschede is besloten een projectmatige aanpak te kiezen. Dit betekent dat aan de voorkant meer inzet wordt gevraagd maar dat dit uiteindelijk aan de achterkant (minder klachten, minder handhaven) tijd oplevert. De ureninzet is opgenomen in het reguliere uitvoeringsprogramma. Wel wordt dit project gemonitord.

Inzet Boa domein II

De Omgevingsdienst Twente voert voor de gemeente Enschede ook de zogenoemde BOA domein II taken uit. Dit zijn milieu gerelateerde werkzaamheden die niet ‘inrichting- gebonden’ zijn. De meest tijd (ca 80%) wordt besteed aan afvaldumpingen. Onderzocht wordt of er een daderindicatie is en of er verbaal kan worden opgemaakt. Daarnaast wordt ingezet op bijvoorbeeld het illegaal branden van afval of het illegaal vellen van opstanden en/of het kappen van bomen. Deze taken worden door het “Boa-cluster” opgepakt zodat er sprake is van continuïteit in de dienstverlening bij vakantie of ziekte.

Totaal benodigde capaciteit

6.6 Afwijkingen en risico’s

De gezamenlijke basis voor de opzet van dit programma wordt gevormd door het uniforme VTH-beleid Twente, de vigerende risicoanalyse voor Twente en de productindeling van de PDC 2022. Vanwege de autonomie van bestuursorganen bij uitvoering van VTH-taken, is het tot op zekere hoogte mogelijk om van deze gezamenlijke basis gemotiveerd af te wijken. VTH-taken kunnen lokaal intensiever of juist minder intensief worden uitgevoerd. In dat geval worden in het programma bestuurlijk prioriteiten gesteld. Bij een lager niveau van uitvoering worden de consequenties en risico’s van de keuze duidelijk gemotiveerd.

6.7 Uitvoeringsorganisatie & bedrijfsvoering

De OD Twente, zijnde de uitvoeringsorganisatie met bedrijfsvoering, moet voldoen ten aanzien van haar (uitvoerings)organisatie, borging van middelen, monitoring en rapportage. De uitvoeringsorganisatie dient zodanig ingericht te zijn dat een goede uitvoering van het VTH-beleid, inclusief de nadere uitwerking en programma gewaarborgd is. Per element is aangegeven hoe hier uitvoering aan wordt gegeven.

Omschrijving

Toelichting

Uitvoeringsorganisatie

De bestuursorganen richten hun organisatie zodanig in dat een goede uitvoering van het uitvoerings- en handhavingsbeleid, en de uitvoeringsprogramma’s, gewaarborgd is.

Is vastgelegd middels de GR OD Twente en het Bedrijfsplan OD Twente.

De bestuursorganen dragen er in ieder geval zorg voor dat:

  • 1.

    De personeelsformatie ten behoeve van de uitvoering en de handhaving en de bij de onderscheiden functies behorende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden vastgelegd.

  • 2.

    Vergunningverleners niet worden belast met het toezicht op naleving en het voorbereiden of uitvoeren van bestuurlijke sancties.

  • 3.

    Toezichthouders niet voortdurend worden belast met het uitoefenen van toezicht op de naleving met betrekking tot dezelfde inrichting.

  • 4.

    De organisatie van de bestuursorganen en van de Omgevingsdienst ook buiten de gebruikelijke kantooruren bereikbaar en beschikbaar is.

  • 1.

    Dit volgt uit het formatieplan, functiegebouw en (meer)jaarlijkse UVPs.

  • 2.

    Dit is geborgd door de scheiding tussen de programma’s Vergunningen en Toezicht & Handhaving.

  • 3.

    Dit is geborgd door periodieke roulatie van toezichthouders en het uitvoeren van hercontroles door een tweede toezichthouder.

  • 4.

    Dit is geborgd door de instelling van een 24/7 wachtdienst.

De bestuursorganen dragen tevens zorg voor:

  • 1.

