Protocol bijtincidenten honden

Geldend van 17-01-2023 t/m heden

Intitulé

Protocol bijtincidenten honden

Artikel 1. Weging ernst bijtincidenten

  • 1.

    Bij weging van de ernst van bijtincidenten wordt onderscheid gemaakt tussen honden die betrokken zijn bij (zeer) ernstige bijtincidenten en overige honden die zijn betrokken bij een licht bijtincident.

  • 2.

    Bij (zeer) ernstige bijtincidenten bijt een hond een persoon of brengt de hond ernstig letsel toe aan een ander dier, veelal een hond.

  • 3.

    Bij een licht bijtincident bijt een hond een ander dier, veelal een hond, maar is geen sprake van ernstig letsel, of is sprake van een bijtincident zonder ernstige gevolgen dat gezien de context verklaarbaar is.

Artikel 2. Optreden tegen honden betrokken bij (zeer) ernstige bijtincidenten

  • 1.

    De houder van een hond die een (zeer) ernstig bijtincident heeft begaan wordt gevraagd om afstand te doen van zijn hond.

  • 2.

    De burgemeester geeft bevel tot het onvrijwillig in beslag nemen van de hond indien de houder niet vrijwillig afstand doet van de hond en de burgemeester vreest dat de kans op bijtrecidive aanwezig is, of als de hond al eerder een bijtincident heeft veroorzaakt.

  • 3.

    Bij het onvrijwillig in beslag nemen kan in opdracht van de houder de hond aan een risico-assessment worden onderworpen die de burgemeester betrouwbaar acht. De test zal moeten uitwijzen of de hond resocialiseerbaar of elders herplaatsbaar is, of dat het risico bij terugplaatsing bij de houder als te groot moet worden ingeschat.

  • 4.

    De kosten van vervoer, verblijf, test en eventueel laten doden van de hond komen voor rekening van de houder van de hond.

  • 5.

    Bij bijtrecidive of bij (zeer) ernstige bijtincidenten informeert de gemeente het Openbaar Ministerie, zodat dit kan overwegen of het instellen van strafvervolging tegen de houder van de hond, terzake van mishandeling, vernieling, geen voldoende zorg dragen voor onschadelijk houden van een gevaarlijk dier, of overtreding van de APV aan de orde is.

  • 6.

    Indien de burgemeester bij de situatie uit het tweede lid niet vreest dat bijtrecidive zal plaatsvinden, dan kan de burgemeester de hond aanwijzen als gevaarlijke hond.

Artikel 3. Optreden tegen honden in overige gevallen

  • 1.

    Bij vrees voor het ontstaan van ernstige bijtincidenten, of bij een licht bijtincident kan de burgemeester besluiten tot aanwijzing van de hond als gevaarlijke hond op grond van artikel 2:59/2:59a APV.

  • 2.

    De burgemeester kan in bepaalde situaties aangeven dat het noodzakelijk is dat de hond een risico assessment ondergaat.

  • 3.

    Bij zeer ernstige vrees voor het ontstaan van een (zeer) ernstig bijtincident kan de burgemeester besluiten dat de houder onvrijwillig afstand moet doen van de hond.

  • 4.

    Als de houder van een hond die als gevaarlijke hond is aangewezen in strijd met artikel 2:59/2:59a APV de hond houdt en de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, dan geeft de burgemeester toepassing aan het vorige lid en gaat het na of er aanleiding is dat naast de bestuursrechtelijke maatregel een strafrechtelijke sanctie op zijn plaats is wegens overtreding van de APV.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Dit Protocol bijtincidenten honden treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Ondertekening

Assen, 17 november 2022

De burgemeester van Assen,

M.L. J. Out

Bijlage 1. Stroomschema bijtincident honden.

afbeelding binnen de regeling