    Een beschrijving van de werkprocessen, de procedures en de bijbehorende informatievoorziening inzake de uitvoerings- en handhavingstaken en het voorbereiden, geven en uitvoeren van bestuurlijke sancties wordt vastgesteld.

  • 2.

    Dat uit te voeren werkzaamheden plaatsvinden overeenkomstig deze beschrijving.

  • 5.

    Dit is geborgd in het kwaliteitssysteem WIKI 360 waarin alle primaire processen zijn beschreven. De WIKI 360 wordt komende jaren doorontwikkeld naar een dieper instructieniveau.

  • 6.

    In 2022 is gewerkt aan een 1e opzet van het Auditplan OD Twente. In een driejaarlijkse cyclus worden alle producten conform dit plan doorlopen.

Borging van middelen

De bestuursorganen dragen er zorg voor dat:

  • 1.

    De voor het bereiken van de gestelde doelen en de voor het uitvoeren van de daarin bedoelde activiteiten benodigde en beschikbare financiële en personele middelen inzichtelijk worden gemaakt en in de begroting van de rechtspersonen en van de Omgevingsdienst worden gewaarborgd.

  • 2.

    De wijze van berekening van de benodigde financiële en personele middelen inzichtelijk wordt gemaakt.

  • 3.

    Voor de uitvoering van de uitvoeringsprogramma’s voldoende financiële en personele middelen beschikbaar zijn en dat deze middelen zo nodig worden aangevuld of de uitvoeringsprogramma’s zo nodig worden aangepast.

  • 7.

    Borging vindt plaats middels de jaarlijkse Programmabegrotingen van de deelnemers. Zij baseren zich hierbij op de jaarlijkse Programmabegroting OD Twente waarin per programma en deelnemer de middelen in beeld worden gebracht.

  • 8.

    Voor de periode 2019 tot en met 2023 wordt inputfinanciering als basis genomen voor het bepalen van de financiële en personele middelen. In de periode 2023 wordt toegewerkt naar een vorm van outputfinanciering waarbij producten, kentallen per product, projecten en het onderliggende inrichtingenbestand een steeds belangrijkere basis worden voor deze berekening.

  • 9.

    Het jaarlijkse uitvoeringsprogramma wordt getoetst aan de ingebrachte capaciteit. Gedurende het kalenderjaar worden deelnemers op de hoogte gehouden tijdens de periodieke accountoverleggen en middels een 4- en 8-maanden rapportage.

Monitoring

De bestuursorganen bewaken resultaten en voortgang van:

  • 1.

    Het bereiken van de krachtens die leden gestelde doelen.

  • 2.

    De uitvoering van de uitvoeringsprogramma’s.

Gedurende het kalenderjaar worden deelnemers op de hoogte gehouden van de voortgang middels een 4- en 8-maanden rapportage.

De bestuursorganen dragen zorg voor de registratie van gegevens die zijn verkregen in het kader van de uitvoering en handhaving.

Betreft de vastlegging middels het zaaksysteem PowerBrowser en ondersteunende applicaties.

Het archief VTH is per deelnemer afgestemd.

Rapportage

De bestuursorganen rapporteren periodiek over:

  • 1.

    Het bereiken van de krachtens die leden gestelde doelen.

  • 2.

    De uitvoering van de voorgenomen activiteiten in verhouding tot de prioriteitenstelling

  • 3.

    De uitvoering van de afspraken

Jaarverslag

Jaarverslag en 4- en 8-maandenraportages.

Jaarverslag en 4- en 8-maandenrapportages.

De bestuursorganen evalueren jaarlijks of de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsprogramma’s zijn uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de gestelde doelen.

Betreft de jaarlijkse rapportage middels het Jaarverslag VTH.

B&W en GS delen de rapportage mee aan de gemeenteraad en provinciale staten.

Betreft de jaarlijkse aanbieding van het Jaarverslag VTH aan de gemeenteraad en provinciale staten.

Verplichte aansluiting Inspectieview Milieu

Verplichte aansluiting Inspectieview Milieu

De verplichte aansluiting op Inspectieview Milieu is gerealiseerd middels deelname aan I-GO (Gelderse Omgevingsdiensten). Met ingang van 2021 zijn alle 29 Omgevingsdiensten individueel aangesloten.

7. UITVOERINGSPROGRAMMA BRANDWEER TWENTE

Met de regionalisering van Brandweer Twente per 1 januari 2013 is besloten dat Brandweer Twente de taakuitvoering op het gebied van advisering en toezicht brandveiligheid uitvoert. Gemeente Enschede is als bevoegd gezag (eind)verantwoordelijk voor deze taak en de daaruit voortvloeiende bestuursrechtelijke handhaving (juridische procedure). De taken worden uitgevoerd vanuit de doelstelling:

Het, in samenspraak met de Twentse gemeenten, realiseren van een hoogwaardige uitvoering van taken en gezamenlijke projecten op het gebied van advies en toezicht en het leveren van een relevante bijdrage aan meer veiligheid en betere naleving in Twente.

Middels deze memo doen wij evenals voorgaande jaren een voorstel voor het VTH uitvoeringsprogramma 2023.

7.1 Ontwikkelingen

Vanuit de ervaring van de afgelopen jaren kunnen we concluderen dat er ieder jaar ontwikkelingen spelen die van invloed zijn op onze manier van werken, de afgesproken werkvoorraden, de aantallen controles, maar ook de beschikbare capaciteit. Deze ontwikkelingen zijn niet altijd op voorhand te managen. Denk aan de toestroom van (Oekraïne)vluchtelingen, andere maatschappelijke ontwikkelingen, bestuurlijke afwegingen, incidenten met een grote impact of personele problemen. Ook voor 2023 voorzien we een aantal belangrijke ontwikkelingen die ongetwijfeld een invloed zullen hebben. In het kader van transparantie is het goed om een aantal te voorziene ontwikkelingen op voorhand met elkaar te delen. Op die manier kunnen verwachtingen gemanaged worden waardoor er ook tijdig bijgestuurd kan worden indien nodig. De belangrijkste ontwikkelingen die we nu voorzien zijn als volgt:

Omgevingswet

Brandweer Twente bereidt zich inhoudelijk voor op de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging in de bouw. Deze wetswijziging zal gevolgen hebben voor onze organisatie; de werkprocessen, de benodigde competenties van onze medewerkers en de relatie tot en met onze partners. De sector Brandveiligheid werkt hierdoor momenteel aan een doorontwikkeling. Onze missie is het borgen van een veilige en gezonde leefomgeving voor alle inwoners. Daarbij willen wij niet alleen branden en slachtoffers bij branden voorkomen, maar ook brandveilig gedrag bevorderen. Risicogericht adviseren en informatie gestuurd werken is hierbinnen een belangrijke pijler.

Energietransitie

Brandweer Twente ziet veel initiatieven op het gebied van energietransitie waarop advies van ons gevraagd wordt. Te denken valt hierbij aan de aanleg van zonneparken, het stallen van elektrische voertuigen in parkeergarages, het (grootschalig) plaatsen van zonnepanelen op daken en het plaatsen van alternatieve energiebronnen bij evenementen. Wij kunnen vanuit de veiligheidsketen (o.a. repressie en brandonderzoek) adviseren op o.a. omgevingsvergunningen bouwen, bij evenementen en toezicht houden in de praktijk. Daarnaast willen we ook graag betrokken worden bij het proces vanuit de gemeente om te komen tot een visie/beleid ten aanzien van de energietransitie in het kader van veiligheid en gezondheid.

Rookverspreiding

Uit verschillende landelijke onderzoeken komt naar voren dat koude rookverspreiding een grote invloed heeft op de vluchtveiligheid in bouwwerken. Vooruitlopend op de komende wijzigingen in de regelgeving adviseren we op het voorkomen van koude rookverspreiding in gebouwen, met name gebouwen waarbij sprake is van verminderd zelfredzamen.

Kwetsbare inwoners

De samenleving vergrijst en sinds 2015 is er sprake van een extramuralisering van de zorg. Dit maakt dat een groeiende groep kwetsbare inwoners meer op zichzelf is aangewezen daar waar het gaat om zijn brandveiligheid. Brandweer Twente staat dan ook met haar producten midden in de maatschappij om samen met partners aandacht te hebben voor onze kwetsbare inwoners.

Brandveiligheid woongebouwen

In de Nieuwjaarsnacht van 2020 brak in een galerijflat in Arnhem brand uit, nadat in de entreehal klein vuurwerk was afgestoken. Bij deze brand zijn een tweetal personen overleden, waaronder een kind. Deze tragische brand kreeg veel aandacht in de media en leidde tot discussie over de brandveiligheid van woongebouwen. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) heeft daarom een onderzoek gestart, met als doel daar lessen uit te trekken (Fatale flatbrand in Arnhem - Lessen voor brandveiligheid, juli 2021).

De Onderzoeksraad doet in haar rapport een aantal aanbevelingen aan diverse partijen, waaronder de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Brandweer Nederland. Deze aanbevelingen zijn gericht op het verbetering van het toezicht op de brandveiligheid in de gebruiksfase van woongebouwen en het actief, gevraagd en ongevraagd, adviseren van eigenaren van woongebouwen. Brandweer Twente wil in 2023 graag invulling geven aan deze aanbevelingen.

7.2 Advies

Bouwen en brandveilig gebruik

Brandweer Twente levert expertise door op verzoek van gemeente Enschede te adviseren op een aanvraag omgevingsvergunning. Brandweer Twente heeft specifieke kennis en ervaring over en met de interactie tussen gebouwkenmerken, menskenmerken, brandverloop en de interventie door de interne hulpverlening en door de brandweer (Basis voor Brandveiligheid).

Deze expertise wordt gevoed vanuit het optreden bij incidenten, brandonderzoek en evaluaties van branden. Het advies is met name gericht op de veiligheid van de in het gebouw aanwezige personen en de mogelijkheden voor (veilig) brandweeroptreden.

De regelgeving m.b.t. koude rookverspreiding is geïmplementeerd. In de advisering op omgevingsvergunningen vragen we extra aandacht bij de initiatiefnemers om vroegtijdig na te denken over de praktische invulling van de eisen m.b.t. voorkomen van koude rookverspreiding. De regels rondom de praktische realisatie hiervan zijn nog niet helder. Dit komt mede doordat er nog weinig geteste producten/varianten op de markt beschikbaar zijn.

We blijven investeren om onze adviezen in een zo’n vroeg mogelijk stadium bij de verschillende stakeholders op tafel te krijgen. Naast de bevoegde gezagen zijn dit dus ook de vastgoedbeheerders, initiatiefnemers, adviseurs, architecten en bouwbedrijven. De investering om aan te sluiten bij vooroverleggen past bij de ontwikkeling van de omgevingswet en bijbehorende omgevingstafel.

Evenementen

Brandweer Twente kijkt per evenement naar de realistisch te verwachten risico’s en aan de hand hiervan wordt beoordeeld of dit evenement op een veilige manier kan plaatsvinden. De brandweer heeft een adviserende rol en richt zich op een aantal brandveiligheidsaspecten. Denk hierbij aan bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van een incident, brandveiligheid van tenten en andere objecten inclusief toe te passen materialen, maximaal toe te laten aantal bezoekers, vluchtveiligheid van het publiek en het veilig gebruik van gasflessen ten behoeve van het bereiden van voedsel. Bij het opstellen van een advies toetst de brandweer of aan alle risico’s is gedacht en of er voldoende maatregelen door de organisatie worden getroffen om risico’s te voorkomen dan wel te verminderen.

Brandweer Twente merkt dat bij de evenementen waarbij we aan de voorkant, in overleg met organisatoren en gemeente betrokken zijn, we inhoudelijk meer bereiken waardoor we aan de achterkant (beoordeling op papier) weinig meer hoeven bij te sturen. Door vooraf de aanvragen met gemeente en organisatie door te nemen, geven we de organisaties en gemeenten betere handvatten voor het verdere vergunningverleningstraject.

Om de gemeente en organisatoren goed te kunnen bedienen, moeten we de wet- en regelgeving toepassen op desbetreffende evenement en daar uitleg over geven. Dit vereist een meer directe relatie met initiatiefnemers, uiteraard altijd in afstemming met het bevoegd gezag. Dit biedt tevens de mogelijkheid om meer risicogericht advies te geven. Bovenstaande sluit goed aan bij de komst van de Omgevingswet.

Aansluitend op bovenstaande willen we voor 2023 als brandweer nog meer impact maken op het evenementenproces. Ons advies moet op de juiste plek terecht komen en goed worden ontvangen door zowel het bevoegd gezag als bij de organisator. Het advies dat (naar alle waarschijnlijkheid) in de vergunning wordt verwerkt moet de organisator wel bereiken. Dit willen we komend jaar ook gaan toetsen. Komt ons advies op de juiste plek bij de organisator terecht? Dat betekent ook dat we in gesprek zullen gaan met het bevoegd gezag over de inhoud van de vergunningen en tijdens vooroverleggen en evaluaties zullen we de organisatoren vragen of ons advies het doel heeft bereikt.

Risicogericht adviseren met impact zal worden doorgetrokken naar toezicht. In ons advies zullen daar waar nodig specifieke controlepunten worden benoemd. Deze punten zullen de basis vormen voor het toezicht.

7.3 Toezicht

Toezichtstrategie brandveilig gebruik

De prioritering en de intensiteit van reguliere controles binnen de gemeenten in Twente worden bepaald op basis het ‘Risico Afwegingsmodel Toezicht Brandveiligheid’ (RAT). Bij dit model is gebruikt gemaakt van de publicatie ‘Basis voor brandveiligheid’ om risico’s binnen gebouwen beter te typeren. Risico’s in gebouwen worden verdeeld in primair en secundair. Het gebouw als zodanig in samenhang met de omstandigheden van verblijf bepalen de primaire risico’s. De risico’s vanuit het gebruik (naleefgedrag) en de statistische informatie over brandincidenten bepalen de secundaire risico’s. Een optimale afstemming tussen de primaire en secundaire risico’s is uiteindelijk de belangrijkste voorwaarde voor een brandveilig gebouw. Tenslotte wordt het toezicht op brandveiligheid telkens geoptimaliseerd op basis van de daadwerkelijke controle resultaten om risico’s op een adequate manier te kunnen beïnvloeden.

Het afwegingsmodel biedt per gemeente handvatten voor eventuele verdere beleidsmatige sturing dan wel integratie van de lokale belangen (maatwerkafspraken).

Op basis van de RAT wordt voorgesteld om in 2023 te focussen op de objecten conform bijgevoegde objectenlijst en deze zoveel als mogelijk te controleren.

Thema

Prognose

Logies

15

Onderwijs en KDV

64

Zorg

81

Kamerverhuur

181

Totaal

341

In afwijking van de afgelopen jaren en de RAT wil Brandweer Twente in 2023 ruimte creëren om invulling te geven aan de aanbevelingen uit het rapport van de Onderzoeksraad van Veiligheid over de Fatale flatbrand in Arnhem.

Dit willen wij doen door middel van gerichte toezicht en voorlichtingsacties, waar mogelijk in samenwerking met woningcoöperaties. Daarbij zal aandacht worden besteed aan de risico’s die bij specifieke gebouwen, zoals corridorflats of portiekflats, en specifieke bewonersgroepen, zoals seniorencomplexen, bestaan.

Aangezien woongebouwen in het verleden niet tot het toezichtsprofiel behoorde is er momenteel nog geen inzicht in de totale werkvoorraad en is nog geen volledig beeld van de risico’s binnen de gemeente Enschede. Daarom zal in 2023 eerst gestart worden met een inventarisatie en zal een risico-indeling worden gemaakt. Daarvoor is ook input nodig vanuit gemeente Enschede. Middels de input voor het jaarverslag zullen wij u informeren over welke concrete acties zijn uitgevoerd en wat hiervan de resultaten waren.

Om dit mogelijk te maken zal de groep in de laagste risicoklasse (zelfredzaam en wakend) in 2023 niet worden gecontroleerd. Dit betreft het thema Publieke functies (148 objecten). In voorgaande jaren werden binnen dit thema over het algemeen slechts kleine gebreken geconstateerd met een beperkte invloed op de totale brandveiligheid van het pand en de vluchtveiligheid van de gebruikers.

Thematisch Toezicht

Evenals voorgaande jaren worden de diverse gebruikscategorieën gebundeld en binnen dezelfde periode binnen Twente gecontroleerd. De voorstelplanning van 2023 ziet er als volgt uit:

Gebruiksfunctie 

Periode  

Reden  

Logiesfunctie  

Januari

Tijdens het zomerseizoen zijn meer kamers bezet dan gedurende het winterseizoen (m.u.v. de feestdagen)

Onderwijsfunctie en Kinderopvang 

Februari t/m april 

Tijdens de schoolvakanties kunnen verbouwingen plaats vinden 

Zorg, dagbesteding  en cellengebouw  

Mei t/m augustus  

Geen seizoeninvloeden

Kamerverhuur 

September t/m december 

Start studentenseizoen. Natuurlijk moment voor nieuwe studenten

Gestapelde woningbouw

Juli t/m december

Inventarisatie risicopanden noodzakelijk

Toezichtstrategie bouwen

De risico’s van een te bouwen bouwwerk wordt bepaald op basis van de RAT. Gekoppeld aan deze risico’s is het minimale ambitieniveau van Brandweer Twente vastgesteld in onderstaande tabel.

Risicoklasse

Controlemoment

Controlefrequentie

Intensiteitsniveau

Zeer Hoog

Voor de oplevering

> 1x

3

Hoog

Voor de oplevering

> 1x

3

Belangrijk

Voor of tijdens de oplevering

1x

3

Mogelijk

Tijdens de oplevering

1x

3

Aanvaardbaar

Een bestuurlijke afweging

Op verzoek

Op verzoek

Brandweer Twente adviseert om de prioritering en controlefrequentie van het bouwtoezicht vanuit de gemeente Enschede hierop af te stemmen en ons te actief te betrekken.

Vanaf 1 juli 2021 zijn er wijzigingen doorgevoerd in het Bouwbesluit ten aanzien van de brandveiligheid. Zo zijn er rookscheidingen geïntroduceerd, zijn zelfsluitende deuren verplicht bij appartementengebouwen en hebben de aangescherpte eisen mogelijk gevolgen voor draagconstructies. Er is nog veel discussie over de toepassing van deze eisen. Brandweer Twente vraagt daarom hier extra aandacht aan te besteden bij controles in de realisatiefase in 2023.

Toezicht bij evenementen

Team Advies van Brandweer Twente adviseert bij de aanvragen om evenementenvergunning of bij meldingen conform het VTH-beleid. Hierbij wordt de gemeente geadviseerd, op basis van de risico’s bij het evenement, wel of niet toezicht te gaan houden in het kader van brandveiligheid. Bij het advies om wel toezicht te houden wordt pro-actief een controle ingepland. Bij de controle is in basis altijd ook een medewerker van de desbetreffende gemeente aanwezig. Veelal zal het hier om C evenementen gaan. Daar waar team advies van Brandweer Twente de risico’s beperkt acht, zal in basis ook geen toezicht worden gehouden door Brandweer Twente. Gemotiveerd kan het bevoegd gezag alsnog om toezicht verzoeken.

Overige controles (Ondermijning / Adhoc / Projecten)

Naast de reguliere controles brandveilig gebruik verdienen jaarlijks ook andere objecten de aandacht. Dit kunnen gemeentelijke projecten zijn of actuele thema’s die zich voordoen gedurende het jaar. Daarnaast is er de aanpak van ondermijning. Hierbij moet voorkomen worden dat de “onderwereld” zich middels bedrijven, in de bovenwereld nestelt en hierdoor de maatschappelijk integriteit, veiligheid en leefbaarheid aantast. Brandweer Twente kan op verzoek aansluiten bij initiatieven van gemeente Enschede.

Daarbij hanteert Brandweer Twente de prioritering op basis van primaire risicoklasse uit de RAT. De meest bepalende risicofactoren zijn de zelfredzaamheid van de aanwezige personen en of zij wakend, dan wel slapend zijn.

Primaire risicoklasse

Maatgevende risicofactor

Gebouwsoort met grenswaarde

Hoog

(zeer groot risico)

Personen

niet zelfredzaam

- Gezondheidszorggebouwen > 10 pers.

- Cellengebouwen > 10 pers.

- Kinderdagverblijfgebouwen >10 pers.

- Wonen met zorg > 4 wooneenheden.

Belangrijk

(groot risico)

Personen

zelfredzaam en slapen

- Logiesgebouwen > 10 pers.

- Kamerverhuurgebouwen > 4 woon.

- Woongebouwen en woningen (tussenvorm/senioren)

Mogelijk

(beperkt risico)

Personen

zelfredzaam

- Kantoorgebouwen >150 pers.

- Industriegebouwen >150 pers.

- Publieke gebouwen > 50 pers.

- Schoolgebouwen > 50 pers.

Aanvaardbaar

(klein risico)

Overig

- Kantoorgebouwen <150 pers.

- Industriegebouwen <150 pers.

- Overige gebouwen <50 pers.

- Overige woongebouwen en woningen

Hoe hoger de risicoklasse, hoe meer brandpreventieve voorzieningen aanwezig zullen (moeten) zijn in, aan of bij een object. Hoe meer noodzakelijke brandpreventieve voorzieningen, hoe groter de meerwaarde kan zijn van Brandweer Twente bij een controle. Daar waar Brandweer Twente de risico’s beperkt acht, zal in basis ook geen toezicht worden gehouden door Brandweer Twente. Gemotiveerd kan het bevoegd gezag om toezicht verzoeken.

De reikwijdte van deze controles is, tenzij anders omschreven, beperkt tot vluchtveiligheid en de diepgang is steekproefsgewijs.

De gevolgen van een toename van adhoc controles, integrale controles of een toename bij controle in de realisatiefase en/of evenementen kunnen van invloed zijn op onze capaciteit bij toezicht in de gebruiksfase.

Lokale afweging

Vanzelfsprekend kan het bevoegd gezag in overleg met Brandweer Twente voor een andere lokale/bestuurlijke prioritering kiezen. Hierbij kan elke gemeente, in afstemming met Brandweer Twente als uitvoerende partij, gemotiveerd afwijken op grond van ondergenoemde zaken:

  • Veranderen van jaarlijkse frequentie van de controles (bijvoorbeeld vanwege hogere/lagere prioritering van bepaalde gebruiksfuncties);

  • Toevoegen van maatwerk objecten (bijvoorbeeld vanwege lokaal-bestuurlijke overwegingen);

  • Beschikbare capaciteit binnen de gemeente op gebied van handhaving;

Deze keuzes dienen in het VTH-programma worden vastgesteld.

Ondertekening

BIJLAGE 1 TOEZICHTPROTOCOL

afbeelding binnen de regeling


Noot
1

Ervan uitgaande dat alle vacature-/inhuurruimte benut kan worden (stand 19 oktober: nog ongeveer 7FTE te gaan: 4,5 toezicht en 2,5 handhaving)

Noot
1

Binnen het samenwerkingsverband geldt dat 1 Fte gelijkstaat aan 1400 productieve uren.